De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.01.2015 Views

GEZONDHEID EN ZORG ‘Verbinden’ is het kernwoord van de verdere ontwikkeling (Vandeurzen, 2010): aansluiten bij wat bestaat en zoveel mogelijk integreren. Dwarsverbindingen tussen welzijn en gezondheid zijn hierbij prioritair, maar ook verbindingen tussen zorg en preventie. In het advies van de Vlaamse Gezondheidsraad van 2006 werd gesteld dat de grootste gezondheidswinst kan geboekt worden buiten de gezondheidszorg. Dit houdt in dat ook dwarsverbindingen moeten gemaakt worden met sectoren als onderwijs, milieu, arbeid, wonen, cultuur en andere. De zorg zal steeds meer vermaatschappelijkt worden, waarbij inbreng van lokale besturen essentieel is. Zo zal gezondheid moeten worden opgenomen in de plannen voor het Lokaal Sociaal Beleid. De spil in de zorgregie blijft de patiënt en de mantelzorger, in interactie met betrokken en deskundige hulpverleners. In elk geval blijft de uitdaging om het op het vlak van de gezondheidszorg ‘beter’ te doen. Dit betekent dat men grondig durft na te denken over de kernvragen: hoe kan men individu en bevolking ‘empoweren’ ten aanzien van gezondheid; hoe kan men het subsidiariteitsbeginsel maximaal implementeren via de versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg en hoe kan men beleidssturingsmechanismen ontwikkelen, die vermijden dat men een gezondheidszorgbeleid krijgt dat bestaat uit de resultante van compromissen tussen belangengroepen Hoe kan een coherent onderzoeksprogramma voor zorg en preventie op de eerstelijn ontwikkeld worden Een boeiende uitdaging... Noten 1 Leeftijd van de multipare vrouw bij de bevalling. Het is de leeftijd van de moeder van het pasgeboren kind, dat niet het eerste kind in de kinderrij is. Het is dus niet de gemiddelde leeftijd van de moeder over alle bevallingen heen. 2 Weefsel van de hartspier. 3 Betrekking hebbend op de bloedvaten in de hersenen. 4 Veroorzaakt door plaatselijke bloedeloosheid. 5 Het doel van dit project is om zicht te krijgen op de levenskwaliteit van kinderen. De ontwikkelde vragenlijst is in 3 verschillende lengtes opgesteld, 52 vragen, 27 of 10 vragen. In de lange versie zitten 10 verschillende dimensies verwerkt. Enkele hiervan zijn: sociale steun en leeftijdsgenoten, autonomie, relatie met de ouders en het leven thuis, psychologisch welbevinden ... (http://www.mentalhealthpromotion.net/resources/kidscreen_52_examples.pdf). 6 Benzodiazepines en aanverwanten: een aantal middelen, de zogenaamde Z-drugs, zijn chemisch niet verwant met diazepam en willen zichzelf onderscheiden van de benzodiazepines, ze profileren zich als minder verslavend, ‘fysiologischer’; hiervoor bestaan geen objectieve argumenten. In de tekst wordt benzodiazepines voor beide groepen gebruikt. 7 Een stof die in het bloed bepaald kan worden om de glucoseconcentratie bij diabetespatiënten te controleren. 8 Het ziekteverzuimpercentage wordt berekend door alle verzuimdagen te vermenigvuldigen met 100 en te delen door het aantal werkdagen op een jaar. 9 Het gaat hier om frequente afwezigen, dit zijn niet langdurig afwezigen. Frequent afwezigen zijn meestal voor kortere periodes afwezig en langdurige afwezigen zijn meestal niet frequent afwezig. 10 Hierbij verwijst men naar het geografisch gebied Europa, het gemiddelde is een gemiddelde over 38 Europese landen heen. 11 Hoe hoger de odds ratio of de R 2 , hoe groter het effect van deze sociale omgevingsdeterminanten op zelfgerapporteerde gezondheid is. 12 DALY: maat voor het aantal verloren gezonde levensjaren. 209

SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 Bibliografie Anderson, G. & Horvath, J. (2002). Chronic conditions : making the case for ongoing care. Baltimore: MD: John Hopkins University. Anthierens, S., Habraken, H., Petrovic, M., De Maeseneer, J. & Christiaens, T. (2007a). First time The lesser evil Initiating a benzodiazepine prescription in General Practice: a qualitative study on GPs’ perspective. In: Scandinavian Journal of Primary Health Care, 25 (4), 214-219. Anthierens, S, Habraken, H., Petrovic, M., De Veugele, M., De Maeseneer, J. & Christiaens, T. (2007b). First time benzodiazepine prescription in general practice: patients’ perspective. A qualitative study. In: Canadian Family Physician. 53 (7), 1200-1201. Annemans, L. (2007).Gezondheidseconomie voor niet-economen- Een inleiding tot de begrippen, methoden en valkuilen van de gezondheidseconomische evaluatie. Academia Press. Balter, M., Manheimer, D., Mellinger, G. & Uhlenhuth, E. (1984). A cross-national comparison of anti-anxiety/sedative drug use. In: Current Medical Research and Opinion, 8 (Suppl 4), 5-20. Bartholomeeussen, S., Truyers, C. & Buntinx, F. (2006). Intego in de praktijk (deel 9). Incidentie van myocardinfarct. In: Huisarts Nu, 35 (1), 38-40. Bayingana, K., Demarest, S., Gisle, L., Hesse, E., Miermans, P. J. & Tafforeau, J. (2006). Gezondheidsenquête door middel van interview. België, 2004. Brussel: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, afdeling Epidemiologie. Bayingana, K., Drieskens, S. & Tafforeau, J. (2002). Depressie: Stand van zaken in België, elementen voor een gezondheidsbeleid. Brussel: Wetenschappelijk instituut Volksgezondheid. Belgian Health Interview Survey – Interactive analysis (HISIA). Brussel: Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. http://www.wiv-isp.be/epidemio/hisia/, geraadpleegd op 25 februari 2011. Becher, K., Vandenbroeck, P. & Wouters, A. (2008). Patiënten als partners in het gezondheidszorgbeleid. Meerstemmigheid in participatie. Brussel: Koning Boudewijnstichting. Blamey, R., Wilson, A., Patnick, J. & Dixon, J. (1994). Screening for breast cancer. In: British Medical Journal, 309 (6961), 1076-1079. Biddle, L., Gunnell, D., Sharp, D. & Donovan, J. (2004). Factors influencing help seeking in mentally distressed young adults: a cross-sectional survey. In: The British journal of general practice. 54 (501), 248-253. Björnberg, A., & Uhlir, M. (2008). Euro Health Consumer Index 2008. Brussel: Health Consumer Powerhouse. Björnberg, A., Garrofé, B., & Lindblad, S. (2009). Euro Health Consumer Index 2009. Brussel: Health Consumer Powerhouse. Boland, B., Christiaens, T., Goderis, G., Govaerts, F., Philips, H., Smeets, F., Van de Vyver, N. & Van Duppen, D. (2007). Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering: Globaal cardiovasculair risicobeheer. In: Huisarts Nu, 36, 339-369. Boonen, M., Theeten, H., Vandermeulen, C., Roelants, M., Depoorter, A., Van Damme, P. & Hoppenbrouwers, K. (2009). Vaccinatiegraad bij jonge kinderen en adolescenten in Vlaanderen in 2008. In: Vlaams Infectieziektebulletin, 68 (2), 9-14. Botteldooren, D., Van Renterghem, T. & Van Renterghem, J. (2010). Eindverslag Geluidsniveaus veroorzaakt door wegverkeer in Vlaanderen: Update 2009. Gent: UGent. Vakgroep Informatietechnologie. Onderzoeksgroep Akoestiek. Boyd, C., Darer, J., Boult, C., Fried, L., Boult, L. & Wu, A. (2005 ). Clinical practice Guidelines and quality of care for older patients with multiple comorbid diseases. In: Journal of the American Medical Association, 294 (6), 716-724. Bracke, P. & Wauterickx, N. (2003). Complaints of depression in a representative sample of the Belgian population. In: Achives of Public Health, 61 (5), 223-247. Brochier, B. (2009). Hepatitis B. Brussel: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, afdeling Epidemiologie, Peillaboratoria. Cooperstock, R. (1987). Sex differences in psychotropic drug use. In: Social Science and Medicine, 12 (3B), 179-186. Corijn, M. (2009). Gezondheid en gezondheidsgedrag in het Vlaamse Gewest: verschillen naargelang het huishoudtype. SVR-Rapport 2009/1, Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering. CSDH – Commission on Social Determinants of Health (2008). Closing the gap in a generation: health equity through action on the social determinants of health. Final Report of the Commission on Social Determinants of Health. Genève: World Health Organization. Currie, C., Gabhainn, S., Godeau, E., Roberts, C., Smith, R., Currie, D., Picket, W., Richter, M., Morgan, A. & Barnekow, V. (red.) (2008). Inequalities in young people’s health. Health Behaviour in School-aged Children. International report from the 2005/2006 Survey. Copenhagen: WHO Regional Office for Europe. de Boer, A., Broese van Groenou, M. &Timmermans, J. (2009). Mantelzorg. Een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers in 2007. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. 210

GEZONDHEID EN ZORG<br />

‘Verbinden’ is het kernwoord <strong>van</strong> de verdere ontwikkeling (Vandeurzen, 2010): aansluiten bij<br />

wat <strong>be</strong>staat en zoveel mogelijk integreren. Dwarsverbindingen tussen welzijn en gezondheid<br />

zijn hierbij prioritair, maar ook verbindingen tussen zorg en preventie. In het advies <strong>van</strong> de<br />

Vlaamse Gezondheidsraad <strong>van</strong> 2006 werd gesteld dat de grootste gezondheidswinst kan<br />

geboekt worden buiten de gezondheidszorg. Dit houdt in dat ook dwarsverbindingen moeten<br />

gemaakt worden met sectoren als onderwijs, milieu, ar<strong>be</strong>id, wonen, cultuur en andere.<br />

<strong>De</strong> zorg zal steeds meer vermaatschappelijkt worden, waarbij inbreng <strong>van</strong> lokale <strong>be</strong>sturen<br />

essentieel is. Zo zal gezondheid moeten worden opgenomen in de plannen voor het Lokaal<br />

Sociaal Beleid. <strong>De</strong> spil in de zorgregie blijft de patiënt en de mantelzorger, in interactie met<br />

<strong>be</strong>trokken en deskundige hulpverleners.<br />

In elk geval blijft de uitdaging om het op het vlak <strong>van</strong> de gezondheidszorg ‘<strong>be</strong>ter’ te doen. Dit<br />

<strong>be</strong>tekent dat men grondig durft na te denken over de kernvragen: hoe kan men individu en<br />

<strong>be</strong>volking ‘empoweren’ ten aanzien <strong>van</strong> gezondheid; hoe kan men het subsidiariteits<strong>be</strong>ginsel<br />

maximaal implementeren via de versterking <strong>van</strong> de eerstelijnsgezondheidszorg en hoe kan men<br />

<strong>be</strong>leidssturingsmechanismen ontwikkelen, die vermijden dat men een gezondheidszorg<strong>be</strong>leid<br />

krijgt dat <strong>be</strong>staat uit de resultante <strong>van</strong> compromissen tussen <strong>be</strong>langengroepen Hoe kan een<br />

coherent onderzoeksprogramma voor zorg en preventie op de eerstelijn ontwikkeld worden<br />

Een boeiende uitdaging...<br />

Noten<br />

1 Leeftijd <strong>van</strong> de multipare vrouw bij de <strong>be</strong>valling. Het is de leeftijd <strong>van</strong> de moeder <strong>van</strong> het pasgeboren kind, dat niet<br />

het eerste kind in de kinderrij is. Het is dus niet de gemiddelde leeftijd <strong>van</strong> de moeder over alle <strong>be</strong>vallingen heen.<br />

2 Weefsel <strong>van</strong> de hartspier.<br />

3 Betrekking heb<strong>be</strong>nd op de bloedvaten in de hersenen.<br />

4 Veroorzaakt door plaatselijke bloedeloosheid.<br />

5 Het doel <strong>van</strong> dit project is om zicht te krijgen op de levenskwaliteit <strong>van</strong> kinderen. <strong>De</strong> ontwikkelde vragenlijst is in<br />

3 verschillende lengtes opgesteld, 52 vragen, 27 of 10 vragen. In de lange versie zitten 10 verschillende dimensies<br />

verwerkt. Enkele hier<strong>van</strong> zijn: sociale steun en leeftijdsgenoten, autonomie, relatie met de ouders en het leven thuis,<br />

psychologisch wel<strong>be</strong>vinden ... (http://www.mentalhealthpromotion.net/resources/kidscreen_52_examples.pdf).<br />

6 Benzodiazepines en aanverwanten: een aantal middelen, de zogenaamde Z-drugs, zijn chemisch niet verwant met<br />

diazepam en willen zichzelf onderscheiden <strong>van</strong> de <strong>be</strong>nzodiazepines, ze profileren zich als minder verslavend,<br />

‘fysiologischer’; hiervoor <strong>be</strong>staan geen objectieve argumenten. In de tekst wordt <strong>be</strong>nzodiazepines voor <strong>be</strong>ide<br />

groepen gebruikt.<br />

7 Een stof die in het bloed <strong>be</strong>paald kan worden om de glucoseconcentratie bij dia<strong>be</strong>tespatiënten te controleren.<br />

8 Het ziekteverzuimpercentage wordt <strong>be</strong>rekend door alle verzuimdagen te vermenigvuldigen met 100 en te delen<br />

door het aantal werkdagen op een jaar.<br />

9 Het gaat hier om frequente afwezigen, dit zijn niet langdurig afwezigen. Frequent afwezigen zijn meestal voor kortere<br />

periodes afwezig en langdurige afwezigen zijn meestal niet frequent afwezig.<br />

10 Hierbij verwijst men naar het geografisch gebied Europa, het gemiddelde is een gemiddelde over 38 Europese landen<br />

heen.<br />

11 Hoe hoger de odds ratio of de R 2 , hoe groter het effect <strong>van</strong> deze sociale omgevingsdeterminanten op zelfgerapporteerde<br />

gezondheid is.<br />

12 DALY: maat voor het aantal verloren gezonde levensjaren.<br />

209

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!