Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam
Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam
Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- hoogteverschillen: elk pad in het park<br />
loopt minstens één keer omhoog of<br />
omlaag.<br />
- glooiende oevers met afwisselend geen<br />
of dichte beplanting.<br />
- een brug geflankeerd door een<br />
treurwilg: een klassiek thema uit het<br />
vocabulaire van de negentiende-eeuwse<br />
landschapsarchitect.<br />
- de restanten van de begraafplaats: een<br />
verwijzing naar vergankelijkheid.<br />
- gebruik van veel soorten bomen en<br />
heesters die zorgen voor afwisseling<br />
in bloei, vorm en kleur. De basis voor<br />
de beplanting bestond uit: iep, es,<br />
esdoorn, els, wilg en populier. Op het<br />
terrein van de begraafplaats: beuk,<br />
eik, spar- en dennensoorten. Op de<br />
voorgrond kwamen als alleenstaande<br />
bomen fijnere soorten (bijvoorbeeld<br />
coniferen) om de kleur en afwisseling te<br />
verzorgen. De invulling van de verspreide<br />
beplantingsgroepen bestond naast rijk<br />
bloeiende struiken en bomen ook uit<br />
groenblijvers als hulst en laurier.<br />
Volkspark nieuwe stijl versus<br />
het romantisch wandelpark<br />
Het <strong><strong>Oost</strong>erpark</strong> laat de vormentaal<br />
en ontwerpprincipes van een typisch<br />
landschapspark zien, aangepast aan<br />
het recreatieve en cultuurtechnische<br />
programma dat de gemeente <strong>Amsterdam</strong><br />
als eis had gesteld. Het <strong><strong>Oost</strong>erpark</strong><br />
markeert in <strong>Amsterdam</strong> de omschakeling<br />
van het traditionele wandelpark (zoals<br />
het Vondelpark) naar het volkspark, een<br />
concept dat uit Duitsland en Engeland<br />
afkomstig was en dat zich richtte op<br />
recreatie, inclusief speeltuinen, een<br />
muziekplein en een cricketveld. Het<br />
fenomeen vrije tijd was relatief nieuw.<br />
De periode tussen 1860 en 1910 liet een<br />
algemene toename van de welvaart<br />
zien. 15 Voor de arbeider betekende dit:<br />
vermindering van werktijden, recht op<br />
vrije dagen, vakantie en verbetering van<br />
sociale zorg. Er waren in en om de stad<br />
plekken nodig om er op uit te kunnen<br />
trekken. Landschapstuinen en parken<br />
waren in particulier bezit. Ze werden<br />
weliswaar op gezette tijden opengesteld,<br />
maar dit betekende niet dat zomaar<br />
iedereen werd toegelaten. De opkomst<br />
van het openbaar stadspark is nauw<br />
verbonden met de emancipatie van de<br />
arbeidersklasse en het urbanisatieproces<br />
van de negentiende eeuw.<br />
Het waren voornamelijk ethische en<br />
hygiënische overwegingen die de<br />
inrichting van de vroege Engelse en<br />
Duitse volksparken bepaalden. De parken<br />
hadden een opvoedkundige inslag,<br />
gericht op het bevorderen van een<br />
gezonde levenslust en het verheffen van<br />
het volk. In 1860 schreef de Duitse Gustav<br />
Meyer zijn toonaangevende Lehrbuch<br />
der schönen Gartenkunst. Hij pleitte<br />
voor fraaie ensceneringen die een ‘edel<br />
natuurgevoel’ opwekken, maar tevens<br />
voor de aanleg van tennis- en turnbanen,<br />
spelplaatsen, vijvers en renbanen, zodat<br />
het park tegemoet zou komen aan de<br />
groeiende recreatiebehoefte van de<br />
bevolking. 16<br />
Ook Springer kreeg in zijn ontwerpen<br />
voor parken maken met de roep om<br />
28<br />
<strong><strong>Oost</strong>erpark</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
SteenhuisMeurs