12.01.2015 Views

Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam

Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam

Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1911-1926 Koloniaal Instituut voor de Tropen<br />

Koloniaal Instituut voor de<br />

Tropen<br />

Huidige functie: Koloniaal<br />

Instituut voor de Tropen<br />

Adres: Mauritskade 62-64,<br />

Linnaeusstraat 2<br />

Bouwjaar: 1911-1926<br />

Architect: M.A. en J.J. van<br />

Nieukerken<br />

Vanaf 1871 waren verzamelde<br />

voorwerpen en producten uit de<br />

Nederlandse koloniën bijeengebracht<br />

in een landhuis in Haarlem. Met<br />

de museumcollectie als basis werd<br />

wetenschappelijke onderzoek verricht<br />

naar Indische producten en hun<br />

toepassings- en afzetmogelijkheden<br />

in Nederland. 26 Door de groei van de<br />

collectie en de toename van het aantal<br />

medewerkers werd de huisvesting te<br />

klein. Het belang van een koloniaal<br />

instituut was groot. Vanaf 1900 wilde<br />

het museumbestuur verhuizen naar de<br />

hoofdstad. Pas in 1910 kwam er met de<br />

oprichting van de Vereeniging Koloniaal<br />

Instituut, door enkele betrokken oudpolitici<br />

en prominenten, schot in de<br />

zaak. Eén van de eerste taken van de<br />

vereniging was het in gang zetten van de<br />

bouw van een groots opgezet Koloniaal<br />

Instituut. Een krachtige lobby probeerde<br />

dit prestigieuze instituut naar <strong>Amsterdam</strong><br />

te krijgen: zowel de Maatschappij van<br />

Nijverheid als het Genootschap Natura<br />

Artis Magistra verklaarden zich bereid<br />

hun volledige koloniale verzamelingen<br />

aan het Instituut af te staan bij een<br />

vestiging in het <strong>Amsterdam</strong>se. Ook de<br />

gemeente <strong>Amsterdam</strong> stelde financiële<br />

middelen én grond beschikbaar voor<br />

de bouw. Omdat het nieuwe Instituut<br />

vooral een werkmuseum voor ogen had,<br />

dat dagelijks in contact zou staan met<br />

handels- en wetenschappelijke kringen,<br />

was een centrale locatie cruciaal.<br />

Het college van B&W bood zeven<br />

terreinen aan, waarvan er slechts<br />

één groot genoeg bleek: de gronden<br />

van het Muiderbos inclusief de<br />

<strong>Oost</strong>erbegraafplaats. 27 Het college<br />

had echter nooit dit terrein mogen<br />

aanbieden: het samenvoegen van de<br />

<strong>Oost</strong>erbegraafplaats en het <strong><strong>Oost</strong>erpark</strong><br />

stond al jaren op het programma. Een<br />

deel van de gemeenteraad schaarde<br />

zich achter het liberale raadslid<br />

Walrave Boissevain, die, in navolging<br />

van het oordeel van architecten De<br />

Bazel en Berlage, de voormalige<br />

<strong>Oost</strong>erbegraafplaats ongeschikt achtte<br />

voor de vestiging van het Koloniaal<br />

Instituut. Het terrein was te klein: men<br />

hoefde maar naar de oppervlakte te<br />

kijken die het Belgische Koloniale<br />

Museum te Tervueren en de Imperial<br />

Institute te Londen innamen. <strong>Amsterdam</strong><br />

moest niet de fout herhalen grote<br />

instellingen op te kleine terreinen te<br />

projecteren zoals eerdere bouwprojecten<br />

hadden uitgewezen: het Centraal Station,<br />

^<br />

De graven achter het KIT in 1957. [SAA]<br />

44<br />

<strong><strong>Oost</strong>erpark</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

SteenhuisMeurs

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!