Evaluatie opleiding Industrieel Ontwerpen - WESP

Evaluatie opleiding Industrieel Ontwerpen
Vak
Fysische Basisprincipes
Vakcode 280200
Verantwoordelijk Docent dr.ir. H.J.M. Geijselaers (contactpersoon), ir. G.M.
Bonnema, A.G.M. Wolbert, ir. W.C.M. Gorissen, dr.ir.
M.B. de Rooij
Programma
B2
Periode 1 e semester 2004-2005
Aantal studiepunten 3.6 EC
Aantal studenten a) die de enquête hebben ingevuld: 19
b) die het vak hebben gevolgd: ca. 68
Rapportage datum 18 april 2005
Rapporteur
EVAcom, Jos Helming
Eindcijfer 6.3
Inleiding
Deze enquête is afgenomen onder studenten die het vak Fysische Basisprincipes
(FyBa) gevolgd hebben. Van de verstuurde enquêtes zijn er 19 ingevuld, wat
neerkomt op een respons van 28%.
De rapportcijfers vermeld in dit verslag zijn op een schaal van 1 tot 10. Voorts is een
vertaalsleutel gebruikt om de cijfers verbaal in de tekst te kunnen verwerken.
In de enquête zijn citaten verwerkt van studenten. Deze citaten zijn geselecteerd uit
de ingevulde enquêtes, en geven een representatief beeld van de gedachten die bij
studenten leven. Deze citaten komen vaak meerdere keren voor in verschillende
bewoordingen.
Onderwijsvorm
De opkomst bij de colleges is optimaal: 100%. De aanpak werkt dus goed:
studenten mochten één of twee colleges missen, maar moesten dan wel een extra
scriptie schrijven.
De kwaliteit van de colleges wordt ook als ruim voldoende omschreven (6.6). De te
maken en in te leveren opdrachten sloten goed aan bij het vak.
Voor het maken van de opdrachten werd gewerkt in groepen. Een groepsgrootte van
3 à 4 personen wordt goed gevonden. Soms werd echter gewerkt in groepen van 6
of meer. Dit vonden alle studenten te veel om goed te kunnen werken.
Men was het er over eens dat het aantal aan Fysische Basisprincipes bestede uren
precies overeen kwam met het aantal studiepunten dat er voor stond (2.5 SP / 3.6
EC).
Echter, het tijdsbestek waarin het vak werd gegeven was volgens de geënquêteerden
iets te lang. Deze opvatting is te verklaren door de brede spreiding over het
trimester:
“De colleges waren erg verspreid en daardoor leek het vak in totaal er lang te
duren.”

Maar waarschijnlijk laten de volgende citaten duidelijker zien waarom de tijdsduur
aan de lange kant wordt gevonden: een gebrek aan uitdaging zorgt ervoor dat de
studenten de langere tijdsbesteding niet gerechtvaardigd noch noodzakelijk vinden:
“(te) veel van de practica was middelbare school stof”
“Natuurkundige verschijnselen, waar je maar oppervlakkig op in gaat.”
“Het vak haal je door aanwezig te zijn…”
Door actieve deelname aan het vak was men van mening dat de leerdoelen (Inzicht
in elementaire natuurkundige verschijnselen en kwantitatieve analysemethoden
hiervoor) zeker in voldoende mate bereikt konden worden.
Maar de redenen die hieraan ten grondslag liggen, zoals vermeld in de bovenstaande
citaten, zijn natuurlijk minder positief.
Het nut voor de opleiding IO wordt op net voldoende geschat (5.7). Hiervoor worden
met name eerder genoemde redenen aangehaald: gebrek aan diepgang, wat het nut
van het vak enigszins beperkt.
Begeleiding
Over de begeleiding van het vak kunnen we kort zijn: deze was op vrijwel alle
facetten prima.
De begeleiding van de docenten vinden de studenten goed. Het aangereikte
schriftelijk studiemateriaal wordt als voldoende beoordeeld. De informatie op Teletop
en de informatie die vooraf via verschillende kanalen werd verspreid, wordt als ruim
voldoende gewaardeerd.
Het enige punt waar in tekort geschoten wordt is de publicatie van de beoordeling.
De helft van de studenten had bij publicatie van de enquete nog geen beoordeling!
Dit kan niet de bedoeling zijn.
Totaaloordeel
Fysische Basisprincipes krijgt van de ondervraagden als gemiddelde eindcijfer een
6.3 ofwel: voldoende. De studenten missen enige diepgang, waardoor het nut van
het vak in het gevaar komt. Verder zijn de opzet en ook de begeleiding gewoon
goed.
Het totaaloordeel is dus positief. Als de diepgang van het vak aangepakt wordt, kan
absoluut gesproken worden van een degelijk en nuttig vak.

Conclusies
Daar de aanwezigheid van de geënquêteerden 100% was, hebben ze zich
ongetwijfeld een duidelijk beeld gevormd van het vak.
Begeleiding en informatievoorziening zijn goed, enkel de te lange wachttijd tot de
publicatie van de beoordelingen dienen hier verbeterd te worden.
Over het verloop van de practica: een groepsgrootte van 3 à 4 personen werkt beter
dan de soms gehanteerde 6 of meer, zeker als het om in te leveren verslagen gaat.
Het is voornamelijk het gebrek aan diepgang en niveau dat dit vak de das om doet.
Mede hierdoor was ook het halen van het vak een kwestie van aanwezig zijn tijdens
de practica.
Eindcijfer: 6.3
Aanbevelingen
Het vak Fysische Basisprincipes loopt voldoende. Enkele aanpassingen die
doorgevoerd kunnen worden om de kwaliteit te verbeteren, zijn:
1. De eindcijfers en –beoordelingen dienen op tijd bekend gemaakt te worden.
De verplichte of algemeen aanvaarde richtlijn van 3 weken wordt aanbevolen.
Als publicatiekanaal kan het beste niet enkel op BOZ vertrouwd worden, maar
ook Teletop ingezet worden. Zodoende is er een alternatief, mocht er bij één
van de twee iets mis gaan.
2. Aanbevolen wordt om een groepsgrootte te hanteren van maximaal 4
personen. Zodoende kan iedere student een actieve bijdrage leveren.
Bovendien, omdat bovendien ook verslagen ingeleverd worden, is het
verstandig deze 4-persoonsgrens echt niet te overschrijden. Anders zal een
groter aantal studenten geen actieve deelname hebben. Hanteer in dat geval
liever enkele groepen van 3 personen.
3. Er zal dieper ingegaan moeten worden op de stof van het vak.
4. Misschien kunnen de basisprincipes meer op theoretische basis gedoceerd
worden (sheets, hoorcollege, thuisopgaven).
5. Zodoende kunnen de practica-proeven bijvoorbeeld gebruikt worden om
meer diepgaande en specialistische zaken van het fysische principe te
behandelen,
6. of wellicht nog beter: om meer de (verschillende) toepassingen van de
opgedane kennis in productontwikkeling-cases te behandelen.
7. Door meer diepgang zal daarnaast het halen van het vak een meer
evenredige inzet van de student vragen, in plaats van enkel aanwezigheid.