De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
WONEN meer leden tellen dan hurende huishoudens, zijn de percentages in deze figuur hoger dan deze die doorgaans gepubliceerd worden. In het Vlaamse Gewest woont 77% van de bevolking in eigendomswoningen (42% met een lopende hypotheeklening en 35% zonder afbetaling), 15% in private huurwoningen, 8% personen in woningen met een huurprijs beneden de marktprijs. De hoogste percentages personen in de eigendomssector vinden we in Oost-Europa. Dit is mede het gevolg van de drastische vormen van privatisering die plaats vonden begin jaren 1990. Vlaanderen bevindt zich samen met deze en een aantal Zuid-Europese landen en Ierland boven het gemiddelde voor de 27 EU-landen (74%). Het Waalse Gewest blijft met 72% onder het gemiddelde. Net als in Vlaanderen (Winters & De Decker, 2009) is het aandeel eigenaars de laatste decennia in bijna alle Europese landen gestegen (Cecodhas, 2008). Verklaringen hiervoor zijn te vinden bij de lage rentevoet op de Europese hypotheekmarkten, de versoepeling van de voorwaarden voor hypothecaire kredieten en bij het gevoerde beleid zoals stimulering van eigen woningbezit (ECB, 2003 en 2009). Verder toont de figuur dat er grote verschillen zijn wat betreft het al dan niet afbetaald zijn van de woning. Lage aandelen voor de afbetalende eigenaars vinden we in Oost-Europa. In het Vlaamse Gewest is het aandeel voor de afbetalende eigenaars relatief hoog. Eveneens hoge aandelen vinden we in de Scandinavische landen, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Figuur 1. 100 Verdeling van de totale bevolking naar bewonerstitel (in %), Belgische gewesten en EU27-landen*, 2009 90 80 70 in % 60 50 40 30 20 10 0 Brussels Gewest Oostenrijk Frankrijk Denemarken Nederland Polen Zweden VK Luxemburg Italië België Waals Gewest EU27 Ierland Cyprus Finland Portugal Vlaams Gewest Griekenland Tsjechië Malta Slovenië Spanje Bulgarije Letland Estland Slovakije Hongarije Litouwen Roemenië Afbetalende eigenaar Eigenaar zonder afbetaling Private huur Huur beneden huurprijs * Geen gegevens beschikbaar voor Duitsland. Bron: EU-SILC, Eurostat en ADSEI. Maar ook binnen de huurmarkt zien we grote verschillen. De figuur is enigszins vertekend doordat niet de sociale woningen als categorie zijn opgenomen, maar de ‘woningen verhuurd onder de marktprijs’. Als gevolg daarvan zijn er volgens deze definitie in Nederland nauwelijks van deze woningen, terwijl 34% van alle woningen verhuurd worden door woningcorporaties en 221
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 dus ook sociale woningen genoemd kunnen worden. Mede daarom vinden we de hoogste aandelen voor verhuur onder de marktwaarde in een aantal Oost-Europese landen (Polen, Tsjechië, Slovenië), maar ook in het Verenigd Koninkrijk en Malta. Met 8% blijft het Vlaamse Gewest echter ver beneden het EU27-gemiddelde van 14%. Duitsland is niet opgenomen in de figuur, maar voor Duitsland is bekend dat de private huursector daar meer dan 50% van de woningmarkt omvat. Er zijn veel redenen waarom mensen eigenaar willen worden van een woning. Het belang van de mogelijke redenen verschilt tussen landen. We positioneren Vlaanderen op basis van een overzicht van motieven in Elsinga e.a. (2010). Vooreerst blijkt het grote belang van financiële motieven voor eigendomsverwerving. Een eigen woning wordt op langere termijn gezien als goedkoper dan huren. In tegenstelling tot bij huren staat er tegenover de maandelijkse uitgaven een opbouw van vermogen. Dit argument blijkt ook voor Vlaanderen het voornaamste. Vlamingen benadrukken dat een huis een goede investering is en dat huren ‘weggegooid geld’ is. Volgens een telefonische enquête bij huurders (Doms e.a., 2001) geven 85% van de huurders die eigenaar willen worden aan dat dit een goede investering is voor de toekomst. Bovendien wenst 70% eigenaar te worden omdat men de huurprijzen te hoog vindt, wat opnieuw een financieel motief is. Maar ook voor wie niet kiest voor eigendomsverwerving, is het financiële de voornaamste reden. Van deze groep geeft 70% als reden om geen huis te kopen dat men denkt dat het inkomen dit nooit zal toelaten en 69% dat de idee van een financiële schuld afschrikt (Doms e.a., 2001). Het belang van eigen woningbezit is volgens Elsinga e.a. (2010) ook cultureel bepaald. In meerdere landen is het bijna vanzelfsprekend een eigen woning te verwerven van zodra je dat kan betalen. Ook bij ons lijkt dit vrij algemeen. Nochtans stipte toch maar een minderheid (27%) van de huurders die eigenaar wensen te worden, ‘vanzelfsprekendheid’ aan als argument (Doms e.a., 2001). Voor Vlaanderen lijkt eigen woningbezit daarmee in hoofdzaak een beredeneerde keuze. In sommige landen is eigendom een noodzaak, een van de weinige manieren om goed te kunnen wonen. Dit is vooral zo in de voormalige Oost-Europese landen zoals Hongarije. Maar ook in Vlaanderen zijn er signalen van. Vooral voor allochtonen, voor wie de toegang tot de private huurmarkt moeilijk ligt, is aankoop van een woning in slechte staat vaak de enige mogelijke oplossing. Dit fenomeen staat gekend als ‘noodkoop’. Hiermee hebben de eigenaars wel relatieve woonzekerheid, maar vaak beperkte woonkwaliteit, omdat ze niet over het nodige geld beschikken om de woning te renoveren (Kesteloot e.a., 1999). De omvang van dit fenomeen is niet bekend. Ook het erfenismotief (een eigen woning om door te geven aan de kinderen) blijkt mee te spelen, al is het niet essentieel. Dit motief was niet opgenomen in de lijst van mogelijkheden bij Doms e.a. (2001), maar kwam duidelijk naar voor in interviews bij Palmans & De Decker (2010). En ten slotte, zoals al eerder gesteld, beschouwen Vlamingen de eigen woning als ultieme zekerheid in een tijd dat de welvaartsstaat en pensioenen onder druk staan door de lage woonlasten op de oude dag (Palmans & De Decker, 2009). Pacolet omschrijft de eigen woning als ‘pensioensparen avant la lettre’ en stelt dat in Vlaanderen het al dan niet eigenaar zijn van de 222
- Page 171 and 172: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 L
- Page 173 and 174: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 175 and 176: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 t
- Page 177 and 178: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 179 and 180: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 181 and 182: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 183 and 184: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 185 and 186: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 H
- Page 187 and 188: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 K
- Page 189 and 190: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 191 and 192: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 O
- Page 193 and 194: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 195 and 196: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 3
- Page 197 and 198: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 199 and 200: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 201 and 202: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 O
- Page 203 and 204: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 4
- Page 205 and 206: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 5
- Page 207 and 208: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 t
- Page 209 and 210: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 211 and 212: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 B
- Page 213 and 214: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 215 and 216: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 M
- Page 217 and 218: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 W
- Page 219 and 220: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 c
- Page 221: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 225 and 226: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 227 and 228: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 w
- Page 229 and 230: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 231 and 232: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 233 and 234: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 235 and 236: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 g
- Page 237 and 238: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 239 and 240: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 241 and 242: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 243 and 244: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 245 and 246: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 5
- Page 247 and 248: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 249 and 250: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 s
- Page 251 and 252: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 W
- Page 253 and 254: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 255 and 256: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 B
- Page 257 and 258: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 s
- Page 259 and 260: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 I
- Page 261 and 262: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 P
- Page 263 and 264: in % SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2
- Page 265 and 266: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 H
- Page 267 and 268: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 J
- Page 269 and 270: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 n
- Page 271 and 272: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 2
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
dus ook sociale woningen genoemd kunnen worden. Mede daarom vinden we de hoogste aandelen<br />
voor verhuur onder de marktwaarde in een aantal Oost-Europese landen (Polen, Tsjechië,<br />
Slovenië), maar ook in het Verenigd Koninkrijk en Malta. Met 8% blijft het Vlaamse Gewest<br />
echter ver <strong>be</strong>neden het EU27-gemiddelde <strong>van</strong> 14%. Duitsland is niet opgenomen in de figuur,<br />
maar voor Duitsland is <strong>be</strong>kend dat de private huursector daar meer dan 50% <strong>van</strong> de woningmarkt<br />
omvat.<br />
Er zijn veel redenen waarom mensen eigenaar willen worden <strong>van</strong> een woning. Het <strong>be</strong>lang <strong>van</strong><br />
de mogelijke redenen verschilt tussen landen. We positioneren <strong>Vlaanderen</strong> op basis <strong>van</strong> een<br />
overzicht <strong>van</strong> motieven in Elsinga e.a. (2010). Vooreerst blijkt het grote <strong>be</strong>lang <strong>van</strong> financiële<br />
motieven voor eigendomsverwerving. Een eigen woning wordt op langere termijn gezien als<br />
goedkoper dan huren. In tegenstelling tot bij huren staat er tegenover de maandelijkse uitgaven<br />
een opbouw <strong>van</strong> vermogen. Dit argument blijkt ook voor <strong>Vlaanderen</strong> het voornaamste. Vlamingen<br />
<strong>be</strong>nadrukken dat een huis een goede investering is en dat huren ‘weggegooid geld’ is.<br />
Volgens een telefonische enquête bij huurders (Doms e.a., 2001) geven 85% <strong>van</strong> de huurders<br />
die eigenaar willen worden aan dat dit een goede investering is voor de toekomst. Bovendien<br />
wenst 70% eigenaar te worden omdat men de huurprijzen te hoog vindt, wat opnieuw een financieel<br />
motief is. Maar ook voor wie niet kiest voor eigendomsverwerving, is het financiële de<br />
voornaamste reden. Van deze groep geeft 70% als reden om geen huis te kopen dat men denkt<br />
dat het inkomen dit nooit zal toelaten en 69% dat de idee <strong>van</strong> een financiële schuld afschrikt<br />
(Doms e.a., 2001).<br />
Het <strong>be</strong>lang <strong>van</strong> eigen woning<strong>be</strong>zit is volgens Elsinga e.a. (2010) ook cultureel <strong>be</strong>paald. In<br />
meerdere landen is het bijna <strong>van</strong>zelfsprekend een eigen woning te verwerven <strong>van</strong> zodra je dat<br />
kan <strong>be</strong>talen. Ook bij ons lijkt dit vrij algemeen. Nochtans stipte toch maar een minderheid<br />
(27%) <strong>van</strong> de huurders die eigenaar wensen te worden, ‘<strong>van</strong>zelfsprekendheid’ aan als argument<br />
(Doms e.a., 2001). Voor <strong>Vlaanderen</strong> lijkt eigen woning<strong>be</strong>zit daarmee in hoofdzaak een <strong>be</strong>redeneerde<br />
keuze.<br />
In sommige landen is eigendom een noodzaak, een <strong>van</strong> de weinige manieren om goed te kunnen<br />
wonen. Dit is vooral zo in de voormalige Oost-Europese landen zoals Hongarije. Maar ook<br />
in <strong>Vlaanderen</strong> zijn er signalen <strong>van</strong>. Vooral voor allochtonen, voor wie de toegang tot de private<br />
huurmarkt moeilijk ligt, is aankoop <strong>van</strong> een woning in slechte staat vaak de enige mogelijke<br />
oplossing. Dit fenomeen staat gekend als ‘noodkoop’. Hiermee heb<strong>be</strong>n de eigenaars wel<br />
relatieve woonzekerheid, maar vaak <strong>be</strong>perkte woonkwaliteit, omdat ze niet over het nodige geld<br />
<strong>be</strong>schikken om de woning te renoveren (Kesteloot e.a., 1999). <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> dit fenomeen is<br />
niet <strong>be</strong>kend.<br />
Ook het erfenismotief (een eigen woning om door te geven aan de kinderen) blijkt mee te<br />
spelen, al is het niet essentieel. Dit motief was niet opgenomen in de lijst <strong>van</strong> mogelijkheden<br />
bij Doms e.a. (2001), maar kwam duidelijk naar voor in interviews bij Palmans & <strong>De</strong> <strong>De</strong>cker<br />
(2010).<br />
En ten slotte, zoals al eerder gesteld, <strong>be</strong>schouwen Vlamingen de eigen woning als ultieme<br />
zekerheid in een tijd dat de welvaartsstaat en pensioenen onder druk staan door de lage woonlasten<br />
op de oude dag (Palmans & <strong>De</strong> <strong>De</strong>cker, 2009). Pacolet omschrijft de eigen woning als<br />
‘pensioensparen a<strong>van</strong>t la lettre’ en stelt dat in <strong>Vlaanderen</strong> het al dan niet eigenaar zijn <strong>van</strong> de<br />
222