Onderwijs Ons Goed - Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland
Onderwijs Ons Goed - Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland
Onderwijs Ons Goed - Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Onderwijs</strong><br />
ons<br />
goed<br />
<strong>Afnemende</strong> <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong><br />
<strong>in</strong> opdracht van Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>Zeeland</strong>
<strong>Onderwijs</strong> ons goed <br />
<strong>Afnemende</strong> <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong> en de Zeeuwse gemeenten
Colofon <br />
© PPOZ/Scoop/RPCZ, 2010 <br />
Samenstell<strong>in</strong>g <br />
Dick van der Wouw <br />
Paulette de Kraker <br />
Jolanda van Overbeeke – van Sluijs <br />
Han Schellekens <br />
Christ<strong>in</strong>e Ruppert <br />
Jan Ennik <br />
Jan van de Velde <br />
Lay-‐out | drukwerk <br />
RPCZ <br />
Drukkerij Meulenberg <br />
In opdracht van het Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
Reactieadres: <br />
a.vanhoepen@alphascholengroep.nl <br />
Scoop <br />
Zeeuws <strong>in</strong>stituut voor sociale en culturele ontwikkel<strong>in</strong>g <br />
Postbus 407 <br />
4330 AK Middelburg <br />
Telefoon (0118) 682500 <br />
ww.scoopzld.nl <br />
RPCZ <br />
Edisonweg 2 <br />
Postbus 351 <br />
4380 AJ Vliss<strong>in</strong>gen <br />
Telefoon (0118) 480880 <br />
www.rpcz.nl <br />
2
Samenvatt<strong>in</strong>g <br />
De basisscholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> zullen de komende jaren fors krimpen. Over tien jaar zijn er <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
zeker 5.000 basisschoolleerl<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong>der dan nu. Ook daarna zal het aantal k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de <br />
basisschoolleeftijd nog dalen, maar veel m<strong>in</strong>der sterk dan <strong>in</strong> het komende decennium. De krimp heeft <br />
grote gevolgen voor de organisatie van het basisonderwijs <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie. Nu is op 8 kernen na <strong>in</strong> <br />
elke woonplaats <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> ten m<strong>in</strong>ste nog één basisschool. Die situatie is door de forse afname van <br />
<strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> onhoudbaar. Het onderwijsveld staat daarmee voor een enorme uitdag<strong>in</strong>g. <br />
Kle<strong>in</strong>schaligheid is een prom<strong>in</strong>ent kenmerk van het Zeeuwse basisonderwijs. Kle<strong>in</strong>schaligheid wordt <br />
door velen gekoesterd. Vooral <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e leefgemeenschappen met een beroep op de belangrijke <br />
betekenis die een school heeft voor de leefbaarheid. Maar ook vanwege heel praktische motieven. De <br />
afstand van huis naar school is voor de ouders van aankomende basisschoolleerl<strong>in</strong>gen het <br />
belangrijkste motief voor de schoolkeuze. Het resultaat is dat er veel discussie is rond het <strong>in</strong> stand <br />
houden van steeds kle<strong>in</strong>er wordende scholen. Prognoses moeten dan aantonen of en welk perspectief <br />
een te kle<strong>in</strong>e school nog heeft. Gemeentelijke prognoses blijken daarbij systematisch te optimistisch. <br />
Onderzoek van de <strong>in</strong>spectie van het onderwijs wijst uit dat kle<strong>in</strong>e scholen een grotere kans hebben om <br />
zeer zwak te worden. Door de afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> zal de kwaliteit van het onderwijs <strong>in</strong> <br />
toenemende mate onder druk komen te staan. <br />
Veel ouders v<strong>in</strong>den de aansluit<strong>in</strong>g van de school bij het opvoed<strong>in</strong>gsklimaat en de levensbeschouw<strong>in</strong>g <br />
thuis belangrijk. De vrijheid van schoolkeuze garandeert al bijna een eeuw grondwettelijk dat ouders <br />
de school kunnen kiezen die ‘bij hen past’. Organisatorisch is dit geregeld via denom<strong>in</strong>aties. De <br />
maatschappelijke realiteit van nu is dat <strong>in</strong> de meeste dorpen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> ouders niets te kiezen hebben. <br />
Er is slechts één dorpsschool. Pr<strong>in</strong>cipiële levensbeschouwelijke schoolkeuze v<strong>in</strong>dt dan noodgedwongen <br />
op gemeentelijk of zelfs regionaal niveau plaats. Het zijn vooral ouders met een reformatorische <br />
levensovertuig<strong>in</strong>g die hier sterk aan hechten. B<strong>in</strong>nen de andere denom<strong>in</strong>aties wordt steeds vaker <br />
samengewerkt. De situatie met <strong>in</strong> alle gemeenten afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> zal de <br />
denom<strong>in</strong>atieve diversiteit nog verder onder druk zetten. <br />
Er zijn daarmee drie probleemvelden voor het basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> te schetsen: <br />
-‐<br />
-‐<br />
-‐<br />
Hoe behouden we de onderwijskundige kwaliteit van het basisonderwijs <br />
Hoe houden we basisscholen bereikbaar <br />
Hoe gaan we om met de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit <br />
De analyses <strong>in</strong> dit rapport beschrijven de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de afgelopen jaren en geven een doorkijk <br />
naar de toekomst. Het is een handvat voor alle betrokken partijen <strong>in</strong> het zoeken naar duurzame <br />
oploss<strong>in</strong>gen voor kwalitatief hoogwaardig, bereikbaar en divers basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. <br />
3
Inhoud <br />
Samenvatt<strong>in</strong>g ..........................................................................................................................................3 <br />
Hoofdstuk 1 Inleid<strong>in</strong>g..........................................................................................................................6 <br />
1.1 Dalende leerl<strong>in</strong>gaantallen..........................................................................................................6 <br />
1.2 Kwaliteit en leefbaarheid...........................................................................................................7 <br />
1.3 Instandhoud<strong>in</strong>g en prognoses ...................................................................................................8 <br />
1.4 Onderzoeksvraag .......................................................................................................................8 <br />
Hoofdstuk 2 Onderzoeksbeschrijv<strong>in</strong>g...............................................................................................10 <br />
Hoofdstuk 3 Organisatie van het Zeeuwse basisonderwijs.............................................................11 <br />
3.1 Denom<strong>in</strong>aties ..........................................................................................................................11 <br />
3.2 Schoolbesturen........................................................................................................................11 <br />
3.3 Basisscholen en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>.....................................................................................14 <br />
3.4 Schoolkeuze.............................................................................................................................17 <br />
3.5 Verdel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen over de kernen.................................................................................20 <br />
3.6 <strong>Afnemende</strong> <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> ..............................................................................................28 <br />
3.7 Kernen met meer dan één school............................................................................................28 <br />
3.8 Conclusies ................................................................................................................................30 <br />
Hoofdstuk 4 Ontwikkel<strong>in</strong>gen...........................................................................................................32 <br />
4.1 Basisgeneratie..........................................................................................................................32 <br />
4.2 Prognoses van gemeenten ......................................................................................................32 <br />
4.3 Prognoses van schoolbesturen................................................................................................34 <br />
4.4 Prognoses per kern..................................................................................................................35 <br />
4.5 Conclusies ................................................................................................................................46 <br />
Hoofdstuk 5 Schoolgrootte en kwaliteit .........................................................................................47 <br />
5.1 Kwaliteit van onderwijs, een veelomvattend begrip ...............................................................47 <br />
Inleid<strong>in</strong>g.........................................................................................................................................47 <br />
Enkele <strong>in</strong>valshoeken......................................................................................................................47 <br />
De politieke kwaliteit van onderwijs.............................................................................................49 <br />
De technische kwaliteit van onderwijs..........................................................................................49 <br />
5.2. Een meer praktijkgerichte benader<strong>in</strong>g van het begrip onderwijskwaliteit ............................51 <br />
Inleid<strong>in</strong>g.........................................................................................................................................51 <br />
4
De pedagogische kwaliteit van onderwijs.....................................................................................51 <br />
De didactische kwaliteit van onderwijs.........................................................................................53 <br />
De organisatorische kwaliteit van het onderwijs ..........................................................................55 <br />
De ontwikkel<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de medewerkers en de rol van het onderwijskundig <br />
leiderschap....................................................................................................................................56 <br />
De kwaliteit van onderwijs <strong>in</strong> relatie tot de maatschappelijke positioner<strong>in</strong>g van de school ........58 <br />
5.3 De kwaliteit(en) van het onderwijs en de kle<strong>in</strong>e school..........................................................59 <br />
5.4 Samenvattend .........................................................................................................................62 <br />
5.5 Condities die bijdragen aan het leveren van de gewenste kwaliteit op een kle<strong>in</strong>e school .....63 <br />
Hoofdstuk 6 <br />
Scenario’s ten aanzien afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong>............................................65 <br />
Scenario 1..............................................................................................................................................66 <br />
Scenario 2..............................................................................................................................................67 <br />
Scenario 3..............................................................................................................................................68 <br />
Scenario 4..............................................................................................................................................69 <br />
Hoofdstuk 7 <br />
Advies...........................................................................................................................70 <br />
Bronnen ................................................................................................................................................71 <br />
Begeleid<strong>in</strong>gscommissie .........................................................................................................................72 <br />
5
Hoofdstuk 1 <br />
Inleid<strong>in</strong>g <br />
1.1 Dalende leerl<strong>in</strong>gaantallen <br />
Het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> is tussen 2002 en 2009 gedaald met 1.700 leerl<strong>in</strong>gen. De <br />
verwacht<strong>in</strong>g is dat deze dal<strong>in</strong>g het komende decennium versterkt zal doorzetten. Een simpele <br />
rekensom waar<strong>in</strong> we het aantal 0-‐3 jarigen delen op het aantal 8-‐11-‐jarigen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <strong>in</strong> 2009 leert <br />
al dat de <strong>in</strong>stroom <strong>in</strong> het basisonderwijs de komende vier jaar ongeveer 17% lager zal liggen dan de <br />
uitstroom. <br />
Gerekend met de prov<strong>in</strong>ciale bevolk<strong>in</strong>gsprognose 2009 zal <strong>in</strong> 2020 het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen <br />
naar verwacht<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>der dan 30.000 bedragen (figuur 1). Dat is <strong>in</strong> 10 jaar tijd een afname van ruim <br />
5.000 leerl<strong>in</strong>gen. Het kan niet anders of dit heeft de nodige consequenties voor de organisatie van <br />
het onderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. Met een gemiddelde schoolgrootte van ongeveer 150 leerl<strong>in</strong>gen zouden <br />
theoretisch 30-‐40 scholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> moeten sluiten. Ook na 2020 zal het aantal leerl<strong>in</strong>gen op de <br />
basisscholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> nog enigsz<strong>in</strong>s dalen, maar niet meer zo snel als <strong>in</strong> het komende decennium. <br />
Figuur 1 Aantal leerl<strong>in</strong>gen het basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
Niet alleen <strong>Zeeland</strong> wordt met dalende aantallen geconfronteerd. Ook de prov<strong>in</strong>cies Limburg, <br />
Gron<strong>in</strong>gen en Friesland kampen hiermee. In Limburg is onderzoek verricht naar de gevolgen van de <br />
demografische verander<strong>in</strong>gen voor het onderwijs. In het onderzoeksrapport ‘Demografische <br />
6
voorsprong’ staat een uiteenzett<strong>in</strong>g van de gevolgen (o.a. de <strong>in</strong>troductie van het begrip <br />
remanentiekosten: het teruglopen van de <strong>in</strong>komsten door afnemende bevolk<strong>in</strong>gsaantallen en het <br />
voorlopig nagenoeg gelijk blijven van de uitgaven) en de mogelijke maatregelen. Het position paper <br />
‘Krimp en onderwijs’ (Nationaal netwerk bevolk<strong>in</strong>gsdal<strong>in</strong>g, 2009) wijst er op dat de demografische <br />
verander<strong>in</strong>gen een risico vormen voor de kwaliteit, diversiteit en bereikbaarheid van het onderwijs. <br />
Schoolbesturen zullen <strong>in</strong> de komende jaren als gevolg van de krimp en tegelijkertijd een economische <br />
crisis voor zeer lastige opgaven staan om ‘de e<strong>in</strong>djes aan elkaar te knopen’ en kwalitatief goed <br />
onderwijs te blijven garanderen. <br />
1.2 Kwaliteit en leefbaarheid <br />
Het Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>Zeeland</strong> (PPOZ) beschouwt de afname van het aantal leerl<strong>in</strong>gen als <br />
een risico voor het waarborgen van de onderwijskwaliteit. Ook gemeenten <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> zijn begaan <br />
met deze problematiek, al lijkt hun <strong>in</strong>valshoek meer de leefbaarheid van kernen en wijken te zijn <br />
(Notitie gemeente Borsele, juni 2009). <br />
Een van de belangrijke opgaven die de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong> aangeeft <strong>in</strong> haar gebiedsagenda is het <br />
anticiperen op demografische verander<strong>in</strong>gen (Gebiedsagenda <strong>Zeeland</strong>, Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong> 2009). <br />
Daarbij wordt nadrukkelijk de relatie gelegd tussen leefbaarheid en voorzien<strong>in</strong>gen, waarbij het <br />
basisonderwijs als eerste <strong>in</strong> beeld komt. De focus moet volgens de gebiedsagenda verschuiven van <br />
het <strong>in</strong> stand houden van voorzien<strong>in</strong>gen naar bovenlokaal bundelen met het goed regelen van <br />
vervoer, waarbij altijd de onderwijskwaliteit centraal staat. Onduidelijk is wat precies onder <br />
onderwijskwaliteit verstaan moet worden en welke kwaliteiten ouders vragen van een school. <br />
Uit de Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong> (Scoop, 2009) blijkt dat <strong>in</strong>woners van <strong>Zeeland</strong> de basisschool <strong>in</strong> hun <br />
directe omgev<strong>in</strong>g als zeer positief beoordelen. Daarmee is het behoud van basisscholen voor veel <br />
<strong>in</strong>woners een belangrijk streven. De school fungeert vaak als ontmoet<strong>in</strong>gsplek en startpunt van <br />
activiteiten. “Politiek, dorpsraden en <strong>in</strong>woners van de gemeente Borsele hebben bijvoorbeeld altijd <br />
geijverd voor het behoud van de scholen als basisvoorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een dorp” (Notitie gemeente <br />
Borsele, juni 2009). Vrijwel alle gemeentebesturen zijn sterk gericht op <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van het <br />
basisonderwijs <strong>in</strong> hun dorpen en trachten onder andere via won<strong>in</strong>gbouwplann<strong>in</strong>g het draagvlak <br />
daarvoor te versterken. Ook wordt sterk gekeken naar mogelijkheden om door fusie of andersz<strong>in</strong>s <br />
schoollocaties (tijdelijk) onder <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>gnormen te laten voortbestaan. De prov<strong>in</strong>ciale <br />
prognose beschreven <strong>in</strong> ‘Onverkende paden’ en de beleidsnotitie ‘Op pad’ laten er echter geen <br />
misverstand over bestaan dat dit geen duurzame oploss<strong>in</strong>g kan zijn. <br />
Omdat de meerderheid van de Zeeuwse bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dorpen woont, waaronder een groot aantal <br />
kle<strong>in</strong>e dorpen, betekenen dalende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> dat een toenemend aantal basisscholen <strong>in</strong> de <br />
gevarenzone zal komen en een aantal ook niet zonder meer <strong>in</strong> stand gehouden zal kunnen worden. <br />
Uit het onderzoek naar de Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong> blijkt overigens ook dat <strong>in</strong> alle dorpen zonder <br />
basisschool de ervaren leefbaarheid hoger is dan het gemiddelde van de kernen <strong>in</strong> de gemeente. Ten <br />
tijde van de afname van de <strong>in</strong>terviews voor de Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong> stond het voortbestaan van <br />
de school <strong>in</strong> Ellewoutsdijk ter discussie. In deze kern werd de leefbaarheid als relatief laag ervaren. <br />
De school is <strong>in</strong>middels gesloten. <br />
7
1.3 Instandhoud<strong>in</strong>g en prognoses <br />
De <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van scholen is aan een <strong>in</strong>gewikkeld stelsel van normen gebonden. Elke gemeente <br />
heeft een eigen opheff<strong>in</strong>gsnorm. Die norm is afhankelijk van de leerl<strong>in</strong>gdichtheid <strong>in</strong> een gebied <br />
(OCW, 1997). Scholen kunnen onder bepaalde condities ook nevenvestig<strong>in</strong>gen hebben, waarbij voor <br />
de <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g een absolute m<strong>in</strong>imumnorm geldt van 23 leerl<strong>in</strong>gen. Heeft een school of <br />
nevenvestig<strong>in</strong>g drie opeenvolgende jaren m<strong>in</strong>der dan 23 leerl<strong>in</strong>gen, dan stopt de bekostig<strong>in</strong>g vanuit <br />
de rijksoverheid. Scholen kunnen ook als zelfstandige scholen onder de gemeentelijke <br />
opheff<strong>in</strong>gsnorm <strong>in</strong> stand worden gehouden als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Die <br />
voorwaarden houden verband met de afstand die leerl<strong>in</strong>gen moeten afleggen naar de <br />
dichtstbijzijnde school, de geografische spreid<strong>in</strong>g van scholen van verschillende denom<strong>in</strong>aties en <br />
schoolbesturen mogen te kle<strong>in</strong>e scholen <strong>in</strong> stand houden als zij maar een gemiddelde schoolgrootte <br />
hebben die ruim boven de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm(en) ligt. <br />
Een effect van de wetgev<strong>in</strong>g rond <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g en bekostig<strong>in</strong>g van scholen is dat schoolbesturen <br />
en gemeenten zoeken naar de meest gunstige condities en mogelijkheden om scholen en <br />
schoollocaties <strong>in</strong> stand te houden. Hierdoor worden soms leerl<strong>in</strong>gen van een schoollocatie voor de <br />
leerl<strong>in</strong>gentell<strong>in</strong>g bij een andere school geteld. <br />
Bij <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g spelen prognoses een belangrijke rol. Zeker s<strong>in</strong>ds oud-‐staatssecretaris Dijksma <br />
heeft aangekondigd dat scholen onder de opheff<strong>in</strong>gsnorm toch <strong>in</strong> stand gehouden moeten kunnen <br />
worden als er op termijn maar een positief perspectief is. Omvangrijke won<strong>in</strong>gbouwplann<strong>in</strong>g en <br />
daarop gebaseerde prognoses voor het basisonderwijs kunnen bedreigde scholen dan een tijd <br />
‘virtueel’ <strong>in</strong> de lucht houden. <br />
Het zal de krimp <strong>in</strong> het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> echter niet kunnen keren. Het aantal <br />
vrouwen <strong>in</strong> de vruchtbare leeftijd is immers <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>, maar ook elders <strong>in</strong> Nederland en Europa <br />
sterk aan het dalen. Scholen blijken vaak een te optimistisch beeld te hebben van het te verwachten <br />
aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun gebied en de gevolgen voor hun school. Ze gaan er vaak van uit dat een te <br />
verwachten leerl<strong>in</strong>gendal<strong>in</strong>g hen niet zal treffen (De Munck, 2009). <br />
Uit de Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong> blijkt overigens dat het verdwijnen van een school <strong>in</strong> een dorp niet <br />
direct ook de ervaren leefbaarheid <strong>in</strong> gevaar brengt. De Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong> pleit er dan ook voor om <br />
traditionele reflexen te doorbreken en vooral <strong>in</strong> te zetten op behoud en versterk<strong>in</strong>g van de kwaliteit <br />
van het basisonderwijs. <br />
1.4 Onderzoeksvraag <br />
In het licht van deze ontwikkel<strong>in</strong>gen heeft het Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>Zeeland</strong> (PPOZ) aan Scoop <br />
en het Regionaal Pedagogisch Centrum <strong>Zeeland</strong> (RPCZ) gevraagd de huidige situatie <strong>in</strong> het primair <br />
onderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <strong>in</strong> kaart te brengen en te adviseren over mogelijke oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen. Het <br />
Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>Zeeland</strong> (PPOZ) fungeert daarbij als opdrachtgever. <br />
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong> en de Zeeuwse gemeenten. <br />
8
Er is behoefte aan: <br />
1. Een prov<strong>in</strong>ciaal dekkende beschrijv<strong>in</strong>g van de organisatie van het Zeeuwse basisonderwijs en <br />
<strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de huidige stand van zaken van <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> en hun verdel<strong>in</strong>g over de <br />
kernen; <br />
2. Inzicht <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>gen op lange termijn (globaal niveau tot 2030) en specifieker op <br />
korte termijn (tot 2020) ten aanzien van de organisatie van het Zeeuwse onderwijs en de <br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> (op kern-‐ en wijkniveau); <br />
3. Inzicht <strong>in</strong> de waarde van gemeentelijke prognoses van <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> (vooral <strong>in</strong> relatie <br />
tot won<strong>in</strong>gbouwplann<strong>in</strong>g) <strong>in</strong> relatie tot de prognoses van schoolbesturen; <br />
4. Inzicht <strong>in</strong> de relatie tussen schoolgrootte en kwaliteit van onderwijs; <br />
5. Inzicht <strong>in</strong> de mogelijke scenario’s ten aanzien van het beleid dat gevoerd kan worden ten <br />
opzichte van afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> op het niveau van schoolbestuur, lokale en <br />
prov<strong>in</strong>ciale overheid, daarbij ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het <br />
onderwijs <strong>in</strong> relatie tot leefbaarheid van de kernen meenemend; <br />
6. Een advies ten aanzien van het te voeren duurzaam onderwijsbeleid <strong>in</strong> relatie tot afnemende <br />
<strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> op het niveau van schoolbestuur, lokale en prov<strong>in</strong>ciale overheid. <br />
9
Hoofdstuk 2 <br />
Onderzoeksbeschrijv<strong>in</strong>g <br />
Om te komen tot een goede adviser<strong>in</strong>g omtrent de toekomst van het basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> is de <br />
volgende opzet gekozen. <br />
Voor de beschrijv<strong>in</strong>g van het basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> is een analysetraject van 2002-‐2009 gebruikt. <br />
Uit gegevens van het DUO-‐CFI zijn voor <strong>Zeeland</strong> per school/schoollocatie, de <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong>, hun <br />
geslacht, leeftijd en gewichten opgevraagd. Zeeuwse gemeenten zijn gevraagd per kern per leeftijd <br />
voor deze periode de demografische gegevens uit het GBA aan te leveren. Daaruit is voor elke kern <br />
de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie voor het basisonderwijs gedestilleerd. Onder de basisgeneratie <br />
voor het basisonderwijs wordt <strong>in</strong> zijn algemeenheid verstaan de 4-‐11 jarigen + 30% van de 12-‐<br />
jarigen. In deze rapportage gaat het om het reguliere basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. Het speciaal primair <br />
onderwijs, voor k<strong>in</strong>deren met specifieke leerproblemen (daarbij gaat het om ongeveer 5% van alle <br />
k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de basisschoolleeftijd) wordt buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten. <br />
Uit de jeugdmonitorgegevens (Jeugdmonitor <strong>Zeeland</strong> 2001, 2005, 2009) is geput voor een analyse <br />
van schoolkeuzemotieven van ouders. <br />
Gegevens van de Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong> zijn gebruikt voor de analyse van leefbaarheid van kernen <br />
<strong>in</strong> relatie tot de ontwikkel<strong>in</strong>gen van <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> per school. <br />
Schoolbesturen en gemeentebesturen zijn gevraagd of en zo ja welke prognoses zij gebruiken bij het <br />
maken van beleidskeuzes ten aanzien van hun scholen of de scholen <strong>in</strong> hun gemeente. <br />
Voor de voorspell<strong>in</strong>g van het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen wordt gebruik gemaakt van de prov<strong>in</strong>ciale <br />
bevolk<strong>in</strong>gsprognose 2009 ( http://prov<strong>in</strong>cie.zeeland.nl/wonen/bevolk<strong>in</strong>g/cijfers/ ). Deze prognose is <br />
een actualiser<strong>in</strong>g van de prognose zoals gepubliceerd <strong>in</strong> ‘Onverkende paden’. <br />
10
Hoofdstuk 3 <br />
Organisatie van het Zeeuwse basisonderwijs <br />
3.1 Denom<strong>in</strong>aties <br />
Het basisonderwijs <strong>in</strong> Nederland is georganiseerd <strong>in</strong> richt<strong>in</strong>gen of denom<strong>in</strong>aties. Er zijn drie <br />
hoofdricht<strong>in</strong>gen: <br />
-‐<br />
-‐<br />
-‐<br />
Openbaar onderwijs <br />
Bijzonder onderwijs <br />
Samenwerk<strong>in</strong>gsscholen, comb<strong>in</strong>atie van openbaar en bijzonder onderwijs <br />
B<strong>in</strong>nen het bijzonder onderwijs is onderscheid te maken tussen bijzonder onderwijs op confessionele <br />
grondslag (bijvoorbeeld het onderwijs met een Rooms-‐Katholieke identiteit) en overig bijzonder <br />
onderwijs (bijvoorbeeld het Montessori-‐onderwijs). B<strong>in</strong>nen het bijzonder onderwijs zijn het <br />
Protestants-‐Christelijk onderwijs en Rooms-‐Katholiek onderwijs de grootste zuilen. Er zijn ook <br />
voorbeelden <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> van <strong>in</strong>terconfessionele samenwerk<strong>in</strong>gsbesturen (zowel Rooms-‐Katholiek als <br />
Protestants-‐Christelijk). In Zeeuws-‐Vlaanderen is recent een bestuurlijke fusie tussen openbaar <br />
onderwijs (OpenBasis) en een bestaand <strong>in</strong>terconfessioneel (RK-‐PC) bestuur (De L<strong>in</strong>ie) tot stand <br />
gekomen. <br />
In <strong>Zeeland</strong> is er één voorbeeld van een samenwerk<strong>in</strong>g tussen openbaar en bijzonder onderwijs, <br />
namelijk De Lonneboot <strong>in</strong> Nieuw-‐ en S<strong>in</strong>t Joosland. Dit is een samenwerk<strong>in</strong>g tussen een Protestants-‐<br />
Christelijke school en een Openbare school, die bestuurlijk is ondergebracht bij de bestuurskoepel <br />
Archipelscholen (openbaar onderwijs). De Protestants-‐Christelijke én Openbare identiteit worden op <br />
deze school nadrukkelijk gewaarborgd. <br />
3.2 Schoolbesturen <br />
Basisonderwijs wordt gegeven <strong>in</strong> scholen. Deze scholen kunnen als zelfstandige eenheid functioneren <br />
of samen met een of meer andere basisscholen vallen onder één bestuurlijke eenheid. Aan het e<strong>in</strong>d <br />
van de vorige eeuw heeft zich als gevolg van veranderde wetgev<strong>in</strong>g rond opricht<strong>in</strong>g en <br />
<strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van basisscholen een forse bestuurlijke schaalvergrot<strong>in</strong>g voltrokken, waardoor het <br />
verschijnsel ‘een-‐pitter’ (een schoolbestuur die één school op één locatie bestuurt) veel m<strong>in</strong>der <br />
voorkomt. <br />
Op 1 januari 2010 zijn er 60 schoolbesturen die regulier primair onderwijs verzorgen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. <br />
Onder deze schoolbesturen bev<strong>in</strong>den zich 26 schoolbesturen die meerdere scholen besturen, 23 <br />
scholen die vertegenwoordigd zijn <strong>in</strong> een federatie en 11 een-‐pitters. <br />
De volgende schoolbesturen hebben meerdere scholen onder zich 1 : <br />
1. Alpha Scholengroep, ver. voor Christelijk Basisonderwijs <strong>in</strong> Zuid-‐Beveland (pc) <br />
2. Archipel, Openbaar Primair <strong>Onderwijs</strong> Walcheren (o) <br />
3. Sticht<strong>in</strong>g De L<strong>in</strong>ie, st. voor Rooms-‐Katholiek en Protestants Christelijk <strong>Onderwijs</strong> (pc en rk) <br />
4. St. Samen <strong>Onderwijs</strong> Maken (SOM) (o) <br />
1 Tussen haakjes zijn de denom<strong>in</strong>atie(s) vermeld: pc= Protestants-‐Christelijk, rk= Rooms-‐Katholiek, ob=overig bijzonder, <br />
ref=reformatorisch, o= openbaar <br />
11
5. Octho, St. Openbaar Primair <strong>Onderwijs</strong> Tholen (o) <br />
6. St. voor Openbaar Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>in</strong> de gemeenten Noord-‐Beveland en Goes, NOBEGO (o) <br />
7. Openbaar <strong>Onderwijs</strong> Borsele (o) <br />
8. Perspectief, verenig<strong>in</strong>g voor Protestants-‐Christelijk en Rooms-‐Katholiek <strong>Onderwijs</strong> te <br />
Vliss<strong>in</strong>gen (pc/rk) <br />
9. Primas-‐scholengroep, verenig<strong>in</strong>g. voor Christelijk Basis<strong>Onderwijs</strong> <strong>in</strong> de gemeenten Veere en <br />
Noord-‐Beveland (pc) <br />
10. Radar, Verenig<strong>in</strong>g voor Protestants-‐Christelijk <strong>Onderwijs</strong> Schouwen (pc) <br />
11. Scholengroep ProBaz, Ver. Protestants-‐Christelijk Basisonderwijs Midden Zeeuws-‐Vlaanderen <br />
(pc) <br />
12. St. Confessioneel Basisonderwijs West Zeeuws-‐Vlaanderen, SCOBA (pc, rk/pc en rk) <br />
13. St. Openbaar Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>in</strong> de gemeente Sluis, St. Escaldascholen (o) <br />
14. St. Katholiek <strong>Onderwijs</strong> Borsele (SKOB) (rk) <br />
15. St. Facetscholen voor openbaar primair onderwijs te Kapelle (o) <br />
16. St. voor Katholiek <strong>Onderwijs</strong> <strong>in</strong> Midden Zeeuws-‐Vlaanderen, Kapriom (rk) <br />
17. St. Katholiek <strong>Onderwijs</strong> Hulst (rk) <br />
18. St. Openbaar Basisonderwijs Schouwen-‐Duiveland OBASE (o) <br />
19. St. voor Rooms-‐Katholiek en <strong>in</strong>terconfessioneel basisonderwijs <strong>in</strong> Noord-‐ en Midden-‐ <br />
<strong>Zeeland</strong>, st. Prisma (rk en rk/pc) <br />
20. Ver. Prot. Chr. <strong>Onderwijs</strong> Tholen (pc) <br />
21. Ver. voor Chr. <strong>Onderwijs</strong> Middelburg (pc) <br />
22. Open Basis, onderwijsorganisatie voor Openbaar Primair <strong>Onderwijs</strong> te Midden-‐ en Oost-‐ <br />
Zeeuws-‐Vlaanderen (o) <br />
23. St. Kath./Prot. Chr. Ond. Lowys Porqu<strong>in</strong> te Tholen en West Brabant (pc en rk) <br />
24. Landelijk <strong>Onderwijs</strong> Varende Kleuters (ob/pc/rk/) <br />
25. Ver. Gereformeerd Primair <strong>Onderwijs</strong> West-‐ Nederland (ref) <br />
26. Ver. De Vrije School (ob) <br />
In <strong>Zeeland</strong> is op 1 januari 2010 b<strong>in</strong>nen de reformatorische schoolbesturen, die wel nog vaak één <br />
enkele school bestuurden, een bestuurlijke samenwerk<strong>in</strong>g (federatie) tot stand gebracht, waardoor <br />
schaalvergrot<strong>in</strong>g verder wordt doorgevoerd. De Federatie <strong>Zeeland</strong> West en de Federatie Noord-‐ en <br />
Oost <strong>Zeeland</strong> zullen dan als één federatie verder gaan. Het gaat om de volgende schoolbesturen. <br />
1. Ver. tot het verstrekken van <strong>Onderwijs</strong> op Gereformeerde Grondslag te Middelburg (Herman <br />
Faukeliusschool te Middelburg en de Petrus Immenschool te Middelburg ) <br />
2. Ver. tot het verstrekken van basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Aagtekerke (Jhr. <br />
W. Versluysschool te Aagtekerke) <br />
3. Ver. tot het verstrekken van onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Borssele (Ds. G.H. <br />
Kerstenschool te Borssele) <br />
4. Ver. voor Christelijk basisonderwijs op reformatorisch grondslag te Goes (Koelmanschool) <br />
5. Ver. tot het verstrekken van basisonderwijs op gereformeerde grondslag te ’s-‐Gravenpolder <br />
(Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Julianaschool te ’s-‐Gravenpolder) <br />
6. Ver. tot het verstrekken van christelijk basisonderwijs op reformatorische grondslag te <br />
Kapelle-‐Biezel<strong>in</strong>ge en omgev<strong>in</strong>g (Juliana van Stolbergschool te Kapelle) <br />
7. Ver. tot het verstrekken van onderwijs op gereformeerde grondslag te Krabbendijke (De <br />
Julianaschool te Krabbendijke) <br />
12
8. Ver. tot het verstrekken van basisonderwijs op Reformatorische Grondslag te Kru<strong>in</strong><strong>in</strong>gen (Dr. <br />
A. Comrieschool te Kru<strong>in</strong><strong>in</strong>gen) <br />
9. Ver. tot het verstrekken van basisonderwijs op reformatorische grondslag te Meliskerke <br />
(Boazschool te Meliskerke) <br />
10. Ver. School met de Bijbel te Nieuwerkerk (School met de Bijbel te Nieuwerkerk) <br />
11. Ver. tot het verstrekken van basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Oostdijk <br />
(Christelijke basisschool “De Bornput” te Oostdijk) <br />
12. Ver. tot het verstrekken van basisonderwijs op Reformatorische Grondslag te Oosterland, <br />
(Ds. J. Bogermanschool te Oosterland) <br />
13. Ver. voor christelijk basisonderwijs op reformatorische grondslag te Oostkapelle (Eben-‐<br />
Haëzerschool te Oostkapelle) <br />
14. Ver. voor het verstrekken van Reformatorisch onderwijs op Gereformeerde Grondslag te <br />
Rilland (Christelijke School “De Zandbaan” te Rilland) <br />
15. Ver. tot verstrekken van onderwijs op Reformatorische Grondslag te Scherpenisse (Groen van <br />
Pr<strong>in</strong>stererschool te Scherpenisse) <br />
16. Ver. tot sticht<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van Scholen met de Bijbel te S<strong>in</strong>t Annaland (School met <br />
de Bijbel te S<strong>in</strong>t Annaland) <br />
17. Ver. De school met de Bijbel te S<strong>in</strong>t Maartensdijk (Juliana van Stolbergschool te S<strong>in</strong>t <br />
Maartensdijk) <br />
18. Sticht<strong>in</strong>g Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te S<strong>in</strong>t Philipsland (Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <br />
Julianaschool te S<strong>in</strong>t Philipsland) <br />
19. Ver. voor basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Tholen (Eben-‐Haëzerschool te <br />
Tholen) <br />
20. Ver. tot het verstrekken van schoolonderwijs op reformatorische grondslag te Vliss<strong>in</strong>gen <br />
(Graaf Jan van Nassauschool te Vliss<strong>in</strong>gen) <br />
21. Ver. tot het verstrekken van onderwijs op Gereformeerde Grondslag te Waarde (Christelijke <br />
School “D’n Akker” te Waarde) <br />
22. Ver. voor het verstrekken van basisonderwijs op reformatorische grondslag te <br />
Wolphaartsdijk (Johannes Calvijnschool te Wolphaartsdijk) <br />
23. Ver. tot verstrekken van Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Yerseke (Ds. G.H. <br />
Kerstenschool te Yerseke) <br />
In <strong>Zeeland</strong> zijn de volgende schoolbesturen zogenaamde een-‐pitters, deze besturen één school. <br />
1. Bestuur Vliss<strong>in</strong>gse Schoolverenig<strong>in</strong>g (school van VSV)(ob) <br />
2. Montessori Verenig<strong>in</strong>g Tholen (De Kraal) (ob) <br />
3. Montessori Verenig<strong>in</strong>g <strong>Zeeland</strong> (Montessorischool te Goes) (ob) <br />
4. Sticht<strong>in</strong>g voor basisonderwijs op algemene grondslag te Middelburg (ABS) (ob) <br />
5. Ver. tot bevord van Chr Sch Ond (Op Dreef te Bru<strong>in</strong>isse) (pc) <br />
6. St. tot Verstr. Ond. Geref. Grondslag Uitg GG <strong>in</strong> Ned (Joos van Larenschool te Arnemuiden) <br />
(ref) <br />
7. St. tot het verstrekken van <strong>Onderwijs</strong> op Gereformeerde Grondslag Goes (Dr. C. <br />
Steenblokschool) (ref) <br />
8. St. Vrije School <strong>Zeeland</strong> Middelburg (Vrije School <strong>Zeeland</strong>) (ob) <br />
9. St. tot Verstr Ond op Gg Uitg Geref Gem <strong>in</strong> Ned (Rehobothschool te Stavenisse) (ref) <br />
13
10. Ver. tot Verstr van <strong>Onderwijs</strong> op Gereformeerde Grondslag Terneuzen (Ds D. L. <br />
Aangeenbrugschool) (ref) <br />
11. St. Verstr Ond op Geref Grondslag Ger Gem <strong>in</strong> Ned (Ds Pieter van Dijkeschool te Bru<strong>in</strong>isse) <br />
(ref) <br />
3.3 Basisscholen en leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
Op 1 oktober 2009 telde het Cfi <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> 233 basisscholen. Dat zijn basisscholen met een apart <br />
BRIN-‐nummer (het door het m<strong>in</strong>isterie van OCW toegekende unieke nummer voor een school, <br />
waaraan ook de bekostig<strong>in</strong>g is gekoppeld). Daarmee heeft een gemiddelde basisschool <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
149 leerl<strong>in</strong>gen. Een gemiddelde basisschool <strong>in</strong> Nederland heeft 225 leerl<strong>in</strong>gen (Inspectie van het <br />
onderwijs, 2010). Het basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> is kle<strong>in</strong>schalig. <br />
De kle<strong>in</strong>ste school ligt <strong>in</strong> Zaamslag en telt 19 leerl<strong>in</strong>gen. Deze school verhuist b<strong>in</strong>nenkort, samen met <br />
een andere school <strong>in</strong> Zaamslag, naar Othene, de nieuwste uitbreid<strong>in</strong>gswijk van Terneuzen. Er mag <br />
verwacht worden dat de <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> op deze scholen daardoor zullen toenemen. In de kern <br />
Zaamslag blijft dan nog een school gevestigd. De grootste school staat <strong>in</strong> Middelburg en heeft 549 <br />
leerl<strong>in</strong>gen. <br />
Scholen kunnen ook nevenvestig<strong>in</strong>gen hebben. Deze nevenvestig<strong>in</strong>gen worden lokaal ook veelal <br />
gewoon als aparte scholen gezien, maar zijn het feitelijk niet (bekostig<strong>in</strong>gssystematiek). In vijf <br />
gemeenten zijn scholen met nevenvestig<strong>in</strong>gen (Borsele, Middelburg, Reimerswaal, Schouwen-‐<br />
Duiveland, Vliss<strong>in</strong>gen). In Borsele heeft één school zelfs drie nevenvestig<strong>in</strong>gen. De kle<strong>in</strong>ste <br />
nevenvestig<strong>in</strong>g (de schoollocatie <strong>in</strong> Ellewoutsdijk) heeft <strong>in</strong>middels al drie jaar achter elkaar m<strong>in</strong>der <br />
dan 23 leerl<strong>in</strong>gen. Deze schoollocatie heeft dan ook ondanks alle protesten en acties vanuit de kern <br />
en de gemeente haar deuren moeten sluiten. De kle<strong>in</strong>ste nevenvestig<strong>in</strong>g staat nu <strong>in</strong> 's-‐Heer <br />
Abtskerke met 36 leerl<strong>in</strong>gen. Niet alle schoollocaties <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> zijn bekend bij het Cfi. Zo zijn <strong>in</strong> de <br />
gemeente Middelburg en Vliss<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong> de kern Schore locaties waar basisonderwijs wordt <br />
gegeven, maar die niet als scholen of nevenvestig<strong>in</strong>gen staan geregistreerd en dus ook niet als <br />
zodanig worden bekostigd door het rijk. <br />
We noemen verder <strong>in</strong> dit rapport locaties waar basisonderwijs wordt gegeven gewoon scholen. Dit <br />
geldt voor de bij het CFI bekende nevenvestig<strong>in</strong>gen én de schoollocatie <strong>in</strong> Schore. <br />
Op 1 oktober 2009 zijn er 35 scholen met m<strong>in</strong>der dan 50 leerl<strong>in</strong>gen en 78 scholen met m<strong>in</strong>der dan 80 <br />
leerl<strong>in</strong>gen. <br />
schoolgrootte <br />
m<strong>in</strong>der dan 23 ll 23-‐50 ll 50-‐80 ll 80-‐100 ll 100 of meer ll Totaal <br />
regio <br />
Oosterschelderegio 2 16 19 13 68 118 <br />
Walcheren 0 4 5 5 40 54 <br />
Zeeuws-‐Vlaanderen 1 12 19 6 34 72 <br />
Totaal 3 32 43 24 142 244 <br />
Tabel 1 Aantal scholen naar leerl<strong>in</strong>genaantal per regio 1 oktober 2009 <br />
14
In 2002 waren er nog 252 basisschoollocaties. In de periode 2002-‐2009 zijn twee scholen opgeheven; <br />
een Protestants-‐Christelijke school <strong>in</strong> Colijnsplaat en een openbare basisschool <strong>in</strong> Noordgouwe. Deze <br />
laatste was ook de enige basisschool <strong>in</strong> Noordgouwe. In zes kernen zijn steeds twee scholen tot één <br />
nieuwe school gefuseerd (Arnemuiden, Breskens, Meliskerke, Sas van Gent, Schoondijke, <br />
Vliss<strong>in</strong>gen). <br />
Op 1 oktober 2009 zijn er 39 scholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> met m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen dan de gemeentelijke <br />
opheff<strong>in</strong>gsnorm die geldt voor basisscholen. Alleen <strong>in</strong> de gemeenten Sluis en Noord-‐Beveland <br />
hebben alle scholen nog steeds meer leerl<strong>in</strong>gen dan de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm. <br />
Basisschoolleerl<strong>in</strong>gen 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 <br />
BORSELE 2413 2430 2441 2462 2423 2389 2371 2342 <br />
GOES 3550 3551 3544 3575 3573 3508 3496 3439 <br />
HULST 2375 2370 2400 2394 2401 2412 2385 2277 <br />
KAPELLE 1235 1248 1212 1211 1284 1277 1298 1332 <br />
MIDDELBURG 4472 4518 4530 4554 4569 4585 4557 4576 <br />
NOORD-‐BEVELAND 557 551 565 571 570 579 565 558 <br />
REIMERSWAAL 2373 2380 2425 2421 2392 2410 2395 2368 <br />
SCHOUWEN-‐<br />
DUIVELAND 3229 3225 3255 3227 3164 3172 3126 3090 <br />
SLUIS 2085 2063 2004 1955 1928 1851 1816 1766 <br />
TERNEUZEN 5112 4996 4965 4895 4810 4769 4702 4594 <br />
THOLEN 2851 2891 2885 2908 2948 2919 2829 2813 <br />
VEERE 2296 2291 2296 2263 2249 2239 2183 2101 <br />
VLISSINGEN 3905 3842 3737 3714 3629 3608 3558 3498 <br />
ZEELAND <br />
36453 36356 36259 36150 35940 35718 35281 34754 <br />
Tabel 2 Totaal aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen per gemeente, 2002-‐ 2009 <br />
Het leerl<strong>in</strong>genaantal is tussen 2002 en 2009 gedaald met 1.699 leerl<strong>in</strong>gen. Het sterkst daalden de <br />
<strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <strong>in</strong> de gemeenten Sluis, Terneuzen en Vliss<strong>in</strong>gen. In Middelburg en Kapelle was <br />
nog sprake van een stijg<strong>in</strong>g van het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen. <br />
15
Figuur 2 Ontwikkel<strong>in</strong>g basisschoolleerl<strong>in</strong>gen per gemeente, 2002-‐ 2009 <br />
In <strong>Zeeland</strong> gaan de meeste leerl<strong>in</strong>gen naar een openbare school, gevolgd door PC-‐scholen. Tussen <br />
2002 en 2009 is het aantal leerl<strong>in</strong>gen op Zeeuwse basisscholen met 5% gedaald. De grootste dal<strong>in</strong>g <br />
zien we bij het openbaar onderwijs, gevolgd door het RK-‐onderwijs. Het overig bijzonder onderwijs <br />
(o.a. Vrije School en Montessori-‐onderwijs) heeft een kle<strong>in</strong>e groei van het leerl<strong>in</strong>genaantal weten te <br />
realiseren. <br />
Figuur 3 Ontwikkel<strong>in</strong>g aantal Zeeuwse basisschoolleerl<strong>in</strong>gen naar richt<strong>in</strong>g, 2002-‐ 2009 <br />
De bevolk<strong>in</strong>gsopbouw van <strong>Zeeland</strong> <strong>in</strong> 2010 laat duidelijk zien dat <strong>Zeeland</strong> sterk vergrijsd is en <br />
ontgroend (zie figuur 4). Elk leeftijdscohort <strong>in</strong> het basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> (totaal aantal van een <br />
bepaalde leeftijd) was tot voor kort steeds ruim boven de 4.000 leerl<strong>in</strong>gen groot. In de grafiek is goed <br />
te zien dat de afname van k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de basisschoolleeftijd <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> zich voltrekt ‘van onder op’, <br />
dat wil zeggen startend bij de jongste leeftijdscohorten. <br />
16
Figuur 4 Bevolk<strong>in</strong>gsopbouw <strong>Zeeland</strong> 2010 (Bron:CBS) <br />
De verhoud<strong>in</strong>g tussen het aantal leerl<strong>in</strong>gen op basisscholen en de basisgeneratie (4 t/m 11-‐jarigen en <br />
30% van de 12-‐jarigen) is door de jaren heen stabiel en ligt voor <strong>Zeeland</strong> op 93%. Er is dus sprake van <br />
enige ‘weglek’ uit het regulier basisonderwijs <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> (naar andere prov<strong>in</strong>cies, naar België en naar <br />
het speciaal onderwijs). Bij de prognoses zullen we hiermee reken<strong>in</strong>g houden. <br />
3.4 Schoolkeuze <br />
Ouders zijn vrij <strong>in</strong> het kiezen van een school voor hun k<strong>in</strong>d. Ouders zijn ook de primair <br />
verantwoordelijken voor de opvoed<strong>in</strong>g van hun k<strong>in</strong>d(eren). Zij hebben dus een belangrijke bepalende <br />
<strong>in</strong>vloed op de schoolgrootte. Dit wordt des te belangrijker voor een school die <strong>in</strong> de gevarenzone zit <br />
wat leerl<strong>in</strong>genaantal betreft. In 1994 is <strong>in</strong> Zeeuwse steden uitgebreid onderzoek gedaan naar <br />
schoolkeuzeprocessen (Van der Wouw, 1994). Daaruit bleek dat ouders aangeven de afstand tot een <br />
school als een belangrijk gegeven te beschouwen bij de keuze, dat voor hen vaak denom<strong>in</strong>atie <br />
m<strong>in</strong>der belangrijk is en dat zij van de kwaliteit van scholen we<strong>in</strong>ig afweten, maar er graag op zouden <br />
willen kiezen. Inmiddels is <strong>in</strong> de communicatie van scholen rond de kwaliteit van de school veel <br />
verbeterd en zijn ouders onder andere via openbare <strong>in</strong>spectierapporten beter <strong>in</strong> staat die kwaliteit te <br />
volgen. <br />
17
In het onderzoek van de Jeugdmonitor <strong>Zeeland</strong> wordt om de vier jaar alle ouders <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> van <br />
k<strong>in</strong>deren die de vierjarige leeftijd bereiken <strong>in</strong> dat jaar gevraagd naar hun schoolkeuzemotieven (hier <br />
tellen alle k<strong>in</strong>deren mee, dus ook de k<strong>in</strong>deren die naar het speciaal onderwijs gaan). <br />
Daarbij kunnen zij aangeven wat voor hen de twee belangrijkste redenen zijn om een basisschool te <br />
kiezen voor hun k<strong>in</strong>d en welke de twee m<strong>in</strong>st belangrijke redenen zijn (voor een overzicht van <br />
antwoordmogelijkheden zie figuur 6). Dit onderzoek is uitgevoerd <strong>in</strong> de jaren 2001, 2005 en 2009. <br />
Figuur 5 Redenen voor schoolkeuze <br />
De nabijheid van de school wordt daarbij steeds het meest genoemd als een van de twee <br />
belangrijkste schoolkeuzemotieven en het blijkt tussen 2001 en 2009 door een toenemend aantal <br />
ouders als zodanig genoemd te worden. Ook de argumenten dat de school dezelfde <br />
levensovertuig<strong>in</strong>g als de ouder aanhangt en dat het de beste school <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g is worden door <br />
meer ouders belangrijk gevonden. In kernen waar geen school is, wordt het kwaliteitsargument vaker <br />
belangrijk genoemd, terwijl levensbeschouw<strong>in</strong>g en afstand voor m<strong>in</strong>der ouders belangrijk lijkt. <br />
In de gemeenten Hulst en Noord-‐Beveland v<strong>in</strong>den we <strong>in</strong> alle drie de onderzoeksjaren de meeste <br />
ouders die afstand belangrijk v<strong>in</strong>den. De aansluit<strong>in</strong>g bij de eigen manier van opvoeden en dat de <br />
school uitgaat van dezelfde levensbeschouw<strong>in</strong>g zijn daarna de twee meest genoemde motieven. <br />
In de gemeenten Tholen en Reimerswaal spelen deze motieven een duidelijk belangrijkere rol dan <strong>in</strong> <br />
de andere gemeenten van <strong>Zeeland</strong>. Dit hangt samen met het relatief grote aantal ouders met een <br />
reformatorisch religieuze achtergrond dat <strong>in</strong> die gemeenten woont. <br />
18
De motieven die het meest worden genoemd als onbelangrijk zijn dat de school veel leerl<strong>in</strong>gen aan <br />
HAVO/VWO weet af te leveren en of er we<strong>in</strong>ig buitenlanders op de school zitten. Wanneer we de als <br />
belangrijk aangemerkte motieven een positieve score 1 toekennen en de onbelangrijke motieven een <br />
negatieve score 1 toekennen en niet genoemde motieven een 0, dan krijgen we zicht op het relatieve <br />
belang van de motieven voor ouders. In de volgende figuur zijn de gemiddelde scores voor alle drie <br />
de jaren tezamen per motief weergegeven. Ook dan blijkt dat afstand het meest belangrijke motief <br />
is. Voor een meerderheid (54%) is het een zeer belangrijk motief, terwijl het voor 12% van de ouders <br />
een zeer onbelangrijk motief is. <br />
Figuur 6 Belang van schoolkeuzemotieven <br />
Er zijn grote verschillen tussen woonplaatsen en de mate waar<strong>in</strong> ouders aangeven de nabijheid van <br />
een school het belangrijkst te v<strong>in</strong>den. In Tholen, Nieuwdorp, Rilland, Noordgouwe en Serooskerke <br />
op Schouwen-‐Duiveland geven zelfs meer ouders aan het één van de twee onbelangrijkste motieven <br />
te v<strong>in</strong>den dan het aantal ouders dat het als één van de twee belangrijkste motieven aanmerkt. <br />
Daaronder zijn twee kernen (Noordgouwe en Serooskerke) waar geen basisschool meer is. <br />
In Oudelande, Kattendijke, Overslag, Schore en Waterlandkerkje daarentegen geeft 100% van de <br />
ouders aan dat de nabijheid van de school voor hen één van de twee belangrijkste redenen is voor de <br />
schoolkeuze. Daaronder zijn tenm<strong>in</strong>ste twee woonplaatsen waar de basisschool <strong>in</strong> de gevarenzone <br />
zit (Schore en Waterlandkerkje). <br />
19
De aan-‐ of afwezigheid van een school lijkt daarmee een duidelijke <strong>in</strong>vloed te hebben op het belang <br />
dat ouders hechten aan de nabijheid. Vanwege de kle<strong>in</strong>e aantallen is een def<strong>in</strong>itieve conclusie hier <br />
niet mogelijk. <br />
3.5 Verdel<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen over de kernen <br />
In de Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong> (Scoop, 2009) worden 127 kernen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> onderscheiden. Het <br />
<strong>in</strong>wonertal en ook de basisgeneratie voor het basisonderwijs (4-‐11-‐jarigen plus 30% van de 12-‐<br />
jarigen) varieert sterk over deze kernen. In tweederde van de kernen is de omvang van de <br />
basisgeneratie meer dan 100 k<strong>in</strong>deren. De verwacht<strong>in</strong>g is dat dit over tien jaar nog maar <strong>in</strong> iets meer <br />
dan de helft van de kernen het geval zal zijn. In een kwart van de kernen wonen dan m<strong>in</strong>der dan 50 <br />
k<strong>in</strong>deren van de basisschoolleeftijd. <br />
Omvang <br />
basisgeneratie <br />
2010 2021 (prognose) <br />
Aantal kernen % Aantal kernen % <br />
m<strong>in</strong>der dan 50 20 16 32 25 <br />
50-‐80 16 13 19 15 <br />
80-‐100 9 7 8 6 <br />
meer dan 100 82 65 68 54 <br />
Tabel 3 Kernen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> naar omvang van de basisgeneratie <br />
In zijn algemeenheid is de basisgeneratie <strong>in</strong> een kern een heel goede voorspeller van het aantal <br />
leerl<strong>in</strong>gen op de school of scholen <strong>in</strong> die kern. Figuur 7 maakt dit duidelijk. Oppervlakkig gezien kan <br />
dus de conclusie zijn dat het basisonderwijs een voorzien<strong>in</strong>g voor de kern is. <br />
In de kernen die boven de referentielijn liggen, gaan meer leerl<strong>in</strong>gen naar de basissch(o)ol(en) <strong>in</strong> die <br />
kern dan verwacht mag worden op basis van de omvang van de basisgeneratie. De school/scholen <strong>in</strong> <br />
deze kernen, vooral als zij ver boven de lijn uitkomen, trekken leerl<strong>in</strong>gen uit de omgev<strong>in</strong>g aan. Zij <br />
hebben daarmee een centrumfunctie voor het basisonderwijs en zijn te bestempelen als dragende <br />
kernen voor het basisonderwijs. Kernen die onder de referentelijn liggen ‘verliezen’ juist leerl<strong>in</strong>gen <br />
aan andere kernen. <br />
20
Figuur 7 Aantal leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> een kern naar de basisschool gaat afgezet tegen de basisgeneratie woonachtig <strong>in</strong> die kern. De <br />
referentielijn geeft de verwacht<strong>in</strong>g aan dat 95% van de basisgeneratie naar de basisschool gaat. <br />
Bij de stedelijke kernen valt op dat Goes en Middelburg het sterkst fungeren als dragende kern voor <br />
het basisonderwijs. Er zitten immers veel meer k<strong>in</strong>deren op school dan er wonen. Een of meerdere <br />
basisscholen trekken daar dus leerl<strong>in</strong>gen uit de omgev<strong>in</strong>g. Terneuzen heeft die functie ook, maar <br />
duidelijk m<strong>in</strong>der, terwijl de stad Vliss<strong>in</strong>gen die functie helemaal niet heeft. <br />
Wanneer we verder <strong>in</strong>zoomen zien we dat de conclusie dat het basisonderwijs een voorzien<strong>in</strong>g voor <br />
de kern is ook voor de dorpen duidelijk nuance behoeft. In een aantal kernen gaan beduidend meer <br />
leerl<strong>in</strong>gen naar school dan op basis van de omvang van de basisgeneratie mag worden verwacht, <br />
terwijl <strong>in</strong> een aantal kernen het omgekeerde het geval is. In het eerste geval trekt een kern dus ook <br />
leerl<strong>in</strong>gen (‘trekker’) uit de omgev<strong>in</strong>g, terwijl <strong>in</strong> het tweede geval leerl<strong>in</strong>gen weglekken (‘lekker’). Dit <br />
is overigens niet voor alle kernen altijd een stabiel gegeven. Door de jaren heen varieert die <br />
aantrekk<strong>in</strong>g en weglek per kern en kan een kern ook van trekker een lekker worden of omgekeerd. <br />
In figuur 8 is te zien dat Ellewoutsdijk, Schore en Retranchement kernen zijn die <strong>in</strong> 2002 nog ‘trekker’ <br />
waren, maar <strong>in</strong> 2009 duidelijk ‘lekker’ zijn geworden. Noordwelle en Dreischor zijn de meest <strong>in</strong> het <br />
oog spr<strong>in</strong>gen de voorbeelden van kernen die van ‘lekker’ naar ‘trekker’ zijn gegaan. <br />
21
Figuur 8 Mate waar<strong>in</strong> kern leerl<strong>in</strong>gen trekt/lekt <strong>in</strong> procenten van de basisgeneratie <strong>in</strong> 2002 en 2009<br />
De vraag is natuurlijk <strong>in</strong>teressant waarom de ene kern een ‘trekker’ is en de andere kern niet en <br />
waarom een kern aantrekk<strong>in</strong>gkracht w<strong>in</strong>t of verliest. Dat is echter niet gemakkelijk te beantwoorden <br />
omdat het schoolkeuzeproces zo sterk afhankelijk is van de specifieke context waar<strong>in</strong> die plaatsv<strong>in</strong>dt <br />
(Van der Wouw, 1994). Behalve algemene keuzemotieven en de identiteit en het imago van het <br />
onderwijsaanbod ter plaatse, speelt de praktische situatie van ouders bijvoorbeeld wat werk en de <br />
mogelijkheden van opvang betreft immers ook een belangrijke rol bij waar ouders hun k<strong>in</strong>deren <br />
uite<strong>in</strong>delijk naar school sturen. <br />
22
Figuur 9 Aantal leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> een kern naar de basisschool gaat afgezet tegen de basisgeneratie woonachtig <strong>in</strong> die kern. De <br />
referentielijn geeft de verwacht<strong>in</strong>g aan dat 95% van de basisgeneratie naar de basisschool gaat. Figuur gericht op kernen met <br />
basisgeneratie tussen 400-‐1100 k<strong>in</strong>deren. <br />
In het prov<strong>in</strong>ciale beleid worden de kernen Zierikzee, Tholen, Hulst en Oostburg aangemerkt als <br />
zogenaamde dragende kernen. Inwoners van omliggende kernen worden geacht <strong>in</strong> hun behoefte aan <br />
voorzien<strong>in</strong>gen gericht te zijn op deze dragende kern. Voor het basisonderwijs blijkt echter dat van de <br />
grotere plattelandskernen Axel nog het meest aanspraak kan maken op de titel dragende kern. Van <br />
kernen met een basisgeneratie van meer dan 400 k<strong>in</strong>deren heeft Axel immers relatief de meeste <br />
<strong>in</strong>stroom van elders. Hulst maakt de status als dragende kern voor wat het basisonderwijs betreft het <br />
m<strong>in</strong>st waar. Ook Bru<strong>in</strong>isse, Kapelle en He<strong>in</strong>kenszand zijn voor het basisonderwijs dragende kernen. <br />
Opmerkelijk is dat <strong>in</strong> ’s Gravenpolder, een kern die door de gemeente Borsele als dragend wordt <br />
gezien, juist sprake is van weglek. En ook de grotere kernen <strong>in</strong> de gemeente Reimerswaal blijken voor <br />
het onderwijs geen dragende kernen te zijn. <br />
23
Figuur 10 Aantal leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> een kern naar de basisschool gaat afgezet tegen de basisgeneratie woonachtig <strong>in</strong> die kern. De <br />
referentielijn geeft de verwacht<strong>in</strong>g aan dat 95% van de basisgeneratie naar de basisschool gaat. Figuur gericht op kernen met <br />
basisgeneratie tussen 200-‐400 k<strong>in</strong>deren. <br />
In de Zeeuwse kernen met een basisgeneratie tussen de 200 en 400 k<strong>in</strong>deren zien we ook kernen <br />
waar meer k<strong>in</strong>deren op school zitten dan verwacht op basis van het aantal <strong>in</strong> de kern wonende <br />
k<strong>in</strong>deren. Breskens, Kloosterzande, Oostkapelle, Aagtekerke en Wolphaartsdijk spr<strong>in</strong>gen er het <br />
meest uit. Er zijn ook kernen waar de weglek relatief omvangrijk is, zoals <strong>in</strong> Cl<strong>in</strong>ge, Koewacht, <br />
Zaamslag, Sas van Gent, Hoek en Kloet<strong>in</strong>ge. <br />
In kernen met een basisgeneratie tussen 100 en 200 k<strong>in</strong>deren zien we vooral veel weglek <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-‐<br />
Laurens, Biezel<strong>in</strong>ge en Nieuw-‐Namen. Dat zijn kernen die tegen een andere kern aanliggen. In <br />
Nieuwdorp, Kortgene en Poortvliet is ook behoorlijke weglek. In Stavenisse en Borssele zien we juist <br />
veel k<strong>in</strong>deren van elders naar school gaan. In deze kernen zijn relatief grote reformatorische scholen <br />
gehuisvest. <br />
24
Figuur 11 Aantal leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> een kern naar de basisschool gaat afgezet tegen de basisgeneratie woonachtig <strong>in</strong> die kern. De <br />
referentielijn geeft de verwacht<strong>in</strong>g aan dat 95% van de basisgeneratie naar de basisschool gaat. Figuur gericht op kernen met <br />
basisgeneratie tussen 100-‐200 k<strong>in</strong>deren. <br />
25
In kernen met 50-‐100 k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de basisschoolleeftijd zien we dat uit Baarland, Hengstdijk, Eede, <br />
Nisse, Hoedekenskerke, Hoofdplaat en Scharendijke relatief veel k<strong>in</strong>deren elders naar school gaan. In <br />
Baarland gaat een ruime meerderheid van de k<strong>in</strong>deren naar een school buiten het dorp. In Renesse, <br />
Wilhem<strong>in</strong>adorp, Biggekerke, Kwadendamme en Ouwerkerk gaan juist (iets) meer k<strong>in</strong>deren naar <br />
school dan er wonen <strong>in</strong> die kernen. In Noordgouwe is geen basisschool meer. De scholen <strong>in</strong> <br />
Brouwershaven en Wissenkerke trekken duidelijk leerl<strong>in</strong>gen uit de omgev<strong>in</strong>g. <br />
Figuur 12 Aantal leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> een kern naar de basisschool gaat afgezet tegen de basisgeneratie woonachtig <strong>in</strong> die kern. De <br />
referentielijn geeft de verwacht<strong>in</strong>g aan dat 95% van de basisgeneratie naar de basisschool gaat. Figuur gericht op kernen met <br />
basisgeneratie tussen 50-‐100 k<strong>in</strong>deren. <br />
26
Figuur 13 Aantal leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong> een kern naar de basisschool gaat afgezet tegen de basisgeneratie woonachtig <strong>in</strong> die kern. De <br />
referentielijn geeft de verwacht<strong>in</strong>g aan dat 95% van de basisgeneratie naar de basisschool gaat. Figuur gericht op kernen met <br />
basisgeneratie tot 50 k<strong>in</strong>deren. <br />
In de kernen met een basisgeneratie tot 50 k<strong>in</strong>deren zien we dat 7 kernen <strong>in</strong>middels geen <br />
basisschool meer hadden <strong>in</strong> 2009. Daar is <strong>in</strong>middels ook Ellewoutsdijk bij gekomen. Ellemeet en <br />
Noordwelle hebben opvallend veel leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot de basisgeneratie. Bijna de helft van <br />
de k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> Terhole gaat elders naar school. <br />
In het licht van de dalende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> v<strong>in</strong>den we <strong>in</strong> kernen met een basisgeneratie tot 50 <br />
k<strong>in</strong>deren de kernen met een basisschool die <strong>in</strong> de echte gevarenzone zitten. Hier is de kans het <br />
grootst dat zij het vereiste aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de toekomst niet meer zullen halen. <br />
27
3.6 <strong>Afnemende</strong> <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <br />
In de periode 2002-‐2009 is de basisgeneratie voor het basisonderwijs en ook het aantal leerl<strong>in</strong>gen op <br />
de basisschool <strong>in</strong> de kern <strong>in</strong> het merendeel van de Zeeuwse kernen <strong>in</strong> omvang afgenomen. In 83 <br />
kernen daalde ook het aantal leerl<strong>in</strong>gen op de <strong>in</strong> de kern gevestigde basisschool of –scholen. In 32 <br />
kernen is het aantal juist gestegen. De grootste dalers zijn de steden Vliss<strong>in</strong>gen (-‐321), Terneuzen (-‐<br />
206) en de kern Breskens (-‐117). Grootste stijger is Middelburg (+187), gevolgd door Tholen (+99). <br />
Figuur 14 Ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> basisgeneratie en basisschoolleerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de Zeeuwse kernen 2002-‐2009. <br />
Grijpskerke is een van de we<strong>in</strong>ige kernen waar het aantal leerl<strong>in</strong>gen op de basisschool is gestegen <br />
terwijl het aantal k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de basisschoolleeftijd is afgenomen. Dit is het gevolg geweest van de <br />
sluit<strong>in</strong>g van een school <strong>in</strong> Meliskerke. Serooskerke op Walcheren, Sas van Gent en Axel zijn <br />
voorbeelden van kernen waar juist de basisscholen m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen kregen, terwijl de <br />
basisgeneratie groeide. Voor Axel betekende dit dat de aantrekk<strong>in</strong>gskracht van elders is afgenomen, <br />
terwijl bij Serooskerke en Sas van Gent de weglek is versterkt. <br />
3.7 Kernen met meer dan één school <br />
In <strong>Zeeland</strong> is <strong>in</strong> de meerderheid van de kernen maximaal één school aanwezig (tabel 4). De <br />
problematiek van afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> speelt echter niet alleen <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>e kernen van <br />
<strong>Zeeland</strong>, waar de school uit het dorp dreigt te verdwijnen. Ook <strong>in</strong> dorpen en steden waar nog meer <br />
dan één school staat, vormen afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <strong>in</strong> toenemende mate een bedreig<strong>in</strong>g <br />
voor het voortbestaan van scholen. Ook daar treffen we immers nu al scholen aan met m<strong>in</strong>der <br />
leerl<strong>in</strong>gen dan de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm. <br />
28
Aantal scholen <strong>in</strong> <br />
de kern <br />
Aantal kernen <br />
Gemiddelde <br />
omvang <br />
basisgeneratie <br />
0 8 29 <br />
1 66 109 <br />
2 28 241 <br />
3 15 472 <br />
4 > 10 1609 <br />
Totaal 127 294 <br />
Tabel 4 scholen, kernen en basisgeneratie <br />
De problematiek wordt hier wel anders beleefd omdat het niet de laatste school <strong>in</strong> de kern betreft. <br />
Hier speelt vooral de thematiek van denom<strong>in</strong>aties en gaat het bij sluit<strong>in</strong>g van een school om verlies <br />
aan diversiteit van onderwijs. Het is moeilijk te voorspellen hoe schoolkeuzeprocessen zullen gaan <br />
verlopen wanneer bij fors afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> scholen <strong>in</strong> verhevigde concurrentie tot <br />
elkaar komen te staan. De reformatorische scholen hebben daarbij nog het meest uitgesproken <br />
profiel en gekende achterban. <br />
Er zijn nu 10 kernen met 4 of meer scholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. Daar is sprake is van een behoorlijke <br />
diversiteit aan keuzemogelijkheden voor ouders. In de vier stedelijke centra Middelburg, Vliss<strong>in</strong>gen, <br />
Goes en Terneuzen zijn <strong>in</strong> alle gevallen meer dan 10 scholen en dus ook meerdere scholen van <br />
eenzelfde denom<strong>in</strong>atie. In figuur 15 is te zien hoe de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit per kern over de <br />
prov<strong>in</strong>cie is verspreid. In grote delen van <strong>Zeeland</strong> is er slechts één denom<strong>in</strong>atie <strong>in</strong> een kern. <br />
Reimerswaal is de gemeente met de grootste denom<strong>in</strong>atieve diversiteit <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <strong>in</strong> haar kernen. <br />
29
Figuur 15 Denom<strong>in</strong>atieve diversiteit <strong>in</strong> het basisonderwijs per kern <br />
Door de afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> zal <strong>in</strong> de steden op wijkniveau eenzelfde <br />
<strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>gprobleem ontstaan als <strong>in</strong> de dorpen. Ook daar kan het gaan om het voortbestaan van <br />
de laatste school <strong>in</strong> de wijk of het verdwijnen van diversiteit aan denom<strong>in</strong>aties. De <strong>in</strong>gewikkelde <br />
regelgev<strong>in</strong>g rond <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g maakt het echter moeilijk om goede <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>gen te maken wat er <br />
gaat gebeuren. Bovendien zijn wijkgrenzen veel m<strong>in</strong>der hard dan dorpsgrenzen en ligt voor veel <br />
ouders <strong>in</strong> een wijk de meest nabij gelegen school juist <strong>in</strong> de naburige wijk. Hetzelfde geldt ook voor <br />
kernen die tegen elkaar aan liggen zoals Kapelle en Biezel<strong>in</strong>ge of Kloet<strong>in</strong>ge en Goes. <br />
3.8 Conclusies <br />
Het Zeeuwse basisonderwijs is bestuurlijk georganiseerd <strong>in</strong> denom<strong>in</strong>aties die we onder kunnen <br />
brengen <strong>in</strong> een zestal categorieën: Openbaar, PC, RK, Reformatorisch, Overig bijzonder en <br />
samenwerk<strong>in</strong>g pc/rk. In de afgelopen jaren heeft een aantal bestuurlijke fusies er voor gezorgd dat <br />
het aantal besturen die een enkele school bestuurt sterk is verm<strong>in</strong>derd. Daarbij zijn ook fusies tussen <br />
verschillende denom<strong>in</strong>aties. Dat betekent nog niet dat de identiteit van afzonderlijke scholen <br />
verandert. Op dit moment is er <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> slechts één voorbeeld van een echte <br />
samenwerk<strong>in</strong>gsschool. Daar waarborgt de openbare school ook de Protestants-‐Christelijke identiteit. <br />
Het bestuurlijk niveau van het basisonderwijs beg<strong>in</strong>t wel steeds meer de lokale en gemeentelijke <br />
context te overstijgen en zich op regionaal niveau te organiseren. In meer dan de helft van de <br />
Zeeuwse kernen staat slechts één school en is feitelijk geen sprake van denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
Afstand is voor de meeste ouders de belangrijkste reden om een school te kiezen. Er is daardoor een <br />
sterke relatie tussen de omvang van de basisgeneratie en het leerl<strong>in</strong>genaantal op de scholen <strong>in</strong> een <br />
kern. De Reformatorische gemeenschappen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> verkiezen nog het meest de denom<strong>in</strong>atieve <br />
keuze boven de school <strong>in</strong> de kern. Dat uit zich onder andere <strong>in</strong> relatief grote <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> die <br />
30
naar de reformatorische scholen gaan <strong>in</strong> Borssele en Stavenisse. Er zijn <strong>in</strong> 2009 <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> 8 kernen <br />
zonder basisschool. Deze kernen worden door de <strong>in</strong>woners niet als m<strong>in</strong>der leefbaar ervaren dan <br />
kernen met een basisschool. Als ouders geen school <strong>in</strong> hun eigen kern hebben, speelt de kwaliteit <br />
van de school een veel belangrijkere rol bij de schoolkeuze. Dit lijkt zelfs belangrijker dan de <br />
aansluit<strong>in</strong>g bij de eigen levensbeschouw<strong>in</strong>g. <br />
Omdat <strong>Zeeland</strong> bestaat uit veel (vaak kle<strong>in</strong>e) kernen zijn ook de basisscholen vaak kle<strong>in</strong>. Vanuit de <br />
<strong>in</strong>spectie van het onderwijs worden scholen als kle<strong>in</strong> bestempeld wanneer zij m<strong>in</strong>der dan 100 <br />
leerl<strong>in</strong>gen hebben, hetgeen betekent dat 42% van de scholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> kle<strong>in</strong>e scholen zijn. Vanuit <br />
bekostig<strong>in</strong>gsperspectief worden scholen zelfs al als kle<strong>in</strong> aangemerkt wanneer zij m<strong>in</strong>der dan 145 <br />
leerl<strong>in</strong>gen hebben en dan is 60% van de scholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> ‘kle<strong>in</strong>’. Dit betekent dat een ruime <br />
meerderheid van de basisscholen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> een kle<strong>in</strong>e scholentoeslag ontvangt. <br />
De wetgev<strong>in</strong>g rond de <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van scholen is vrij <strong>in</strong>gewikkeld, maar er zijn <strong>in</strong> 2009 <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> <br />
39 scholen met volgens de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm te we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen en drie scholen die <br />
zelfs m<strong>in</strong>der dan 23 leerl<strong>in</strong>gen hebben. De bevolk<strong>in</strong>gsopbouw van <strong>Zeeland</strong> laat zien dat er de <br />
komende jaren veel m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen de basisschool zullen <strong>in</strong>stromen dan dat er de basisschool <br />
zullen verlaten. Het basisonderwijs gaat fors krimpen. <br />
De sterke relatie tussen de omvang van de basisgeneratie <strong>in</strong> een kern en het aantal leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> die <br />
kern behoeft nuancer<strong>in</strong>g. De analyses van de verdel<strong>in</strong>g <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> en basisgeneratie laten <br />
zien dat er kernen zijn die duidelijk een centrumfunctie hebben voor de omgev<strong>in</strong>g, terwijl leerl<strong>in</strong>gen <br />
uit andere kernen ‘weglekken’. Dit is overigens een dynamisch gegeven en kan door de jaren heen <br />
verschuiven. Onder de kle<strong>in</strong>ere kernen treffen we m<strong>in</strong>der van deze dragende kernen aan dan onder <br />
de grote. <br />
31
Hoofdstuk 4 <br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gen <br />
4.1 Basisgeneratie <br />
Volgens de prov<strong>in</strong>ciale prognose zal het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen de komende 10 jaar afnemen <br />
met 17%. Ook daarna wordt nog een dal<strong>in</strong>g verwacht, maar die is m<strong>in</strong>der omvangrijk dan ons <strong>in</strong> de <br />
eerstkomende jaren te wachten staat. Niet <strong>in</strong> alle gemeenten zal die dal<strong>in</strong>g even sterk zijn. In Noord-‐<br />
Beveland en Sluis zijn de sterkste dal<strong>in</strong>gen te verwachten, terwijl de basisgeneraties <strong>in</strong> Middelburg en <br />
Reimerswaal welhaast stabiel blijven. <br />
Figuur 16 Afname basisgeneratie basisonderwijs, 2009-‐2020 (%) (Bron: Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong>) <br />
4.2 Prognoses van gemeenten <br />
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvest<strong>in</strong>g van basisscholen en laten mede daarom ook <br />
prognoses opstellen voor <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> per school. Pronexus BV levert voor de meeste <br />
gemeenten <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> deze prognoses aan. De gemeenten Noord-‐Beveland en Veere stellen zelf <br />
geen prognoses op voor het basisonderwijs. Zij hanteren de prognoses die ze ontvangen van <br />
schoolbesturen. Van drie andere gemeenten zijn geen gegevens ontvangen (Middelburg, Terneuzen, <br />
32
Vliss<strong>in</strong>gen). De meeste aangeleverde gemeentelijke prognoses stammen uit 2009 en zijn daarmee <br />
redelijk vergelijkbaar met de prov<strong>in</strong>ciale prognose. <br />
Pronexus maakt voor haar voorspell<strong>in</strong>gen gebruik van een door de VNG goedgekeurd <br />
prognosemodel. Daarbij worden herkomstgebieden van scholen gedef<strong>in</strong>ieerd (voed<strong>in</strong>gsgebieden) en <br />
wordt de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneraties voor deze voed<strong>in</strong>gsgebieden vooruit berekend. <br />
Vervolgens wordt op basis van deelnamepercentages de toestroom naar elke school berekend en <br />
gecontroleerd voor de uitstroom naar het speciaal onderwijs (ongeveer 5% van de basisgeneratie). In <br />
de prognose wordt ook gekeken naar de ruimte op de won<strong>in</strong>gmarkt. Concreet betekent dit dat het <br />
aantal won<strong>in</strong>gen (<strong>in</strong>clusief de geplande won<strong>in</strong>gbouw) <strong>in</strong> een gebied wordt meegewogen <strong>in</strong> de <br />
prognose. Belangrijke parameters <strong>in</strong> het model zijn daarmee enerzijds de historische verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <br />
de bevolk<strong>in</strong>gsopbouw en met name de geboorten per gebied (mutatiefactor) en anderzijds de te <br />
verwachten <strong>in</strong>stroom als gevolg van won<strong>in</strong>gbouwplannen. Gemeenten kunnen door veel <br />
won<strong>in</strong>gbouw te plannen derhalve een behoorlijke <strong>in</strong>vloed hebben op de prognoses. Er wordt <strong>in</strong> de <br />
prognoses geen reken<strong>in</strong>g gehouden met het niet doorgaan van won<strong>in</strong>gbouwplannen. Als <strong>in</strong> <br />
werkelijkheid de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> lager uitkomt dan de prognose, verwijst <br />
Pronexus daarbij vaak naar het niet gerealiseerd zijn van geplande won<strong>in</strong>gbouwprojecten. De <br />
volgende figuur laat voorspell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>genontwikkel<strong>in</strong>g zien die voor een aantal gemeenten <br />
zijn gemaakt. <br />
Figuur 17 Gemeentelijke prognoses ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> 2009-‐2020 (%) (Bron: Pronexus, gemeenten) <br />
Wanneer we de afname <strong>in</strong> de basisgeneratie per gemeente zoals door de Prov<strong>in</strong>ciale prognose 2009 <br />
voorspeld, vergelijken met deze gemeentelijke prognoses v<strong>in</strong>den we een systematisch verschil. De <br />
gemeentelijke prognoses zijn allemaal duidelijk optimistischer en voorspellen <strong>in</strong> Kapelle en <br />
Reimerswaal zelfs stijg<strong>in</strong>gen van <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong>. <br />
33
4.3 Prognoses van schoolbesturen <br />
Tien van de 60 schoolbesturen beschikken over prognoses die zijn uitgevoerd door een extern <br />
bureau. <br />
Twee schoolbesturen (Archipel en Open Basis) ontvangen prognoses van Buro Plann<strong>in</strong>g Verband <br />
Gron<strong>in</strong>gen. Zij doen dit aan de hand van het PVGpro prognosemodel. Deze prognosebereken<strong>in</strong>g is <br />
geheel uitgevoerd volgens de <strong>in</strong>houd van het programma van eisen voor leerl<strong>in</strong>genprognoses van de <br />
VNG. <br />
Vijf schoolbesturen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> ontvangen prognoses van de Bond Katholiek Primair <strong>Onderwijs</strong>, <br />
afdel<strong>in</strong>g plann<strong>in</strong>g en voorzien<strong>in</strong>gen. De besturenbond berekent de cijfers middels een valide <br />
prognosemodel. Daar<strong>in</strong> zijn ondermeer de demografische gegevens, de won<strong>in</strong>gvoorraad, het <br />
werv<strong>in</strong>gsgebied en het deelnamepercentage verwerkt. Het betreft de schoolbesturen Kapriom <br />
(Sticht<strong>in</strong>g Katholiek <strong>Onderwijs</strong> <strong>in</strong> Midden Zeeuws Vlaanderen, prognoses van scholen <strong>in</strong> de gemeente <br />
Terneuzen), Sticht<strong>in</strong>g Katholiek <strong>Onderwijs</strong> Borsele (prognoses van scholen <strong>in</strong> de gemeente Borsele), <br />
Sticht<strong>in</strong>g Katholiek <strong>Onderwijs</strong> Hulst (prognoses van scholen <strong>in</strong> de gemeente Hulst), sticht<strong>in</strong>g Prisma, <br />
Katholiek schoolbestuur (prognoses van scholen <strong>in</strong> de gemeenten Schouwen-‐Duiveland, Borsele, <br />
Vliss<strong>in</strong>gen, Middelburg , Goes en Reimerswaal) en Sticht<strong>in</strong>g De L<strong>in</strong>ie, Sticht<strong>in</strong>g voor P.C. en R.K. <br />
onderwijs (prognoses van scholen <strong>in</strong> de gemeenten Hulst en Terneuzen). De L<strong>in</strong>ie is <strong>in</strong>middels <br />
bestuurlijk gefuseerd met Open Basis en heet nu Sticht<strong>in</strong>g Leertij. <br />
Eén schoolbestuur, de Primas Scholengroep (Protestants-‐Christelijk <strong>Onderwijs</strong> voor de gemeenten <br />
Veere en Noord-‐ Beveland) liet <strong>in</strong> 2007 een prognose uitvoeren door de Besturenraad Protestants-‐<br />
Christelijk <strong>Onderwijs</strong>. <br />
Eén schoolbestuur, de Algemene Basisschool Middelburg (ABS), laat een prognose uitvoeren door <br />
VBS consult. <br />
Er was één schoolbestuur (Ver. voor Chr. <strong>Onderwijs</strong> Middelburg) die aangaf dat ze <strong>in</strong>cidenteel <br />
prognoses laat uitvoeren voor nieuwbouw en verbouw van scholen. Deze prognoses vragen ze altijd <br />
op bij de Besturenraad PCO <strong>in</strong> Voorburg (niet beschikbaar). <br />
Tenslotte laat één schoolverenig<strong>in</strong>g, de Landelijke Verenig<strong>in</strong>g voor <strong>Onderwijs</strong> aan Kleuters (LOVK) <br />
regelmatig onderzoek uitvoeren naar het <strong>in</strong>tegrale onderwijssysteem van de school door het <br />
onderzoeksbureau AHA Data. Een onderdeel van dit onderzoek is het laten opstellen van een <br />
leerl<strong>in</strong>genaantalprognose. Hiervoor maakte het onderzoeksbureau gebruik van drie bestanden (1-‐ de <br />
reeds <strong>in</strong>geschreven baby’s en peuters bij de LOVK, 2-‐ uitkomsten van de enquête gehouden onder <br />
toekomstige ouders waarvan de k<strong>in</strong>deren nog niet <strong>in</strong>geschreven zijn bij de LOVK en 3-‐ circa 22 <br />
k<strong>in</strong>deren die <strong>in</strong> juni 2004 op komst waren en dus <strong>in</strong> de afgelopen periode zijn geboren). <br />
Negenendertig schoolbesturen laten géén prognoses uitvoeren. Zij maken gebruik van gemeentelijke <br />
prognoses en/of maken zelf plann<strong>in</strong>gen. Deze laatste zijn korte termijn prognoses, variërend van de <br />
prognose van komend schooljaar tot 2015. Voor het zelf maken van korte termijn plann<strong>in</strong>gen <br />
hanteren schoolbesturen eigen bereken<strong>in</strong>gen, bijvoorbeeld op basis van de huidige <br />
<strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> of op basis van oktobertell<strong>in</strong>gen uit het verleden. Anderen nemen het <br />
gemiddelde van de <strong>in</strong>stroom <strong>in</strong> de afgelopen vier jaar, en dan <strong>in</strong> een tabel steeds de leerl<strong>in</strong>gen uit de <br />
huidige groepen een jaar op te laten schuiven. Een enkele directeur neemt ook de gemiddelde <br />
tussentijdse uitstroom mee. Reformatorische scholen baseren hun eigen bereken<strong>in</strong>gen op <br />
34
doopcijfers die ze van de kerken ontvangen. Er is ook een schoolbestuur die op basis van cijfers van <br />
peuterspeelzalen en geboortes <strong>in</strong> de kernen een prognose voor de komende tell<strong>in</strong>g opstelt. Sommige <br />
schoolbesturen maken gebruik van meerdere prognoses; de prognose die ze op laten stellen door de <br />
bond of een extern bureau, de prognose die ze zelf maken en de gemeentelijke prognose. <br />
Er is daarmee een heel divers palet aan methoden en tijdshorizons die schoolbesturen gebruiken. <br />
Het voert te ver om alle uitkomsten hier te bespreken en te beoordelen. Bovendien zijn alle goed <br />
uitgevoerde prognoses ‘waar’ als je <strong>in</strong> de uitgangspunten ervan gelooft. <br />
4.4 Prognoses per kern <br />
Het opstellen van prognoses voor specifieke scholen <strong>in</strong> een dynamische omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> het aantal <br />
leerl<strong>in</strong>gen sterk daalt en scholen hun deuren moeten sluiten is problematisch. Er ontstaat immers <br />
een verdeelprobleem dat sterk afhankelijk is van de veranderende schoolkeuzes van ouders. <br />
Het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen voorspellen dat over 10 jaar of nog later woont <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>e kern is <br />
eveneens niet gemakkelijk. Een groot deel van die leerl<strong>in</strong>gen is nu nog niet geboren en verhuiz<strong>in</strong>gen <br />
van enkele aankomende moeders of gez<strong>in</strong>nen met k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de basisschoolleeftijd kan het aandeel <br />
k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>e kern sterk beïnvloeden. <br />
Toch wagen we hier een pog<strong>in</strong>g om een gerichte <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van de omvang van de basisgeneratie <br />
per kern <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> te maken. Dit levert een beeld op aan de hand waarvan de discussie over de <br />
organisatie van het basisonderwijs gevoerd kan worden. We hanteren voor deze prognose de <br />
volgende methodiek. <br />
We gaan uit van de prov<strong>in</strong>ciale bevolk<strong>in</strong>gsprognose die aantallen geeft voor de basisgeneratie per <br />
gemeente. We nemen het prognosejaar 2021 als beste voorspeller van het aantal <br />
basisschoolleerl<strong>in</strong>gen op 1 oktober 2020. We berekenen de verdel<strong>in</strong>g van de basisgeneratie over de <br />
kernen van een gemeente als het gemiddelde tussen de verdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2009 en de verdel<strong>in</strong>g die zou <br />
ontstaan als we de trend <strong>in</strong> de basisgeneratie per kern over de periode 2003 tot en met 2010 <br />
doortrekken 2 . <br />
2 Voor Cadzand is de prognose gebaseerd op de periode 2006 tm 2010 (heeft te maken met <strong>in</strong>vloed van het <br />
asielzoekerscentrum). Voor de kernen <strong>in</strong> Terneuzen is de prognose gebaseerd op de periode 2005 t/m 2010 <strong>in</strong> verband met <br />
het ontbreken van gegevens voor 2004. <br />
35
Figuur 18 Ontwikkel<strong>in</strong>g basisgeneratie 2009-‐2020 <br />
Figuur 18 laat zien dat <strong>in</strong> vrijwel alle Zeeuwse gemeenten kernen zijn waar de <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <br />
meer dan 10% zullen dalen. Alleen <strong>in</strong> de gemeente Vliss<strong>in</strong>gen is de dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de drie kernen m<strong>in</strong>der <br />
groot. <br />
In de volgende figuren is per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen <br />
2009 en 2020 gegeven met daaronder het aantal basisscholen <strong>in</strong> die kern. <br />
36
Figuur 19 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Walcheren <br />
Walcheren <br />
Afgemeten aan de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnormen hebben Gap<strong>in</strong>ge, Nieuw-‐ en S<strong>in</strong>t-‐Joosland en <br />
Ritthem <strong>in</strong> 2020 niet voldoende k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de kern wonen voor tenm<strong>in</strong>ste één basisschool. Aan de <br />
gehele westkant van Walcheren is de verwachte leerl<strong>in</strong>gendal<strong>in</strong>g meer dan 10% en bedreigt met <br />
name scholen <strong>in</strong> de kernen met twee of meer scholen. Hier speelt vooral het probleem van de <br />
denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
37
Figuur 20 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Bevelanden <br />
38
Bevelanden <br />
In Zuid-‐Beveland zullen veel kernen te we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen hebben voor een school met meer leerl<strong>in</strong>gen <br />
dan de opheff<strong>in</strong>gsnorm. In de gemeente Noord-‐Beveland zullen <strong>in</strong> Kats en Geersdijk niet voldoende <br />
basisschoolleerl<strong>in</strong>gen wonen voor een school. <br />
In de gemeente Goes zullen de kernen E<strong>in</strong>dewege, Oud-‐Sabb<strong>in</strong>ge en Kattendijke volgens de <br />
gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm te we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen hebben voor een basisschool. In E<strong>in</strong>dewege en <br />
Oud-‐Sabb<strong>in</strong>ge is al geen school meer. <br />
In deze regio speelt duidelijk het probleem het bereikbaar houden van basisonderwijs. <br />
Daarnaast speelt <strong>in</strong> de kernen met meerdere scholen het probleem van de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
39
Figuur 21 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Schouwen-‐Duiveland <br />
Schouwen-‐Duiveland <br />
Afgemeten aan de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm wonen <strong>in</strong> 2020 naar verwacht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 6 van de 17 <br />
kernen te we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen voor één basisschool <strong>in</strong> de kern. Het probleem hier is het bereikbaar <br />
houden van basisonderwijs. In Brouwershaven en Kerkwerve zal de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit onder <br />
druk komen te staan. <br />
40
Figuur 22 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Sluis <br />
Sluis <br />
In zeker vier tot vijf kernen zal mede ook gelet op de weglek naar België de basisgeneratie niet <br />
voldoende zijn voor een school boven de opheff<strong>in</strong>gsnorm. Het probleem hier is het bereikbaar <br />
houden van basisonderwijs. <br />
Daarnaast speelt <strong>in</strong> de kernen met meerdere scholen het probleem van de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
41
Figuur 23 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Terneuzen <br />
Terneuzen <br />
In de kernen Overslag en Zandstraat blijft de omvang van de basisgeneratie onder de gemeentelijke <br />
opheff<strong>in</strong>gsnorm. <br />
In de kernen met meerdere scholen en de wijken van de stad Terneuzen speelt het probleem van de <br />
denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
42
Figuur 24 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Hulst <br />
Hulst <br />
In vijf kernen zal het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen onder de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm zijn. In drie <br />
van deze kernen is nog een basisschool. <br />
Het probleem hier is het bereikbaar houden van basisonderwijs. <br />
In de kernen met meerdere basisscholen zal de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit gevaar lopen. <br />
43
Figuur 25 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Tholen <br />
Tholen <br />
In de gemeente Tholen zullen <strong>in</strong> alle onderscheiden kernen voldoende basisschoolleerl<strong>in</strong>gen <br />
aanwezig zijn voor tenm<strong>in</strong>ste één school <strong>in</strong> de kern. In alle kernen behalve <strong>in</strong> Tholen stad is <br />
tenm<strong>in</strong>ste één school die dicht of zelfs onder de gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm zit. Hier speelt vooral <br />
het probleem van de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
44
Figuur 26 Per kern de omvang en verwachte ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de basisgeneratie tussen 2009 en 2020; daaronder het aantal basisscholen <br />
<strong>in</strong> die kern -‐ Reimerswaal en Kapelle <br />
Reimerswaal en Kapelle <br />
In Oostdijk en Schore zullen naar verwacht<strong>in</strong>g te we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen wonen voor een basisschool <strong>in</strong> de <br />
kern. <br />
In alle andere kernen <strong>in</strong> de gemeente Reimerswaal is tenm<strong>in</strong>ste één school die dicht of zelfs onder de <br />
gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm zit. <br />
In de gemeente Kapelle is verder alleen <strong>in</strong> de kern Kapelle één school die niet ruim boven de <br />
gemeentelijke opheff<strong>in</strong>gsnorm zit. <br />
Hier speelt vooral het probleem van de denom<strong>in</strong>atieve diversiteit. <br />
45
4.5 Conclusies <br />
Bij het kijken naar ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het basisonderwijs gebruiken partijen uiteenlopende <br />
prognoses. De verschillende prognoses geven ook verschillende uitkomsten afhankelijk van de <br />
verwacht<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> het model worden geformuleerd en de tijdshorizon die wordt gekozen. En elke <br />
goed berekende prognose is ook ‘waar’ als je <strong>in</strong> de uitgangspunten ervan gelooft. <br />
Lang niet alle schoolbesturen laten leerl<strong>in</strong>genprognoses voor hun school of scholen opstellen. Vaak <br />
wordt gebruik gemaakt van de prognoses die gemeenten laten maken. De VNG heeft een aantal <br />
richtlijnen geformuleerd voor prognosemodellen. Toch laat de hardheid van de mogelijke <br />
uitgangspunten <strong>in</strong> die prognose te wensen over. Zo kunnen gemeenten hun (vaak ambitieuze) <br />
won<strong>in</strong>gbouwplannen als uitgangpunt <strong>in</strong> de prognose laten meenemen, terwijl ze weten dat niet alle <br />
plannen tot realisatie zullen komen. De vergelijk<strong>in</strong>g van de gemeentelijke prognoses met de <br />
beleidsarme prognose van de prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong> levert op dat <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <strong>in</strong> de gemeentelijke <br />
prognoses systematisch optimistischer worden voorspeld. Bij de aankomende sterke dal<strong>in</strong>g van het <br />
leerl<strong>in</strong>genaantal <strong>in</strong> het basisonderwijs, betekent dit dat gemeenten extra voorzichtig moeten zijn <br />
vergaande consequenties te trekken uit deze prognoses. De kans op maatschappelijk des<strong>in</strong>vesteren <br />
is groot. <br />
Het basisonderwijs gaat fors krimpen, maar niet <strong>in</strong> alle gemeenten even sterk. De gemeente Noord-‐<br />
Beveland, Sluis en Schouwen-‐Duiveland zullen de krimpkoplopers zijn. Volgens de voor dit rapport <br />
opgestelde prognoses per kern zullen <strong>in</strong> de kernen Zuidzande <strong>in</strong> de gemeente Sluis en Serooskerke <br />
op Schouwen-‐Duiveland <strong>in</strong> 2021 <strong>in</strong> het geheel geen k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> de basisschoolleeftijd meer wonen. <br />
Het grote probleem voor het basisonderwijs <strong>in</strong> de komende 10 jaar is het bereikbaar houden van <br />
kwalitatief goed en denom<strong>in</strong>atief divers onderwijs. <br />
De verwacht<strong>in</strong>g is dat de dal<strong>in</strong>g over tien jaar voor een belangrijk deel achter de rug zal zijn en dat <br />
het aantal basisschoolleerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> dan rond de 29.000 zal schommelen. Deze omvang kan <br />
daarom als stabiel uitgangspunt voor een veranderende organisatie van het basisonderwijs <strong>in</strong> <br />
<strong>Zeeland</strong> worden genomen. <br />
46
Hoofdstuk 5 <br />
Schoolgrootte en kwaliteit <br />
5.1 Kwaliteit van onderwijs, een veelomvattend begrip <br />
Inleid<strong>in</strong>g <br />
Het begrip kwaliteit van onderwijs is geen eenvoudig te doorgronden begrip. Toch wordt het begrip <br />
<strong>in</strong> kranten, tijdschriften, op het journaal en <strong>in</strong> toespraken van politici veelvuldig gebezigd. Zeker de <br />
laatste jaren is er veel aandacht voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van een kenniseconomie <strong>in</strong> Nederland om <br />
gelijke tred te kunnen houden met hoog ontwikkelde landen. Ook <strong>in</strong> dit verband wordt de relatie <br />
gelegd met kwalitatief hoogwaardig onderwijs. <br />
In wetenschappelijke literatuur is er geen sprake van een allesomvattende <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het begrip <br />
onderwijskwaliteit. Wel zijn er een aantal <strong>in</strong>valshoeken om onderwijskwaliteit <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g te geven. <br />
Deze hangen samen met opvatt<strong>in</strong>gen over mens-‐ en maatschappijbeelden. <br />
Enkele <strong>in</strong>valshoeken <br />
VPRO uitzend<strong>in</strong>g 'Hoogvliegen <strong>in</strong> Laagland' <br />
Rob Wijnberg deed <strong>in</strong> dit opzicht een pog<strong>in</strong>g onderwijskwaliteit <strong>in</strong> kaart te brengen <strong>in</strong> het VPRO-programma<br />
'Tegenlicht' van 23 maart 2009: 'Hoogvliegen <strong>in</strong> Laagland'. In die uitzend<strong>in</strong>g werd een <br />
accent gelegd op manieren van onderwijs, die talentontwikkel<strong>in</strong>g meer kansen geven. Daarbij g<strong>in</strong>g hij <br />
uit van de centrale vraag: <br />
Waar is onderwijs eigenlijk voor bedoeld Hij komt tot de volgende <strong>in</strong>valshoeken. <br />
Om k<strong>in</strong>deren: <br />
-‐ zo hoog mogelijk te laten presteren (economisch) <br />
-‐ zo gelukkig mogelijk te laten worden (persoonlijk) <br />
-‐ zoveel mogelijk aan de samenlev<strong>in</strong>g te laten bijdragen (burgerschap) <br />
Het zal duidelijk zijn, dat deze <strong>in</strong>valshoeken tot grote verschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het onderwijs <br />
leiden. De antwoorden van deskundigen als Frank Ferudi, Robbert Dijkgraaf en John Moravec op de <br />
vraag waar het <strong>in</strong> het onderwijs over zou moeten gaan, waren even tegenstrijdig als <strong>in</strong>trigerend. Dit <br />
gaat van ‘herstellen’ van het onderwijs gericht op puur vergaren van kennis (Ferudi) tot afschaffen <br />
van het onderwijs, want kennis is overal te verkrijgen op het net, waarom zou je dan nog scholen <br />
nodig hebben (Moravec). Dijkgraaf geeft onder meer aan dat hij denkt, dat nog veel meer bereikt zou <br />
kunnen worden als meer gebruik gemaakt zou worden van de creativiteit van k<strong>in</strong>deren. Hij voegt er <br />
meteen aan toe, dat dit wel heel erg moeilijk te realiseren is b<strong>in</strong>nen de huidige onderwijspraktijk. <br />
47
Kwaliteitsagenda primair onderwijs <br />
De vigerende kwaliteitsagenda 3 primair onderwijs (e<strong>in</strong>d 2007) samengevat <strong>in</strong> de notitie: 'Scholen <br />
voor morgen' kiest voor een heel sterk accent op het belang van taal en rekenen, "want deze <br />
basisvaardigheden zijn onmisbaar voor het succes van k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> andere vakken op school, <strong>in</strong> hun <br />
verdere schoolloopbaan en <strong>in</strong> de maatschappij”. De doelstell<strong>in</strong>g waar het uite<strong>in</strong>delijk om gaat v<strong>in</strong>den <br />
we onder het kopje: Wat willen we bereiken Het antwoord daarop is: “Als we mee willen doen <strong>in</strong> de <br />
mondiale kenniseconomie, dan moet het taal-‐ en rekenniveau omhoog”. Verder <strong>in</strong> het beleid wordt <br />
ook duidelijk gemaakt dat aanwezig talent niet (meer) verloren mag gaan. Er moet uitdrukkelijk <br />
geïnvesteerd worden <strong>in</strong> excellentie. <br />
Kwaliteit wordt <strong>in</strong> dit beleid sterk gekoppeld aan het verwerven van kennis en vaardigheden <strong>in</strong> de <br />
‘<strong>in</strong>strumentele vaardigheden’. <br />
Productiviteit onderwijs <br />
Het rapport 'Productiviteit onderwijs 4 uitgebracht <strong>in</strong> het kader van de brede heroverweg<strong>in</strong>gen als <br />
gevolg van de economische crisis <strong>in</strong> april 2010, benoemt het kwaliteitsbegrip vanuit de functies die <br />
een onderwijssoort vervult. De hoofdfunctie van het primair onderwijs is bijvoorbeeld funderend en <br />
socialiserend. Het voortgezet onderwijs bouwt hier op voort en voegt daar aan toe een oriënterende <br />
en selecterende functie en <strong>in</strong> een aantal gevallen ook een e<strong>in</strong>dkwalificerende functie. Het <br />
vervolgonderwijs (mbo, hbo, wo) is specialiserend en(e<strong>in</strong>d)kwalificerend. Afhankelijk van de functies <br />
van een bepaalde onderwijssoort kunnen data verzameld worden om na te gaan of deze functies ook <br />
naar behoren vervuld worden. In veel gevallen gaat dat dus verder dan de ‘enge’ <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <br />
kwaliteit waar<strong>in</strong> vaak uitgegaan wordt van de mate waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen zich vaardigheden <strong>in</strong> de <br />
kernvakken verwerven. <br />
Invalshoeken onderwijskwaliteit en kle<strong>in</strong>e scholen <br />
In het kader van deze nota hebben we met deze (toekomstige) beleidsuitspraken te maken. Net zo <br />
goed als grotere scholen, wordt van kle<strong>in</strong>ere scholen verwacht, dat de gemiddelde leerprestaties op <br />
de terre<strong>in</strong>en van taal en rekenen verbeteren. Ook ligt er de opdracht talent niet verloren te laten <br />
gaan. <br />
Condities om een en ander te realiseren worden ook <strong>in</strong> 'Scholen voor morgen' benoemd: <br />
- achterstandenbeleid waaronder de VVE-‐maatregelen; <br />
- aandacht voor excellentie; <br />
- rijke leeromgev<strong>in</strong>g, waaronder techniek; <br />
- ouderbetrokkenheid; <br />
- leren van en met elkaar om de deskundigheid van de leerkrachten en directeuren te vergroten. <br />
Verderop <strong>in</strong> dit hoofdstuk komen we op een aantal van deze condities terug. <br />
3 M<strong>in</strong>isterie van OC&W., Scholen voor morgen. Den Haag, november 2007 <br />
4 Inspectie der Rijksf<strong>in</strong>anciën. Productiviteit onderwijs, rapport brede heroverweg<strong>in</strong>gen, Den Haag, april 2010 <br />
48
Invalshoeken onderwijskwaliteit en gegevens <br />
Om over het voorgaande uitspraken te kunnen doen worden op landelijk/<strong>in</strong>ternationaal niveau <br />
veelal met<strong>in</strong>gen verricht die gegevens opleveren over de <br />
• de politieke kwaliteit van onderwijs en <br />
• de technische kwaliteit van onderwijs. <br />
De beide benader<strong>in</strong>gen worden hierna kort toegelicht. <br />
De politieke kwaliteit van onderwijs <br />
Politieke kwaliteit van onderwijs gaat over de wijze waardoor onderwijs bijdraagt aan het verhogen <br />
van de kennis en vaardigheden van de bevolk<strong>in</strong>g, en de manier waarop het meewerkt aan het <br />
verkle<strong>in</strong>en van achterstanden van bepaalde groepen. Politieke kwaliteit van onderwijs richt zich op <br />
het doen vervagen van verschillen <strong>in</strong> afkomst tussen leerl<strong>in</strong>gen, en richt zich op het onderwijssucces <br />
dat behaald kan worden bij de best en slechtst presterende leerl<strong>in</strong>gen. Daarbij is een belangrijke <br />
<strong>in</strong>dicator of de leerl<strong>in</strong>gen hun opleid<strong>in</strong>g afronden met een basishoud<strong>in</strong>g die past bij de maatschappij <br />
waar ze <strong>in</strong>stappen. <br />
Deze kwaliteit wordt gemeten door het vergelijken van gegevens van verschillende opleid<strong>in</strong>gen, <br />
soms aanvullend geordend op prov<strong>in</strong>cie, land, werelddeel, bevolk<strong>in</strong>gsgroep of sociaal economische <br />
achtergrond. Het geeft een beeld van hoe landen of bevolk<strong>in</strong>gsgroepen zich tot elkaar verhouden als <br />
het gaat om het <strong>in</strong>stromen <strong>in</strong> een opleid<strong>in</strong>g, het behalen van schoolsucces, en het v<strong>in</strong>den van een <br />
passende plek <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g waarbij specifiek ook gekeken wordt naar de mate waar<strong>in</strong> de <br />
achtergrond de uitkomst beïnvloedt. <br />
De technische kwaliteit van onderwijs <br />
De technische kwaliteit gaat <strong>in</strong> op de resultaten die behaald zijn door het gegeven onderwijs. <br />
Indicatoren zijn de mate waar<strong>in</strong> leerl<strong>in</strong>gen door een bepaalde opleid<strong>in</strong>g worden toegerust voor hun <br />
toekomstige taken. Gegevens leveren een ranglijstnoter<strong>in</strong>g gebaseerd op output (jaarlijkse Trouw-publicaties<br />
over resultaten van scholen <strong>in</strong> het voortgezet onderwijs). Hieronder valt ook het <br />
onderzoek dat nagaat wat de output is <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met de kenmerken van de <strong>in</strong>gestroomde <br />
leerl<strong>in</strong>gen. Met name die laatste vergelijk<strong>in</strong>g geeft een genuanceerd beeld van het kennissurplus dat <br />
een opleid<strong>in</strong>g weet te bewerkstelligen. <br />
In Nederland beoordeelt de onderwijs<strong>in</strong>spectie de kwaliteit van het basisonderwijs. In het kader van <br />
dit rapport is de <strong>in</strong> juni uitgebrachte notitie “Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het basisonderwijs 2006-‐2010” 5<br />
van belang. Een belangrijk contextkenmerk van zeer zwakke scholen is namelijk, dat je deze met <br />
name aantreft buiten de grote steden op het platteland vooral <strong>in</strong> het noorden. Het gaat dan vrijwel <br />
altijd om kle<strong>in</strong>e scholen. Bij het onderdeel didactische kwaliteit komen we hier nader op terug. <br />
Voor het meten van zowel de technische als de politieke kwaliteit zijn verschillende soorten data <br />
nodig. Door middel van adm<strong>in</strong>istratieve data kunnen met name de <strong>in</strong>terne technische kwaliteit, <br />
effectiviteit en efficiëntie worden vastgesteld van scholen of opleid<strong>in</strong>gen. Denk hierbij bijvoorbeeld <br />
5 Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>: Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het basisonderwijs 2006-‐2010, Utrecht 2010 <br />
49
aan de Cito-‐gegevens en de <strong>in</strong>spectiegegevens, maar ook aan <strong>in</strong>ternationale vergelijkende data zo <br />
bijvoorbeeld de PISA 6 -‐data en de TIMSS 7 -‐data. <br />
Gegevens en beleid <br />
Met name de laatste twee onderzoeken worden veel aangehaald bij het legitimeren van <br />
beleidsbesliss<strong>in</strong>gen. Naar aanleid<strong>in</strong>g van de Timms onderzoeken, waaruit zou blijken dat <br />
rekenonderwijs <strong>in</strong> Nederland <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g tot vergelijkbare landen qua prestaties achteruit zou <br />
gaan, werd de Nederlandse Academie van Wetenschappen gevraagd hier nader onderzoek naar te <br />
doen 8 . <br />
Zo is het voorstel <strong>in</strong> de hiervoor genoemde nota 'Productiviteit onderwijs' Nederland weer <strong>in</strong> de top <br />
5 van best presterende landen te brengen op onderwijsgebied hierop gebaseerd (overigens met een <br />
budget dat 20% lager is dan op dit moment). Hierbij gaat het dan wel om onderwijskwaliteit <strong>in</strong> <br />
engere z<strong>in</strong>. Dit is <strong>in</strong> lijn met de kwaliteitsagenda primair onderwijs: accent op taal en rekenen om <br />
mee te kunnen blijven doen <strong>in</strong> de mondiale kenniseconomie. <br />
Kwaliteit van het Nederlands onderwijs op grond van deze benader<strong>in</strong>gen <br />
Nederland komt gemiddeld steeds uit <strong>in</strong> de hogere regionen van deze <strong>in</strong>ternationale onderzoeken. <br />
Wel is er de laatste jaren een neergaande trend te constateren. Zoals gezegd leverde dat met name <br />
ten aanzien van het rekenonderwijs de nodige onrust op. De KNAW onderzocht of de kwaliteit van <br />
het rekenonderwijs <strong>in</strong> Nederland daadwerkelijk m<strong>in</strong>der is dan enkele decennia geleden en <strong>in</strong> welke <br />
mate realistisch rekenonderwijs daar een bijdrage aan geleverd zou hebben. <br />
De conclusies van dit onderzoek kwamen er op neer, dat het niet veel uitmaakt of je leert rekenen op <br />
de realistische of de mechanistische manier. Wat uitmaakt is de man of vrouw voor de klas. De <br />
commissie maakt zich zorgen over het volgende: :”Te we<strong>in</strong>ig Nederlandse leerl<strong>in</strong>gen behalen een <br />
geavanceerd rekenniveau”. Volgens de commissie ongewenst voor een kle<strong>in</strong> land als Nederland, dat <br />
het van zijn <strong>in</strong>novatieve slagkracht moet hebben. <br />
Hoe dan ook met politieke en technische kwaliteit van het onderwijs zijn directeuren en leraren <strong>in</strong> <br />
hun dagelijks werk niet veel bezig. Het dagelijks werk wordt <strong>in</strong>gevuld met een aantal praktische <br />
kwaliteiten om de doelen van het landelijk beleid te realiseren. Het zal blijken, dat schoolgrootte van <br />
grote <strong>in</strong>vloed is op de condities waaronder deze kwaliteiten tot hun recht kunnen komen. <br />
6 PISA = Programme for International Student Assessment: S<strong>in</strong>ds 2000 wordt eens <strong>in</strong> de drie jaar een representatieve <br />
steekproef getrokken uit de 15-‐jarige scholieren die vervolgens uitgebreid getest worden op hun kennis en vaardigheid van <br />
(moeder-‐)taal, wiskunde en natuurwetenschappen. <br />
7 TIMSS = Trends <strong>in</strong> International Mathematics and Science Study: S<strong>in</strong>ds 1995 wordt wereldwijd elke vier jaar de kennis van <br />
leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de exacte vakken gemeten met een <strong>in</strong>ternationale TIMSS-‐toets voor het primair en/of het voortgezet <br />
onderwijs. <br />
8 Kon<strong>in</strong>klijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen: “Rekenonderwijs op de basisschool”, Amsterdam 2009 <br />
50
5.2. Een meer praktijkgerichte benader<strong>in</strong>g van het begrip onderwijskwaliteit <br />
Inleid<strong>in</strong>g <br />
In de vorige paragraaf zijn kwaliteitsaspecten belicht, die stur<strong>in</strong>g geven en bepalend zijn voor de <br />
<strong>in</strong>houden die <strong>in</strong> het onderwijs aan bod moeten komen. Ze zeggen we<strong>in</strong>ig tot niets over de wijze <br />
waarop doelen gerealiseerd moeten worden. Termen als evidence-‐based; research based; <br />
resultaatgerichtheid; opbrengstgerichtheid; leren van en met elkaar moeten hun vertaalslag v<strong>in</strong>den <br />
<strong>in</strong> de dagelijkse praktijk. Hierna hebben we het over de kwaliteitsaspecten die er toe bijdragen of de <br />
doelstell<strong>in</strong>gen van de kwaliteitsagenda primair onderwijs en de functies funderend en socialiserend, <br />
die toebedacht zijn aan het primair onderwijs gerealiseerd worden. Dat zijn: <br />
• de pedagogische kwaliteit van onderwijs; <br />
• de didactische kwaliteit van onderwijs; <br />
• de organisatorische kwaliteit; <br />
• de ontwikkel<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de medewerkers en de rol van het onderwijskundig <br />
leiderschap; <br />
• de kwaliteit van onderwijs <strong>in</strong> relatie tot de maatschappelijke positioner<strong>in</strong>g van de school. <br />
Deze facetten worden één voor één globaal geschetst. Na elke toelicht<strong>in</strong>g wordt aangegeven <strong>in</strong> <br />
welke mate dit kwaliteitsaspect bij het onderwijs <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>e(re) school gerealiseerd kan worden. <br />
De pedagogische kwaliteit van onderwijs <br />
Toelicht<strong>in</strong>g <br />
In de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) staan de aspecten beschreven waarop een school wordt <br />
beoordeeld. <br />
De Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong> hanteert voor de pedagogische kwaliteit van het onderwijs de <br />
volgende criteria 9 : <br />
1. De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. <br />
2. De leerl<strong>in</strong>gen voelen zich aantoonbaar veilig op school. <br />
3. Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. <br />
4. De school heeft <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de veiligheidsbelev<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen en personeel en <strong>in</strong> de <strong>in</strong>cidenten <br />
die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. <br />
5. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van <strong>in</strong>cidenten <strong>in</strong> en om de <br />
school. <br />
6. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>cidenten <strong>in</strong> en om de <br />
school. <br />
7. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerl<strong>in</strong>gen op een respectvolle manier met <br />
elkaar en anderen omgaan. <br />
Hierbij speelt het zich veilig voelen van de leerl<strong>in</strong>g een grote rol: k<strong>in</strong>deren die zich letterlijk niet veilig <br />
voelen b<strong>in</strong>nen de school omdat ze bvb worden gepest, staan m<strong>in</strong>der open om te leren. Maar ook <br />
m<strong>in</strong>der letterlijk: als k<strong>in</strong>deren zich niet veilig voelen om te kunnen zeggen wat ze willen zeggen, <br />
vragen wat ze willen vragen, dan worden k<strong>in</strong>deren belemmerd <strong>in</strong> hun leerproces. Om te kunnen <br />
leren heeft een k<strong>in</strong>d de veiligheid nodig om fouten te kunnen maken. Dit wordt bevestigd <strong>in</strong> <br />
9 Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>, Toezichtkader 2009 primair onderwijs – voortgezet onderwijs. Utrecht, 2009 <br />
51
wetenschappelijk onderzoek 10 . Daarnaast is het van belang de support van ouders en omgev<strong>in</strong>g te <br />
hebben voor het proces dat zich <strong>in</strong> de school afspeelt. <br />
Cruciaal voor de pedagogische kwaliteit van onderwijs is de relatie tussen leraar en leerl<strong>in</strong>g 11 . De <br />
leraar die gekenmerkt wordt door een gematigde mate van dom<strong>in</strong>antie maar ook door een matige <br />
tot hoge mate van coöperatie naar de leerl<strong>in</strong>gen, is <strong>in</strong> staat de beste relatie met de leerl<strong>in</strong>gen te <br />
onderhouden. Dat wil zeggen dat deze docent werkt vanuit krachtig leiderschap aan helder gestelde <br />
doelen, maar dat hij echt belangstell<strong>in</strong>g heeft voor de behoeften en men<strong>in</strong>gen van de leerl<strong>in</strong>gen en <br />
deze als volwaardige personen benadert. <br />
Op groepsniveau heeft het pedagogisch handelen veel te maken met de wijze waarop de klas <br />
gemanaged wordt. Het klassenmanagement (heldere procedures en afspraken) bepaalt voor een <br />
belangrijk deel de rust en de werksfeer die <strong>in</strong> de klas aanwezig is. <br />
Veiligheid is ook de basis voor het opdoen van positieve ervar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de contacten met <br />
medeleerl<strong>in</strong>gen en is essentieel voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van sociale vaardigheden. Het horen bij een <br />
groep (peergroup) is <strong>in</strong> dit verband ook een belangrijk aspect. De mate waar<strong>in</strong> leerkrachten <strong>in</strong> staat <br />
zijn deze processen te bevorderen (bvb door zorg te dragen voor respectvol met elkaar omgaan) is <br />
een wezenlijk onderdeel van de pedagogische kwaliteit van het onderwijs. <br />
De pedagogische kwaliteit van onderwijs <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>e school <br />
Voor de leraar verbonden aan een kle<strong>in</strong>e school vormt het leid<strong>in</strong>g geven aan de klas vanuit <br />
gematigde dom<strong>in</strong>antie en gematigde medewerk<strong>in</strong>g geen probleem. Het handhaven van orde en rust <br />
is een vereiste <strong>in</strong> een klaslokaal waar meerdere jaargroepen tegelijk aan verschillende taken werken, <br />
waarb<strong>in</strong>nen ook nog gedifferentieerd wordt. Bij een goede organisatie biedt de kle<strong>in</strong>e groep <br />
leerl<strong>in</strong>gen ruimte aan de leraar om <strong>in</strong> te gaan op persoonlijke suggesties van k<strong>in</strong>deren voor lesvorm <br />
of –<strong>in</strong>houd. De leraar op een kle<strong>in</strong>e school hoeft <strong>in</strong> veel gevallen tijdens pauze-‐ en andere <br />
ontspann<strong>in</strong>gsmomenten zijn aandacht over m<strong>in</strong>der k<strong>in</strong>deren te verdelen. Hierdoor is de kans dat <br />
k<strong>in</strong>deren zich gezien voelen groter. <br />
Ten aanzien van de pedagogische kwaliteit is onze conclusie, dat vanuit de leerkracht bezien er geen <br />
wezenlijke verschillen zijn tussen grote en kle<strong>in</strong>e scholen. Bij -‐<strong>in</strong> de toekomst steeds vaker <br />
voorkomende -‐ situaties, waar <strong>in</strong> een jaargroep een beperkt aantal k<strong>in</strong>deren zitten (< 5) zijn de <br />
mogelijkheden tot het ontwikkelen van groepsprocessen beperkter dan <strong>in</strong> grotere groepen k<strong>in</strong>deren. <br />
Ook de diversiteit aan ervar<strong>in</strong>gen, die k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> dit verband op kunnen doen is beperkter. Juist door <br />
variatie <strong>in</strong> ervar<strong>in</strong>gen wordt “sociaal” leren bevorderd. Op kle<strong>in</strong>e scholen is de kans, dat zich <strong>in</strong> dit <br />
kader beperk<strong>in</strong>gen voordoen groter. <br />
10 Marzano, R.J., Wat werkt op school, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
11 Marzano, R.J., Wat werkt <strong>in</strong> de klas, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
52
De didactische kwaliteit van onderwijs <br />
Toelicht<strong>in</strong>g <br />
Deze kwaliteit is het sterkst te l<strong>in</strong>ken aan het adagium van opbrengstgericht werken <strong>in</strong> de nota <br />
'Scholen voor morgen' en <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> cruciaal om de doelen van dit beleid te realiseren. <br />
In het eerder genoemde rapport “Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het basisonderwijs 2006-‐2010” 12 van de <br />
onderwijs<strong>in</strong>spectie wordt dit nog eens benadrukt: ‘… de mate van opbrengstgericht werken is een <br />
belangrijke aanwijz<strong>in</strong>g voor de kwaliteit van het onderwijs en tevens een belangrijke sleutel tot <br />
kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g.” <br />
De didactische kwaliteit van het onderwijs wordt door de Inspectie van het Onderwij op basis van de <br />
volgende criteria 13 beoordeeld, waaronder de didactische basics: <br />
• 5.1* 14 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. <br />
• 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. <br />
• 5.3* De leerl<strong>in</strong>gen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. <br />
Maar ook: <br />
• 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leer<strong>in</strong>houden af op verschillen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <br />
tussen de leerl<strong>in</strong>gen. <br />
• 6.2 De leraren stemmen de <strong>in</strong>structie af op verschillen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g tussen de <br />
leerl<strong>in</strong>gen. <br />
• 6.3 De leraren stemmen de verwerk<strong>in</strong>gsopdrachten af op verschillen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <br />
tussen de leerl<strong>in</strong>gen. <br />
• 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g tussen de <br />
leerl<strong>in</strong>gen. <br />
Met name de criteria onder 6 vragen om afspraken op schoolniveau waar<strong>in</strong> helder is geformuleerd <br />
per vak, per leerjaar welke onderwerpen onderwezen zullen worden, ongeacht welke leraar welk vak <br />
geeft aan welke klas. Ook is van groot belang dat de leraren voor het uitvoeren van dit gedegen <br />
programma 15 kunnen beschikken over voldoende lestijd. <br />
Daarnaast is het van belang dat de school kan sturen en evalueren op algemene, schoolbreed <br />
geformuleerde doelen en op doelen die op leerl<strong>in</strong>gniveau zijn vastgesteld. Hiermee kan namelijk de <br />
mate van efficiëntie van de school worden vastgesteld. <br />
De criteria onder 5 gaan over de kern van het vakmanschap van de leraar. In welke mate is hij/zij <strong>in</strong> <br />
staat de leerstof <strong>in</strong>zichtelijk te maken voor k<strong>in</strong>deren en de juiste afstemm<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den tussen <br />
‘voordoen-‐nadoen’, zelfontdekkend leren en ‘leren van en met elkaar’. <br />
12 Inspectie van het onderwijs: Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het basisonderwijs 2006-‐2010” Utrecht juni 2010 <br />
13 Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>, Toezichtkader 2009 primair onderwijs – voortgezet onderwijs. Utrecht, 2009 <br />
14 De asterisk geeft aan dat de Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong> dit criterium als een van de norm<strong>in</strong>dicatoren voor kwalitatief <br />
goed onderwijs beschouwt <br />
15 Marzano, R.J., Wat werkt op school, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
53
Uit meta-‐analytisch onderzoek zijn negen verschillende didactische strategieën gebleken die – mits <br />
door de leraar op de juiste wijze en met regelmaat toegepast – een positief effect hebben op de <br />
leerresultaten van leerl<strong>in</strong>gen. De volgende negen didactische strategieën 16 moeten dus tot het <br />
basisrepertoire van elke leraar behoren: <br />
• leerl<strong>in</strong>gen overeenkomsten en verschillen laten identificeren; <br />
• leerl<strong>in</strong>gen samenvatten en notities laten maken; <br />
• <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen bevestigen en erkenn<strong>in</strong>g geven door de leraar; <br />
• huiswerk geven en mogelijkheid tot oefenen bieden aan de leerl<strong>in</strong>gen; <br />
• mogelijkheid tot non-‐verbale representatie van de lesstof bieden; <br />
• de leerl<strong>in</strong>gen coöperatief laten leren; <br />
• doelen stellen en hierop feedback geven door de leraar; <br />
• leerl<strong>in</strong>gen laten leren door middel van het formuleren van vragen en hypotheses en deze <br />
laten testen; <br />
• voorkennis van de leerl<strong>in</strong>gen activeren door aanbieden van vragen, aanwijz<strong>in</strong>gen en <br />
kapstokken; <br />
Om deze didactische strategieën goed te kunnen toepassen, moet de leraar niet alleen beschikken <br />
over de benodigde kennis en vaardigheden rondom deze aanpakken, maar heeft de leraar ook tijd <br />
nodig <strong>in</strong> zijn of haar werkdag om goed zicht te verkrijgen en te behouden op de <strong>in</strong>dividuele leerlijnen <br />
en onderwijsbehoeften van leerl<strong>in</strong>gen. Deze vormen de basis voor de plann<strong>in</strong>g van <br />
onderwijsactiviteiten, waar<strong>in</strong> bovengenoemde strategieën een plaats krijgen. Daarbij worden <br />
afwisselend activiteiten georganiseerd voor de hele groep, kle<strong>in</strong>e groepen k<strong>in</strong>deren en soms <br />
<strong>in</strong>dividuele k<strong>in</strong>deren. <br />
In het leerproces van k<strong>in</strong>deren blijkt <strong>in</strong>teractie van cruciale betekenis. Niet alleen de <strong>in</strong>teractie tussen <br />
leerkracht en leerl<strong>in</strong>g, maar juist ook die tussen leerl<strong>in</strong>gen onderl<strong>in</strong>g mits met een aantal factoren <br />
reken<strong>in</strong>g gehouden wordt. Uit wereldwijd onderzoek is gebleken dat coöperatief leren positief <br />
bijdraagt aan het leerrendement. Volgens David en Roger Johnson (1999) 17 zijn er vijf bepalende <br />
factoren voor coöperatief leren, namelijk positieve wederzijdse afhankelijkheid, directe <br />
ondersteunende <strong>in</strong>teractie, <strong>in</strong>dividuele aanspreekbaarheid en groepsverantwoordelijkheid, <br />
<strong>in</strong>termenselijke en kle<strong>in</strong>e groepsvaardigheden en groepsevaluatie. <br />
De groepen waar<strong>in</strong> coöperatieve werkvormen effectief toegepast kunnen worden, bestaan bij <br />
voorkeur uit 3 à 4 leerl<strong>in</strong>gen. Uit onderzoek blijkt dat wanneer de groepen homogeen qua niveau <br />
worden <strong>in</strong>gedeeld, dit vooral bij de k<strong>in</strong>deren met een gemiddeld niveau tot een groot positief effect <br />
op de leerresultaten leidt. Voor de k<strong>in</strong>deren met een bovengemiddeld of een m<strong>in</strong>der dan gemiddeld <br />
niveau wordt er respectievelijk geen en zelfs een negatief effect op de leerresultaten bewerkstelligd <br />
wanneer groepen homogeen worden <strong>in</strong>gericht. De beste resultaten worden behaald, als de gekozen <br />
structuren worden afgestemd op de te bereiken doelen en er gebruik gemaakt wordt van wisselende <br />
groepssamenstell<strong>in</strong>gen (homogeen/heterogeen naar ontwikkel<strong>in</strong>gsniveau, sexe, achtergrond). Voor <br />
de volledigheid dient opgemerkt te worden, dat de coöperatieve werkvormen bij alle overige 8 <br />
didactische strategieën toegepast kunnen worden. <br />
16 Marzano, R.J., Wat werkt <strong>in</strong> de klas, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
17 Marzano, R.J., Wat werkt <strong>in</strong> de klas, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
54
De didactische kwaliteit van onderwijs <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>e school <br />
Het voorgaande toepassen <strong>in</strong> een situatie, waar<strong>in</strong> 3 leerjaren <strong>in</strong> een lokaal zitten brengt duidelijke <br />
beperk<strong>in</strong>gen met zich mee. Waar <strong>in</strong> een situatie met 1 of 2 groepen voor bij voorbeeld een rekenles <br />
respectievelijk 1 uur of ½ uur per leerjaar beschikbaar is, moeten de leerkracht <strong>in</strong> zo’n situatie <strong>in</strong> 20 <br />
m<strong>in</strong>uten de <strong>in</strong>structie zo effectief geven, dat k<strong>in</strong>deren voor een belangrijk deel van de resterende tijd <br />
er zelf mee uit de voeten kunnen. <br />
Als <strong>in</strong> zo’n situatie er ook nog sprake is van k<strong>in</strong>deren met handel<strong>in</strong>gsplannen soms op basis van <br />
leerl<strong>in</strong>g-‐gebonden f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g dan vraagt het organiseren van het onderwijsleerproces grote <br />
creativiteit en flexibiliteit van de leerkracht gebaseerd op deskundigheid van hierboven genoemde <br />
zaken. Ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het kader van passend onderwijs (het concept van 1-‐zorgroute bvb) doen <br />
een groter beroep op de didactische kwaliteiten van de leerkrachten. Dit geldt uiteraard voor zowel <br />
grote als kle<strong>in</strong>e scholen. Het is evident, dat <strong>in</strong> de situatie van een kle<strong>in</strong>e school dit beroep zwaarder <br />
zal wegen. <br />
Met name het toepassen van coöperatieve werkvormen kan een positieve bijdrage leveren aan het <br />
doorleven van de lesstof door de k<strong>in</strong>deren. Zoals hiervoor aangegeven vergroot variatie <strong>in</strong> soorten <br />
structuren en variatie <strong>in</strong> samenstell<strong>in</strong>g van groepen het effect. Met name met het laatste heeft een <br />
situatie met 3 soms relatief kle<strong>in</strong>e jaargroepen grote beperk<strong>in</strong>gen. <br />
Ten aanzien van de didactische kwaliteit van het onderwijs is onze conclusie, dat de huidige <strong>in</strong>zichten <br />
over effectieve onderwijsstrategieën <strong>in</strong> de sett<strong>in</strong>g van een kle<strong>in</strong>e school zeer hoge eisen stellen aan de <br />
kwaliteiten, die je van leerkrachten kunt verwachten. Zoals eerder gezegd is deze kwaliteit <br />
rechtstreeks te l<strong>in</strong>ken aan de doelen van landelijk beleid (kwaliteitsagenda, passend onderwijs). De <br />
condities ten aanzien van deze kwaliteit zijn voor kle<strong>in</strong>e(re) scholen zwaarder dan <strong>in</strong> een grotere <br />
sett<strong>in</strong>g. Een en ander wordt bevestigd door de conclusies uit het rapport “Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het <br />
basisonderwijs 2006-‐2010” 18 van de onderwijs<strong>in</strong>spectie. Daar<strong>in</strong> is een conclusie: “Uit het onderzoek <br />
komt naar voren dat de mate van opbrengstgericht werken een belangrijke aanwijz<strong>in</strong>g is voor de <br />
kwaliteit en tevens een belangrijke sleutel tot kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g. De kwaliteit van het bestuur en <br />
het management zijn hierbij een belangrijke factor. Aandacht voor en analyse van de ontwikkel<strong>in</strong>g <br />
van de opbrengsten is voor het schoolbestuur en directie noodzakelijk om zicht te krijgen op de <br />
kwaliteit van het onderwijs. <br />
De organisatorische kwaliteit van het onderwijs <br />
Toelicht<strong>in</strong>g <br />
B<strong>in</strong>nen het primair onderwijs wordt steeds meer gebruik gemaakt van specialismen. Met het beleid <br />
gericht op afstemm<strong>in</strong>g van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van k<strong>in</strong>deren b<strong>in</strong>nen de school <br />
zelf om daarmee de uitstroom naar het speciaal onderwijs te beperken, g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>terne begeleiders <br />
hun rol spelen b<strong>in</strong>nen het primair onderwijs. Onderdeel daarvan is dat b<strong>in</strong>nen het onderwijs ruimte <br />
gecreëerd wordt voor die k<strong>in</strong>deren, die hoogbegaafd zijn en b<strong>in</strong>nen de ‘normale’ sett<strong>in</strong>g <br />
onvoldoende aan hun trekken komen en daardoor onder gaan presteren. Op steeds meer scholen <br />
wordt gebruik gemaakt van ‘vakgebied’-‐specialismen zoals taal-‐ en rekencoörd<strong>in</strong>atoren. <br />
Naast de <strong>in</strong>houdelijke specialismen zijn er tal van taken b<strong>in</strong>nen de school te vervullen. Te denken valt <br />
aan formele vertegenwoordig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> mr; organiseren van buitenschoolse activiteiten, <br />
18 Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>: Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het basisonderwijs 2006-‐2010. Utrecht, juni 2010 <br />
55
‘huishoudelijke’ diensten; <strong>in</strong>formele vertegenwoordig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de plaatselijke verenig<strong>in</strong>gen en/of <br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, etc. etc. <br />
Het goed <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g kunnen geven aan de hiervoor genoemde taken, zowel organisatorisch als <br />
<strong>in</strong>houdelijk levert een belangrijke bijdrage aan het kwalitatief goed functioneren van de school. <br />
De organisatorische kwaliteit van het onderwijs en de kle<strong>in</strong>e school <br />
Het voorgaande schetst de ontwikkel<strong>in</strong>g van specialismen <strong>in</strong> het primair onderwijs en een <br />
takenpakket dat <strong>in</strong> de afgelopen jaren aanzienlijk is uitgebreid. <br />
Ten aanzien van de organisatorische kwaliteit van het onderwijs <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>e school is onze conclusie, <br />
dat het <strong>in</strong> die situatie zeer lastig is de specialismen, die langzamerhand gemeengoed worden <strong>in</strong> het <br />
onderwijs <strong>in</strong> huis te hebben. Tevens kan het aantal taken, dat <strong>in</strong> iedere school uitgevoerd moet <br />
worden, over m<strong>in</strong>der hoofden verdeeld worden. Allemaal redenen, waardoor de organisatorische <br />
kwaliteit van het onderwijs op de kle<strong>in</strong>e school onder druk staat. <br />
Bij kle<strong>in</strong>e scholen is er een ontwikkel<strong>in</strong>g naar ‘meerschoolse’ leid<strong>in</strong>g. Meestal ben je directeur van 2 <br />
kle<strong>in</strong>e scholen, wat <strong>in</strong>houdt het voeren van twee adm<strong>in</strong>istraties, het bijwonen van een dubbele <br />
portie ouderavonden etc. Eén en ander heeft vaak tot gevolg, dat het takenpakket van de <br />
leerkrachten extra wordt belast. In de praktijk blijkt anderzijds ook, dat uitzoekwerk etc. maar één <br />
keer moet gebeuren en dat op die manier kle<strong>in</strong>e scholen <strong>in</strong> die situatie ook makkelijker van elkaar <br />
profiteren. Een meerschoolse directeur staat meestal niet zelf meer voor de klas en kan zich dan <br />
vooral toespitsen op zijn/haar onderwijskundige taak, mits het adm<strong>in</strong>istratieve werk voor 2 scholen <br />
goed geregeld is. <br />
In dit kader dient ook opgemerkt te worden, dat de implementatie van de functiemix op kle<strong>in</strong>e <br />
scholen zeer moeilijk is gezien de randvoorwaarden die hieraan gesteld worden,. <br />
Deze kwaliteit komt op schoolniveau extra onder druk te staan als leerkrachten/directies <br />
disfunctioneren of als er sprake is van (langdurige) ziekte. In het laatste geval is het vaak moeilijk <br />
vervangers te krijgen die vlot <strong>in</strong> kunnen stappen <strong>in</strong> de complexe onderwijssituaties. <br />
De ontwikkel<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de medewerkers en de rol van het onderwijskundig leiderschap <br />
Toelicht<strong>in</strong>g <br />
De <strong>in</strong>vloed van de leraar op de leerprestaties van de leerl<strong>in</strong>gen is 2/3 deel van de totale <strong>in</strong>vloed van <br />
de school op het leren van de k<strong>in</strong>deren 19 . Een belangrijk deel wordt <strong>in</strong> dit verband bepaald door de <br />
pedagogische en didactische kwaliteiten van de leraar (zie hiervoor). Deze ontwikkelen zich vooral <strong>in</strong> <br />
een situatie, waar<strong>in</strong> op basis van collegialiteit en professionaliteit systematisch aan de eigen en de <br />
schoolontwikkel<strong>in</strong>g gewerkt kan worden. Leren van en met elkaar komt dan <strong>in</strong> veel gevallen tot zijn <br />
recht als dit plaatsv<strong>in</strong>dt met leerkrachten <strong>in</strong> vergelijkbare situaties. (bvb leerkrachten onderbouw, <br />
middenbouw en/of bovenbouw). Verder is uit onderzoek gebleken, dat de kwaliteit van de leraar <br />
positief beïnvloed wordt door gerichte bij-‐ en naschol<strong>in</strong>g en tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g, vooral als deze gekoppeld is aan <br />
de dagelijkse praktijk. De belangrijke factor om dit proces tot stand te brengen en te houden is de <br />
onderwijskundige leid<strong>in</strong>g. <br />
19 Marzano, R.J., Wat werkt op school, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
56
Uit het hiervoor genoemde rapport 'Productiviteit onderwijs' wordt op bladzijde 167 een Amerikaans <br />
onderzoek aangehaald, dat aantoont dat het verschil tussen een gemiddelde en een goede <br />
schoolleider het verschil maakt tussen een school met gemiddelde prestaties of een school, die bij de <br />
beste 20% scoort. De <strong>in</strong>spectie van het onderwijs constateert <strong>in</strong> vrijwel alle gevallen bij zwakke <br />
scholen een zwak management (zwakke schoolleiders en een zwak schoolbestuur). <br />
Indirecte beïnvloed<strong>in</strong>g van de kwaliteit van het onderwijs door de schoolleider gebeurt door het <br />
uitvoeren van een beoordel<strong>in</strong>gscyclus. Directe beïnvloed<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt plaats door letterlijk het <strong>in</strong>itiatief te <br />
nemen bij onderwijskundige ontwikkel<strong>in</strong>gen door het uitdragen van een heldere onderwijskundige <br />
visie en te zorgen voor heldere besluiten over verander<strong>in</strong>gen en er voor te zorgen dat deze ook <br />
uitgevoerd worden. <br />
Marzano c.s. 20 hebben via meta-‐analytisch onderzoek berekend, dat de correlatie tussen het <br />
leiderschapsgedrag van de schoolleider en de gemiddelde schoolprestaties van de leerl<strong>in</strong>gen op .25 <br />
ligt. Dit onderzoek geeft aan dat verbeter<strong>in</strong>g of verslechter<strong>in</strong>g van leiderschapsgedrag rechtstreeks <br />
van <strong>in</strong>vloed is op de gemiddelde leerprestaties van de leerl<strong>in</strong>gen op een school. Voorgerekend wordt <br />
dat een afwijk<strong>in</strong>g van 1 standaarddeviatie op schoolleidergedrag een verschil te zien geeft van 10 <br />
percentielpunten op gemiddelde leerl<strong>in</strong>g-‐prestaties. <br />
In dezelfde publicatie worden 21 taken van leid<strong>in</strong>ggevenden toegelicht waarvan een verband met <br />
leerprestaties van k<strong>in</strong>deren is aangetoond. Gepleit wordt voor het samenstellen van stuurteams bij <br />
het <strong>in</strong>voeren van verander<strong>in</strong>gen. Dit om er zorg voor te dragen, dat deze 21 taken zo goed mogelijk <br />
<strong>in</strong>gevuld worden en leid<strong>in</strong>g onder medewerkers gespreid wordt. <br />
Hoe de verdel<strong>in</strong>g van taken <strong>in</strong>gevuld wordt is weer afhankelijk van het type verander<strong>in</strong>g (al dan niet <br />
paradigma doorbrekend). Een aantal taken ligt altijd bij de formele leid<strong>in</strong>g. Dat zijn: Optimisme, <br />
Bevestig<strong>in</strong>g, Idealen en Overtuig<strong>in</strong>gen; Zichtbaarheid, Situationeel bewustzijn, Relaties, <br />
Communicatie, Cultuur en Invloed geven. De formele leid<strong>in</strong>g heeft als primaire taak letterlijk het <br />
<strong>in</strong>itiatief te nemen bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van de school en daarmee ook bij de ontwikkel<strong>in</strong>g van de <br />
medewerkers. Essentieel daarbij zijn de taken, die liggen op het terre<strong>in</strong> van onderl<strong>in</strong>ge relaties en <br />
communicatie. Inhoudelijke en veranderkundige taken kunnen verdeeld worden onder de leden van <br />
de stuurgroep. <br />
De ontwikkel<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de medewerkers en de rol van het onderwijskundig <br />
leiderschap <strong>in</strong> de kle<strong>in</strong>e school <br />
Kwaliteit van medewerkers wordt <strong>in</strong> belangrijke mate bepaald door de mate waar<strong>in</strong> deze zich b<strong>in</strong>nen <br />
hun beroep verder willen/kunnen ontwikkelen. Samenwerken met collega’s blijkt <strong>in</strong> deze een <br />
krachtige motor te zijn, zo zelfs dat het expliciet onderdeel uitmaakt van de strategieën die uitgezet <br />
zijn <strong>in</strong> de kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs. Het zal duidelijk zijn, dat de groep waar uit <br />
geput kan worden <strong>in</strong> een relatief kle<strong>in</strong>e school beperkt is. Tevens is het niet goed mogelijk <br />
ervar<strong>in</strong>gen uit te wisselen met collega’s die les geven <strong>in</strong> dezelfde bouw van de school. In veel <br />
situaties ben je de enige leerkracht <strong>in</strong> een bouw. Duo-‐baners hebben <strong>in</strong> dit verband ‘geluk’. <br />
Zoals hiervoor aangegeven zijn leid<strong>in</strong>ggevenden cruciaal bij het aansturen van <br />
ontwikkel<strong>in</strong>gsprocessen b<strong>in</strong>nen hun school. Van belang is draagvlak b<strong>in</strong>nen de school te creëren en <br />
leid<strong>in</strong>ggevende taken onder medewerkers te spreiden. In dit verband doen zich eveneens de <br />
beperk<strong>in</strong>gen van een kle<strong>in</strong>e school voor. Ook daar voltrekken zich vaak meerdere verander<strong>in</strong>gen <br />
20 Marzano, R.J., T. Waters & B.A. McNulty, Wat werkt: Leiderschap op school. Middelburg, 2009 <br />
57
tegelijk. Om <strong>in</strong> zo’n kle<strong>in</strong>schalige situatie steeds weer andere stuurteams samen te stellen wordt vaak <br />
als ‘overdreven’ aangemerkt: “Iedereen is toch overal bij betrokken”. Vaak ontbreekt het ook aan <br />
voldoende spreid<strong>in</strong>g aan specialismen b<strong>in</strong>nen een kle<strong>in</strong> team (zie hiervoor). Dit fenomeen draagt <br />
wellicht bij aan de constater<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>spectie, dat op die kle<strong>in</strong>e scholen, die als (zeer) zwak <br />
worden aangemerkt, vaak (te) <strong>in</strong>formeel wordt samengewerkt. <br />
Ten aanzien van de ontwikkel<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de medewerkers en de rol van het <br />
onderwijskundig leiderschap b<strong>in</strong>nen de kle<strong>in</strong>e school is onze conclusie, dat deze op beide fronten zijn <br />
beperk<strong>in</strong>gen kent. Enerzijds door het gebrek aan collega’s, waarmee samengewerkt/geleerd kan <br />
worden vanuit vergelijkbare situaties anderzijds door de neig<strong>in</strong>g verander<strong>in</strong>gen op meer <strong>in</strong>formele <br />
wijze te regelen en daardoor duidelijke leid<strong>in</strong>g ontbreekt. <br />
De kwaliteit van onderwijs <strong>in</strong> relatie tot de maatschappelijke positioner<strong>in</strong>g van de school <br />
Toelicht<strong>in</strong>g <br />
Het is onmiskenbaar zo, dat goede relaties tussen school, ouders en gemeenschap een positief effect <br />
hebben op de leerprestaties van de leerl<strong>in</strong>gen 21 . Communicatie, participatie bij alledaagse <br />
activiteiten en betrokkenheid bij bestuur van ouders en gemeenschap zijn hierbij sleutelbegrippen. <br />
Uit onderzoek blijkt, dat het belang van de betrokkenheid van ouders meer expliciet is en de <br />
betrokkenheid van de samenlev<strong>in</strong>g meer impliciet. <br />
Betrokkenheid van ouders en gemeenschap bij de school heeft voordelen voor de school. Het <br />
verenig<strong>in</strong>gsleven kan <strong>in</strong>houdelijk <strong>in</strong>put leveren aan vaklessen gym en muziek bijvoorbeeld, ouders <br />
kunnen gastlessen verzorgen of <strong>in</strong>gezet worden <strong>in</strong> ondersteunende of organiserende taken. Ook kan <br />
de school vanuit het netwerk dat uit ouders en gemeenschap bestaat aan f<strong>in</strong>anciële of materiële <br />
middelen komen om bepaalde speciale projecten te organiseren. <br />
De kwaliteit van onderwijs op een kle<strong>in</strong>e school <strong>in</strong> relatie tot de maatschappelijke positioner<strong>in</strong>g <br />
van de school <br />
“It takes a village to raise a child” is een gezegde dat zijn oorsprong v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> de Afrikaanse cultuur, <br />
waar elk k<strong>in</strong>d letterlijk een k<strong>in</strong>d van de (gesloten) gemeenschap was. Het is maar zeer de vraag of <strong>in</strong> <br />
de huidige maatschappij de positie van een kle<strong>in</strong>e school <strong>in</strong> de dorpsgemeenschap pr<strong>in</strong>cipieel <br />
verschilt van de school <strong>in</strong> een stadbuurt. Wellicht, dat de lijnen <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>schaliger omgev<strong>in</strong>g korter <br />
zijn, daarmee hoeven ze kwalitatief nog niet op een hoger niveau te liggen. <br />
<strong>Goed</strong>e relaties tussen school, ouders en maatschappij gelden onverkort voor beide situaties. Een <br />
school <strong>in</strong> een stadswijk vervult evenzeer een maatschappelijke functie naast allerlei verenig<strong>in</strong>gen en <br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. <br />
Ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs op een kle<strong>in</strong>e school <strong>in</strong> relatie tot de maatschappelijke <br />
positioner<strong>in</strong>g van de school is onze conclusie, dat er geen wezenlijk verschil is tussen grote en kle<strong>in</strong>e <br />
scholen. <br />
21 Marzano, R.J., Wat werkt op school, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008 <br />
58
5.3 De kwaliteit(en) van het onderwijs en de kle<strong>in</strong>e school <br />
In het voorgaande zijn diverse ‘kwaliteiten’ van het onderwijs toegelicht en <strong>in</strong> relatie gebracht met <br />
de kle<strong>in</strong>e school. Deze kwaliteiten grijpen op verschillende niveaus <strong>in</strong>. De volgende figuur maakt dit <br />
duidelijk: <br />
De klas <br />
Didactische <br />
kwaliteit <br />
Pedagogi-sche<br />
<br />
kwaliteit <br />
De school <br />
Organi-satorische<br />
<br />
kwaliteit <br />
Kwal. mw. <br />
en leid<strong>in</strong>g <br />
Technische <br />
kwaliteit <br />
Bovensch. <br />
management <br />
Technische <br />
kwaliteit <br />
Politieke <br />
kwaliteit <br />
kwaliteit <br />
Vestig<strong>in</strong>gs-plaats<br />
<br />
Maatschap-pelijke<br />
<br />
kwaliteit <br />
Gemeente <br />
bestuur <br />
Politieke <br />
kwaliteit <br />
Maatschap-pelijke<br />
<br />
kwaliteit <br />
Figuur 27 Kwaliteit(en) van het onderwijs (Bron: RPCZ)<br />
We geven de verschillende kwaliteiten en de consequenties voor de kle<strong>in</strong>e scholen hierna kort weer: <br />
Politieke kwaliteit <br />
Op het niveau van het landelijk beleid wordt zeer sterk <strong>in</strong>gestoken op het vergroten van taal-‐ en <br />
rekenprestaties en het ruimte creëren voor excellentie. Zoals hierna zal blijken geeft de eis naar <br />
hogere taal-‐en rekenprestaties extra druk naar kle<strong>in</strong>e scholen. Ten aanzien van excellente leerl<strong>in</strong>gen <br />
is bekend, dat deze sterk behoefte hebben aan contacten met k<strong>in</strong>deren, die op eenzelfde hoog <br />
niveau kunnen denken. De kans dat je een voldoende aantal van deze k<strong>in</strong>deren op een kle<strong>in</strong>e school <br />
aantreft is (zeer) kle<strong>in</strong>, zeker als dat ook nog <strong>in</strong> dezelfde leeftijdscategorie zou moeten zijn. Met de <br />
komst van Leonardo-‐scholen of scholen met een specifiek zorgprofiel <strong>in</strong> deze richt<strong>in</strong>g is het niet <br />
denkbeeldig, dat deze leerl<strong>in</strong>gen niet naar de kle<strong>in</strong>e school gaan. Dit heeft niet alleen gevolgen voor <br />
het leerl<strong>in</strong>genaantal, maar ook voor de gemiddelde prestaties van de schoolbevolk<strong>in</strong>g. <br />
59
Technische kwaliteit <br />
Hiermee raken we aan waar we het onderdeel politieke kwaliteit mee afsloten. Het bepalen van het <br />
niveau van gemiddelde prestaties. Voor het basisonderwijs <strong>in</strong> Nederland wordt <strong>in</strong> meer dan 80% van <br />
de gevallen gebruik gemaakt van het Cito-‐leerl<strong>in</strong>gvolgsysteem en de Cito-‐e<strong>in</strong>dtoets. De <strong>in</strong>spectie <br />
baseert haar oordelen over de opbrengsten van het onderwijs voor een belangrijk deel op deze <br />
gegevens. <br />
De laatste jaren wordt bekend gemaakt wanneer een school te lang te lage leeropbrengsten heeft. <br />
Dat kan resulteren <strong>in</strong> de beoordel<strong>in</strong>g zwak of zeer zwak. De afgelopen jaren blijkt, dat relatief veel <br />
kle<strong>in</strong>e scholen (
estuur en het management zijn hierbij een belangrijke factor. Aandacht voor en analyse van de <br />
ontwikkel<strong>in</strong>g van de opbrengsten is voor het schoolbestuur en directie noodzakelijk om zicht te <br />
krijgen op de kwaliteit van het onderwijs. <br />
De organisatorische kwaliteit <br />
Het is zeer lastig de specialismen, die langzamerhand gemeengoed worden <strong>in</strong> het onderwijs <strong>in</strong> een <br />
kle<strong>in</strong>e school <strong>in</strong> huis te hebben. Tevens kan het aantal taken, dat <strong>in</strong> iedere school uitgevoerd moet <br />
worden, over m<strong>in</strong>der hoofden verdeeld worden. Allemaal redenen, waardoor de organisatorische <br />
kwaliteit van het onderwijs op de kle<strong>in</strong>e school onder druk staat. De kle<strong>in</strong>e school is extra kwetsbaar <br />
als er sprake is van disfunctionerende leraren of bij (langdurige) ziekte. <br />
De ontwikkel<strong>in</strong>g van de kwaliteit van de medewerkers en de rol van het onderwijskundig <br />
leiderschap <br />
Op beide fronten kent de kle<strong>in</strong>e school zijn beperk<strong>in</strong>gen. Enerzijds door het gebrek aan collega’s, <br />
waar mee samengewerkt/geleerd kan worden vanuit vergelijkbare situaties anderzijds door de <br />
neig<strong>in</strong>g verander<strong>in</strong>gen op meer <strong>in</strong>formele wijze te regelen en daardoor duidelijke leid<strong>in</strong>g ontbreekt. <br />
De kwaliteit van onderwijs <strong>in</strong> relatie tot de maatschappelijke positioner<strong>in</strong>g van de school <br />
In relatie tot de maatschappelijke positioner<strong>in</strong>g van de kle<strong>in</strong>e school is onze conclusie, dat er geen <br />
wezenlijk verschil is tussen grote en kle<strong>in</strong>e scholen <br />
Overige factoren, die van <strong>in</strong>vloed kunnen zijn op het functioneren van kle<strong>in</strong>e scholen <br />
Ontwikkel<strong>in</strong>gen op de arbeidsmarkt laten zien, dat op (middel)lange termijn tekorten aan <br />
onderwijzend personeel dreigen te ontstaan. Ook worden op dit moment vraagtekens gezet bij het <br />
gemiddelde niveau van de leerkrachten, die de PABO verlaten <strong>in</strong> relatie tot wat <strong>in</strong> de praktijk <br />
gevraagd wordt 24 . <br />
Het is de vraag of bij een krappe arbeidsmarkt excellente leerkrachten en schoolleiders -‐ als ze de <br />
keuze hebben -‐ zullen kiezen voor een baan op kle<strong>in</strong>e scholen. <br />
24 Inspectie der Rijksf<strong>in</strong>anciën. Productiviteit onderwijs, rapport brede heroverweg<strong>in</strong>gen. Den Haag, april 2010 <br />
61
5.4 Samenvattend <br />
Uit het voorgaande zou men kunnen concluderen, dat het slecht gesteld is met het onderwijs op <br />
kle<strong>in</strong>e scholen. Erger nog, dat het aan de leerkrachten zou liggen, dat daar relatief m<strong>in</strong>dere <br />
leerprestaties gerealiseerd worden. <br />
Samenstellers van dit stuk weten uit eigen ervar<strong>in</strong>gen, dat -‐ overigens net als op grotere scholen – <br />
het overgrote deel van de leerkrachten met grote <strong>in</strong>zet en vaak met veel liefde voor het vak en de <br />
k<strong>in</strong>deren grote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen leveren om de leerl<strong>in</strong>gen tot optimale leerprestaties te brengen. <br />
De conclusies, die wij uit het voorgaande trekken zijn: <br />
- <strong>Onderwijs</strong> verzorgen volgens nieuwste <strong>in</strong>zichten van opbrengstgericht werken op relatief kle<strong>in</strong>e <br />
scholen (
5.5 Condities die bijdragen aan het leveren van de gewenste kwaliteit op een kle<strong>in</strong>e school <br />
Denkend aan voorwaarden die cruciaal zijn om geëiste en gewenste kwaliteit te kunnen leveren op <br />
kle<strong>in</strong>e(re) scholen
Krachtig management <br />
Naast de vaste taken die altijd behoren bij de functie van de formele leid<strong>in</strong>g worden een aantal <br />
leid<strong>in</strong>ggevende werkzaamheden verdeeld onder de medewerkers op de scholen. Uitgangspunt <br />
daarbij zijn de 21 taken, die Marzano 26 relateert aan leerprestaties van k<strong>in</strong>deren. Spreid<strong>in</strong>g van <br />
leid<strong>in</strong>ggevende taken heeft als bijkomend voordeel, dat draagvlak voor verander<strong>in</strong>gen makkelijker <br />
gecreëerd wordt. Het voorgaande vooronderstelt een leid<strong>in</strong>ggevende, die visie heeft op de doelen <br />
van het onderwijs op de scholen, waar hij/zij de leid<strong>in</strong>g over heeft en de processen <strong>in</strong> een wat groter <br />
team (zie hiervoor) goed kan (bege)leiden. <br />
Het voorgaande wordt steeds belangrijker naarmate het leerl<strong>in</strong>genaantal kle<strong>in</strong>er wordt. <br />
26 Marzano, R.J., T. Waters & B.A. McNulty, Wat werkt: Leiderschap op school. Middelburg, 2009 <br />
64
Hoofdstuk 6 <br />
Scenario’s ten aanzien afnemende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <br />
In de vorige hoofdstukken zijn de volgende zaken duidelijk geworden: <br />
- Leerl<strong>in</strong>genaantallen zullen <strong>in</strong> het komende decennium sterk gaan dalen. <br />
- De handhav<strong>in</strong>g van de kwaliteit van onderwijs op een steeds groter aantal kle<strong>in</strong>er <br />
wordende scholen zal <strong>in</strong> toenemende mate problemen opleveren. <br />
- De constater<strong>in</strong>g is dat er <strong>in</strong> de organisatie van het Zeeuwse basisonderwijs als gevolg van <br />
deze ontwikkel<strong>in</strong>gen iets moet gebeuren. <br />
De vraag is dan: hoe gaan we met deze thematiek <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> om Als voorzet voor de discussie over <br />
hoe verder met het Zeeuwse basisonderwijs worden vier scenario’s gepresenteerd. De vier scenario's <br />
zijn tot stand gekomen door met diverse experts en sleutelfiguren van b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>Zeeland</strong> <strong>in</strong> <br />
gesprek te gaan. In onderstaand schema ziet u terug hoe de verschillende <strong>in</strong>valshoeken uite<strong>in</strong>delijk <br />
tot vier scenario’s leiden. <br />
Op de volgende pag<strong>in</strong>a's worden de vier scenario's uitgewerkt. Het zijn verhalen, beelden; geen <br />
feiten. Bedoeld om een beter idee te krijgen hoe een scenario er <strong>in</strong> de werkelijkheid uit zou kunnen <br />
zien en om het verschil tussen de vier scenario's te duiden. <br />
65
Scenario 1 <br />
Veel vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het onderwijs, <strong>in</strong>dividuele rijkdom <br />
Oostkerke is een sfeervol r<strong>in</strong>gdorp op de Bevelanden. In de fraaie monumentale dorpshuizen wonen <br />
jonge gez<strong>in</strong>nen, die vanuit de Randstad naar het groene en gemoedelijke <strong>Zeeland</strong> zijn verhuisd. <br />
Onder hen veel tweeverdieners, die voor hun werk dagelijks richt<strong>in</strong>g Rotterdam en omstreken rijden. <br />
Het dorp Oostkerke heeft geen volledig zelfstandige basisschool meer. Alleen de <br />
onderbouwleerl<strong>in</strong>gen gaan nog <strong>in</strong> het dorp naar school. Na schooltijd gaan de leerl<strong>in</strong>gen naar een <br />
centraal gelegen buitenschoolse opvang, waar jonge k<strong>in</strong>deren uit verschillende dorpen kunnen <br />
spelen, sporten en knutselen. <br />
De bovenbouwleerl<strong>in</strong>gen uit Oostkerke worden dagelijks door hun ouders naar een regionale school <br />
gebracht. Hiervoor moeten de ouders wat verder reizen, maar dat hebben ze graag over voor een <br />
school waar de kwaliteit van het onderwijs bovenaan staat. De school biedt onderdak aan een kle<strong>in</strong>e <br />
duizend leerl<strong>in</strong>gen uit de wijde omtrek en is centraal gelegen. Het grote, moderne gebouw beschikt <br />
over alle gewenste faciliteiten, waaronder een mediatheek, twee gymzalen, een kant<strong>in</strong>e en vele <br />
grote en kle<strong>in</strong>ere onderwijsruimtes. <br />
De regioschool biedt precies wat de ouders uit Oostkerke belangrijk v<strong>in</strong>den. Allereerst is dat <br />
kwalitatief hoogstaand onderwijs, het hele jaar door. Behalve tijdens kerst is de school altijd open; de <br />
ouders hebben een grote vrijheid om te bepalen wanneer ze met het gez<strong>in</strong> op vakantie gaan. De <br />
overige weken kunnen de leerl<strong>in</strong>gen dagelijks <strong>in</strong> de school terecht. <br />
Tijdens de schooluren wordt veel gebruik gemaakt van de mogelijkheden van ICT. Via een laptop <br />
volgen de k<strong>in</strong>deren een <strong>in</strong>dividueel afgestemd lesprogramma. De computer houdt bij of alle lesstof is <br />
doorgenomen en op welke onderdelen nog moet worden geoefend voor de leerl<strong>in</strong>g door kan naar de <br />
volgende opdracht. Voor de belangrijkste vakken huurt de school de beste professionals <strong>in</strong>, die van <br />
school naar school reizen om les te geven <strong>in</strong> hun specialisatie. <br />
De ouders uit Oostkerke zijn erg tevreden over hun regionale school, die naast leer<strong>in</strong>stituut ook <br />
medeopvoeder van hun k<strong>in</strong>deren is. Leerl<strong>in</strong>gen die problemen hebben, vanwege een <br />
leerachterstand, pesten of vanwege de gez<strong>in</strong>ssituatie, kunnen op school terecht bij een <br />
maatschappelijk werker. Deze is altijd aanwezig om problemen bij k<strong>in</strong>deren snel op te sporen en te <br />
behandelen. <br />
Door hun drukke werk-‐ en privéleven, zijn de ouders uit Oostkerke erg afhankelijk van <br />
buitenschoolse opvang voor hun k<strong>in</strong>deren. Met sportclub, muziekschool en andere organisaties <br />
maken de ouders afspraken over de activiteiten na school. Zo regelen de ouders dat hun k<strong>in</strong>d zich <br />
tijdens en na schooltijd kan ontwikkelen tot een sportief, creatief en succesvol <strong>in</strong>dividu. <br />
66
Scenario 2 <br />
Veel vernieuw<strong>in</strong>g, sociale welvaart <br />
Kruispolder, Ter L<strong>in</strong>de, Hoflande en Annadorp zijn gezellige boerendorpen <strong>in</strong> Zeeuws-‐Vlaanderen, die <br />
langzaam maar zeker vergrijzen. De vier dorpen zien de laatste jaren regelmatig jonge gez<strong>in</strong>nen <br />
arriveren, waarvan vader of moeder <strong>in</strong> het dorp is opgegroeid. Maar de jonge aanwas is niet genoeg: <br />
na een jarenlange strijd hebben de basisschooltjes <strong>in</strong> deze dorpen hun deuren moeten sluiten <br />
wegens een structureel te laag aantal leerl<strong>in</strong>gen. <br />
De schoolbesturen hebben daarop besloten de handen <strong>in</strong>een te slaan. In plaats van krampachtig <br />
proberen de eigen school <strong>in</strong> stand te houden, kozen ze ervoor samen op een centrale locatie een <br />
nieuwe school te bouwen, met extra faciliteiten op het gebied van onderwijs en opvang. <br />
De ouders uit Kruispolder, Ter L<strong>in</strong>de, Hoflande en Annadorp zijn erg tevreden met hoe het onderwijs <br />
en de opvang nu geregeld zijn. Hun k<strong>in</strong>deren worden ’s morgens opgehaald en aan het beg<strong>in</strong> van de <br />
avond weer thuisgebracht. De hele dag zijn ze bezig met spelen, leren en zich ontwikkelen, zonder <br />
dat ze telkens van de ene plek naar de andere moeten worden gebracht. <br />
De centrale school ontwikkelt zich tot een <strong>in</strong>tegraal k<strong>in</strong>dcentrum, waar k<strong>in</strong>deren van 0 tot 12 jaar <br />
tijdens de ruime open<strong>in</strong>gstijden welkom zijn. De k<strong>in</strong>deren worden begeleid door professionals met <br />
verschillende achtergronden en opleid<strong>in</strong>gsniveaus. De ouders sluiten met het k<strong>in</strong>dcentrum <br />
<strong>in</strong>dividuele ontwikkelarrangementen af, waar<strong>in</strong> wordt afgesproken welke voortgang hun k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> een <br />
bepaalde periode moet maken. <br />
Bevoegde onderwijzers concentreren zich op hun kerntaken, zoals de taal-‐, reken-‐, en leeslessen. <br />
Hun iets m<strong>in</strong>der hoog opgeleide collega's verzorgen de allerkle<strong>in</strong>sten. Ook begeleiden zij de k<strong>in</strong>deren <br />
vanaf de peuterleeftijd bij het buiten spelen, bewegen, speciale projecten en bij het eten. <br />
Zowel tijdens als buiten de lestijden krijgen de onderwijzers en begeleiders regelmatig hulp van <br />
oudere vrijwilligers uit de omgev<strong>in</strong>g. Actieve gepensioneerden die zich hebben aangesloten bij de <br />
vrijwilligersorganisatie ‘Zilveren Kracht’ zijn bijna dagelijks <strong>in</strong> en rondom het schoolgebouw te v<strong>in</strong>den, <br />
om met de k<strong>in</strong>deren brood te bakken, te timmeren en schilderen of om samen een boekje te lezen. <br />
De ouders uit de vier Zeeuws-‐Vlaamse dorpen v<strong>in</strong>den het k<strong>in</strong>dcentrum een waardevolle toevoeg<strong>in</strong>g <br />
aan de ontwikkel<strong>in</strong>g en opvoed<strong>in</strong>g van hun k<strong>in</strong>deren. Bovendien scheelt het een hoop heen en weer <br />
rijden. De leerl<strong>in</strong>gen worden <strong>in</strong> elk dorp op vaste plekken opgepikt door de schoolbus, die ze daar ’s <br />
avonds ook weer afzet. Dat past <strong>in</strong> het streven van de regionale school naar rust, regelmaat en <br />
welzijn voor de k<strong>in</strong>deren. <br />
67
Scenario 3 <br />
Sociale welvaart, we<strong>in</strong>ig vernieuw<strong>in</strong>g <br />
Laaglande is een middelgroot dorp op Schouwen-‐Duiveland. Bijna alle dorpen <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g <br />
hadden ooit een basisschool, maar de laatste jaren moesten regelmatig scholen sluiten, wegens te <br />
we<strong>in</strong>ig leerl<strong>in</strong>gen. Ook voor de openbare basisschool <strong>in</strong> Laaglande was het even moeilijk om <br />
overe<strong>in</strong>d te blijven, maar de bouw van een ecologische wijk trok voldoende jonge gez<strong>in</strong>nen aan om <br />
het leerl<strong>in</strong>genaantal voorlopig uit de gevarenzone te houden. <br />
Inmiddels was het schoolbestuur er wel van overtuigd dat balanceren op het randje van sluit<strong>in</strong>g voor <br />
niemand prettig is, dus zijn plannen ontwikkeld voor een bredere basis. OBS De Laaglande is s<strong>in</strong>ds <br />
kort verhuisd naar een gloednieuw gebouw <strong>in</strong> de ecologische wijk en is nu een brede school: een <br />
basisschool met extra voorzien<strong>in</strong>gen. <br />
De belangrijkste voorzien<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> de ogen van veel ouders, is de mogelijkheid van buitenschoolse <br />
opvang. De Laaglandse K<strong>in</strong>deropvang Bamb<strong>in</strong>o heeft een eigen plek gekregen <strong>in</strong> de brede school. <br />
K<strong>in</strong>deren tussen 0 en 12 jaar zijn welkom bij Bamb<strong>in</strong>o, van ’s morgens vroeg tot beg<strong>in</strong> van de avond. <br />
De comb<strong>in</strong>atie van basisschool en buitenschoolse opvangen biedt de scholieren een verlengde <br />
schooldag, met sportieve, kunstz<strong>in</strong>nige of culturele activiteiten en projecten. <br />
Zo is de buitenruimte verdeeld <strong>in</strong> een speelple<strong>in</strong> voor de kle<strong>in</strong>tjes, een basketbalveld en een <br />
trapveldje voor de grotere k<strong>in</strong>deren. Wie liever met zijn handen bezig is, kan onder begeleid<strong>in</strong>g <br />
tu<strong>in</strong>ieren <strong>in</strong> de schooltu<strong>in</strong> of knutselen <strong>in</strong> het handvaardigheidlokaal. <br />
Daarnaast biedt de school voorzien<strong>in</strong>gen voor leerl<strong>in</strong>gen die wat extra aandacht nodig hebben. Zo is <br />
er de mogelijkheid van taalondersteun<strong>in</strong>g, er is schoolmaatschappelijk werk aanwezig, en <br />
opvoed<strong>in</strong>gsondersteun<strong>in</strong>g voor ouders. Ook het consultatiebureau heeft een plekje gekregen <strong>in</strong> de <br />
brede school. <br />
’s Avonds staat het gebouw ter beschikk<strong>in</strong>g van het buurtcentrum, dat <strong>in</strong> de gymzaal bewegen voor <br />
ouderen, koersbal en tai chi organiseert. Ook zijn er regelmatig computer-‐ en taalcursussen en <br />
boetseer-‐ en fotografieklasjes te volgen. <br />
Omdat <strong>in</strong> de dorpen rondom Laaglande hier en daar een school is gesloten, reizen veel leerl<strong>in</strong>gen <br />
met georganiseerd vervoer vanuit de wijde omgev<strong>in</strong>g naar de Brede School. In dorpen waar nog wel <br />
een basisschool is, maar geen mogelijkheden voor buitenschoolse opvang, gaan de k<strong>in</strong>deren na <br />
schooltijd met de bus naar Laaglande. Daar kunnen ze sporten, knutselen en spelen. In veel gevallen <br />
halen ouders uit hetzelfde dorp bij toerbeurt de k<strong>in</strong>deren op en brengen ze thuis. <br />
68
Scenario 4 <br />
We<strong>in</strong>ig vernieuw<strong>in</strong>g, veel <strong>in</strong>dividuele rijkdom <br />
Zuidburg is een pittoresk monumentenstadje, centraal op Walcheren. Het wordt omr<strong>in</strong>gd door <br />
meerdere dorpen van verschillende omvang. In de bosrijke omgev<strong>in</strong>g liggen her en der grote <br />
boerderijen en luxe villa’s. In en rondom Zuidburg wonen relatief veel hoogopgeleide tweeverdieners <br />
met een of twee k<strong>in</strong>deren. <br />
Veel Zuidburgers hebben de voordelen van het nieuwe werken ontdekt. Dankzij smartphone, <br />
teleconferenc<strong>in</strong>g en mobiel <strong>in</strong>ternet hoeven ze niet meer naar kantoor, maar kunnen ze werken waar <br />
en wanneer het uitkomt. Zoals thuis, <strong>in</strong> de eigen werkkamer. Of bij mooi weer <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>. Dankzij het <br />
nieuwe werken zijn de Zuidburgers <strong>in</strong> staat een goede balans te v<strong>in</strong>den tussen werk en privéleven. <br />
Werken voor de baas doen ze bij voorkeur tijdens school-‐ en sporttijden van de k<strong>in</strong>deren of ’s avonds <br />
als de k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> bed liggen. <br />
Vanwege de grote mate van vrijheid om hun eigen tijd <strong>in</strong> te delen, hebben de ouders <strong>in</strong> Zuidburg <br />
we<strong>in</strong>ig behoefte aan buitenschoolse opvang. In de gevallen dat opvang wel nodig is, regelen de <br />
ouders dat zelf. Meestal staan ze ’s middags zelf bij het hek om hun k<strong>in</strong>deren op te halen. Een aantal <br />
dagen per week brengen de ouders hun kroost naar de sportclub, muziekschool of het jeugdatelier. <br />
Op andere dagen gaan de k<strong>in</strong>deren gezellig mee naar huis, waar ze <strong>in</strong> de ruime tu<strong>in</strong> met vriendjes <br />
spelen, op hun kamer huiswerk maken of computeren, en onder begeleid<strong>in</strong>g van vader of moeder <br />
zelf eten koken. <br />
In en om Zuidburg zijn verschillende scholen, zowel openbare als bijzondere. Omdat de gez<strong>in</strong>nen <br />
kle<strong>in</strong> zijn en ook Zuidburg en omgev<strong>in</strong>g vergrijzen, hebben veel scholen het moeilijk om het vereiste <br />
leerl<strong>in</strong>genaantal te halen. Voor veel Zuidburgers maakt het niet veel uit waar hun k<strong>in</strong>deren naar <br />
school gaan. Ze stappen gemakkelijk even <strong>in</strong> de auto om hun k<strong>in</strong>deren een dorp verderop naar <br />
school te brengen. <br />
Waar ze wel veel waarde aan hechten is de kwaliteit van het onderwijs. Aangezien de ouders zelf <br />
hoogopgeleid zijn, willen ze ook voor hun k<strong>in</strong>deren het beste. Hun basisschool kiezen ze voornamelijk <br />
op basis van uitstroomgegevens. De scholen die hoog scoren <strong>in</strong> de Cito-‐toetsen en die veel k<strong>in</strong>deren <br />
afleveren op havo/vwo-‐niveau, kunnen rekenen op hun warme belangstell<strong>in</strong>g. <br />
De schoolbesturen beconcurreren elkaar dan ook op basis van kwaliteit. Voor goed bekend staande <br />
scholen ontstaan wachtlijsten en worden k<strong>in</strong>deren soms al <strong>in</strong>geschreven nog voordat ze geboren zijn. <br />
Deze scholen zijn <strong>in</strong> staat de beste onderwijzers aan te trekken, hebben verrijk<strong>in</strong>gsklassen voor <br />
hoogbegaafde k<strong>in</strong>deren en bieden extra begeleid<strong>in</strong>g aan zwakkere leerl<strong>in</strong>gen. M<strong>in</strong>der goed <br />
presterende scholen <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van Zuidburg krijgen te maken met steeds m<strong>in</strong>der leerl<strong>in</strong>gen en <br />
vallen uite<strong>in</strong>delijk om. <br />
69
Hoofdstuk 7 <br />
Advies <br />
Door de dalende <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> zal de kwaliteit en bereikbaarheid van het basisonderwijs <strong>in</strong> <br />
<strong>Zeeland</strong> onder druk komen te staan. Kle<strong>in</strong>ere scholen hebben grotere problemen om de kwaliteit <br />
duurzaam te borgen. Het adagium dat <strong>in</strong> elke kern een basisschool hoort te zijn als basisvoorzien<strong>in</strong>g <br />
moet worden losgelaten. Voor het <strong>in</strong> stand houden van de leefbaarheid van kle<strong>in</strong>e kernen is het ook <br />
niet nodig. <br />
Gedwongen door de feitelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen, maar ook vanuit kwaliteitsoverweg<strong>in</strong>gen is een <br />
schaalsprong <strong>in</strong> het basisonderwijs nodig. Bestuurlijk zien we dat het basisonderwijs al een <br />
behoorlijke schaalsprong heeft gemaakt en zich meer en meer op gemeentelijk en regionaal niveau <br />
organiseert. Daarbij zien we ook fusies tussen verschillende denom<strong>in</strong>aties ontstaan. <br />
Wij adviseren het basisonderwijs die schaalsprong ook op schoolniveau door te zetten. Het is ons <br />
<strong>in</strong>ziens niet slim om lijdzaam af te wachten tot de (te) kle<strong>in</strong>e scholen successievelijk omvallen. Het <br />
proces is pijnlijk en het resultaat van een dergelijke ‘natuurlijke’ sterfhuisconstructie is waarschijnlijk <br />
veel slechter voor de bereikbaarheid van het basisonderwijs <strong>in</strong> het algemeen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. <br />
De hoge sticht<strong>in</strong>gsnormen voor een school maakten het al onmogelijk om <strong>in</strong> dunbevolkte gebieden <br />
een compleet palet aan verschillende denom<strong>in</strong>atieve scholen aan te bieden. De huidige resterende <br />
denom<strong>in</strong>atieve verscheidenheid <strong>in</strong> aparte scholen is <strong>in</strong> veel dorpen niet meer houdbaar. <br />
Nieuwe creatieve schoolconcepten zijn nodig. Het maken van samenwerk<strong>in</strong>gsscholen zoals De <br />
Lonneboot waar b<strong>in</strong>nen één school de aansluit<strong>in</strong>g met de verschillende levensbeschouw<strong>in</strong>gen van <br />
ouders wordt gegarandeerd is perspectiefrijk. Nieuwe wetgev<strong>in</strong>g rond samenwerk<strong>in</strong>gsscholen geeft <br />
daar bij dreigende opheff<strong>in</strong>g ook de mogelijkheid toe. Het is een veel beter alternatief dan de <br />
komende tijd de strijd om de leerl<strong>in</strong>g uit te vechten. De denom<strong>in</strong>atieve diversiteit kan een extra <br />
kwaliteit van een school worden. <br />
Bij het ontwikkelen van nieuwe schoolconcepten kunnen ook andere voor ouders met jonge <br />
k<strong>in</strong>deren belangrijke voorzien<strong>in</strong>gen als de k<strong>in</strong>deropvang en voor-‐ en naschoolse opvang worden <br />
betrokken. Daarbij zal <strong>in</strong> de locatiekeuze de regionale bereikbaarheid en het organiseren van goed <br />
vervoer van groot belang zijn. <br />
Wij adviseren het Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong> om samen met alle betrokken partijen een <br />
kwaliteit-‐ en bereikbaarheidsplan voor het basisonderwijs op te stellen. De doelstell<strong>in</strong>g zou kunnen <br />
worden geformuleerd als het zoeken naar een regionaal optimaal bereikbaar en kwalitatief <br />
hoogwaardig basisschoolnetwerk uitgaande van een draagvlak van 29.000 leerl<strong>in</strong>gen, reken<strong>in</strong>g <br />
houdend met de voorspelde spreid<strong>in</strong>g over de kernen <strong>in</strong> <strong>Zeeland</strong>. De <strong>in</strong> dit rapport beschreven <br />
scenario’s kunnen daarbij behulpzaam zijn, waarbij onze voorkeurvariant (scenario 2) als <br />
richt<strong>in</strong>ggever kan fungeren. <br />
70
Bronnen <br />
Literatuur: <br />
• Gemeente Borsele, Ontwikkel<strong>in</strong>gen van de <strong>leerl<strong>in</strong>genaantallen</strong> <strong>in</strong> het basisonderwijs van de <br />
gemeente Borsele. He<strong>in</strong>kenszand, 2009. <br />
• Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>, Ontstaan en ontwikkel<strong>in</strong>g zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het <br />
basisonderwijs. Utrecht, 2006. <br />
• Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>, Staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2007-‐2008. Utrecht, <br />
2009. <br />
• Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>, Staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2008-‐2009. Utrecht, <br />
mei 2010. <br />
• Inspectie van het <strong>Onderwijs</strong>, Toezichtkader 2009 primair onderwijs – voortgezet onderwijs. <br />
Utrecht, 2009. <br />
• Inspectie van het basisonderwijs, Zeer zwakke scholen <strong>in</strong> het basisonderwijs 2006-‐2010, <br />
Utrecht, juni 2010. <br />
• Marzano, R.J., Wat werkt <strong>in</strong> de klas, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008. <br />
• Marzano, R.J., Wat werkt op school, research <strong>in</strong> actie. Middelburg, 2008. <br />
• Marzano, R.J., T. Waters & B.A. McNulty, Wat werkt: Leiderschap op school. Middelburg, <br />
2009. <br />
• M<strong>in</strong>naert, A., H.L. Spelberg & H. Ams<strong>in</strong>g, Het Pedagogisch Quotiënt. Houten, 2009. <br />
• Munck, B. de, Het (on)terechte optimisme van scholen. In: Schoolzakelijk, December 2009. <br />
• Nationaal Netwerk Bevolk<strong>in</strong>sgdal<strong>in</strong>g / Themagroep Krimp en <strong>Onderwijs</strong>, Positionpaper ‘Krimp <br />
en onderwijs’. 2009. <br />
• Oberon, De kle<strong>in</strong>e scholen problematiek: een oriëntatie, Borsele, 2009. <br />
• Prov<strong>in</strong>cie Limburg, Demografische voorsprong: Kwaliteitsslag onderwijs. Maastricht: 2008. <br />
• Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong>, Gebiedsagenda <strong>Zeeland</strong>. Middelburg, 2009 <br />
• Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong>, Onverkende paden, Middelburg, 2008. <br />
• Prov<strong>in</strong>cie <strong>Zeeland</strong>, Op pad. Middelburg, 2009. <br />
• Scoop, Leefbare dorpen – ‘de sociale draagkracht van dorpen <strong>in</strong> Borsele’. Middelburg, 2008. <br />
• Scoop, Sociale Staat van <strong>Zeeland</strong>, Middelburg, 2009. <br />
• Inspectie der Rijksf<strong>in</strong>anciën. Productiviteit onderwijs, rapport brede heroverweg<strong>in</strong>gen, Den <br />
Haag, april 2010 <br />
• M<strong>in</strong>isterie van O, C en W., Scholen voor morgen. Den Haag, november 2007. <br />
• M<strong>in</strong>isterie van O, C en W.,Aanpass<strong>in</strong>g sticht<strong>in</strong>gs-‐ en opheff<strong>in</strong>gsnormen basisonderwijs, Den <br />
Haag,1997. <br />
• Kon<strong>in</strong>klijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen: “Rekenonderwijs op de basisschool”, <br />
Amsterdam 2009 <br />
• Wouw, B.A.J. van der (1994). Schoolkeuze tussen wensen en realiser<strong>in</strong>gen. Een onderzoek <br />
naar verklar<strong>in</strong>gen voor verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> schoolkeuzepatronen vanuit het perspectief van <br />
(etnische) segregatie. Proefschrift, Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Faculteit der <br />
Pedagogische en <strong>Onderwijs</strong>kundige Wetenschappen. <br />
71
Presentaties: <br />
• Prof. dr. Jaap Dronkers: Met welke data kunnen wij de kwaliteit van het Nederlands onderwijs <br />
meten (Rotterdam, december 2009) <br />
• Prof. Dr. W van der Grift: Risico’s voor leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het basisonderwijs. (Utrecht, april 2010) <br />
Websites: <br />
• www.ascd.org <br />
• www.kb.nl <br />
• www.m<strong>in</strong>ocw.nl <br />
• www.onderwijs<strong>in</strong>spectie.nl <br />
• www.po-‐raad.nl <br />
• www.rpcz.nl <br />
• www.scoopzld.nl <br />
• www.unimaas.nl <br />
• www.universiteittwente.nl <br />
• www.uva.nl <br />
Begeleid<strong>in</strong>gscommissie <br />
Leden PPOZ: <br />
• Anko van Hoepen <br />
• Cor Kuijvenhoven <br />
• Ewald de Keijzer <br />
• Piet Jan Reijnierse <br />
• Henk Verweg <br />
• Jan Ennik (RPCZ) voorzitter <br />
• L<strong>in</strong>da Franken (Scoop) <br />
• Dick van der Wouw (Scoop) <br />
• Marleen Vermeer (Scoop) <br />
72
Platform Primair <strong>Onderwijs</strong> <strong>Zeeland</strong>