De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN <strong>2011</strong><br />
opnieuw op de voorgrond. Ontwikkelingen aan de aanbodzijde <strong>van</strong> de ar<strong>be</strong>idsmarkt garanderen<br />
dat ze daar nog tot 2020 zullen blijven staan. Het devies is dus duidelijk. Inzetten op een grotere<br />
werkzaamheid! Werknemers te allen prijze en zonder omzien de ar<strong>be</strong>idsmarkt induwen, dreigt<br />
echter al gauw dweilen met de kraan open. Wie garandeert immers dat het werk zich een loopbaan<br />
lang laat werken Inzetten op een grotere werkbaarheid, is het complementair advies. Tot<br />
zover niets nieuws onder de zon want is dat precies niet wat we lezen in tal <strong>van</strong> <strong>be</strong>leidsintenties<br />
Het valt ons echter op dat dit noodzakelijk <strong>be</strong>leid vooral vertaald wordt naar de eindeloopbaanproblematiek.<br />
Het credo ‘langer aan het werk blijven’, wordt vertaald in ‘later uitstappen’. We<br />
vragen ons echter af, of de loopbaanstart niet veel meer in de picture moet gesteld worden.<br />
Jongeren treden laat in. <strong>De</strong> recente en toekomstige onderwijshervormingen lijken de intrede<br />
alleen maar te verlaten. Onderwijs en werk, zijn nog steeds sterk sequentieel geordend, zodat<br />
een loopbaan typisch een vrij voorspelbare en onwrikbare opbouw kent doorheen de tijd. Wie<br />
start, lijkt vertrokken op de ar<strong>be</strong>idsmarkt der insiders, valse starters worden opge<strong>van</strong>gen in een<br />
‘doelgroepen<strong>be</strong>leid’ en dreigen in de feiten hun startrecht te verliezen. Zorgen over de kwaliteit<br />
<strong>van</strong> de ar<strong>be</strong>id zien we bij de start amper opduiken. Toch zit het venijn <strong>van</strong> de werkbaarheid in<br />
de start (<strong>van</strong> de loopbaan). Het is immers een langdurige blootstelling aan niet-werkbaar werk,<br />
die later vroegtijdige uitstoot kan veroorzaken. In een ar<strong>be</strong>idsmarkt die flexibiliteit in eerste<br />
instantie tekent op werkgeversmaat en tegelijk ambieert zoveel mogelijk werknemers aan de<br />
slag te houden tot aan de pensioenleeftijd, zullen werknemers in 2020 nog meer dan nu met de<br />
uitdaging worden geconfronteerd werk en privé op elkaar af te stemmen. <strong>De</strong> kinderen <strong>van</strong> jonge<br />
starters zullen niet meer aan de crèche of de school afgehaald kunnen worden door vroeg uitgestapte<br />
grootouders want die zullen nog aan het werk (moeten) zijn. <strong>De</strong> op<strong>van</strong>ginfrastructuur<br />
in de samenleving en de ar<strong>be</strong>id-privé instituties <strong>van</strong> werkende (groot)ouders zijn hier nog<br />
onvoldoende op voor<strong>be</strong>reid.<br />
Kortom de analyse is klaar, de <strong>be</strong>leidsdoelstellingen zijn helder maar met de uitvoering er<strong>van</strong><br />
wordt zeer selectief omgesprongen. Een duurzaam ar<strong>be</strong>idsmarkt<strong>be</strong>leid moet een integraal en<br />
integratief <strong>be</strong>leid zijn, op maat <strong>van</strong> de verschillende kansengroepen en leeftijdscohortes.<br />
Noten<br />
1 Concreet <strong>be</strong>tekent dit dat de werkzaamheidsgraad <strong>van</strong> vrouwen tussen 35 en 40 jaar in 2015 niet veel hoger kan<br />
liggen dan de werkzaamheidsgraad <strong>van</strong> vrouwen tussen 30 en 35 jaar in 2010. We gaan er<strong>van</strong> uit dat de participatie<br />
binnen een cohorte na de leeftijd <strong>van</strong> 30 jaar niet meer in extreme mate toeneemt. Dit operationaliseren we door<br />
de ‘transitieprobabiliteiten <strong>van</strong> de werkzaamheidsgraad’ die groter zijn dan 1 maximaal zo groot te maken als de<br />
maximale transitieprobabiliteit uit het verleden. <strong>De</strong> transitieprobabiliteit is de verhouding tussen de werkzaamheidsgraad<br />
bij een wel<strong>be</strong>paalde leeftijdsklasse afgezet tegenover de werkzaamheidsgraad vijf jaar eerder bij een<br />
leeftijdsklasse <strong>van</strong> vijf jaar jonger. Hiermee pro<strong>be</strong>ren we irrealistische werkzaamheidsgraden in de toekomst te vermijden.<br />
2 Vlaamse gegevens over de jaarlijkse ar<strong>be</strong>idstijd ontbreken in de OESO-cijfers. Gezien de regeling <strong>van</strong> ar<strong>be</strong>idstijden<br />
vaak via het (federaal) sociaal overleg wordt vastgelegd, mag men evenwel aannemen dat de Belgische cijfers<br />
representatief zijn voor de verschillende regio’s.<br />
126