De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
GEZONDHEID EN ZORG 3. Impact van levensstijl en leefomgeving op gezondheid In dit onderdeel wordt onderzocht welke de impact is van de levensstijl van individuen op hun gezondheid. Ook de effecten van de sociale omgeving en het milieu komen aan bod. 3.1. Levensstijl Verschillende elementen die een gezonde levensstijl kenmerken worden van naderbij bekeken: gezond eten en voldoende bewegen, niet roken, geen drugs nemen en verantwoord omgaan met alcohol. Welke evoluties kunnen vastgesteld worden in Vlaanderen Zijn de voedings- en bewegingsgewoonten ‘typisch Vlaams’ of zijn ze ook vast te stellen in Europa Kan de positieve trend in rookgedrag en alcoholgebruik ook in andere regio’s vastgesteld worden En in welke mate gebruikt de Vlaming illegale drugs 3.1.1. Voeding en beweging De Vlaming is te dik ... Volgens gegevens voor 2008 kampt iets minder dan 1 op de 5 Belgische jongeren (18%) met overgewicht waarvan 5% met obesitas (tabel 6). Het blijkt dat jongeren uit het Vlaamse Gewest het beter doen dan die in de andere gewesten (Drieskens, 2010a). De grote toename in de prevalentie van overgewicht vond al plaats in de laatste drie decennia van de vorige eeuw (Hullens e.a., 2001). Tabel 6. Overgewicht bij 2- tot 17-jarigen (in %), België en de gewesten, 1997, 2001, 2004 en 2008 prevalentie overgewicht waarvan (x%) obesitas 1997 2001 2004 2008 België 15% (5%)1, 18% (5%)1, 17,5% (5,5%) 18% (5%)1 Vlaams Gewest 13% (4,5%) 16,5% (4,5%) 17,5% (5%)1, 17% (4%)1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 17,5% (5,5%) 27% (12%) 22,5% (8,5%) 27% (10%) Waals Gewest 17% (5,5%) 19% (4,5%) 17,5% (6%)1, 18% (5%)1 Bron: Gezondheidsenquête België 2008. In Europa behoort Vlaanderen tot de middenmoot. Jongeren in zuiderse landen (zoals Italië en Spanje) scoren wat betreft overgewicht, zeer slecht met cijfers tot 30%. Nederland en Denemarken kennen in Europa lage cijfers (respectievelijk 11% en 14%). Vlaanderen (niet opgenomen in de International Obesity Task Force[IOTF]-data) vervoegt (met de cijfers uit de Gezondheidsenquête 2008) de brede groep landen (waaronder Frankrijk en Zweden) met cijfers die rond de 20% schommelen (International Obesity Task Force, 2005). Vlaamse 15-jarige meisjes rapporteerden in 2006 iets minder overgewicht dan de jongens, respectievelijk 8% en 11%. Dit is lager dan het gemiddelde in Europa 10 wat 10% is voor de meisjes en 17% voor de jongens (Currie e.a., 2008). Deze positie ten opzichte van het Europees gemiddelde kan in 2010 echter niet verstevigd worden. De Vlaamse cijfers liggen in 2010 namelijk hoger dan in 2006: 10% van de 15-jarige meisjes rapporteert overgewicht en 14% van de jongens (Universiteit Gent, 2006). 189
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 Overgewicht neemt toe met de leeftijd. De helft van de volwassen mannen in Vlaanderen en 38% van de vrouwen heeft overgewicht (Drieskens, 2010a). Met deze cijfers nemen de Vlaamse volwassenen in Europa, net als de Vlaamse jongeren, een gemiddelde positie in (Roskam e.a., 2009). De gevolgen van overgewicht zijn gekend. Overgewicht bij jongeren gaat enerzijds gepaard met een aantal lichamelijke beperkingen zoals overbelasting van gewrichten, kortademigheid en slaapstoornissen (Onafhankelijk Ziekenfonds, 2006; Lobstein e.a., 2003). Anderzijds is er ook een verhoogd risico op een aantal ernstige gezondheidsproblemen zoals type 2-diabetes (Poortvliet e.a., 2007) en hart- en vaatziekten (Van Leest & Verschuren, 2005). Overgewicht, vooral in combinatie met abdominale vetophoping, gaat namelijk gepaard met een toename van het risico op een aantal metabole afwijkingen zoals insulineresistentie en een gestoord lipidenprofiel en verhogen zo ook het risico op hart- en vaatziekten (Williamson e.a., 2000). Overgewicht zou tevens het risico op bepaalde kankers verhogen (Micozzi, 1993). De mentale gezondheid kan daarnaast ook te lijden hebben onder overgewicht, zo hebben jongeren met overgewicht een lager psychologisch welbevinden (Onafhankelijk Ziekenfonds, 2006). ... voedings- en bewegingsgewoonten evolueren positief bij volwassenen (2004 en 2008) maar minder bij de jongeren (2006 en 2010) ... Het gebrek aan gezonde voedingsgewoonten en voldoende beweging is gerelateerd aan deze en andere chronische aandoeningen en behoren in de meeste landen tot de prioriteiten van een preventief gezondheidsbeleid. Het belang van voldoende bewegen blijk onder meer uit het feit dat personen in goede fysieke conditie een lagere cardiovasculaire mortaliteit hebben dan personen met een zwakke fysieke conditie, ook na correctie voor andere risicofactoren (Lee e.a., 2001). Voedings- en bewegingsgewoonten worden al op jonge leeftijd aangenomen en blijven meestal onveranderd tijdens de volwassen leeftijd (www.cm.be/beestiggezond). Aandacht voor gezonde voeding en beweging op jonge leeftijd is dan ook cruciaal. Slechts 33% van de Vlaamse 5-jarige kleuters eet elke dag groenten en 45% eet elke dag fruit, 11% drinkt elke dag gesuikerde frisdrank (2008) (www.kleuters-ugent.be). Een derde van de 11-jarigen eet dagelijks fruit (cijfer voor 2010), maar slechts 15% van de meisjes en 12% van de jongens haalt de norm van 2 stukken fruit per dag. Oudere adolescenten eten minder fruit dan de 11-jarigen. Voor meisjes liggen deze cijfers lager dan in 2006, voor de jongens zijn er geen verschillen gemeten. De dagelijkse groentenconsumptie ligt merkelijk hoger dan de fruitconsumptie, maar volgt dezelfde negatieve evolutie als de fruitconsumptie. Positief is de daling van de frisdrankenconsumptie: in 2010 drinkt nog een derde van de 11-jarigen dagelijks frisdrank. Bij 15-jarigen is de dagelijkse frisdrankconsumptie bij jongens nog steeds 46% en bij meisjes 34% (Universiteit Gent, 2006). Verontrustend is dat slechts 33% van de 5-jarige kleuters dagelijks minstens 60 minuten beweegt, gemiddeld brengen zij op weekdagen 74 minuten per dag door met TV-kijken en op weekenddagen 140 minuten per dag (Van Cauwenberghe e.a., 2010). Bij de 11-jarige jongens heeft 25% dagelijks minstens 60 minuten beweging per dag, hiermee doen ze het beter dan in 2006. Bij meisjes is dit stabiel gebleven op 15%. Bij oudere adolescenten liggen de percentages lager. Enquêtes bij volwassenen uit het Vlaamse Gewest wijzen uit dat voedingsgewoonten de laatste jaren in positieve richting evolueren maar nog steeds niet voldoen aan de doelstellingen. Slechts 35% van de volwassen mannen en 42% van de vrouwen eet dagelijks 2 porties fruit. 70% van 190
- Page 140 and 141: INKOMEN EN ARMOEDE Een volgende ind
- Page 142 and 143: INKOMEN EN ARMOEDE 2.3.2. Omvang va
- Page 144 and 145: INKOMEN EN ARMOEDE jongeren. Voor b
- Page 146 and 147: INKOMEN EN ARMOEDE in het land waar
- Page 148 and 149: INKOMEN EN ARMOEDE 2.4. Tussentijds
- Page 150 and 151: INKOMEN EN ARMOEDE Figuur 14. Armoe
- Page 152 and 153: in % INKOMEN EN ARMOEDE Figuur 17.
- Page 154 and 155: INKOMEN EN ARMOEDE is hierbij een b
- Page 156 and 157: INKOMEN EN ARMOEDE Figuur 22. Armoe
- Page 158 and 159: INKOMEN EN ARMOEDE Figuur 24. Samen
- Page 160 and 161: INKOMEN EN ARMOEDE Gegeven dat stim
- Page 162 and 163: INKOMEN EN ARMOEDE Vlaanderen heeft
- Page 164: INKOMEN EN ARMOEDE Uunk, W., Kalmij
- Page 167 and 168: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 169 and 170: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 I
- Page 171 and 172: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 L
- Page 173 and 174: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 175 and 176: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 t
- Page 177 and 178: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 179 and 180: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 181 and 182: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 183 and 184: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 185 and 186: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 H
- Page 187 and 188: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 K
- Page 189: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 193 and 194: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 195 and 196: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 3
- Page 197 and 198: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 199 and 200: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 201 and 202: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 O
- Page 203 and 204: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 4
- Page 205 and 206: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 5
- Page 207 and 208: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 t
- Page 209 and 210: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 211 and 212: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 B
- Page 213 and 214: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 215 and 216: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 M
- Page 217 and 218: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 W
- Page 219 and 220: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 c
- Page 221 and 222: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 223 and 224: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 225 and 226: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 227 and 228: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 w
- Page 229 and 230: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 d
- Page 231 and 232: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 233 and 234: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 235 and 236: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 g
- Page 237 and 238: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 239 and 240: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
Overgewicht neemt toe met de leeftijd. <strong>De</strong> helft <strong>van</strong> de volwassen mannen in <strong>Vlaanderen</strong> en<br />
38% <strong>van</strong> de vrouwen heeft overgewicht (Drieskens, 2010a). Met deze cijfers nemen de Vlaamse<br />
volwassenen in Europa, net als de Vlaamse jongeren, een gemiddelde positie in (Roskam e.a.,<br />
2009).<br />
<strong>De</strong> gevolgen <strong>van</strong> overgewicht zijn gekend. Overgewicht bij jongeren gaat enerzijds gepaard met<br />
een aantal lichamelijke <strong>be</strong>perkingen zoals over<strong>be</strong>lasting <strong>van</strong> gewrichten, kortademigheid en<br />
slaapstoornissen (Onafhankelijk Ziekenfonds, 2006; Lobstein e.a., 2003). Anderzijds is er ook<br />
een verhoogd risico op een aantal ernstige gezondheidsproblemen zoals type 2-dia<strong>be</strong>tes<br />
(Poortvliet e.a., 2007) en hart- en vaatziekten (Van Leest & Verschuren, 2005). Overgewicht,<br />
vooral in combinatie met abdominale vetophoping, gaat namelijk gepaard met een toename <strong>van</strong><br />
het risico op een aantal metabole afwijkingen zoals insulineresistentie en een gestoord lipidenprofiel<br />
en verhogen zo ook het risico op hart- en vaatziekten (Williamson e.a., 2000).<br />
Overgewicht zou tevens het risico op <strong>be</strong>paalde kankers verhogen (Micozzi, 1993). <strong>De</strong> mentale<br />
gezondheid kan daarnaast ook te lijden heb<strong>be</strong>n onder overgewicht, zo heb<strong>be</strong>n jongeren met<br />
overgewicht een lager psychologisch wel<strong>be</strong>vinden (Onafhankelijk Ziekenfonds, 2006).<br />
... voedings- en <strong>be</strong>wegingsgewoonten evolueren positief bij volwassenen (2004 en 2008) maar<br />
minder bij de jongeren (2006 en 2010) ...<br />
Het gebrek aan gezonde voedingsgewoonten en voldoende <strong>be</strong>weging is gerelateerd aan deze en<br />
andere chronische aandoeningen en <strong>be</strong>horen in de meeste landen tot de prioriteiten <strong>van</strong> een preventief<br />
gezondheids<strong>be</strong>leid. Het <strong>be</strong>lang <strong>van</strong> voldoende <strong>be</strong>wegen blijk onder meer uit het feit dat<br />
personen in goede fysieke conditie een lagere cardiovasculaire mortaliteit heb<strong>be</strong>n dan personen<br />
met een zwakke fysieke conditie, ook na correctie voor andere risicofactoren (Lee e.a., 2001).<br />
Voedings- en <strong>be</strong>wegingsgewoonten worden al op jonge leeftijd aangenomen en blijven meestal<br />
onveranderd tijdens de volwassen leeftijd (www.cm.<strong>be</strong>/<strong>be</strong>estiggezond). Aandacht voor gezonde<br />
voeding en <strong>be</strong>weging op jonge leeftijd is dan ook cruciaal.<br />
Slechts 33% <strong>van</strong> de Vlaamse 5-jarige kleuters eet elke dag groenten en 45% eet elke dag fruit,<br />
11% drinkt elke dag gesuikerde frisdrank (2008) (www.kleuters-ugent.<strong>be</strong>).<br />
Een derde <strong>van</strong> de 11-jarigen eet dagelijks fruit (cijfer voor 2010), maar slechts 15% <strong>van</strong> de<br />
meisjes en 12% <strong>van</strong> de jongens haalt de norm <strong>van</strong> 2 stukken fruit per dag. Oudere adolescenten<br />
eten minder fruit dan de 11-jarigen. Voor meisjes liggen deze cijfers lager dan in 2006, voor<br />
de jongens zijn er geen verschillen gemeten. <strong>De</strong> dagelijkse groentenconsumptie ligt merkelijk<br />
hoger dan de fruitconsumptie, maar volgt dezelfde negatieve evolutie als de fruitconsumptie.<br />
Positief is de daling <strong>van</strong> de frisdrankenconsumptie: in 2010 drinkt nog een derde <strong>van</strong> de 11-jarigen<br />
dagelijks frisdrank. Bij 15-jarigen is de dagelijkse frisdrankconsumptie bij jongens nog<br />
steeds 46% en bij meisjes 34% (Universiteit Gent, 2006).<br />
Verontrustend is dat slechts 33% <strong>van</strong> de 5-jarige kleuters dagelijks minstens 60 minuten <strong>be</strong>weegt,<br />
gemiddeld brengen zij op weekdagen 74 minuten per dag door met TV-kijken en op<br />
weekenddagen 140 minuten per dag (Van Cauwen<strong>be</strong>rghe e.a., 2010).<br />
Bij de 11-jarige jongens heeft 25% dagelijks minstens 60 minuten <strong>be</strong>weging per dag, hiermee<br />
doen ze het <strong>be</strong>ter dan in 2006. Bij meisjes is dit stabiel gebleven op 15%. Bij oudere adolescenten<br />
liggen de percentages lager.<br />
Enquêtes bij volwassenen uit het Vlaamse Gewest wijzen uit dat voedingsgewoonten de laatste<br />
jaren in positieve richting evolueren maar nog steeds niet voldoen aan de doelstellingen. Slechts<br />
35% <strong>van</strong> de volwassen mannen en 42% <strong>van</strong> de vrouwen eet dagelijks 2 porties fruit. 70% <strong>van</strong><br />
190