De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be De Sociale Staat van Vlaanderen 2011 - Vlaanderen.be
WERK Tot slot wordt een cluster getypeerd als ‘veel flexibiliteit, operationeel georiënteerd’. Deze organisaties stemmen flexibiliteitsinstrumenten af op de productie-eisen of -wensen, en maken veel gebruik van onregelmatige uren, deeltijdarbeid, tijdelijke contracten en autonome teams (eveneens 24% van de bedrijven in Europa, en maar liefst 30% in België). Grote bedrijven uit de publieke sector kunnen hier naar voren geschoven worden als voorbeeldorganisaties. In tabel 5 is aangegeven in welke landen de profielen het meest frequent voorkomen. Tabel 5. Geografische spreiding van het voorkomen van de flexibiliteitsprofielen die onderscheiden werden aan de hand van de European Company Survey, 2009 Type Lage flexibiliteit Beperkte flexibiliteit, lange productietijd Beperkte flexibiliteit, uitzendarbeid Veel flexibiliteit, HR georiënteerd Veel flexibiliteit, operationeel georiënteerd Bron: Eurofound, 2010c. Landen waar het profiel het meest voorkomt Vooral in het zuidoosten van Europa en op het Iberische schiereiland: Hongarije, Roemenië, Estland, Litouwen, Portugal, Slovakije, Griekenland, Spanje, Polen, Oostenrijk Het meest voorkomend in het oosten van Europa: Turkije, Cyprus, Malta, Bulgarije, Letland, Macedonië, Kroatië, Luxemburg, Ierland Komt het meest voor in centraal-Europese landen, maar vooral in het zuiden: Slovenië, Italië, Frankrijk Het meest in het noorden van Europa: Finland, Denemarken, Tsjechië In centraal-Europese landen uit het noorden: Nederland, Duitsland, Zweden, Verenigd Koninkrijk, België De clustering van landen op basis van het prevalente profiel in de lokale bedrijven illustreert dat de gekozen referentielanden niet de meest interessante landen zijn om Vlaanderen mee te vergelijken op het vlak van het gebruik van flexibiliteitsinstrumenten. In de cluster van België vinden we immers zowel Duitsland, Nederland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk terug. Deze landen behoren allen tot het gebied waar flexibiliteit relatief veel gebruikt wordt, in hoofdzaak met het objectief om operationele doelstellingen te bereiken. De organisaties in deze landen hebben, althans vanuit het perspectief van arbeidsorganisaties, een gelijkaardige invulling van flexizekerheid. Vermoedelijk speelt het nabuurschap een rol hierbij. Vaak worden arbeidsmarktrecepten van buurlanden als inspiratiebron gebruikt bij het vormgeven van een eigen arbeidsmarkt. Een mooi voorbeeld hiervan is de in België gehanteerde loonnorm, waarbij de verwachte loonevolutie in drie buurlanden de referentie is bij het vastleggen van de loonevolutie in de eigen economie. 4.2. Werkgevers krijgen veel flexibiliteit Een gelijkaardige typering van het flexibiliteitsgebruik in Europa werd uitgevoerd op basis van de European Survey on Working Time, data die eveneens verzameld werden op organisatieniveau (Eurofound, 2007). Hier hebben de indicatoren betrekking op het gebruik van deeltijdarbeid, werken op onregelmatige tijdstippen, flexibele werktijden, overuren, loopbaanonderbreking, vervroegd pensioen, flexibele contracten, en niet nader bepaalde maatregelen om werk en privé beter op elkaar af te stemmen. 103
SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 Gelijkaardige analyses met deze data onderscheiden uiteindelijk zes types van flexibiliteitsprofielen, die elk getypeerd worden volgens de mate van flexibiliteitsgebruik en de aard van het gebruik. Een aantal van deze types worden samengevoegd en finaal houden de auteurs vier verschillende flexibiliteitsprofielen over (zie tabel 6). Tabel 6. Geografische spreiding van het voorkomen van de flexibiliteitsprofielen die onderscheiden werden aan de hand van de European Survey on Working Time, 2004-2005 Type Weinig flexibiliteit die hoofdzakelijk op maat van werkgevers is Laag tot gemiddeld niveau van flexibiliteit, georiënteerd op maat van werkgevers Gemiddeld tot veel flexibiliteit, met veel mogelijkheden voor werknemers Veel flexibiliteit voor werknemers Bron: Eurofound, 2007. Landen waar het profiel het meest voorkomt Zuid-Europese landen:Cyprus, Griekenland, Italië, Hongarije, Portugal, Spanje Centraal in Europa: Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Luxemburg, Slovenië Iets noordelijker dan vorige groep: Tsjechië, Denemarken, Letland, Nederland, Polen, Verenigd Koninkrijk Scandinavische landen Finland en Zweden Op basis van deze typering kan er binnen de zes landen die in deze bijdrage met elkaar worden vergeleken iets meer onderscheid aangebracht worden in het flexibiliteitsprofiel. België (en Vlaanderen) behoren samen met Frankrijk en Duitsland tot een groep landen die er een gemiddeld niveau van flexibiliteit op aanhouden. Hiermee beogen ze hoofdzakelijk om het werkgevers mogelijk te maken de arbeid flexibel in te zetten. Merkwaardig genoeg zijn atypische werkuren, een aspect waarop België en Vlaanderen vrij matig scoorde (cfr punt 3.3), een belangrijk kenmerk van dit soort organisaties. Daarnaast is een frequent gebruik van tijdelijke arbeidscontracten en uitzendarbeid essentieel voor dit type flexibiliteit. Nederland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk werden geklasseerd in een cluster van landen met een iets hoger niveau van flexibiliteit, maar onderscheiden zich vooral doordat de flexibiliteit aan de werknemers toelaat om flexibiliteit op hun maat te krijgen bij hun arbeidsinzet. Het betreft een grote mate aan deeltijdarbeid op vraag van de werknemer (een element van het Nederlandse model), een grote mate aan autonomie wanneer arbeid wordt gepresteerd tijdens de week en bij uitbreiding de loopbaan (bijvoorbeeld door middel van uitgewerkte loopbaanrekeningen), en – hier mogelijk aan gekoppeld – uitgebreide mogelijkheden om gedurende de levensloop het werk te onderbreken voor andere activiteiten (wat een belangrijk kenmerk is van het Scandinavische model). In België bieden het tijdskrediet en de verschillende thematische onderbrekingen van de loopbaan een kans om de laatste vorm van werknemersflexibiliteit te realiseren, maar zijn loopbaanrekeningen weinig voorkomend. 4.3. Conclusie Binnen Europa komt flexibiliteit het meest voor in de Scandinavische landen. Vaak biedt die flexibiliteit er aan werknemers de mogelijkheid om hun arbeidsinzet vorm te geven volgens de eigen flexibiliteitswensen. Nederland sluit kort aan bij dit Scandinavische model met betrekking tot het gebruik van flexibiliteit in de arbeidsorganisatie. Elementen als loopbaanrekeningen en deeltijdarbeid op maat van de werknemer spelen hierbij een belangrijke rol. Ook het liberale Britse model geeft aan werknemers een relatief grote flexibiliteit in hun arbeidsinzet. 104
- Page 54 and 55: ONDERWIJS EN VORMING Vlaanderen doe
- Page 56 and 57: ONDERWIJS EN VORMING 1.3. Kenmerken
- Page 58 and 59: ONDERWIJS EN VORMING uit deze figuu
- Page 60 and 61: ONDERWIJS EN VORMING Algemeen genom
- Page 62 and 63: ONDERWIJS EN VORMING bereiken waars
- Page 64 and 65: ONDERWIJS EN VORMING Figuur 6a. 100
- Page 66 and 67: ONDERWIJS EN VORMING In de LLL2010
- Page 68 and 69: ONDERWIJS EN VORMING De globale tev
- Page 70 and 71: ONDERWIJS EN VORMING opgemaakt, kor
- Page 72 and 73: ONDERWIJS EN VORMING bijscholing kr
- Page 74 and 75: ONDERWIJS EN VORMING Figuur 13. De
- Page 76 and 77: ONDERWIJS EN VORMING Vlaanderen ook
- Page 78 and 79: ONDERWIJS EN VORMING De derde secti
- Page 80: ONDERWIJS EN VORMING Holford, J., R
- Page 83 and 84: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 85 and 86: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 i
- Page 87 and 88: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 a
- Page 89 and 90: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 1
- Page 91 and 92: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 V
- Page 93 and 94: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 h
- Page 95 and 96: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 D
- Page 97 and 98: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 I
- Page 99 and 100: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 r
- Page 101 and 102: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 103: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 a
- Page 107 and 108: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 5
- Page 109 and 110: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 e
- Page 111 and 112: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 F
- Page 113 and 114: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 115 and 116: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 w
- Page 117 and 118: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 v
- Page 119 and 120: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 w
- Page 121 and 122: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 b
- Page 123 and 124: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 I
- Page 125 and 126: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 T
- Page 127 and 128: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 o
- Page 129 and 130: SOCIALE STAAT VAN VLAANDEREN 2011 E
- Page 132 and 133: Inkomen en armoede in Vlaanderen en
- Page 134 and 135: INKOMEN EN ARMOEDE the whole popula
- Page 136 and 137: INKOMEN EN ARMOEDE (Cantillon e.a.,
- Page 138 and 139: INKOMEN EN ARMOEDE Wij meten de mat
- Page 140 and 141: INKOMEN EN ARMOEDE Een volgende ind
- Page 142 and 143: INKOMEN EN ARMOEDE 2.3.2. Omvang va
- Page 144 and 145: INKOMEN EN ARMOEDE jongeren. Voor b
- Page 146 and 147: INKOMEN EN ARMOEDE in het land waar
- Page 148 and 149: INKOMEN EN ARMOEDE 2.4. Tussentijds
- Page 150 and 151: INKOMEN EN ARMOEDE Figuur 14. Armoe
- Page 152 and 153: in % INKOMEN EN ARMOEDE Figuur 17.
WERK<br />
Tot slot wordt een cluster getypeerd als ‘veel flexibiliteit, operationeel georiënteerd’. <strong>De</strong>ze<br />
organisaties stemmen flexibiliteitsinstrumenten af op de productie-eisen of -wensen, en maken<br />
veel gebruik <strong>van</strong> onregelmatige uren, deeltijdar<strong>be</strong>id, tijdelijke contracten en autonome teams<br />
(eveneens 24% <strong>van</strong> de <strong>be</strong>drijven in Europa, en maar liefst 30% in België). Grote <strong>be</strong>drijven uit<br />
de publieke sector kunnen hier naar voren geschoven worden als voor<strong>be</strong>eldorganisaties.<br />
In ta<strong>be</strong>l 5 is aangegeven in welke landen de profielen het meest frequent voorkomen.<br />
Ta<strong>be</strong>l 5.<br />
Geografische spreiding <strong>van</strong> het voorkomen <strong>van</strong> de flexibiliteitsprofielen die onderscheiden werden<br />
aan de hand <strong>van</strong> de European Company Survey, 2009<br />
Type<br />
Lage flexibiliteit<br />
Beperkte flexibiliteit, lange productietijd<br />
Beperkte flexibiliteit, uitzendar<strong>be</strong>id<br />
Veel flexibiliteit, HR georiënteerd<br />
Veel flexibiliteit, operationeel georiënteerd<br />
Bron: Eurofound, 2010c.<br />
Landen waar het profiel het meest voorkomt<br />
Vooral in het zuidoosten <strong>van</strong> Europa en op het I<strong>be</strong>rische<br />
schiereiland: Hongarije, Roemenië, Estland, Litouwen,<br />
Portugal, Slovakije, Griekenland, Spanje, Polen, Oostenrijk<br />
Het meest voorkomend in het oosten <strong>van</strong> Europa: Turkije,<br />
Cyprus, Malta, Bulgarije, Letland, Macedonië, Kroatië,<br />
Luxemburg, Ierland<br />
Komt het meest voor in centraal-Europese landen, maar<br />
vooral in het zuiden: Slovenië, Italië, Frankrijk<br />
Het meest in het noorden <strong>van</strong> Europa: Finland, <strong>De</strong>nemarken,<br />
Tsjechië<br />
In centraal-Europese landen uit het noorden: Nederland,<br />
Duitsland, Zweden, Verenigd Koninkrijk, België<br />
<strong>De</strong> clustering <strong>van</strong> landen op basis <strong>van</strong> het prevalente profiel in de lokale <strong>be</strong>drijven illustreert dat<br />
de gekozen referentielanden niet de meest interessante landen zijn om <strong>Vlaanderen</strong> mee te<br />
vergelijken op het vlak <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> flexibiliteitsinstrumenten. In de cluster <strong>van</strong> België<br />
vinden we immers zowel Duitsland, Nederland, <strong>De</strong>nemarken en het Verenigd Koninkrijk terug.<br />
<strong>De</strong>ze landen <strong>be</strong>horen allen tot het gebied waar flexibiliteit relatief veel gebruikt wordt, in<br />
hoofdzaak met het objectief om operationele doelstellingen te <strong>be</strong>reiken. <strong>De</strong> organisaties in deze<br />
landen heb<strong>be</strong>n, althans <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> ar<strong>be</strong>idsorganisaties, een gelijkaardige invulling<br />
<strong>van</strong> flexizekerheid. Vermoedelijk speelt het nabuurschap een rol hierbij. Vaak worden<br />
ar<strong>be</strong>idsmarktrecepten <strong>van</strong> buurlanden als inspiratiebron gebruikt bij het vormgeven <strong>van</strong> een<br />
eigen ar<strong>be</strong>idsmarkt. Een mooi voor<strong>be</strong>eld hier<strong>van</strong> is de in België gehanteerde loonnorm, waarbij<br />
de verwachte loonevolutie in drie buurlanden de referentie is bij het vastleggen <strong>van</strong> de<br />
loonevolutie in de eigen economie.<br />
4.2. Werkgevers krijgen veel flexibiliteit<br />
Een gelijkaardige typering <strong>van</strong> het flexibiliteitsgebruik in Europa werd uitgevoerd op basis <strong>van</strong><br />
de European Survey on Working Time, data die eveneens verzameld werden op organisatieniveau<br />
(Eurofound, 2007). Hier heb<strong>be</strong>n de indicatoren <strong>be</strong>trekking op het gebruik <strong>van</strong> deeltijdar<strong>be</strong>id,<br />
werken op onregelmatige tijdstippen, flexi<strong>be</strong>le werktijden, overuren, loopbaanonderbreking,<br />
vervroegd pensioen, flexi<strong>be</strong>le contracten, en niet nader <strong>be</strong>paalde maatregelen om werk<br />
en privé <strong>be</strong>ter op elkaar af te stemmen.<br />
103