13.01.2015 Views

#2 | jaargang 3 | oktober 2007 - IJsselland Ziekenhuis

#2 | jaargang 3 | oktober 2007 - IJsselland Ziekenhuis

#2 | jaargang 3 | oktober 2007 - IJsselland Ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>#2</strong> | <strong>jaargang</strong> 3 | <strong>oktober</strong> <strong>2007</strong><br />

Informatiemagazine voor (AHOY) huisartsen en specialisten van het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

Wetenschappelijke onderzoeken p 3<br />

IKR-project “Chirurgie Rectumcarcinoom” p 4<br />

Spataderen minimaal invasief p 5<br />

Weldoorvoed sneller naar huis p 6<br />

POB-poli p 7<br />

Nieuwe Raad van Bestuur p 8<br />

Huisartsenpraktijk FASCINATIO p 10<br />

Nieuwe chirurg p 11<br />

Team Patiëntenparticipatie p 12<br />

Medicatieveiligheid - risicoreductie p 14<br />

Kwaliteit van zorg: NIAZ en Sneller Beter p 16<br />

Postoperatieve pijnbestrijding p 17<br />

Hartfalen of Dyspnoe poli p 18<br />

NovaSure bij hevige menstruatieklachten p 19<br />

Baby Friendly Hospital Initiative p 20<br />

Huidige diabeteszorg de kwaliteit van leven p 22<br />

Huisarts kan rechtstreeks MRI aanvragen p 23<br />

Wetenschappelijke bijeenkomst p 24


Voorwoord<br />

Beste lezers,<br />

Voor u ligt weer een nieuwe arts@ysl. In het voorwoord<br />

leest u meestal wat u in deze editie kunt<br />

verwachten. Maar een korte terugblik op de afgelopen<br />

periode is soms ook op zijn plaats.<br />

De redactie kijkt terug op een zeer geslaagd feest voor<br />

huisartsen en specialisten, dat op 27 juni plaatsvond.<br />

Het weer was bij restaurant De Watergeus in Noorden<br />

niet heel overtuigend maar dat bleek niemand tegen te<br />

houden om in de boot te stappen. Aansluitend hebben<br />

we genoten van het vorkjesmenu en was er voldoende<br />

gelegenheid om de contacten wederzijds weer aan te<br />

halen. De foto’s geven een indruk van het feest.<br />

Inmiddels is er een voorlopige datum voor het feest van<br />

2008 vastgesteld, namelijk woensdag 25 juni 2008.<br />

T.z.t. volgt uiteraard een uitnodiging.<br />

In deze editie van arts@ysl stellen de huisartsen, die<br />

zich onlangs gevestigd hebben in Fascinatio, zich aan u<br />

voor. Ook de nieuwe raad van bestuur van het <strong>IJsselland</strong><br />

<strong>Ziekenhuis</strong> stelt zich voor. Uiteraard komen ook<br />

verschillende zorginhoudelijke onderwerpen aan de orde<br />

zoals de nieuwe hartfalen/dyspnoe-polikliniek, minimaal<br />

invasieve spatader behandeling en het voedingsbeleid.<br />

Mocht u zelf iets willen publiceren, dan kunt u dit<br />

mailen naar arts@ysl.nl. De redactie houdt zich van<br />

harte aanbevolen! n<br />

Wilma Bokhoven<br />

directiesecretaris


Wetenschappelijke onderzoeken<br />

in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

Regelmatig worden bij de Raad van Bestuur van het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

wetenschappelijke onderzoeken ter beoordeling ingediend.<br />

<strong>#2</strong><br />

De Raad van Bestuur vraagt advies aan een interne<br />

locale commissie. Deze commissie beperkt zich<br />

tot het geven van advies ten aanzien van aspecten die<br />

verband houden met de locale uitvoerheid, zoals deskundigheid<br />

en bekwaamheid van de uitvoerder van het<br />

onderzoek en ondersteunend personeel. Daarnaast wordt<br />

bekeken of ons ziekenhuis is berekend op een gedegen<br />

uitvoering van het onderzoek. Voorwaarde is dat er<br />

goede Nederlandse patiënteninformatie beschikbaar<br />

is. De Raad van Bestuur geeft een verklaring af of een<br />

studie locaal uitvoerbaar is of niet. Een erkende METC<br />

beoordeelt de wetenschappelijke en medisch-ethische<br />

aspecten van het protocol. n<br />

Recente onderzoeken die zijn goedgekeurd:<br />

Cardiologie<br />

Dionysos Studie, “Randomized double blind trial<br />

to evaluate the efficacy and safety of dronedarone<br />

(400 mg BID) versus amiodarone (600 mg daily for<br />

28 days, then 200 mg daily thereafter) for at least<br />

6 months for the maintenance of sinus rhythm in<br />

patients with atrial fibrillation (AF)”<br />

Uitgevoerd door dr. B.J. van den Berg, cardioloog.<br />

Ribomant/Eternal Studie, “A European randomized,<br />

parallel group, two arm placebo- controlled, doubleblind<br />

multicenter of Rimonabant 20 mg once daily<br />

in the treatment of abdominally obese patients with<br />

dyslipidemia with or without other comorbidities”<br />

Uitgevoerd door dr. B.J. van den Berg, cardioloog.<br />

Interne Geneeskunde<br />

Merck Studie, MK-0524A Studie, “A worldwide,<br />

double –blind, randomized, placebo-controlled study<br />

of MK-0524A 2 g Coadministered with Intensive<br />

LDL-C Lowering Therapy Compared to Intensive LDL-C<br />

lowering Therapy on Carotid Artery Intima-Media<br />

Thickness (clMT) in patient with Heterozygous Familial<br />

Hypercholesterolemia (HeFH)”<br />

Uitgevoerd door dr. R. Reuters, internist<br />

BACH Studie, “Randomized phase II multinational<br />

trial to evaluate the safety of two chemotherapy<br />

plus trastuzumab regimens as adjuvant therapy in<br />

patient with HER-2 positive breast cancer: Caelyx<br />

en Cyclophosphamide en Trastuzumab (C+C+H) or<br />

Doxorubicin en Cyclophosphamide (A+C), each followed<br />

by Placitaxel en Trastuzumab (T+H)”<br />

Uitgevoerd door dr. D.F.S. Kehrer, internist.<br />

Cairo 3 Studie “Maintenance treatment with capecitabine,<br />

oxaliplatin, and bevacizumab as first-line treatment<br />

in patients with advanced colorectal carcinoma, a<br />

randomized phase III study (CAIRO 3 study) ”<br />

Uitgevoerd door dr. D.F.S. Kehrer, internist.


Kwaliteitsbijeenkomst IKR-project<br />

“Chirurgie Rectumcarcinoom”<br />

in <strong>IJsselland</strong> ziekenhuis<br />

Het IKR-netwerk Chirurgen is gestart met het project Chirurgie Rectumcarcinoom: R1-resectie<br />

en naadlekkage. Dit project biedt meer inzicht in de kwaliteit van de rectumchirurgie in de regio.<br />

Daarbij wordt de frequentie, het beloop en de risicofactoren van naadlekkages en R1-resecties<br />

(resecties waarbij tumorweefsel achterblijft of met een krappe marge) onderzocht.<br />

Alle ziekenhuizen binnen de regio voeren<br />

rectumchirurgie uit. Per jaar gaat het om zo’n<br />

300 operaties. Vermoedelijk gaat dit jaarlijks gepaard<br />

met ongeveer vijftien naadlekkages en een dertigtal<br />

R1-resecties.<br />

Meer inzicht in de oorzaken hiervan kan tot een<br />

kwaliteitsverbetering leiden.<br />

overleving) en informatie over de resectiemarge en de<br />

eventuele naadlekkage.<br />

Het tweede projectdeel houdt in dat een commissie,<br />

bestaande uit netwerkleden, de ziekenhuizen in de regio<br />

bezoekt en tijdens deze bijeenkomsten de verzamelde<br />

informatie bespreekt.<br />

Het uiteindelijke doel is factoren te identificeren die<br />

het meeste voorkomen in de regio en wellicht tot een<br />

regionale verbeteraanpak te komen.<br />

dr. Geert Tetteroo<br />

Het project<br />

Het project Chirurgie Rectumcarcinoom bestaat uit een<br />

eerste – retrospectief - deel en een tweede gedeelte, te<br />

weten de kwaliteitsbijeenkomsten.<br />

In het eerste projectdeel verzamelt IKR-kankerregistratie<br />

aanvullende gegevens van patiënten, bij wie in de periode<br />

2001-2005 een rectumcarcinoom is vastgesteld. Deze<br />

gegevens betreffen het klinische beloop (lokaal recidief,<br />

Kwaliteitsbijeenkomst in <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

De tweede kwaliteitsbijeenkomst vond op 18 juli plaats.<br />

Aangezien dr. Geert Tetteroo chirurg in het <strong>IJsselland</strong><br />

ziekenhuis en tevens lid van de kwaliteitscommissie van<br />

het IKR is, was de stap snel gezet om de kwaliteitbijeenkomst<br />

in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> te houden.<br />

Tijdens de kwaliteitsbijeenkomst heerste er een open<br />

en gemoedelijke sfeer en ervaringen betreffende de<br />

rectumchirurgie werden over en weer uitgewisseld.<br />

Dr. Tetteroo zegt naar aanleiding van de bijeenkomst het<br />

volgende:<br />

“Er zijn helaas R1-resecties, maar daarvan overleven<br />

enkele patiënten toch voor langere tijd zonder aantoonbare<br />

ziekte”.<br />

Na de kwaliteitsbijeenkomst gaat het IKR, onder leiding<br />

van de kwaliteitscommissie, de verzamelde informatie<br />

aan de hand van de zogenaamde PRISMA-methode<br />

structureren en analyseren. PRISMA biedt namelijk een


<strong>#2</strong><br />

volledige methode voor het rapporteren, analyseren en<br />

evalueren van (bijna)incidenten met als uiteindelijke<br />

doel verbetermaatregelen op te stellen.<br />

Uiteindelijk bundelt het IKR de resultaten uit de regio<br />

en besluit het netwerk chirurgen welke acties hieraan<br />

verbonden worden. n<br />

Meer informatie: G. Tetteroo, Chirurg <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> en I. Joung,<br />

hoofd Regionale Samenwerking Oncologie, IKR<br />

PRISMA staat voor Prevention and Recovery<br />

Information System for Monitoring and Analysis. Deze<br />

methode is ontwikkeld door dhr. Van der Schaaf van de<br />

Technische Universiteit Eindhoven en is oorspronkelijk<br />

ontwikkeld voor het menselijk falen in de chemische<br />

procesindustrie, maar wordt momenteel ook toegepast<br />

binnen de gezondheidszorg.<br />

Spataderen minimaal invasief<br />

Vanaf augustus <strong>2007</strong> is het mogelijk stamvarices (vena saphena magna) in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

minimaal invasief te laten behandelen. Deze methode vindt plaats onder lokale anesthesie, de patiënt kan na<br />

een kopje koffie en controle van het steekgat weer snel naar huis.<br />

Steeds vaker worden patiënten met spataderen op<br />

zogenaamde endoveneuze wijze behandeld. Hiervoor<br />

zijn momenteel een drietal behandelingen mogelijk.<br />

Zo is er de foam-therapie (inspuiten van schuim),<br />

de laser-behandeling en sinds kort de radio-frequente<br />

ablatie (VNUS).<br />

In het <strong>IJsselland</strong> is ervaring opgedaan met de verschillende<br />

vormen van endoveneuze therapie en vervolgens<br />

gekozen voor de VNUS. Deze behandeling is mogelijk bij<br />

patiënten die nog niet eerder zijn geopereerd aan een<br />

insufficiënte vena saphena magna (VSM). Ook uitgebreide<br />

sclero-compressie therapie in de voorgeschiedenis<br />

is een contra-indicatie.<br />

Het grootste voordeel van de behandeling is dat er,<br />

in tegenstelling tot de operatieve behandeling, geen<br />

sneden gemaakt hoeven te worden. Het risico op<br />

nabloedingen, wondinfecties en beschadiging van<br />

zenuwen is daardoor veel kleiner. Wel kunnen er nog<br />

blauwe plekken ontstaan na de behandeling, maar dat is<br />

minder dan na het strippen van de VSM.<br />

De radiofrequente ablatie (VNUS) is een veilige behandeling,<br />

die in de VS is goedgekeurd (‘FDA-approved’) en<br />

al jaren op grote schaal wordt toegepast. Wij denken dat<br />

we hiermee een behandeling bieden die veiliger is dan<br />

de andere endoveneuze methoden.<br />

Alle patiënten die in aanmerking komen voor een dergelijke<br />

behandeling worden tevoren onderzocht met<br />

een echo-doppler (duplex) apparaat, om te beoordelen<br />

of de endoveneuze behandeling mogelijk is. Patiënten<br />

krijgen vervolgens voorlichting en kunnen zelf beslissen<br />

welke behandeling zij willen. De behandelingen worden<br />

uitgevoerd door een van de vaatchirurgen of door een<br />

arts-assistent in opleiding tot chirurg onder begeleiding<br />

van een vaatchirurg.<br />

Narcose en een ruggenprik zijn niet nodig, de behandeling<br />

wordt met plaatselijke verdoving uitgevoerd.<br />

Via de polikliniek chirurgie kan een afspraak worden<br />

gemaakt om te beoordelen of patiënten in aanmerking<br />

komen voor deze behandeling, telefoonnummer<br />

(010) 258 5910 of 258 5911. n<br />

dr. Richard Groenendijk<br />

maatschap chirurgie


Weldoorvoed sneller naar huis<br />

Zorgen voor goede en adequate voeding van patiënten in het ziekenhuis lijkt een logische zaak.<br />

In het verleden heeft men zich echter niet voldoende afgevraagd of met de verstrekte voeding<br />

wel het bedoelde effect werd bereikt: namelijk de patiënt in voldoende hoeveelheden voeden.<br />

Het is bekend dat ondervoeding slecht is voor de mens,<br />

laat staan als deze mens patiënt wordt en dus een<br />

veel grotere behoefte aan calorieën heeft dan de gezonde<br />

mens. Daarnaast is de inname van voeding van patiënten<br />

vaak slecht, en heeft de voeding in een ziekenhuis soms te<br />

weinig calorieën.<br />

In 2004 en 2005 werd ook in ons ziekenhuis een screening<br />

gedaan naar ondervoeding. Het bleek dat 30 tot 40% van<br />

de patiënten ondervoed was!<br />

Tevens werd duidelijk dat ondervoeding door zowel artsen<br />

als verpleegkundigen slecht werd onderkend.<br />

en door zoiets simpels als onvoldoende hulp of stimulans<br />

bij/door de maaltijd.<br />

Het effect van ondervoeding moet niet onderschat worden.<br />

Er ontstaat onwelbevinden, er is een afname van het<br />

immuunsysteem en een significante toename van complicaties<br />

zoals decubitus, wondinfecties en zelfs naadlekkages<br />

bij ingrepen aan de tractus digestivus. Het resultaat is een<br />

toename van het gebruik van antibiotica en wondbedekkingsmaterialen,<br />

en een toename van het aantal ligdagen.<br />

Ook de kosten kunnen dus schrikbarend toenemen.<br />

“Wie beter eet, wordt sneller beter.”<br />

In 2002 is de commissie Voeding geïnstalleerd, die uiteindelijk<br />

in mei 2006 een volledig vernieuwd voedingsbeleid<br />

“Wie beter eet, wordt sneller beter” presenteerde.<br />

Vervolgens werd implementatie van dit beleid verwezenlijkt<br />

op de afdelingen A2 (Longziekten), B2 (Chirurgie)<br />

en B3 (Interne Geneeskunde). Dit proces wordt begeleid<br />

door de projectgroep ondervoeding.<br />

Ondervoeding wordt gedefinieerd als een gewichtsafname<br />

van meer dan 10% in 6 maanden of meer dan 5% in de<br />

laatste maand, of als een Body Mass Index (BMI) van<br />

minder dan 18,5. Ondervoeding ontstaat zoals gezegd<br />

bij een slechte inname als gevolg van nuchter zijn voor<br />

diagnostische of therapeutische ingrepen, slik-of passageproblemen<br />

en/ of pijn. Verder kan ondervoeding ontstaan<br />

door cachexie ten gevolge van het onderliggende lijden,<br />

een abnormaal verlies van calorieën (bijvoorbeeld fistels)<br />

1. Bewustwording<br />

Ten eerste is aandacht besteed aan de bewustwording<br />

onder artsen en verpleegkundigen om de voedingstoestand<br />

van de patiënt beter te beoordelen. Ondervoeding<br />

herkennen houdt in: screenen. Met behulp<br />

van een eenvoudige screeningstabel (SNAQ) wordt bij<br />

opname een indruk van de voedingstoestand verkregen.<br />

Aan de uitkomst daarvan worden vervolgacties verbonden<br />

zoals het aanbieden van bijvoeding en/of het<br />

inschakelen van de afdeling diëtetiek voor de meer<br />

ernstige problematiek. Tijdens het verblijf wordt de<br />

patiënt 2 maal per week gewogen om de effecten van<br />

het voedingsbeleid te controleren en om eventuele<br />

aanpassingen in dit beleid door te voeren.


<strong>#2</strong><br />

2. Aanpassen aanbod van voeding<br />

Ten tweede is het aanbod van voedsel aangepast. Sinds<br />

kort zijn er kleine snacks (zowel warm als koud) op de<br />

afdeling beschikbaar om de patiënt ook tussendoor<br />

iets calorierijks aan te bieden. Om de patiënten te<br />

stimuleren, wordt veel gedaan aan de presentatie van de<br />

maaltijden.<br />

Binnenkort wordt een buffetwagen in gebruik genomen<br />

om de maaltijden op de afdeling samen te kunnen stellen.<br />

Patiënten kunnen zo kiezen waar zij op dat moment<br />

trek in hebben. Binnenkort sluit de presentatie van de<br />

warme maaltijd ook beter aan bij de levenswijze van de<br />

patiënten doordat deze ‘s avonds wordt gepresenteerd.<br />

Ook het keuzemoment ligt dichter bij het daadwerkelijke<br />

tijdstip van de maaltijd. Verder wordt meer calorierijke<br />

voeding in het aanbod opgenomen (bijvoorbeeld ‘volle’<br />

in plaats van ‘halfvolle’ producten!).<br />

3. Aanpassen eetomstandigheden<br />

Als laatste wordt veel gedaan aan de omstandigheden<br />

waaronder gegeten wordt. Aan tafel, met voldoende<br />

hulp heeft daarbij de voorkeur. Eerste vereiste is de aanwezigheid<br />

van voldoende personeel. Voedingsassistenten<br />

moeten extra geschoold worden. Aandacht wordt<br />

besteed aan het feit of datgene wat aangeboden wordt<br />

ook daadwerkelijk wordt opgegeten. Bij een analyse van<br />

de Facilitaire dienst bleek dat in het verleden 30% (!)<br />

van het aangeboden voedsel<br />

weer terug kwam in de<br />

keuken.<br />

Kortom, met dit beleid hopen<br />

wij iedere patiënt zo gevoed<br />

mogelijk snel weer beter te<br />

krijgen. n<br />

POB-poli<br />

dr. Geert Tetteroo, chirurg<br />

namens de projectgroep Ondervoeding<br />

Sinds november 2006 draait de Pijn op de borst poli voor mensen met thoracale klachten bij<br />

wie op korte termijn diagnostiek gewenst is. Deze polikliniek loopt redelijk succesvol. Inmiddels<br />

hebben meer dan 500 patiënten – via de huisarts - van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.<br />

Net als bij de nieuwe hartfalen polikliniek (zie pag. 18)<br />

is de verwijzing laagdrempelig. Met de ingevulde<br />

POB-folder van de huisarts kan de patiënt zich melden<br />

bij de balie cardiologie.<br />

Hierna wordt een vast protocol van onderzoeken afgelopen,<br />

gevolgd door een uitslaggesprek en advies. Een<br />

anamnese en lichamelijk onderzoek, gevolgd door een<br />

bloedtest (inclusief Trop. I), ECG en ergometrietest<br />

maken deel uit van het diagnostisch traject.<br />

Meestal is een patiënt 2 uur in het ziekenhuis aanwezig<br />

voor de onderzoeken.<br />

Indien tijdens het onderzoek blijkt dat er sprake is van<br />

grote pathologie of acute problematiek, dan wordt<br />

meteen contact opgenomen met de verwijzend huisarts,<br />

om te overleggen over het verdere beleid (bijvoorbeeld<br />

een opname, of directe terugkomst op het spreekuur bij<br />

de huisarts)<br />

Alle patiënten krijgen na deze “one-stop-shop” een uitgebreid<br />

verslag mee voor de huisarts. De huisarts beslist<br />

of de patiënt alsnog op de polikliniek cardiologie moet<br />

terugkomen.<br />

In dat geval zal voor de patiënt een (reguliere) afspraak<br />

moeten worden gemaakt. n<br />

W.M. Muijs van de Moer, cardioloog<br />

namens de maatschap cardiologie en longziekten


Nieuwe Raad van Bestuur<br />

Sinds 16 april <strong>2007</strong> heeft het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> een nieuwe Raad van Bestuur,<br />

bestaande uit Jan Kiemel (voorzitter) en Peter Draaisma.<br />

Wie zijn zij<br />

Jan Kiemel was tot 1985 gedurende 14 jaar apotheekhoudend<br />

huisarts. Daarna was hij werkzaam als verpleeghuisarts<br />

en pakte vervolgens een managementfunctie<br />

op. Vanaf 1989 is Jan Kiemel werkzaam in<br />

bestuursfuncties in ziekenhuizen.<br />

Peter Draaisma is econoom en heeft diverse functies<br />

bekleed bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en<br />

Voedselkwaliteit (LNV). De laatste functie voor de switch<br />

naar het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> was die van directeur<br />

Dienst Regelingen. Peter Draaisma is op 1 juni in het<br />

<strong>IJsselland</strong> gestart.<br />

<strong>IJsselland</strong> is daarom ook meer organisatie rondom zorgpaden<br />

nodig.<br />

De organisatie van het ziekenhuis is met name functiegericht,<br />

een sterkere focus op de route van de patiënt is<br />

nodig.”<br />

Peter Draaisma is gestart met een prioriteitstelling binnen<br />

de ICT projecten en ondersteuning van implementatie<br />

en organisatie van PACS op de afdeling Radiologie.<br />

Links: Peter Draaisma, rechts: Jan Kiemel<br />

Kiemel en Draaisma nemen beide – vanuit hun achtergrond<br />

- een deel van de ziekenhuisafdelingen onder hun<br />

hoede. Zo heeft Jan Kiemel de dienst Zorg, de Facilitaire<br />

afdelingen en de coördinatie van de Bouw onder zich en<br />

geeft Peter Draaisma leiding aan de medisch ondersteunende<br />

afdelingen, Planning en Control en ICT-afdeling.<br />

Wat gaan zij doen<br />

De komende tijd gaan Kiemel en Draaisma aan de slag<br />

met o.a. een gedeelte nieuwbouw voor het MDL centrum<br />

en een nieuwe huisartsenpost. Hierbij is integratie met<br />

de SpoedEisende Hulp op termijn een optie. Dat samenwerking<br />

met de eerste lijn erg belangrijk is, blijkt ook uit<br />

de opzet van een 1e lijns geboortecentrum en de nieuwe<br />

buitenpoliklinieken. Vanaf voorjaar 2008 zal de buitenpolikliniek<br />

Nesselande draaien en wordt er ook gestreefd<br />

naar een buitenpoli in Krimpen a/d IJssel.<br />

Jan Kiemel gaat zich inzetten voor een diepere samenwerking<br />

met de verpleeghuizen om zo de verkeerdebed-problematiek<br />

aan te pakken. “De verpleeghuiszorg<br />

moet goed aansluiten op het ziekenhuis. Binnen het


<strong>#2</strong><br />

Een andere doelstelling is het verbouwen en verbeteren<br />

van de voorzieningen in het gebouw. Kiemel: “Over een<br />

tijd moeten de hotelfuncties op een 4 sterren niveau<br />

komen!” Dat betekent dat de facilitaire voorzieningen<br />

zoals eten, schoonmaak en aankleding worden aangepast.<br />

In het najaar start een pilot met een nieuwe ontbijtvoorziening.<br />

huisartsenpost en de buitenpoliklinieken staan in het<br />

verlengde hiervan.<br />

Kiemel en Draaisma:<br />

“Wanneer u vragen of opmerkingen heeft, laat het ons<br />

dan weten. Neem contact op met het directiesecretariaat,<br />

tel. 010 – 258 5322 of mail aan arts@ysl.nl.” n<br />

Kiemel en Draaisma stellen voor 2008 een nieuw<br />

strategisch plan op waarin de zorg voor de oudere mens<br />

nog meer wordt verankerd en waarin zorgpaden centraal<br />

staan.<br />

Samenwerking!<br />

Kiemel: “Huisartsen zijn voor het <strong>IJsselland</strong> ziekenhuis<br />

een wezenlijk belangrijke partij.” Draaisma: “Zij weten<br />

wat de vraag is en hoe deze zich ontwikkelt. We willen<br />

ons daarin meer dienstbaar opstellen.”<br />

Kiemel en Draaisma hebben de wens een periodiek overleg<br />

met de huisartsen in te stellen. De integratie met de<br />

Mutaties huisartsen<br />

De huisartsenpraktijk van dhr. Rademaker is per 1 juli<br />

<strong>2007</strong> overgenomen door<br />

Huisartsenpraktijk Hohmann & de Vet<br />

Mw. Dr. F.P. Hohmann en mw. A. de Vet<br />

Rozenburglaan 17<br />

3062 EA Rotterdam<br />

Tel. 010 – 4527792<br />

www.hohmanndevet.praktijkinfo.nl<br />

Nieuwe en vertrokken<br />

medisch specialisten:<br />

Per 1.7.07 is in dienst gekomen:<br />

P.A.R. de Rijcke, Chirurg.<br />

Per 1.9.07 is vertrokken uit het <strong>IJsselland</strong>:<br />

H.J.L. van der Heide, Orthopaed.<br />

Gezondheidscentrum Nesselande Noord:<br />

Vanaf 1 januari <strong>2007</strong> werken in de praktijk:<br />

Mw. A. Slikker<br />

Mw. I. Vermaat<br />

Per 1 november wordt M. Hofstetter de derde arts in<br />

de praktijk<br />

www.gcnesselande.nl<br />

Met ingang van 23 juli <strong>2007</strong> is Huisartsenpraktijk<br />

Fascinatio geopend in:<br />

Fascinatio Gezondheidscentrum<br />

Fascinatio Boulevard 1122<br />

2909 VA Capelle aan den IJssel<br />

De volgende huisartsen zijn hier werkzaam:<br />

Mevr. L.A. Edelman<br />

Dhr. dr. R. Mol en<br />

Mevr. L.M. de Wilde


10<br />

Huisartsenpraktijk<br />

FASCINATIO<br />

Capelle aan den IJssel is sinds enige weken een<br />

boeiend en modern gezondheidscentrum rijker.<br />

De wijk Fascinatio, waar geen winkel of eetgelegenheid<br />

aanwezig is, heeft nu gelukkig een Gezondheidscentrum<br />

Onder Een Dak (GOED). Hier is naast de drie huisartsen,<br />

die in de praktijk werkzaam zijn, ook een apotheek<br />

gevestigd. In het centrum zijn per 1 september ook een<br />

acupuncturist/manueel therapeut, een logopediste, een<br />

diëtiste, en een psychologe gestart. In hetzelfde pand<br />

zullen ook een fysiotherapeut/manueel therapeut en een<br />

tandarts zich vestigen. Het zal de inwoners van de wijk<br />

veel gemak op korte afstand bieden. Tevens hopen wij<br />

door dit initiatief meer mogelijkheden voor de wijk te<br />

creëren.<br />

De praktijk is iedere werkdag geopend. Dit heeft als<br />

voordeel, dat patiënten bij vakanties niet naar een<br />

andere huisarts op een andere locatie hoeven te reizen.<br />

Daarbij bestaat de gelegenheid om een avondspreekuur<br />

op woensdag van 17.00 tot 19.00 uur te bezoeken. Voor<br />

werkende mensen een ideale oplossing. Wanneer dit<br />

spreekuur tot succes leidt, is het de bedoeling dat er<br />

meerdere avondspreekuren zullen volgen.<br />

Patiënten kunnen tevens gebruik maken van<br />

emailcontact, dat bij alle drie de huisartsen<br />

hoog in het vaandel staat. Het scheelt veel<br />

bellen en geeft daarbij een stuk moderne<br />

service. Hierdoor zijn we praktisch het<br />

grootste deel van de dag telefonisch voor de<br />

patiënt bereikbaar.<br />

Uiteraard is er in dit gezondheidscentrum<br />

nog ruimte voor eventuele hulpverleners, die<br />

de mogelijkheid hebben om in dit nieuwe<br />

concept hun diensten aan te bieden.<br />

Wellicht in de toekomst een buitenpolikliniek<br />

van het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> n<br />

Mevr. L.A. Edelman, huisarts<br />

Dhr. Dr. R. Mol, huisarts<br />

Mevr. L.M. de Wilde, huisarts


Even voorstellen:<br />

Piet de Rijcke,<br />

chirurg<br />

Ik ben Piet de Rijcke en sinds 1 juli één van de chirurgen<br />

in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>.<br />

Mijn jeugd bracht ik door in het Zeeuwsche Axel.<br />

Na de middelbare school aldaar ben ik naar Limburg<br />

gegaan om geneeskunde te studeren in Maastricht. Na<br />

mijn artsexamen heb ik een baan als assistent chirurgie<br />

gevonden in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>! Hier heb ik in<br />

1998 met veel plezier gewerkt.<br />

In 2001 ben ik gestart met de opleiding heelkunde. Deze<br />

werd gevolgd in het Sint Franciscus Gasthuis en het<br />

Erasmus Medisch Centrum. Na de opleiding ben ik als<br />

chirurg in vervolgopleiding (CHIVO) aan de slag gegaan<br />

in het Atrium Medisch Centrum Parkstad te Heerlen om<br />

me te bekwamen in de longchirurgie.<br />

tijd rijden we graag op de motor en als het even kan,<br />

probeer ik het basgitaarspel op peil te houden. Ik heb<br />

drie kinderen: Denise, Kiki en Joost.<br />

Ik verwacht wederom een productieve en vooral leuke<br />

tijd in het ziekenhuis en zie er naar uit om samen een<br />

veelbelovende toekomst tegemoet te gaan. n<br />

Piet de Rijcke<br />

chirurg<br />

Om de cirkel weer rond te maken ben ik nu per 1 juli<br />

weer werkzaam in het <strong>IJsselland</strong>. Mijn aandachtsgebieden<br />

zijn de traumatologie en de longchirurgie.<br />

Samen met mijn vriendin Sanne hoop ik binnenkort<br />

een leuke stek te vinden in de omgeving. In onze vrije


12<br />

Team Patiëntenparticipatie kreeg<br />

complimenten van Sneller Beter<br />

Team Patiëntenparticipatie heeft als opdracht<br />

ervaring op te doen met verschillende methoden<br />

om van patiënten te horen hoe zij de zorg in het<br />

<strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> ervaren. De afgelopen anderhalf<br />

jaar is daarom ervaring opgedaan met:<br />

2. Spiegelgesprek:<br />

Dit is een open groepsgesprek met 10 tot 12 patiënten,<br />

waarbij hulpverleners aanwezig zijn die de ervaringen<br />

van de patiënt rechtstreeks horen zonder zich overigens<br />

met het gesprek te mogen bemoeien.<br />

1. Schaduwen (‘shadowing’):<br />

Meelopen met de patiënt om te zien waar hij ‘op zijn<br />

weg door het ziekenhuis’ allemaal tegen aan loopt.<br />

Wij zijn met tien heup- of kniepatiënten meegelopen<br />

tijdens het ‘rondje ziekenhuis’ voorafgaand aan hun<br />

opname. We ontdekten dat er teveel ‘loopinstructies’<br />

tegelijk werden gegeven, de vragenlijst anesthesie<br />

onhandig was in te vullen, patiënten voor dichte<br />

loketten kwamen te staan.<br />

Wij hebben een groepsgesprek met 11 SEH patiënten<br />

georganiseerd. We hoorden van patiënten dat stoelen<br />

in de wachtkamer absoluut los moeten staan! Als je<br />

buurman op zijn stoel wiebelt, is het niet fijn dat jij -met<br />

gebroken schouder of misselijk- ongewenst mee wiebelt.<br />

We hoorden ook dat mensen het vervelend vinden lang<br />

te moeten wachten, maar voorál… dat zij tijdens het<br />

wachten het idee hebben ‘te worden vergeten’.<br />

3. Focusgespek;<br />

Dit is een gestructureerd groepsgesprek waarbij het<br />

gesprek met de groep patiënten zich focust op vooraf<br />

bepaalde gespreksthema’s.<br />

Wij hebben twee groepsgesprekken met totaal<br />

16 diabetespatiënten georganiseerd. Deze gesprekken<br />

richten zich op het probleem van de therapie(on)trouw.<br />

We hoorden o.a. dat patiënten de informatie over


13<br />

<strong>#2</strong><br />

5. Elektronische Feedback:<br />

Vragenlijst aanbieden via internet, om de ervaring van<br />

patiënten met onze zorgverlening te horen.<br />

diabetes en leefregels te weinig praktisch vinden en dat<br />

men graag meer ervaringen met andere patiënten wil<br />

uitwisselen.<br />

We hebben een jaar lang elektronisch geënquêteerd op<br />

de poliklieken.<br />

10.630 mensen werden benaderd om een enquête<br />

4. Instant Feedback:<br />

Kort interview om een indruk te krijgen van wat<br />

patiënten (niet) waarderen in ons ziekenhuis.<br />

We interviewden 100 patiënten en bezoekers in de<br />

centrale hal en stelden ze twee korte vragen:<br />

Waar bent u enthousiast over en Wat zou u<br />

veranderen als u hier de baas was <br />

in te vullen, 4440 patiënten deden dat. 18% van de<br />

deelnemers bleek 70+. Patiënten gaven ons gemiddeld<br />

een 8.1 voor vriendelijkheid van het personeel, een<br />

7.7 voor de verstrekte informatie en een 8.2 voor het<br />

gesprek met de arts. n<br />

In maart heeft het team een workshop verzorgd op een<br />

landelijke Sneller Beter conferentie.<br />

De enthousiasme -top 2: De vriendelijkheid van ons<br />

personeel en de sfeer en kleinschaligheid van ons<br />

ziekenhuis.<br />

De verbeter -top 2: Parkeerprobleem en de wachttijden<br />

op de poliklinieken.<br />

Adri Wander, Afdelingshoofd B3, en Karin Dekker,<br />

Patiëntenvoorlichting<br />

namens Team Patiëntenparticipatie<br />

3 en 4 april 2008<br />

<strong>IJsselland</strong> Duodagen<br />

Geaccrediteerde scholingsdagen voor huisartsen en praktijkondersteuners !


14<br />

Projectgroep<br />

medicatieveiligheid -<br />

risicoreductie (Sneller Beter)<br />

Sinds kort is het mogelijk om vanuit het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> “thuismedicatie bij<br />

opname” elektronisch (via OZIS, internet) op te vragen bij de openbare apotheek in de<br />

regio’s Rotterdam-Alexander en Capelle aan den IJssel. Indien geen OZIS mogelijk is,<br />

wordt de informatie alsnog per fax opgevraagd.<br />

De openbare apotheek verstrekt een medicatieoverzicht<br />

waarin zo veel mogelijk de actuele medicatie<br />

van de patiënt is opgenomen. Dit overzicht bevat een<br />

opgave van de dagelijkse (continue) medicatie maar<br />

ook de “zo-nodig” medicatie en tijdelijke medicatie. Bij<br />

opname in het ziekenhuis wordt aan de hand van deze<br />

lijst bij de patiënt nagevraagd welke medicatie daadwerkelijk<br />

wordt gebruikt.<br />

Met deze opgaven wordt in het ziekenhuis vastgesteld<br />

wat de medicatie tijdens de opname wordt.<br />

In de opnamebrochure wordt de patiënt erop gewezen


15<br />

<strong>#2</strong><br />

De apotheken hebben toegezegd dat zij de patiënt een<br />

overzicht van de medicatiestatus meegeven. Indien de<br />

patiënt dit overzicht naar de polikliniek of bij opname<br />

meeneemt, kan de behandelend specialist op het overzicht<br />

de wijzigingen aanbrengen. Deze informatie<br />

kan daarna in de apotheek worden verwerkt om de<br />

medicatiestatus te actualiseren.<br />

dat hij zelf kan aangeven als er geen informatie bij de<br />

apotheek mag worden opgevraagd.<br />

Apotheker is mede afhankelijk van aanlevering<br />

informatie door huisarts en specialist<br />

Om tot een zo betrouwbaar mogelijk overzicht te<br />

komen, hebben de betrokken openbare apothekers<br />

toegezegd hun “medicatiestatus” zo goed mogelijk te<br />

onderhouden. Dit kan echter alleen met medewerking<br />

van alle voorschrijvende huisartsen en specialisten:<br />

• In de situaties dat (Medicom)huisartsen samenwerken<br />

met de (Pharmacom) apotheken, worden<br />

wijzigingen in principe direct doorgevoerd in de<br />

gezamenlijke medicatiestatus.<br />

In de situatie dat huisartsen werken met een<br />

ander HIS dan Medicom, is een medicatiestatus<br />

in de apotheek alleen actueel te houden als de<br />

huisarts(praktijk) alle wijzigingen aan de apotheek<br />

doorgeeft. Dit kan eventueel ook met een receptbriefje.<br />

Om opnamemedicatie aan te vragen bij andere<br />

apotheken buiten de genoemde regio moet worden aangesloten<br />

bij het regio-Rijnmond traject SOZIR. Hierop<br />

worden te zijner tijd alle ziekenhuizen en apotheken in<br />

de regio Rijnmond aangesloten.<br />

Zodra ziekenhuizen binnen de SOZIR gaan communiceren<br />

met de Rijnmond openbare apotheken, zal ook onze<br />

regio bij deze ontwikkeling aansluiten.<br />

Momenteel is alleen uitwisseling mogelijk rond thuismedicatie<br />

voorafgaand aan de ziekenhuisopname.<br />

Binnen het project “Trumed” wordt gewerkt aan een test<br />

om ook ontslagmedicatie, dus thuismedicatie na ontslag<br />

uit het ziekenhuis, elektronisch te verzenden.<br />

Daarnaast wordt het op termijn mogelijk om medicatieoverzichten<br />

op te vragen en uit te wisselen t.b.v. poliklinisch<br />

voorschrijven. n<br />

Deze informatie is opgesteld door de projectgroep<br />

“medicatieveiligheid risicoreductie” (Sneller Beter<br />

Traject <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>) in samenwerking met<br />

het Trumed Projectgroep (<strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> met<br />

Apotheek Zevenkamp en HI-systems) de elektronische<br />

communicatie implementeren.<br />

• Bij wijziging in de medicatie of het medicatieadvies<br />

door de voorschrijvende specialist, is de apotheek<br />

volledig afhankelijk van de informatie die hij krijgt.<br />

In de meest wenselijke situatie vermeldt de specialist<br />

op het recept niet alleen de nieuwe, benodigde<br />

medicatie, maar ook de volledige voorgeschreven<br />

medicatie en, indien van toepassing, de gestopte<br />

medicatie.<br />

Wanneer u vragen over dit project heeft, kunt u contact opnemen met<br />

Peter van der Zee, ziekenhuisapotheker, email: pvdzee@ysl.nl of met<br />

Kees-Jan Korving, huisarts, email: kkorving@planet.nl


16<br />

Kwaliteit van zorg:<br />

NIAZ en Sneller Beter<br />

Het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> is een Sneller Beter-ziekenhuis: ons ziekenhuis behoorde tot de<br />

tweede groep van acht geselecteerde ziekenhuizen, die aan dit landelijke traject meedoen.<br />

Daarnaast heeft het <strong>IJsselland</strong> in juni <strong>2007</strong> het NIAZ certificaat ontvangen.<br />

Sneller Beter<br />

Het programma Sneller Beter is in 2003 gestart om<br />

een verbetering van de transparantie, doelmatigheid<br />

en kwaliteit in de curatieve zorg te stimuleren. De doelstellingen<br />

liggen vooral op het terrein van de logistiek<br />

(bijv. de toegangstijden voor de polikliniek verminderen<br />

tot minder dan een week) en veiligheid (bijvoorbeeld<br />

de vermindering van het aantal medicatiefouten of de<br />

vermindering van decubitus bij klinische patiënten).<br />

Het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> participeert sinds het najaar<br />

van 2004 en sinds die tijd zijn een groot aantal projecten<br />

opgepakt en is er veel bereikt. In de meeste edities<br />

van arts@ysl hebt u hierover wel iets kunnen lezen. Zo<br />

wordt bijvoorbeeld in deze editie aandacht besteed aan<br />

v.l.n.r.: drs. P.H. Draaisma (raad van bestuur), dr R.P.R. Groenendijk<br />

(voorzitter medische staf), J.C.G.D. Kiemel (raad van bestuur) en<br />

mw. drs. H.W.M. Beaard (directeur NIAZ)<br />

het ondervoedingproject SNAQ (Wel doorvoed, sneller<br />

naar huis), project medicatie veiligheid, Patiëntenparticipatie.<br />

Participatie in het landelijke project is slechts twee jaar<br />

mogelijk. In de komende maanden zal de deelname van<br />

het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> daarom eindigen. Dit betekent<br />

echter niet dat de projecten niet zullen doorgaan. De<br />

huidige interne Stuurgroep Sneller Beter zal verder<br />

gaan als Stuurgroep Kwaliteit en daarmee wordt ook de<br />

continuïteit van de projecten gewaarborgd.<br />

NIAZ<br />

De Stuurgroep Kwaliteit bewaakt ook de voortgang<br />

m.b.t. de NIAZ-activiteiten.<br />

In juni jl. heeft het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> als eerste in de<br />

regio Rotterdam het NIAZ-certificaat mogen ontvangen.<br />

Dit kwaliteitscertificaat van het Nederlands Instituut<br />

Accreditatie Ziekenhuizen werd uitgereikt omdat het<br />

ziekenhuis voldoet aan de gestelde eisen. Dit bleek na<br />

een auditbezoek in april 2006. Voor de verbeterpunten<br />

die uit dit bezoek naar voren kwamen, is een verbeterplan<br />

opgesteld. De uitkomsten van het auditbezoek<br />

in combinatie met het verbeterplan waren voor het<br />

bestuur van het NIAZ aanleiding om in december 2006<br />

het certificaat toe te kennen. De uitreiking vond plaats<br />

tijdens de Sneller Beter / Kwaliteitsmarkt afgelopen juni.<br />

In december van dit jaar zal het NIAZ wederom een<br />

auditbezoek aan ons ziekenhuis brengen om na te<br />

gaan of we in voldoende mate vorderen met het<br />

verbeterplan. n


17<br />

<strong>#2</strong><br />

Postoperatieve pijnbestrijding<br />

In april 2005 is het protocol “postoperatieve pijnbestrijding” in het <strong>IJsselland</strong> geïntroduceerd.<br />

Het protocol is een richtlijn voor anesthesiologen, snijdend specialisten, arts-assistenten en<br />

verpleegkundigen.<br />

Doelstelling<br />

De doelstelling van het protocol Postoperatieve Pijnbestrijding<br />

is het verbeteren van de kwaliteit van de postoperatieve<br />

pijnbestrijding. De invoering van het protocol<br />

brengt structuur aan in de postoperatieve pijnbehandeling,<br />

bevordert een patiëntgerichte zorg en legt de taken<br />

en bevoegdheden van artsen en verpleegkundigen vast,<br />

Het protocol geldt de eerste 48 uur postoperatief voor<br />

iedere patiënt die in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> een operatieve<br />

ingreep ondergaat. Op grond van medische of<br />

verpleegkundige afwegingen kan in onderling overleg<br />

van het protocol worden afgeweken. Deze afwegingen<br />

worden genoteerd in de medische status en in het verpleegkundig<br />

dossier<br />

Voorbereiding en informatievoorziening<br />

De anesthesioloog informeert de patiënt tijdens het<br />

premedicatiegesprek op de POPA (pre-operatieve poli<br />

aneshesiologie) over de vorm van de anesthesie, de pijnbestrijding<br />

na de operatie en over het belang van voldoende<br />

pijnbestrijding in relatie tot het postoperatieve<br />

herstel.<br />

Tijdens deze poliklinische afspraak krijgt de patiënt<br />

informatie over de wijze van het meten van de pijn en<br />

wordt de folder “pijn en pijnbestrijding” uitgereikt.<br />

De verpleegkundige instrueert de patiënt vervolgens<br />

bij opname over de pijnmeting d.m.v. de VAS (Visueel<br />

Analoge Schaal) score 0 (= geen pijn) tot 10 (= ergst<br />

voorstelbare pijn) en geeft uitleg over wat onder aanvaardbare<br />

pijn wordt verstaan.<br />

Meten<br />

Hoofdpijler van het pijnbeleid is het regelmatig (om de<br />

4 uur) en op vaste tijdstippen registreren van de ernst<br />

van de pijn met behulp van de VAS-score.<br />

Bij elke patiënt wordt individueel door middel van de<br />

VAS -score beoordeeld of de pijnbehandeling aangepast<br />

dient te worden.<br />

De pijnscore-registratie wordt op de verkoeverkamer<br />

gestart en gedurende een periode van 72 uur op de<br />

verpleegafdeling voortgezet. Uitgangspunt van pijnobservatie<br />

is dat de patiënt in ieder geval moet kunnen<br />

doorademen, ophoesten en bewegen bij de pijn van dat<br />

moment.<br />

Bij kinderen of bij patiënten die onvoldoende<br />

Nederlands spreken kan de score-liniaal met gezichtjes<br />

(POKIS) worden gebruikt.<br />

Op basis van deze observaties kan de verpleegkundige<br />

- het protocol volgend – besluiten tot toediening van<br />

pijnmedicatie en indien nodig overgaan op een ander<br />

medicatieschema.<br />

Het protocol vermeldt echter nadrukkelijk dat bij<br />

ongewoon beloop van de pijnklachten de behandelend<br />

specialist hiervan als eerste op de hoogte moet worden<br />

gebracht.<br />

Pijn heeft immers ook een signaalfunctie bij optreden<br />

van postoperatieve complicaties. n<br />

Wilma van der Vlegel, Projectleider sneller beter postoperatieve pijn


18<br />

Hartfalen of Dyspnoe poli<br />

Om op een snelle en bondige wijze te kunnen differentiëren tussen hartfalen en<br />

pulmonale dyspnoe, is sinds augustus <strong>2007</strong> een zgn. “one-stop-shop” diagnostiek voor<br />

hartfalen en dyspneu in het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> beschikbaar.<br />

Binnen de hartfalen – of dyspneu – poli werken de<br />

cardiologen, longartsen en onderzoeksafdelingen<br />

samen om binnen enkele uren de diagnostiek rond te<br />

hebben. Aansluitend geeft de specialist een behandeladvies<br />

mee.<br />

De toegang is laagdrempelig en werkt als volgt: de<br />

huisarts vult de folder in en geeft deze aan de patiënt<br />

mee. Hiermee meldt de patiënt zich voor 10 uur op de<br />

polikliniek cardiologie van het <strong>IJsselland</strong>.<br />

Dan begint de diagnostische ronde.<br />

Bij alle patiënten worden dezelfde onderzoeken uitgevoerd<br />

volgens een vast protocol.<br />

Deze onderzoeken betreffen een anamnese en lichamelijk<br />

onderzoek, bloedonderzoek (inclusief pro-BNP),<br />

thoraxfoto, ECG, longfunctie, echo van het hart en<br />

vervolgens een uitslaggesprek waarbij de brief voor de<br />

huisarts direct aan de patiënt wordt meegegeven.<br />

De patiënt gaat altijd direct hierna weer terug naar de<br />

eerste lijn. Controle afspraken worden in principe niet<br />

gemaakt, tenzij de bevindingen zodanig bedreigend<br />

zijn dat bijvoorbeeld opname geïndiceerd is, dan wordt<br />

telefonisch overlegd met de huisarts.<br />

Gemiddeld moet een patiënt rekenen op een verblijf van<br />

3 uur in het ziekenhuis, gezien het multidisciplinaire<br />

karakter van deze diagnostiek.<br />

Indien de huisarts aan de hand van de resultaten besluit<br />

om de patiënt specialistisch te laten behandelen of<br />

controleren, dan dient vervolgens een regulaire afspraak<br />

op de betreffende polikliniek voor de patiënt te worden<br />

gemaakt. n<br />

cardiologen en longartsen<br />

v.l.n.r.: R. Hofman (hartfalen verpleegkundige), B.J. van de Berg (cardioloog), W.N. Muijs van der Moer (cardioloog), M. Conijn<br />

(longverpleegkundige), R.W. den Hertog (longarts), J.G.P. Wassing (cardioloog) en S.L.Nio (cardioloog)


19<br />

<strong>#2</strong><br />

NovaSure bij hevige<br />

menstruatieklachten<br />

Novasure is een nieuwe vrouwvriendelijke ingreep bij hevige menstruatieklachten en<br />

kan een oplossing voor veel vrouwen betekenen. Maatschap gynaecologie <strong>IJsselland</strong><br />

<strong>Ziekenhuis</strong> biedt deze behandeling als enige in de regio aan.<br />

Maar liefst één op de vijf vrouwen heeft hevig en<br />

langdurig bloedverlies tijdens de menstruatie.<br />

Overmatig bloedverlies beperkt veel vrouwen in hun<br />

dagelijks functioneren en kan tot sociale beperkingen en<br />

ziekteverzuim leiden. Bij bijna 40 % van deze vrouwen<br />

komt bloedarmoede voor met de daarbij behorende<br />

klachten.<br />

Menorrhagie is in veel opzichten een belastende aandoening<br />

waarvoor behandeling echter goed mogelijk is.<br />

Tot voor kort werden deze klachten vooral behandeld<br />

met hormoontherapie of ingrijpende operaties. Een bijzondere<br />

doorbraak is gevonden in een nieuwe en vrouwvriendelijke<br />

behandelmethode: NovaSure.<br />

In eerste instantie wordt de cyclusstoornis met medicijnen<br />

zoals de pil of een hormoonhoudend spiraaltje<br />

behandeld. Het nadeel hiervan is dat vrouwen dit lang<br />

moeten gebruiken en dat er bijwerkingen kunnen optreden.<br />

Als de conservatieve therapie faalt, verwijst de<br />

huisarts door naar de gynaecoloog.<br />

Als er sprake is van dysfunctioneel bloedverlies, dat wil<br />

zeggen een cyclusstoornis zonder specifieke oorzaak,<br />

dan wordt een endometrium resectie geadviseerd of de<br />

baarmoeder wordt verwijderd.<br />

Een baarmoederverwijdering is een ingrijpende operatie<br />

met een lange herstelperiode.<br />

De endometriumresectie is een lange ingreep met een<br />

leercurve, de patiënt moet 2 maanden voorbehandeld<br />

worden en het is niet altijd succesvol.<br />

Het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> biedt een alternatief voor deze<br />

behandeling: de Novasure behandeling. NovaSure is een<br />

therapie die het baarmoederslijmvlies gericht vernietigt<br />

en vrijwel altijd de klachten weg neemt.<br />

Het bijzondere van de behandeling is dat er met een<br />

nauwkeurig afgemeten hoeveelheid energie, ontstaan<br />

uit geluidsgolven, wordt gewerkt.<br />

De ingreep vindt momenteel nog plaats op de operatiekamer<br />

maar zal in de toekomst op de polikliniek<br />

worden uitgevoerd. De ingreep duurt meestal nog geen<br />

10 minuten en bovendien is de herstelperiode kort.<br />

De ingreep is niet geschikt voor vrouwen die nog een<br />

kinderwens hebben.<br />

Na 5 jaar is 90 % van de behandelde vrouwen tevreden<br />

met het resultaat. n<br />

W.B. Renes<br />

gynaecoloog


20<br />

WHO<br />

Baby Friendly Hospital Initiative<br />

een wereldwijde campagne om<br />

borstvoeding te bevorderen<br />

In 1991 is de wereldwijde campagne “Baby Friendly Hospital Initiative<br />

(BFHI)” gelanceerd. Dit is een gezamenlijk initiatief van Unicef en de<br />

Wereldgezondheidsorganisatie met het doel borstvoeding te bevorderen<br />

en moeders en baby’s te ondersteunen en te begeleiden tijdens de<br />

borstvoedingsperiode. Resultaten uit wereldwijd wetenschappelijk onderzoek laten<br />

zien dat certificering in het kader van het BFHI een positief effect heeft op de<br />

borstvoedingscijfers. Dat betekent dat moeders vaker starten met borstvoeding<br />

geven en mogelijk ook langer doorgaan met het geven van borstvoeding.<br />

Instellingen in de gezondheidszorg die conform de<br />

tien vuistregels voor het welslagen van borstvoeding<br />

werken, komen in aanmerking voor het kwaliteitskeurmerk<br />

“Baby Friendly Hospital Initiative”, in Nederland<br />

ook “Zorg voor Borstvoeding certificaat” genoemd.<br />

Wereldwijd hebben meer dan 15.000 instellingen in<br />

134 landen het BFHI certificaat behaald. Dit zijn voornamelijk<br />

ziekenhuizen want organisaties voor kraamzorg<br />

zijn in het buitenland immers onbekend.<br />

In Nederland kunnen naast kinder- en kraamafdelingen<br />

van ziekenhuizen ook kraamzorginstellingen, verloskundigenpraktijken<br />

en consultatiebureaus in aanmerking<br />

komen voor het certificaat.<br />

Het certificaat wordt in Nederland, namens de Wereldgezondheidsorganisatie<br />

en Unicef, toegekend door de<br />

Stichting Zorg voor Borstvoeding.<br />

BFHI certificaat verlengd<br />

In 2004 mochten de kinder- en kraamafdeling van het<br />

<strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> uit handen van minister-president<br />

mr. dr. J.P. Balkenende het Baby Friendly Hospital Certificaat<br />

ontvangen als kwaliteitskeurmerk voor de zorg<br />

voor borstvoeding. Hiermee was het <strong>IJsselland</strong> één van<br />

de eerste ziekenhuizen in Nederland wat dit keurmerk


21<br />

<strong>#2</strong><br />

voor beide afdelingen mocht dragen.<br />

In april <strong>2007</strong> is het certificaat bij herbeoordeling verlengd<br />

voor een periode van drie jaar.<br />

In het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> vinden per jaar 1700 bevallingen<br />

plaats. Van alle ouders verkiest 70 tot 80 % hun<br />

kind borstvoeding te geven.<br />

Niet alleen moeders die voor borstvoeding hebben<br />

gekozen, profiteren van een babyvriendelijk ziekenhuis.<br />

Veel voordelen gelden vanzelfsprekend ook voor baby’s<br />

die kunstvoeding krijgen.<br />

Voorbeelden van vernieuwde of verbeterde zorg<br />

Het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> is natuurlijk trots op deze<br />

erkenning maar wat merken (aanstaande) ouders<br />

hiervan<br />

• de kinder- en de kraamafdeling werken volgens één<br />

borstvoedingsprotocol, om eenduidige richtlijnen<br />

en adviezen te bevorderen;<br />

• dit borstvoedingsbeleid is gebaseerd op de<br />

kwaliteitscriteria van WHO en Unicef;<br />

• de medewerkers van beide afdelingen zijn uitgebreid<br />

geschoold om het beleid uit te kunnen voeren;<br />

• aanstaande ouders kunnen al voor de geboorte de<br />

maandelijkse borstvoedingsinformatie bijeenkomst<br />

bezoeken;<br />

• de werkwijze op de verloskamers is veranderd, er is<br />

nog meer aandacht voor ongestoord huid-op-huid<br />

contact tussen moeder en pasgeborene direct na de<br />

bevalling;<br />

• ook na een sectio of na een noodzakelijke scheiding<br />

van moeder en kind krijgen beide gelegenheid voor<br />

ongestoord huid- op-huidcontact zodra de toestand<br />

van moeder en kind dit toelaat;<br />

• op de kraamafdeling blijft de baby dag en nacht bij<br />

moeder op de kamer;<br />

• er is veel aandacht voor contactmogelijkheden<br />

tussen de moeder en haar zieke kind, zoals bijvoorbeeld<br />

rooming in van moeder op de kinderafdeling,<br />

bijvoorbeeld kort voor ontslag van een (ex-)prematuur;<br />

• via webcams en internetverbinding wordt visueel<br />

contact tussen het gezin en hun zieke baby, opgenomen<br />

op de kinderafdeling, mogelijk gemaakt;<br />

• het (borst)voeden van de gezonde pasgeborene<br />

wordt niet bepaald door de klok, maar gebeurt naar<br />

behoefte;<br />

• baby’s krijgen geen bijvoeding naast borstvoeding,<br />

tenzij op medische indicatie;<br />

• er zijn zeer uitgebreide kolffaciliteiten beschikbaar<br />

op beide afdelingen, er kunnen zelfs borstkolven<br />

voor de thuissituatie gehuurd worden;<br />

• voor klinische en poliklinische cliënten is er een<br />

lactatiekundige beschikbaar, deze kan bij borstvoedingsproblemen<br />

geconsulteerd worden.<br />

Regionale samenwerking rondom borstvoeding<br />

In het kader van regionale samenwerking met de ketenzorgpartners<br />

werd twee jaar geleden het “transmuraal<br />

overleg borstvoeding” gestart met als doel om gezamenlijk<br />

regionale borstvoedingsrichtlijnen te ontwikkelen.<br />

Kraamzorginstellingen, jeugdgezondheidszorginstellingen,<br />

ziekenhuizen, 1e lijn verloskundigen en vertegenwoordigers<br />

van de borstvoedingszelfhulpgroepen uit de<br />

regio nemen deel aan dit transmuraal overleg. n<br />

Christine Pichler, lactatiekundige, en Anja Leebeek, kinderarts<br />

Symposium borstvoeding<br />

in 2008<br />

Het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

organiseert om het jaar een<br />

symposium rondom borstvoeding<br />

met als doelgroep huisartsen,<br />

kinderartsen, gynaecologen,<br />

verloskundigen, verpleegkundigen<br />

en lactatiekundigen. In 2008 wordt<br />

dit symposium weer georganiseerd.<br />

Hierover meer in de volgende<br />

arts@ysl.


22<br />

Verbetert huidige diabeteszorg<br />

de kwaliteit van leven<br />

De Sneller Beter projectgroep PHI Diabetes doet een onderzoek naar het effect van onze diabeteszorg op<br />

de kwaliteit van leven van de diabetespatiënt. Voor patiënten is het immers niet alleen belangrijk dat de<br />

klinische waarden verbeteren, maar ook dat ze zich daadwerkelijk beter voelen. Daarnaast kunnen aan de<br />

hand van het onderzoek daar waar nodig verbeteringen aan worden gebracht.<br />

Diabetes is een ziekte die grote invloed heeft op het<br />

dagelijks leven. Een diabetespatiënt moet meestal<br />

dagelijks medicijnen gebruiken, kan minder impulsief<br />

dingen ondernemen en kan niet zomaar alles eten.<br />

De behandeling van diabetes moet voor de patiënt dus<br />

leiden tot een zo ‘gewoon’ mogelijk leven. De kwaliteit<br />

van leven moet door de behandeling verbeteren.<br />

Om dit inzichtelijk te maken gaan we de kwaliteit van<br />

leven op twee verschillende momenten meten door<br />

middel van een vragenlijst.<br />

Er zijn verschillende soorten vragenlijsten beschikbaar<br />

die de kwaliteit van leven meten, namelijk ziektespecifieke<br />

en generieke vragenlijsten. Het <strong>IJsselland</strong> gaat<br />

gebruik maken van de verkorte versie van de “Diabetes<br />

Quality of Life Brief Clinical Inventory.” Dit is een ziektespecifieke<br />

vragenlijst waarin alle aspecten van diabetes<br />

opgenomen zijn die invloed kunnen hebben op de<br />

kwaliteit van leven.<br />

De vragenlijst is gevoelig voor kleine, maar klinisch<br />

relevante veranderingen in de kwaliteit van leven na<br />

een behandeling. Generieke vragenlijsten, die gebruikt<br />

kunnen worden voor<br />

àlle ziektes en aandoeningen,<br />

zijn te<br />

algemeen om kleine<br />

veranderingen te<br />

identificeren.<br />

Daarnaast is het een<br />

korte vragenlijst,<br />

waardoor patiënten<br />

deze gemakkelijk kunnen invullen. De vragenlijst bestaat<br />

uit 15 meerkeuzevragen.<br />

De vragenlijst wordt in de maanden september en <strong>oktober</strong><br />

via de diabetesverpleegkundigen onder alle nieuwe<br />

diabetespatiënten (klinisch en poliklinisch) in het <strong>IJsselland</strong><br />

<strong>Ziekenhuis</strong> verspreid.<br />

Dit is tijdstip 1.<br />

Na 6 maanden wordt nogmaals<br />

gevraagd om de vragenlijst in te<br />

vullen. Dit is tijdstip 2.<br />

De reden waarom gekozen is<br />

voor een periode van zes maanden,<br />

is omdat dit voor de patiënt de meest intensieve<br />

periode is om de diabetes goed in te stellen.<br />

Door het meten op twee verschillende momenten, wordt<br />

duidelijk of de kwaliteit van leven van de diabetespatiënten<br />

in zes maanden is verbeterd, verslechterd of<br />

gelijk is gebleven. Zo wordt het effect van de diabeteszorg<br />

in het <strong>IJsselland</strong> inzichtelijk.<br />

In de vragenlijst wordt ook gevraagd naar achtergrondkenmerken,<br />

zoals geslacht, leeftijd en type diabetes.<br />

Hierdoor kan bijvoorbeeld ook gekeken worden of er<br />

mogelijk verschillen zijn tussen de kwaliteit van leven<br />

van mannen en vrouwen, van patiënten met diabetes<br />

type 1 of type 2 en of leeftijd van invloed is op de<br />

kwaliteit van leven.<br />

Tenslotte zal de vragenlijst ook gebruikt worden bij het<br />

identificeren van zwakke punten in de diabeteszorg.


23<br />

<strong>#2</strong><br />

Voor iedere vraag wordt een gemiddelde score berekend.<br />

Indien een vraag laag scoort, zal gekeken worden welke<br />

verbeteringen ten aanzien van dit onderwerp gerealiseerd<br />

kunnen worden.<br />

We hopen uiteraard dat aangetoond kan worden dat de<br />

kwaliteit van leven van onze diabetespatiënten daadwerkelijk<br />

verbetert. Wij houden u op de hoogte van de<br />

bevindingen. n<br />

Sneller Beter Diabetes team<br />

Huisarts kan rechtstreeks<br />

MRI aanvragen<br />

De eerstelijnszorg moet kunnen vertrouwen op adequate ondersteuning zoals beeldvormende diagnostiek.<br />

In dit kader streeft de maatschap Radiologie naar goede communicatie met de huisartsen en een vlotte<br />

toegankelijkheid tot onderzoeken op de afdeling Radiologie voor patiënten.<br />

Vanaf 15 januari <strong>2007</strong> kunnen huisartsen naast de<br />

gebruikelijke onderzoeken ook MR-onderzoek van<br />

cervicale wervelkolom, lumbale wervelkolom en knieën<br />

direct aanvragen bij de Afdeling Radiologie van het<br />

<strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>.<br />

Dit onderzoek wordt binnen 5 werkdagen verricht,<br />

waarna de huisarts via de gebruikelijke weg<br />

het verslag ontvangt.<br />

Een goede indicatiestelling is hierbij echter zeer<br />

belangrijk.<br />

De belangrijkste indicaties zijn:<br />

• langdurig nekklachten met eventuele uitstraling<br />

naar de bovenste extremiteiten,<br />

• langdurig lage rugklachten met eventuele uitstraling<br />

naar de onderste extremiteiten,<br />

• langdurig knieklachten, van niet osteo-articulaire<br />

aard.<br />

Aanvragen van genoemd MR-onderzoek is echter uitsluitend<br />

mogelijk voor patiënten die bij Achmea zijn<br />

verzekerd.<br />

Wij hopen van harte dat deze uitbreiding van onze<br />

service een extra impuls geeft aan een<br />

goede samenwerking. n<br />

H.G.W. Smeets, radioloog<br />

namens de Maatschap Radiologie<br />

(NB Na conventioneel röntgenonderzoek, zonder duidelijke<br />

verklaring voor de klachten.)


24<br />

Oproep<br />

Via Arts@ysl kunnen huisartsen,<br />

medisch specialisten en arts assistenten<br />

informatie kwijt. Wilt u uw<br />

collegae op de hoogte brengen van<br />

bijvoorbeeld een nieuwe behandelmethode,<br />

ontwikkelingen of een<br />

bijeenkomst/congres dat u organiseert<br />

Maak dan gebruik van deze mogelijkheid<br />

en stuur, of mail u kopij<br />

naar:<br />

Wetenschappelijke<br />

bijeenkomst voor huisartsen<br />

en medisch specialisten:<br />

10 december <strong>2007</strong><br />

van 17.15 – 18.30 uur<br />

Eudokiazaal, <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

• Multidisciplinair pijnteam<br />

<strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>:<br />

"Werkwijze en logistiek”<br />

Arts@ysl<br />

Postbus 690<br />

2900 AR Capelle a/d IJssel<br />

of arts@ysl.nl<br />

• Nieuwe behandeling spataderen<br />

Voor meer informatie over deze bijeenkomst<br />

kunt u contact opnemen met het<br />

secretariaat van de medische staf,<br />

telefoonnummer 010 – 258 5237 of email: arts@ysl.nl<br />

Huisartslunch<br />

Iedere donderdag is er van 12.00 uur tot 13.30 uur een lunch voor de medische stafleden en de<br />

huisartsen in de Eudokiazaal van het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>. Hierbij worden luxe broodjes en een<br />

warm hapje geserveerd. Een uitstekende gelegenheid voor medisch specialisten en huisartsen om<br />

op informele wijze met elkaar te communiceren.<br />

Colofon<br />

Arts@ysl is een uitgave van het <strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

te Capelle a/d IJssel. Arts@ysl wordt toegezonden<br />

aan medisch specialisten, assistent-geneeskundigen,<br />

huisartsen en een klein aantal externe relaties.<br />

Heeft u suggesties voor onderwerpen in één van de<br />

volgende nummers, laat het ons dan even weten. Wij<br />

zullen er graag aandacht aan besteden!<br />

<strong>IJsselland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

t.a.v. arts@ysl<br />

Postbus 690<br />

2900 AR Capelle a/d IJssel<br />

Redactie:<br />

Wilma Bokhoven, secretaris Raad van Bestuur<br />

Krista van Huis, beleidsmedewerker Vereniging Medische Staf<br />

Astrid van Amelsvoort, stafmedewerker communicatie<br />

Anja Leebeek, kinderarts<br />

Evert Slager, gynaecoloog<br />

Jacques Verzijden, huisarts<br />

JB&A Grafische Communicatie Delft - Wateringen<br />

Arts@ysl verschijnt drie keer per jaar in een oplage van<br />

700 exemplaren.<br />

Zijn uw naam- of adresgegevens onjuist Retourneer dan de<br />

adreswikkel met het juiste adres aan het<br />

redactie-adres.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!