De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
tweede doodsoorzaak bij Vlaamse mannen, met 8.749 overlijdens in 2008. Bij vrouwen zijn<br />
hart- en vaatziekten de voornaamste doodsoorzaak, met 10.064 sterftes in 2008, tegenover<br />
6.955 overlijdens ten gevolge <strong>van</strong> kanker, dat hiermee op de tweede plaats komt.<br />
Van de kankers, komt bij de mannen prostaatkanker het meeste voor (5.932 nieuwe gevallen in<br />
2006), gevolgd door longkanker (n=3.221) en dikkedarmkanker (n=2.739). Bij vrouwen komt<br />
borstkanker op nummer één wat de nieuwe gevallen voor 2006 <strong>be</strong>treft (n=5.511), gevolgd door<br />
dikkedarmkanker (n=2.124) en longkanker (n=878) (www.kankerregister.org).<br />
Hoewel prostaatkanker bij Vlaamse mannen de kanker is die het meeste voorkomt, sterven er<br />
toch meer mannen aan longkanker (2.995 in 2008) en dikkedarmkanker (913 in 2008) dan aan<br />
prostaatkanker (831 in 2008) (www.kankerregister.org).<br />
<strong>De</strong> meeste vrouwen sterven aan borstkanker (1.361 vrouwen in 2008), gevolgd door longkanker<br />
(821 overlijdens in 2008) en dikkedarmkanker (804 overlijdens in 2008) (www.kankerregister.<br />
org). Wanneer we de incidentie <strong>van</strong> de meest voorkomende kankers over de seksen heen (longkanker<br />
en dikkedarmkanker) in Europees perpectief plaatsen, valt op dat België voor longkanker<br />
een tweede plaats inneemt na <strong>De</strong>nemarken (Oost-Europese landen buiten <strong>be</strong>schouwing<br />
gelaten). <strong>De</strong> incidentie <strong>van</strong> dikkedarmkanker hangt dan weer rond het EU27 gemiddelde<br />
(European Cancer Observatory).<br />
In wat volgt gaan we dieper in op borstkanker omdat de Belgische vrouwen, in een Europees<br />
perspectief, het hoogst scoren, zowel wat het vóórkomen als wat de sterfte <strong>be</strong>treft (figuur 5).<br />
Er <strong>be</strong>staat sinds 2001 een Vlaams programma voor borstkankeropsporing, in Brussel en Wallonië<br />
startte men met een programma in 2002.<br />
In <strong>Vlaanderen</strong> lijkt er echter een probleem <strong>van</strong> participatie aan het Vlaamse programma voor<br />
borstkankeropsporing te <strong>be</strong>staan (Van Lim<strong>be</strong>rgen e.a., 2010). Hoewel er een stijgende evolutie<br />
is in de participatiegraad tussen 2002 en 2009 (33% bij aan<strong>van</strong>g, 48% in 2009), zwakt de stijgingsgraad<br />
af <strong>van</strong>af 2006. In 2006-2007 was er een participatie <strong>van</strong> 46%. Voor de periode 2008-<br />
2009 is dit slechts 2 procentpunten hoger (48%). Het participatiepercentage <strong>be</strong>gint dus te<br />
stagneren. <strong>De</strong> gezondheidsdoelstelling <strong>van</strong> de Vlaamse overheid is om tegen het jaar 2012 een<br />
participatie te halen <strong>van</strong> minstens 75%. Kijkend naar de evolutie in de laatste 3 jaar, is deze<br />
doelstelling onmogelijk haalbaar. Er moeten oplossingen en middelen gezocht worden om het<br />
participatiecijfer weer forser te doen stijgen. Het is immers <strong>be</strong>wezen dat borstkankerscreening<br />
een daling in de borstkankersterfte kan <strong>be</strong>werkstelligen, als onder andere de participatie voldoende<br />
hoog is (minstens 60%) (Blamey e.a., 1994).<br />
<strong>De</strong> lage participatie <strong>be</strong>tekent dat een heel groot deel <strong>van</strong> de vrouwen uit de doelgroep nog steeds<br />
niet of onregelmatig <strong>be</strong>reikt wordt. Er zijn verschillende factoren die de participatiecijfers <strong>be</strong>ïnvloeden.<br />
In alle onderzoeken wordt vastgesteld dat vrouwen uit lagere sociale klassen, minder<br />
deelnemen. Participatie aan borstkankerscreening vertoont dus een duidelijke sociale gradiënt.<br />
Het aanpakken <strong>van</strong> de ongelijkheid in deelname naargelang de sociaal-economische status, is<br />
een prioriteit voor de komende jaren. Dit kan bijvoor<strong>be</strong>eld door de huisarts aan te sporen nog<br />
meer aandacht te heb<strong>be</strong>n voor borstkankeropsporing en in het bijzonder voor de vrouwen uit de<br />
lagere sociale klassen. Ook kan meer aandacht worden <strong>be</strong>steed aan methoden om de niet-deelnemende<br />
vrouwen te <strong>be</strong>reiken, bijvoor<strong>be</strong>eld door gebruik te maken <strong>van</strong> technieken die meer<br />
aansluiten bij hun leefwereld: meer persoonlijke <strong>be</strong>nadering, naar de mensen toegaan, nog meer<br />
174