Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam
Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam
Oosterpark - Stadsdeel Oost - Gemeente Amsterdam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Uitbreidingsplan Kalff, 1875<br />
Onder een toenemend aantal aanvragen<br />
voor particuliere bouwplannen zocht<br />
het <strong>Amsterdam</strong>se stadsbestuur naar<br />
een meer pragmatische aanpak van<br />
de stadsuitbreiding dan Van Niftrik<br />
had voorgesteld. J. Kalff, die in 1873<br />
was aangesteld als de eerste directeur<br />
van Publieke Werken, en in die<br />
hoedanigheid verantwoordelijk werd<br />
voor de stadsuitbreiding, stelde in<br />
1875 een nieuw uitbreidingsplan op.<br />
Het plan was sober en goedkoper uit<br />
te voeren omdat het uitging van de<br />
bestaande eigendomsverhoudingen<br />
en de polderverkaveling. Het was een<br />
raamplan: het gaf aan waar particulieren<br />
mochten bouwen. Aan het plan lag geen<br />
grootse visie ten grondslag over de ideale<br />
stad. Het was een optelsom van dertien<br />
deelplannen (‘blokken’), die onafhankelijk<br />
van elkaar werden vastgesteld en ook<br />
konden worden aangepast. De twee<br />
concentrische oost-west lopende<br />
hoofdroutes waren de kades langs de<br />
Singelgracht en de Ceintuurbaan. Haaks<br />
daarop werden de belangrijkste radialen<br />
van de grachtengordel doorgetrokken<br />
in onder meer de De Clerq-, Kinker-,<br />
Ferdinand Bol- en van Woustraat. 5<br />
Het vele groen dat Van Niftriks plan<br />
doorspoelde werd teruggebracht tot<br />
vier kleinere parken: het Westerpark,<br />
Bilderdijkpark, Sarphatipark en<br />
<strong><strong>Oost</strong>erpark</strong>. De parken waren op<br />
ongeveer gelijke tussenafstanden aan de<br />
belangrijkste uitvalswegen gesitueerd.<br />
De uitvalsroutes waren beplant met<br />
bomen zodat een aaneengesloten<br />
groenstructuur ontstond. De vele<br />
openbare instellingen die op zoek waren<br />
naar huisvesting buiten de stad konden<br />
een plek krijgen in een straatwand<br />
(scholen en zelfs kerken) en werden maar<br />
zelden gebruikt als stedenbouwkundige<br />
verbijzondering (aan een plein of als<br />
beëindiging van een zichtlijn). Dat er<br />
in het <strong><strong>Oost</strong>erpark</strong> wél een concentratie<br />
openbare, vrijstaande gebouwen kwam<br />
is als volgt te verklaren: óf ze stonden er<br />
al (Sint Elisabeth Gasthuis) óf ze zijn door<br />
een krachtige lobby van invloedrijke<br />
particulieren of instellingen gebouwd<br />
(zoals de onderwijsinstellingen en het<br />
Koloniaal Instituut voor de Tropen, zie<br />
ook pagina 44).<br />
^<br />
J. Kalff, Plan voor de uitbreiding van<br />
<strong>Amsterdam</strong>, 1875. Het plan was sober en<br />
relatief goedkoop uit te voeren omdat het<br />
uitging van de bestaande eigendomsverhoudingen<br />
en de polderverkaveling. Het<br />
was een raamplan: het gaf aan waar particulieren<br />
mochten bouwen. [Kaarten van <strong>Amsterdam</strong><br />
1866-2000]<br />
10<br />
<strong><strong>Oost</strong>erpark</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
SteenhuisMeurs