1e editie 2005 - NVvE
1e editie 2005 - NVvE
1e editie 2005 - NVvE
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>NVvE</strong> - verenigingsblad, nr. 2 september 2007<br />
Het Kanaal<br />
◆ Welkomstwoord ter<br />
introductie van het<br />
vernieuwde kanaal<br />
◆ De endodontische<br />
diagnose<br />
◆ Nieuwe producten
Geachte collega,<br />
Hierbij presenteren wij u een nieuwe uitgave van het<br />
verenigingsblad van de <strong>NVvE</strong> “Het Kanaal” dat in<br />
2002 voor het eerst verscheen. De aanleiding voor<br />
een eigen verenigingsblad was de uitslag van een<br />
enquête onder de leden waaruit bleek dat het International<br />
Endodontic Journal niet of nauwelijks werd<br />
gelezen, omdat de artikelen voor velen moeilijk te<br />
lezen zijn en te weinig praktische informatie voor de<br />
dagelijkse praktijk hebben. En zo werd “Het Kanaal”<br />
geboren.<br />
Op 1 april 2002 verscheen de eerste uitgave van<br />
“Het Kanaal” in eerste instantie alleen door Walter<br />
van Driel samengesteld. Daarna voegden Hidde<br />
Doornbusch, Edwin Eggink en Toon Francois zich bij<br />
de redactie en sinds 2003 verschijnt het blad zo’n<br />
vier keer per jaar.<br />
Wegens een verschil van inzicht met het bestuur<br />
heeft de redactie besloten haar werkzaamheden te<br />
beëindigen. Vanaf deze plaats wil ik Walter van Driel<br />
en de overige redactieleden bedanken voor hun<br />
inzet voor de totstandkoming van, als ik het goed<br />
heb, 14 “Kanalen”.<br />
Met de nieuwe opzet van “Het Kanaal” wil het bestuur<br />
van de <strong>NVvE</strong> aan de eisen van de huidige tijd<br />
tegemoetkomen. De nieuwe redactie heeft als doel<br />
een integratie van wetenschappelijke informatie,<br />
productinformatie en informatie over de activiteiten<br />
van de vereniging.<br />
Veel leesplezier gewenst, Frans Nugteren
figuur 1a Verticale wortelfractuur<br />
Deel 1<br />
In dit artikel wordt een stappenproces<br />
beschreven volgens welke een endodontische<br />
diagnose bepaald kan worden. De<br />
verschillende klinische en diagnostische<br />
testen worden besproken.<br />
Inleiding<br />
Diagnostiek is een belangrijk en fundamenteel<br />
onderdeel van de tandheelkunde. De diagnose<br />
stuurt het beslissingsproces in de tandheelkundige<br />
behandeling en zonder diagnose is het niet<br />
mogelijk om de correcte tandheelkundige<br />
be han deling uit te voeren. Het stapsgewijs<br />
volgen van een systematische benadering maakt<br />
de diagnose tot een uitdagend en spannend<br />
onderdeel van de tandheelkunde.<br />
De procedure van het diagnoseproces kan als<br />
volgt worden weergegeven:<br />
1. Het opnemen van de medische en tandheelkundige<br />
anamnese (bij een nieuwe patiënt).<br />
2. Het vaststellen van de klacht of het tandheelkundige<br />
probleem, ook als geen sprake is van<br />
een pijnklacht (subjectieve anamnese).<br />
3. Het uitvoeren van objectief en röntgenologisch<br />
onderzoek (objectieve anamnese).<br />
4. Het analyseren van de verkregen informatie.<br />
5. De endodontische diagnostiek.<br />
Het merendeel van de patiënten met een endodontisch<br />
probleem heeft geen pijn. Meestal is<br />
het endodontisch probleem een toevalsbevinding<br />
op een röntgenopname, vaak bij een controle<br />
röntgenopname voor een restauratief plan. Een<br />
andere mogelijkheid is dat het wordt geconstateerd<br />
tijdens een behandeling (1).<br />
Diagnostiek in de endodontologie 1<br />
Medische en tandheelkundige<br />
anamnese<br />
Het opnemen en/of actualiseren van de medische<br />
anamnese is van belang om tijdens de behandeling<br />
medische complicaties en<br />
interferentie met medicijngebruik te voorkomen<br />
en om vast te stellen of een medisch probleem<br />
niet de oorzaak van de klacht kan zijn. Dit kan<br />
het beste schriftelijk en voorafgaande aan het<br />
consult worden gedaan.<br />
De tandheelkundige anamnese is een samenvatting<br />
van huidige en voorgaande ervaringen van<br />
de patiënt met de tandheelkunde. Het zorgvuldig<br />
aanleggen van een adequaat tandheelkundig<br />
dossier is onontbeerlijk voor het stellen van een<br />
goede diagnose. Bijvoorbeeld de voorgeschiedenis<br />
van een gebitselement kan bepalend zijn of<br />
een endodontisch behandeld element met als<br />
diagnose: pijnlijke parodontitis apicalis, herbehandeld<br />
moet worden of dat er een apicale chirurgie<br />
kan worden uitgevoerd. Ook informatie<br />
over de houding van de patiënt ten opzichte van<br />
de tandheelkundige zorg en de aandacht voor<br />
het gebit is mede bepalend voor het behandelplan.<br />
Het is dan ook aan te raden om bij een<br />
eventuele verwijzing naar een specialist de voor<br />
geschiedenis van de klacht of het element te vermelden<br />
in een verwijsbrief.<br />
De subjectieve<br />
anamnese<br />
Voor een patiënt met pijn is het belangrijk dat<br />
deze de ruimte krijgt om rustig zijn klacht te<br />
omschrijven. Het is van essentieel belang om de<br />
patiënt in zijn eigen bewoordingen zijn verhaal<br />
over de aard, het karakter en de historie van de<br />
klacht te laten doen. Als tandarts moet je dit<br />
vaak persoonlijke relaas kunnen ontcijferen,<br />
waarbij de sociale factoren niet mogen worden<br />
vergeten.<br />
Het gesprek wordt ook gebruikt om de patiënt<br />
op zijn gemak te stellen en een contact op te<br />
bouwen. Tijdens het gesprek wordt informatie<br />
verzameld over de klacht. De behandelaar moet<br />
suggestieve vragen vermijden en zoveel mogelijk<br />
open vragen stellen om te voorkomen dat de patiënt<br />
in een bepaalde richting wordt gestuurd.
De volgende vragen kunnen de patiënt gesteld<br />
worden:<br />
figuur 1b<br />
Verticale wortelfractuur<br />
2<br />
De objectieve<br />
anamnese<br />
De objectieve anamnese bestaat uit een extra -<br />
oraal en intraoraal onderzoek. Het extraorale<br />
visuele onderzoek kan al beginnen wanneer de<br />
patiënt de praktijkruimte binnenkomt. Gelet<br />
moet worden op asymmetrieën, zwellingen, verkleuringen<br />
en extraorale fistels.<br />
Tijdens het intraoraal onderzoek wordt eerst gekeken<br />
naar caviteiten, grote restauraties, fracturen<br />
en randaansluitingen van restauraties en<br />
fracturen van gebitselementen (figuur 1a+b).<br />
Bij een fistel wordt een guttapercha-stift in de<br />
fistelgang geschoven en een röntgenopname gemaakt<br />
om de oorsprong van de fistel te traceren<br />
(figuur 2). Het verloop van de guttapercha-stift<br />
kan op de röntgenopname nauwkeurig de oorsprong<br />
van de fistel aangeven. De locatie van de<br />
fistel in de mond geeft echter niet altijd het gebitselement<br />
aan welke de oorzaak is van de ontsteking.<br />
Vervolgens vinden palpatie, percussie,<br />
- Het ontstaan van de pijn: wanneer zijn de<br />
klachten begonnen Hoe lang bestaat de<br />
pijn Heeft u eerder deze klachten gehad<br />
- De frequentie en periode: hoe frequent zijn de<br />
klachten Komt de pijn steeds sneller terug Is<br />
de pijn constant Treedt de pijn op tijdens een<br />
bepaalde periode van de dag<br />
- De intensiteit: verdwijnt de pijn door pijnstillers<br />
in te nemen Houdt de pijn u wakker<br />
- De locatie: kunt u aanwijzen waar de pijn vandaan<br />
komt, indien niet, kunt u dan aangeven<br />
waar de pijn is begonnen<br />
- De pijn opwekken: kunt u de pijn opwekken<br />
Indien ja, hoe<br />
Diagnostiek in de endodontologie<br />
mobiliteitstest en parodontaal onderzoek plaats,<br />
en wordt de sensibiliteit van het ‘verdachte element’<br />
en zijn buurelementen getest. De kaak<br />
wordt gepalpeerd met de vinger ter hoogte van<br />
de wortelpunten om eventuele gevoeligheid vast<br />
te stellen. Gevoeligheid bij palpatie kan er op<br />
duiden dat ontsteking van het parodontale ligament<br />
zich heeft uitgebreid tot het periost. Zwellingen<br />
worden gepalpeerd om het onderscheid<br />
tussen oedeem, infiltraat en abces te maken en<br />
de oorsprong vast te stellen.<br />
Tijdens de percussietest wordt met de vingers<br />
druk uitgeoefend op de occlusale vlakken en incisale<br />
randen. De percussietest wordt eerst uitgevoerd<br />
bij een gezond gebitselement, zodat de<br />
patiënt normaal met abnormaal kan vergelijken.<br />
Indien de vingerdruk tegen of op de gebitselementen<br />
onvoldoende resultaat oplevert, wordt<br />
met het handvat van de mondspiegel op de<br />
- De duur: blijft de pijn lang nazeuren<br />
- Het ontstaan: ontstaat de pijn spontaan of als<br />
reactie op bepaalde stimuli (koude, warmte, bijten)<br />
- De pijnverlichting: is er iets dat de pijn verlicht,<br />
bijvoorbeeld koude of druk<br />
Deze informatie geeft de behandelaar een eerste<br />
indruk over de klacht van de patiënt. Met deze<br />
informatie kan een werkdiagnose worden gesteld<br />
die vervolgens tijdens de objectieve anamnese<br />
wordt getest. Heeft de patiënt geen pijn<br />
dan vindt in dit stadium een inventarisatie plaats<br />
van het tandheelkundige probleem.<br />
figuur 2 Fistel tracing (foto’s: Andreas Braun)
gebitselementen getikt. Veroorzaakt deze handeling<br />
pijn of gevoeligheid dan duidt dit op een<br />
parodontaal probleem of een pijnlijke pulpitis<br />
gecombineerd met een pijnlijke parodontitis apicalis<br />
of een pijnlijke parodontitis apicalis, in fec -<br />
tieus of traumatisch, of bijvoorbeeld een sinusitis<br />
maxillaris of een neoplasma. Is het testresultaat<br />
ook nu nog onvoldoende dan kan de bijttest<br />
soms uitkomst brengen, doordat hierbij een grotere<br />
kracht wordt uitgeoefend. De patiënt kan<br />
dan op een tussen twee antagonisten geplaatste<br />
‘toothslooth’ (crack finder), bijthoutje of wattenrol<br />
bijten (figuur 3).<br />
Om de mobiliteit van een gebitselement te beoordelen<br />
worden de gebitselementen in het betrokken<br />
kwadrant met de vingers of met een<br />
vinger en het handvat van de mondspiegel in<br />
vestibulolinguale richting heen en weer bewogen.<br />
Is een gebitselement abnormaal beweegbaar<br />
dan duidt dit eveneens op een verstoring<br />
van het parodontale ligament. Wortelfractuur,<br />
recent trauma, chronisch bruxisme, parafunctie<br />
en orthodontische behandeling kunnen mobiliteit<br />
veroorzaken.<br />
figuur 3 Toothslooth<br />
Parodontaal onderzoek wordt uitgevoerd om de<br />
aanwezigheid van parodontopathie of van periapicale<br />
fistels die uitmonden in de sulcus te diag -<br />
nosticeren. Indien er meer pockets voor komen in<br />
de mond duidt dit dikwijls op een parodontaal<br />
probleem. Is er echter een smalle, op zichzelf<br />
staande pocket dan kan dit duiden op een verticale<br />
wortelfractuur of op een apicale<br />
fistel uitgaande van een parodontitis apicalis.<br />
Pulpa-sensibiliteits -<br />
testen<br />
Deze testen berusten op het gegeven dat een<br />
gezonde vitale pulpa gevoelig is voor prikkels,<br />
een ontstoken pulpa verhoogd gevoelig is en<br />
een avitale pulpa ongevoelig is voor prikkels.<br />
Deze testen maken dus gebruik van de pulpasensibiliteit<br />
om daaruit gevolgtrekkingen te<br />
maken over de gezondheid van de pulpa. De<br />
sensibiliteitstesten worden ingedeeld en benoemd<br />
naar het middel waarmee de test wordt<br />
uitgevoerd: thermische testen (warmte en<br />
koude), elektrische stroom, proefpreparatie en<br />
anesthesie.<br />
Bij de pulpasensibiliteitstesten moet rekening<br />
worden gehouden met drie algemene complicaties:<br />
1. Bij een pulpitis gaat de normale sensibiliteit<br />
geleidelijk over in verhoogde sensibiliteit en<br />
vervolgens in insensibiliteit afhankelijk van de<br />
verhouding van het vitale en avitale weefsel.<br />
Er is een overgangsfase waarin een gedeeltelijk<br />
niet-vitale pulpa hetzelfde reageert als een<br />
vitale pulpa.<br />
2. Insensibiliteit van de pulpa kan het gevolg zijn<br />
van een storing in de innervatie.<br />
3. Er kan een vals-negatieve reactie optreden<br />
wanneer de pulpakamer is geoblitereerd, na<br />
recent trauma, bij een open apex of premedicatie<br />
zoals pijnstillers (2).<br />
Bij de thermische pulpasensibiliteitstesten moet<br />
een temperatuurverschil een pulpareactie opwekken.<br />
Dit temperatuurverschil zou een verplaatsing<br />
van de vloeistof in de tubuli<br />
teweegbrengen, die een mechanische prikkeling<br />
uitoefent op de zenuwreceptoren. Eerst wordt<br />
een gezond gebitselement getest om de patiënt<br />
een normale reactie te laten voelen. De ‘normale’<br />
reactie is een onplezierige tot licht-pijnlijke<br />
sensatie die onmiddellijk verdwijnt als de<br />
warmte- of koudebron wordt weggenomen.<br />
Wanneer de pijn toeneemt of heftiger wordt,<br />
zelfs na het wegnemen van de stimulus, dan is<br />
er sprake van een ernstiger ontstekingsgraad.<br />
Voordat de test wordt uitgevoerd is het aan te<br />
raden het te testen kwadrant droog te leggen<br />
door middel van wattenrollen. De elementen zelf<br />
kunnen met een wattenprop of een zwakke<br />
luchtstroom uit de meerfunctiespuit gedroogd<br />
worden. Voor de warmtetest wordt gebruikgemaakt<br />
van ‘baseplate-guttapercha’ dat in de<br />
vlam wordt verwarmd tot het begint te roken. De<br />
temperatuur is dan circa 175 °C. Van de baseplate<br />
wordt een bolletje gemaakt dat op de punt<br />
van een Ash 49 of een Ash 6 tegen het gebitselement<br />
wordt geplaatst. Eerst dient er op het<br />
gebitselement een laagje vaseline aangebracht<br />
te worden om te voorkomen dat de warme<br />
3
4<br />
guttapercha aan het gebitselement blijft plakken.<br />
De warme guttapercha mag niet in contact<br />
komen met een metalen restauratie en mag niet<br />
langer dan vijf seconden contact maken met het<br />
gebitselement omdat dit schade aan de pulpa<br />
kan veroorzaken (3). Een warme spreader, bijvoorbeeld<br />
System B, kan ook voor dit doel worden<br />
gebruikt. Voor de koudetest wordt meestal<br />
chloorethylsneeuw (-20 °C) of dichlorodifluoromethaan<br />
(EndoIce) gebruikt. Door een van deze<br />
stoffen op een wattenprop, vastgehouden in een<br />
pincet, te spuiten en een deel te laten verdampen,<br />
vormt zich een hoeveelheid sneeuw, die<br />
met de wattenprop tegen het gebitselement<br />
wordt geplaatst. Een grote wattenprop geeft de<br />
beste resultaten bij het geleiden van de koude<br />
(4). De extreme koude veroorzaakt geen schade<br />
aan het glazuur of de pulpa (3). Een meer tijdrovende<br />
methode om de thermische testen uit te<br />
Diagnostiek in de endodontologie<br />
voeren is het gebitselement te isoleren met rubberdam<br />
en het gebitselement te baden in koud<br />
of warm water aangebracht met een spuit gedurende<br />
vijf seconden. Dit is de meest nauwkeurige<br />
testmethode omdat het gehele gebitselement<br />
gelijktijdig wordt gekoeld of verwarmd. Een enkele<br />
keer kan deze methode bij twijfel uitsluitsel<br />
geven.<br />
De thermische testen zijn bij gebrek aan beter<br />
onmisbaar, maar de waargenomen reactie en het<br />
histopathologische beeld van de pulpa komen<br />
slechts in beperkte mate overeen. De koude test<br />
met behulp van chloorethyl geeft duidelijk betere<br />
resultaten dan de test met warme guttapercha<br />
(5). Klaagt de patiënt over pijn bij warmte dan<br />
verdient de warmtetest de voorkeur.<br />
Enige interpretatiemogelijkheden van de uitkomsten<br />
van de thermische testen zijn:<br />
1. Geen reactie: mogelijk is de pulpa avitaal tenzij<br />
er sprake is van recent trauma, een geoblitereerde<br />
pulpakamer, een open apex, premedicatie<br />
(bijvoorbeeld pijnstiller) of een<br />
gestoorde innervatie.<br />
2. Lichte gemiddelde reactie, pijn die een tot<br />
twee seconden na het verwijderen van de<br />
prikkel afneemt: normale reactie, er is sprake<br />
van een gezonde vitale pulpa of de ontsteking<br />
is in zodanig stadium dat er al delen van de<br />
pulpa avitaal zijn.<br />
3. Sterke, pijnlijke reactie die echter een tot twee<br />
seconden na het verwijderen van de prikkel<br />
afneemt: reversibele pulpitis.<br />
4. Gemiddelde tot sterke pijnreactie die ongeveer<br />
dertig seconden of langer na het verwijderen<br />
van de prikkel blijft nazeuren:<br />
irreversibele pulpitis.<br />
Wanneer een elektrische stroom door een gebitselement<br />
wordt gestuurd dan ontstaat, bij voldoende<br />
stroomsterkte, een actiepotentiaal in een<br />
of meer zenuwuiteinden in de pulpa. De conclusie<br />
is dan dat er exciteerbare vezels zijn. Met de<br />
daarop aansluitende conclusie dat de pulpa vitaal<br />
is, moet men voorzichtig zijn aangezien zenuwvezels<br />
de meest resistente<br />
weefselcomponenten van de pulpa zijn, wellicht<br />
omdat hun cellichamen elders zijn gelegen. Bij<br />
een positief resultaat kan de pulpa reeds vérgaand<br />
zijn vervallen. Omdat alleen A-vezels door<br />
de pulpatester worden geëxciteerd en deze eerder<br />
afsterven dan C-vezels, kan na een negatief<br />
testresultaat toch nog pijn optreden bij de extirpatie<br />
van de pulpa (2). De elektrische test differentieert<br />
niet tussen gevoelig en verhoogd<br />
gevoelig. De drempelwaarde voor prikkeling van<br />
de zenuw hangt af van de plaatsing van de elektrode<br />
op het gebitselement. Daarom wordt geadviseerd<br />
om de tester te plaatsen waar het glazuur<br />
het dunst is (bij incisieven de incisale rand)<br />
of waar de grootste concentratie zenuwweefsel<br />
dichtbij is (bij een pulpahoorn) (3).<br />
Indien alle bovengenoemde testen geen uitsluitsel<br />
geven, kan door een proefpreparatie in het<br />
dentine te boren - bij voorkeur op een plaats<br />
waar men weinig tertiair dentine verwacht -<br />
worden nagegaan of de pulpa al dan niet gevoelig<br />
is. Bij kronen is deze proefpreparatie of het<br />
verwijderen van de kroon de enige manier om<br />
een sensibiliteitstest uit te voeren. Soms kan bij<br />
kronen de sensibiliteit ook worden vastgesteld<br />
door met een ultrasone scaler cervicaal van de<br />
kroonrand langs de tandhals te gaan. Bij de<br />
caviteitspreparatie verdient het de voorkeur, als<br />
er geen zekerheid is over de pulpavitaliteit, te<br />
starten met de preparatie zonder anesthesie, en<br />
om op deze manier een sensibiliteitstest uit te<br />
voeren.<br />
Bij de anesthesietest is het de bedoeling om de<br />
pulpasensibiliteit selectief uit te schakelen. De<br />
test is een hulpmiddel bij het differentiëren tussen<br />
endodontische en niet-endodontische pijn<br />
en bij de lokalisatie van het ‘schuldige’ gebitselement.<br />
In de bovenkaak kan de pulpa-sensibiliteit<br />
gebitselement na gebitselement door<br />
infiltratie-anesthesie uitgeschakeld worden door<br />
bij het meest mesiale gebitselement te beginnen.<br />
Als de pijn verdwijnt, kan dit een aanwijzing zijn<br />
dat de oorzaak van de pijn in de pulpa van het<br />
desbetreffende gebitselement gelegen is. In de<br />
onderkaak kan men hetzelfde doen met behulp<br />
van intraligamentaire anesthesie. De intraligamentaire<br />
anesthesie beïnvloedt echter ook de<br />
sensibiliteit van de aangrenzende gebitselementen<br />
omdat de verspreiding van de verdovingsvloeistof<br />
zich vooral verspreidt via het<br />
interradiculaire botweefsel.<br />
- vervolg na centerfold -
Het 2e Kanaal<br />
C E N T E R F O L D<br />
Een doorstart met een nieuwe redactie<br />
nieuwe stijl 2007<br />
Zoals de voorzitter al aangaf bestaat er bij de leden van de <strong>NVvE</strong><br />
behoefte aan een verenigingsblad waarin praktisch en handzame<br />
informatie over de endodontie wordt aangeleverd, die direct toegepast<br />
kan worden in de praktijk Daarvoor is het Kanaal opgericht en<br />
de vereniging stelt zich hiermee ten doel hierin het tandheelkundige<br />
endodontische metier te ondersteunen in praktische zin met product<br />
informatie, behandel methodieken en de “evidence based” endodontie<br />
in zijn volle omvang.<br />
De huidige redactie beseft zich terdege dat een doorstart, na de<br />
professionele voorgangers onder hoofdredactie van Walter van Driel,<br />
geen sinecure is. Daarom hebben wij een team jonge enthousiaste<br />
redactieleden bij elkaar gezet die hun schouders eronder willen zetten<br />
en zich gesteund weten door derden.<br />
Ons staat voor ogen om u een verenigingsblad te bieden waarin u<br />
een combinatie krijgt van deze factoren. Enerzijds de te bewaren<br />
wetenschappelijke artikelen, anderzijds de vluchtige informatie over<br />
de waan van de dag, waarbij u moet denken aan gebeurtenissen<br />
binnen de endodontie, congresinformatie en dergelijke.<br />
U heeft nu het tweede kanaal van 2007 in uw handen. De nieuwe<br />
vormgeving van het kanaal moet een praktische weerspiegeling van<br />
deze filosofie zijn. De buitenste pagina’s vormen het hardcore gedeelte,<br />
samengebonden met het reeds bekende handige niet-systeem<br />
waarmee deze artikelen snel in de ordner opgeborgen kunnen worden.<br />
Dit zal met name de lezer aanspreken die nog graag papier in<br />
zijn handen voelt bij het lezen.<br />
Daarnaast worden deze artikelen ook digitaal op de website van de<br />
vereniging aangeboden. De binnenste pagina’s, het zogenaamde centrefold,<br />
geven kortstondige informatie over producten, congressen<br />
van de <strong>NVvE</strong>, cursussen, verslagen en gebeurtenissen.<br />
Ook een rubriek ‘nieuwe producten’ blijft in dit gedeelte van ‘Het Kanaal’<br />
gehandhaafd en geeft onafhankelijke informatie over nieuwe producten van<br />
de markt op basis van een testrapport. Deze pagina’s zijn in een handomdraai<br />
te verwijderen zodat deze kortstondige informatie niet het lange<br />
termijn archief hoeft te belasten.<br />
Wij wensen u veel leesplezier.<br />
De redactie/ Els Duijst<br />
Seminar “Goodbye to Lateral Compaction”<br />
Op donderdagavond 11 oktober<br />
om 20.00 uur organiseert de <strong>NVvE</strong><br />
een seminar rondom de laterale<br />
condensatietechniek. Het seminar<br />
is gratis toegankelijk voor de leden<br />
van de <strong>NVvE</strong>.<br />
Hierbij zal het vooral gaan over<br />
de vraag of er nog een plaats is<br />
voor deze vultechniek binnen de<br />
endodontologie.<br />
De spreker zal zijn:<br />
Plaats:<br />
Erick de Souza<br />
kleine collegezaal ACTA, Louwesweg 1, Amsterdam<br />
Drs. Erick de Souza is wetenschappelijk medewerker bij de Universiteit van<br />
Soa Paolo (Brazilië) en heeft een jaar onderzoek gedaan bij de afdeling van<br />
CEP ACTA , o.a. naar de laterale condensatie techniek.<br />
5
Het was druk, goed bezocht en gezellig<br />
6 5e Lustrum van de <strong>NVvE</strong> een fotoimpressie
DIAG<br />
endodontische<br />
NOS<br />
7<br />
Het Najaarscongres van de <strong>NVvE</strong><br />
T I E K<br />
zaterdag 10 november<br />
Lokatie;<br />
Okura Hotel<br />
Ferdinand Bolstraat 333<br />
1072 LH Amsterdam
8<br />
De <strong>NVvE</strong> zal op 10 november het<br />
najaarscongres rondom het thema<br />
“Endodontische Diagnostiek”<br />
organiseren.<br />
Gedurende het congres zullen<br />
verschillende sprekers lezingen<br />
houden over dit thema.<br />
Verder wordt een “Lunch and<br />
Learning”georganiseerd.<br />
Tijdens de lunch zullen aan iedere<br />
tafel, onder begeleiding van een<br />
door de <strong>NVvE</strong> erkende endodontoloog,<br />
de differentiaal diagnoses en<br />
een behandelplan van een aantal<br />
casussen worden opgesteld. Deze<br />
casussen worden aangeleverd.<br />
C.V. Kishor Gulabivala<br />
BDS (Birm), MSc (Lond), FDS RCS (Edin), PhD (Lond), ILTM.<br />
Professor and Head of Endodontology,<br />
Honorary Consultant in Restorative Dentistry,<br />
Eastman Dental Institute and Hospital,<br />
University College London.<br />
Kishor is in 1980 afgestudeerd<br />
aan Birmingham<br />
Dental School. Na 3 jaar algemene<br />
praktijk heeft hij<br />
het Masters programma<br />
conserverende tandheelkunde<br />
gevolgd aan het<br />
Eastman Institute. Aansluitend<br />
heeft hij daar gedurende 2 jaar een aanstelling<br />
gehad. In 1987 werd hij docent<br />
conserverende tandheelkunde, gedurende deze<br />
periode heeft hij een masters opleiding in de<br />
thema “Endodontische Diagnostiek”<br />
Endodontologie opgezet naast het veelvuldig<br />
geven van lezingen en hands-on cursussen in de<br />
endodontie.<br />
Vanaf 2006 is Kishor directeur van het onderwijs<br />
programma voor restauratieve tandheelkunde,<br />
waarbij een samenwerking wordt nagestreefd<br />
tussen prothetische tandheelkunde, parodontologie<br />
en endodontologie.<br />
Kishor is gepromoveerd op microbiologische infecties<br />
van gebitselementen met als zwaartepunt<br />
de microbiologische oorzaken van de pathologie<br />
van de pulpa en periradiculaire pathologie. Ook<br />
heeft hij studies verricht naar succes percentages<br />
van behandelingen. Verder heeft hij oorzaken<br />
van verzwakking bij gebitselementen<br />
onderzocht.<br />
De lezingen van Kishor Gulabivala vormen een<br />
weergave van endodontische diagnostiek die gevormd<br />
is door 27 jaar klinische ervaring, versmolten<br />
met wetenschappelijke inzichten in de<br />
endodontie. In zijn lezing zal de nadruk komen<br />
te liggen op de relevante wetenschappelijke inzichten<br />
die nodig zijn voor het stellen van een<br />
accurate en efficiënte diagnose en hoe deze inzichten<br />
in de praktijk van de algemeen practicus<br />
toegepast kunnen worden.<br />
Hij zal aandacht besteden aan het combineren<br />
van de klacht van de patiënt en de anamnese,<br />
aangevuld met een relevante medische anamnese<br />
en een doelgericht klinisch onderzoek met<br />
specifieke testen, om zo de mogelijke oorzaak<br />
van de klachten te ontdekken en vervolgens tot<br />
een diagnose te komen.<br />
Diagnostische dilemma’s vormen zeer interessante<br />
uitdagingen in de dagelijkse praktijk, toch<br />
zijn verkeerde diagnoses nog steeds de belangrijkste<br />
oorzaak voor medisch-juridische kwesties.<br />
De ontwikkeling van deze vaardigheid vergt de<br />
juiste “blend” van wetenschappelijke kennis, observatie<br />
en interview technieken, psychologisch<br />
inzicht, verfijning van het klinisch onderzoek,<br />
eigen voorstellingsvermogen en tenslotte de<br />
intuïtieve interpretatie van de verschillende informatie.<br />
CV van Jan Warnsinck<br />
Jan Warnsinck is in 1982 afgestudeerd in<br />
Groningen en is daarna bijna twintig jaar algemeen-practicus<br />
geweest. Sinds 1998 is hij parttime<br />
werkzaam bij het ACTA en rondde daar in<br />
2003 de Endodontologie-opleiding af. Sindsdien<br />
voert hij een Verwijspraktijk voor Endodontologie,<br />
eerst in Heemstede en vanaf 2007 in Santpoort-<br />
Zuid. Daarnaast is hij coördinator van het Masterprofiel<br />
Endodontologie bij het ACTA.<br />
De lezing van Jan Warnsinck heeft wortelresorptie<br />
als thema. Wortelresorptie is een regelmatig voorkomend<br />
verschijnsel in de algemene praktijk. Het<br />
is vaak lastig om een onderscheid te maken tussen<br />
de verschillende soorten resorptie. Toch is het<br />
belangrijk om dit te weten, omdat de diag nose<br />
bepaalt welke therapie geïndiceerd is.<br />
Oppervlakteresorptie, externe ontstekingsresorptie<br />
en externe vervangingsresorptie zijn in ieder<br />
geval vaak sterk gecorreleerd aan trauma. Van<br />
cervicale resorptie en interne resorptie is de oorzaak<br />
veel onduidelijker. Drukresorptie ten gevolge<br />
van orthodontie of een geïmpacteerd element<br />
neemt een eigen plaats in binnen alle soorten van<br />
resorptie.<br />
De volgende vragen ten aanzien van de verschillende<br />
vormen van wortelresorptie worden beantwoord:<br />
hoe kom je tot de juiste diagnose,<br />
wat zijn de klinische verschijnselen<br />
wat zijn de therapeutische (on)-mogelijkheden,<br />
bij welke soort van resorptie is een endodontische<br />
behandeling de juiste therapie en bij welke<br />
is dat juist niet het geval.
Hans Genet Lezing: Paul Wesselink<br />
Onlangs werd het vijfde lustrum van de <strong>NVvE</strong> groots gevierd met een druk bezocht congres<br />
in Scheveningen. We zouden dit lustrum niet hebben kunnen vieren als niet vijfentwintig<br />
jaar geleden Hans Genet een van de drijvende krachten achter de oprichting van onze vereniging<br />
was. De <strong>NVvE</strong> hecht er waarde aan om de Hans Genet-lezing in stand te houden als<br />
eerbetoon aan een van de initiatiefnemers en oprichters van onze vereniging.<br />
9<br />
Hans Genet en Paul Wesselink, vroeger<br />
Wie was Hans Genet<br />
Vooral de jongere generatie zal de naam niet<br />
veel zeggen omdat Hans al in 1989 veel te jong<br />
gestorven is, op 45-jarige leeftijd. Ik herinner mij<br />
het langbenige energieke rondstappen van hem<br />
op onze afdeling op ACTA, meestal met veel lawaai.<br />
Hij was een gedreven tandarts met een passie<br />
voor endodontologie. Hij stond voor overdracht<br />
van zijn kennis door onderwijs, wetenschappelijke<br />
onderbouwing van zijn klinisch handelen en<br />
enthousiasme in alles wat hij deed. Samen met<br />
zijn vriend Paul Wesselink vormde hij het team<br />
jonge honden dat in de tachtiger jaren “de<br />
endo” in Nederland zou veranderen. Door hun<br />
motivatie, gedrevenheid en vooral door hun bezieling<br />
en humor brachten zij nieuwe wetenschappelijke<br />
inzichten in de endodontologie<br />
waardoor studenten en collega’s met vernieuwd<br />
enthousiasme de endodontische behandeling<br />
weer ter hand namen. Veel collega’s bezochten<br />
de PAOT cursussen van Genet en Wesselink die<br />
een eye-opener waren, omdat de wortelkanaalbehandeling<br />
onderbouwd werd door wetenschappelijk<br />
onderzoek en klinische ervaring.<br />
De Hans Genet Stichting reikt bij het ESE congres<br />
iedere twee jaar een prijs uit aan jonge<br />
tandartsen (onder de 40 jaar) uit heel Europa,<br />
die zich klinisch en wetenschappelijk bezighouden<br />
met de endodontologie en het onderwijs<br />
binnen het vakgebied.<br />
De <strong>NVvE</strong> wil eens per jaar de Hans Genet lezing<br />
organiseren ter nagedachtenis, en als gelegen<br />
heid om sprekers uit binnen- en buitenland een<br />
podium te bieden waarop zij hun vrije associaties<br />
binnen het vakgebied kunnen uiten. Er zal gestreefd<br />
worden om vertegenwoordigers van alle<br />
aspecten van ons vakgebied hiervoor uit te nodigen,<br />
zowel algemene als gespecialiseerde clinici,<br />
wetenschappers en mensen uit de industrie.<br />
Tijdens het najaarscongres zal Paul Wesselink de<br />
rij van sprekers openen.<br />
Ref. In memorium Hans Genet, Int. Endod Journal<br />
(1989) 22, 316<br />
Els Duijst.
Najaarscongres NVVE<br />
10 november 2007<br />
Lokatie: Okura hotel, Amsterdam<br />
Advies: neem het openbaar vervoer, of parkeer bij de RAI<br />
Tijdsplanning Onderdeel Status<br />
8.30 - 9.00 Ledenvergadering<br />
9.15 - 9.30 Opening<br />
9.30 - 10.45 Lezing Prof.Dr. K. Gulabivala Diagnostiek, Part I<br />
10<br />
Programma<br />
10.45 - 11.15 Pauze<br />
Najaarscongres<br />
11.15 - 12.00 Lezing Drs. J. Warnsink, Msc Resorptie.<br />
12.00 - 14.00 Lunch & learning Toegepaste diagnostiek aan tafel.<br />
14.00 - 15.00 Lezing Prof.Dr. K. Gulabivala Diagnostiek, Part II<br />
15.00 - 15.30 Pauze<br />
15.30 - 16.30 Hans Genet lezing Prof. Dr. P.R.Wesselink Vrij onderwerp door Paul Wesselink<br />
16.30 - 17.00 Resume lunch & learning Plenaire evaluatie van de diagnoses van<br />
de lunch bespreking<br />
17.00 Afsluiting en borrel
Promotie Luc W.M. van der Sluis<br />
Prof. P. Wesselink<br />
reikt de bul uit aan<br />
Luc v.d. Sluis<br />
( foto: a.verhoef)<br />
Promotie<br />
21 23 22<br />
11<br />
15 23<br />
11 12 22 21 24 14<br />
11 13<br />
24 15 12<br />
15 13 11 21<br />
Plaats de elementen<br />
15 t/m 24 zodat ze<br />
in elke rij, kolom en 3x3 vak<br />
één keer voorkomen.<br />
23 21 22 13<br />
e11 n24 15<br />
d o k u<br />
Op donderdag 14 juni jl. verdedigde Luc van der<br />
Sluis zijn proefschrift “ Ultrasonic irrigation of the<br />
root canal”. Luc, die al jaren werkzaam is bij de<br />
afdeling endodontologie van het ACTA heeft zich<br />
de laatste jaren vooral bezig gehouden met dit<br />
onderzoek. Verder is hij bestuuurslid van de<br />
<strong>NVvE</strong>.<br />
De promotie werd gehouden in de Agnietenkapel<br />
te Amsterdam in aanwezigheid van familie, vrienden<br />
en collega’s.<br />
Prof. Dr. P.R. Wesselink en Dr. Min-Kai Wu van de<br />
afdeling Cariologie Endodontologie Pedodontologie<br />
van het ACTA waren de promotors. Buitenlandse<br />
leden van de promotie commissie waren<br />
Prof. Dr. Michael Hülsmann (Duitsland) en Prof.<br />
Dr. Roeland de Moor (België).<br />
Voor een volle zaal beantwoordde Luc op uitstekende<br />
wijze de vragen van de commissieleden,<br />
waaruit zijn enorme kennis op dit gebied bleek.<br />
Een van de conclusies van Luc’s onderzoek is dat<br />
een non-cutting ultrageluid vijl net zo effectief is<br />
als een conventionele vijl bij de irrigatie van het 11<br />
kanaal. Tevens blijkt dat activatie van hypochloride<br />
via ultrageluid niet alleen een schoner kanaal<br />
geeft, maar ook een betere sealing en<br />
minder lekkage ten opzichte van niet met ultrageluid<br />
gespoelde kanalen. Deze resultaten zijn in<br />
meerdere tijdschriften gepubliceerd.<br />
Ter gelegenheid van de promotie had Luc ‘s<br />
avonds een minisymposium georganiseerd, waar<br />
hij, samen met zijn paranimfen (Rifat Ozok en<br />
ondergetekende) en Eric de Souza ( Brazilië), verschillende<br />
aspecten van de preparatie van wortelkanalen<br />
presenteerde. Ook aspecten van het<br />
vullen van een niet-tapered (laterale condensatie,<br />
verticale condensatie, single-cone) kwamen aan<br />
de orde.<br />
Na afloop van het symposium was er een borrel<br />
waar Luc zich na een lange vruchtbare dag met<br />
collega’s kon ontspannen; hij kon terugkijken op<br />
een geslaagde dag.<br />
Luc zal verbonden blijven aan het ACTA waarbij<br />
hij zich vooral zal toeleggen op onderzoek.<br />
Hagay Shemesh
C E N T E R F O L D<br />
6-8 september: 13th Biennial Congress of the European Society of Endodontology. Istanbul, Turkije.<br />
14 september: Middagcursus; Nieuwe prepareer- en vultechnieken in wortelkanaalbehandelingen.<br />
Docent: W.J. van Driel, tandarts-endodontoloog.<br />
27-29 september: 2-daagse cursus ’Endodontologie1’<br />
Docenten: mw.dr. L.B.Peters, dr. L.W.M. van der Sluis en prof.dr. P.R.Wesselink, tandarts-endodontologen.<br />
5-6 oktober: 2-daagse hands-on cursus ’Endodontische Microchirurgie’.<br />
Docenten: Marga Ree en Michiel de Cleen, tandarts-endodontologen.<br />
18-20 oktober: 6 th Annual Meeting of the German Society of Endodontics (DG Endo). Deusseldorf, Duitsland.<br />
12<br />
Agenda september _ december 2007<br />
2-3 november: ‘Endo en zo’ 2-daagse hands-on cursus met gebruik van de operatiemicroscoop.<br />
Docenten: Ron Fransman en Marga Ree, tandarts-endodontologen.<br />
2-3 november: ‘De endo en de opbouw bij kroon- en brugwerk’.<br />
Docenten: W.J. van Driel, tandarts- endodontoloog, J.H.N. Pameijer, tandarts.<br />
23 november: ‘ Restauratie van endodontisch behandelde gebitselementen’.<br />
Docenten: M.J.H. de Cleen, tandarts-endodontoloog, J.V. Laverman, tandarts.<br />
C E N T E R F O L D<br />
14 december: Congres NVGPT 2007.<br />
Sprekers: Jeff Okeson en Michael Wise.<br />
13-14 januari: XV World Congress on Dental Traumatology. Nagoya Japan.
Deel 2 - vervolg diagnostiek -<br />
Fracturen<br />
Pijn kan ook het gevolg zijn van een onvolledige<br />
kroonfractuur. De symptomen variëren van een<br />
voortdurende lichte, zeurende pijn tot de hevige<br />
pijn van een ernstige pijnlijke pulpitis. De pijn<br />
neemt meestal toe bij kauwen omdat dan de<br />
fractuurdelen ten opzichte van elkaar bewegen.<br />
Een karakteristiek symptoom dat hierbij kan optreden,<br />
is dat de pijn toeneemt op het moment<br />
dat de kauwdruk wegvalt. Dit wordt toegeschreven<br />
aan het toenemen van de intrapulpale druk<br />
als de fractuurdelen weer naar elkaar toe veren.<br />
Een uitgebreide visuele inspectie is noodzakelijk<br />
en het doorlichten met een sterke lichtbron<br />
(figuur 4) kan extra informatie verschaffen. Iedere<br />
gerichte lichtbundel kan hiervoor worden gebruikt,<br />
alleen geven com po sie t lampen vaak een<br />
te sterke lichtbundel.<br />
De fractuur wordt dan soms als een donkere lijn<br />
zichtbaar. Bij een fractuur lopend van mesiaal<br />
naar distaal is kenmerkend dat maar één helft<br />
(buccaal of linguaal) oplicht. Ook kan de fractuurlijn<br />
soms zichtbaar gemaakt worden door de kronen<br />
te penselen met jodiumtinctuur of<br />
erythrosine-oplossing. Met behulp van de<br />
toothslooth of crack-finder (figuur 3) is het mogelijk<br />
om de afzonderlijke knobbels te testen op<br />
sensibiliteit bij het kauwen. Op die manier kan de<br />
locatie van de fractuur worden opgespoord.<br />
figuur 5 Instelapparatuur geschikt voor parallele techniek<br />
Het verwijderen van de eventueel aanwezige restauratie<br />
en inspectie met behulp van een operatiemicroscoop<br />
kan definitief uitsluitsel geven.<br />
Wanneer de fractuur niet wordt opgemerkt kan<br />
er een irreversibele pijnlijke pulpitis ontstaan of<br />
een irreversibele niet-pijnlijke pulpitis die uiteindelijk<br />
overgaat in een (niet-)pijnlijke parodontitis<br />
apicalis. Als de fractuur nog niet doorloopt in de<br />
wortel kan een restauratie worden vervaardigd<br />
met een knobbeloverkapping. De prognose voor<br />
het gebitselement is meestal echter twijfelachtig.<br />
Hieruit kan een verticale wortelfractuur ontstaan<br />
(figuur 1a+b). Ook endodontisch behandelde gebitselementen<br />
kunnen verticaal fractureren. Dit<br />
kan voorkomen worden door de knobbels aan de<br />
zijde van de eventueel doorbroken randlijst te<br />
Diagnostiek in de endodontologie<br />
Röntgenonderzoek<br />
Röntgenfoto’s geven belangrijke informatie over<br />
de anatomie van wortels en wortelkanalen en<br />
over pulpale en periapicale ziekteprocessen. Bij<br />
de pulpa betreft het voornamelijk interne resorptie,<br />
tertiair dentine, pulpastenen en onregelmatige<br />
verkalkingen van het pulpaweefsel. Bij<br />
periapicale aandoeningen zijn het voornamelijk<br />
parodontitis apicalis en de bijverschijnselen<br />
daarvan: apicale wortelresorptie, apicale hypercementose,<br />
focale chronische scleroserende osteomyelitis<br />
(condenserende ostitis), en verder<br />
osteomyelitis, cysten en dys- en neoplasieën die<br />
radiolucenties en radio-opaciteiten veroorzaken.<br />
De kwaliteit van de röntgenfoto is erg belangrijk.<br />
Het is beter om een extra foto te maken als een<br />
röntgenfoto niet van goede kwaliteit is dan te<br />
proberen een diagnose te stellen op basis van<br />
een slechte röntgenfoto. Dit laatste leidt met<br />
grote waarschijnlijkheid tot een verkeerde<br />
overkappen. De tweede bovenpremolaren en de<br />
mesiale wortels van de ondermolaren fractureren<br />
het meest frequent (7). In dit onderzoek van<br />
Tamse werden 92 verticaal gefractureerde gebitselementen<br />
geanalyseerd. Bij 67,4% daarvan was<br />
een fistel aanwezig. In 34,8% van deze fistels<br />
was deze dicht bij de marginale gingiva gelegen.<br />
Meer dan de helft van de gebitselementen gaf<br />
een laterale radiolucentie te zien.<br />
figuur 4<br />
Lichtbron om<br />
fracturen te<br />
diagnostiseren<br />
diagnose en dus een verkeerd behandelplan. De<br />
röntgenfoto dient rustig bestudeerd te worden<br />
om alle informatie goed te interpreteren, want<br />
het blijft altijd een persoonlijke interpretatie die<br />
anders kan zijn als de röntgenfoto een dag later<br />
nog eens wordt bekeken (8).<br />
Over het algemeen is voor de endodontische<br />
diagnostiek de apicale röntgenopname, gemaakt<br />
volgens de parallelle techniek (figuur 5), de<br />
meest geschikte. Voor de diagnostiek van de<br />
kroonpulpa heeft de bitewing-opname de voorkeur.<br />
Met een of twee extra opnamen vanuit een<br />
andere richting kunnen onduidelijkheden op de<br />
röntgenopname, veroorzaakt door het tweedimensionale<br />
beeld, eventuele overprojectie en<br />
verwarring van periapicale pathologie met anatomische<br />
structuren, zoals het foramen mentale,<br />
het foramen incisivum en de canalis nasopalatinus,<br />
worden verminderd.<br />
13
Het dentine, het cement en de corticale botplaten<br />
zijn hoog gecalcificeerde weefsels, waardoor<br />
een relatief klein gebied van ontkalking zich al<br />
kan aftekenen op de röntgenopname. Het spongieuze<br />
bot, gelegen tussen de corticale botplaten,<br />
is veel minder gecalcificeerd waardoor<br />
gebieden van ontkalking niet of nauwelijks op<br />
de röntgenopname zichtbaar worden (figuur 7).<br />
Wanneer een periapicaal ontstekingsproces aanwezig<br />
is, wordt alleen het raakvlak met de corticalis<br />
afgebeeld. De daadwerkelijke uitbreiding<br />
van het botdefect is dus altijd groter. Dit heeft<br />
mede tot gevolg dat 40% van de periapicale<br />
aandoeningen op de röntgenopname onopgemerkt<br />
blijft (3,9). De plaats van de apex ten opzichte<br />
van de corticalis is van belang voor het<br />
röntgenologisch zichtbaar worden van een apicaal<br />
ontstekingsproces.<br />
figuur 7 Doorsnede mandibula<br />
Met hulp van een tandheelkundige CT scan zijn<br />
bovenstaande problemen voor een deel op te<br />
lossen omdat het hiermee mogelijk is om een<br />
dwarsdoorsnede door de kaak te maken. Met<br />
behulp hiervan is er een duidelijker beeld te verkrijgen<br />
van het spongieuse bot. Indien er bij een<br />
patiënt sprake is van een onbegrepen pijnklacht<br />
dan zou een tandheelkundige CT scan een duidelijker<br />
beeld van de periapex kunnen geven.<br />
14<br />
Diagnostiek in de endodontologie<br />
Endodontische<br />
diagnostiek<br />
Na het verzamelen van de gegevens in de verschillende<br />
anamneses moet de diagnose van de<br />
pulpa gesteld worden, gebruikmakend van de<br />
onderstaande mogelijkheden:<br />
1. Gezonde pulpa. Een gezonde pulpa geeft<br />
geen klachten en veroorzaakt een milde respons<br />
op de thermische en elektrische testen<br />
die binnen ongeveer dertig seconden afneemt.<br />
Het gebitselement en het parodontium geven<br />
geen pijnreactie bij percussie of palpatie. Op<br />
de röntgenfoto zijn geen afwijkingen van het<br />
normale patroon zichtbaar. Wanneer er calcificatie<br />
van de pulpaholte of het wortelkanaalstelsel<br />
is opgetreden, is dit geen aanwijzing<br />
voor een geïnfecteerde pulpa. Leeftijd, pulpale<br />
stress veroorzaakt door restauratieve handelingen,<br />
parodontale therapie of ziekte, attritie,<br />
abrasie, erosie of trauma kunnen de oorzaak<br />
zijn van calcificatie van de pulpa of het wor<br />
telkanaalsysteem. Het is niet mogelijk om een<br />
onderscheid te maken tussen een gezonde<br />
pulpa en een niet-pijnlijke ir- en reversibele<br />
pulpitis zonder een histologisch biopt.<br />
2. Pijnlijke of niet-pijnlijke reversibele pulpitis.<br />
De reversibele pulpitis kan pijnlijk of niet-pijnlijk<br />
zijn en kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld<br />
beginnende cariës, parodontale<br />
behandeling of microlekkage. Er is sprake van<br />
een vitale pulpa. De pulpa is zodanig ontstoken<br />
dat een thermische test een korte, scherpe<br />
pijnreactie kan geven die snel afneemt wanneer<br />
de stimulus stopt.<br />
3. Pijnlijke of niet-pijnlijke irreversibele pulpitis.<br />
De irreversibele pulpitis kan pijnlijk of nietpijnlijk<br />
zijn. De pulpa is gedeeltelijk geïnfecteerd,<br />
maar er is nog sprake van een vitale<br />
pulpa. Cariës en trauma zijn de meest voor de<br />
hand liggende oorzaken. Het gebitselement<br />
reageert verhoogd op de thermische testen en<br />
de pijn houdt aan nadat de prikkel is weggenomen<br />
(langer dan dertig seconden). De beslissing<br />
ir- of reversibel blijft echter meestal<br />
een arbitraire, waarbij de duur en hevigheid<br />
van de klacht, eerdere pijnklachten, recente<br />
behandeling, eerder opgetreden traumata,<br />
diepe restauraties, de leeftijd van de pulpa in<br />
de overwegingen worden betrokken.<br />
4. Pijnlijke of niet-pijnlijke reversibele parodontitis<br />
apicalis. Dit komt voor na trauma bij jonge<br />
patiënten met een nog niet afgevormde radix<br />
(open apex). Er was geen infectie van de<br />
pulpa of een minimale infectie die door de<br />
pulpacirculatie kan worden bestreden. De<br />
pulpa is vitaal. Het verschijnsel wordt wel beschreven<br />
als ‘transient apical breakdown’<br />
(TAB).<br />
5. Niet pijnlijke reversibele parodontitis apicalis
in combinatie met reversibele niet-pijnlijke<br />
pulpitis. Deze bijzondere situatie wordt wel<br />
aangetroffen bij jonge patiënten bij wie de<br />
kroonpulpa is geïnfecteerd. Zoals de diagnose<br />
aangeeft, heeft de patiënt geen pijn. De pulpa<br />
is vitaal. De parodontitis apicalis wordt veroorzaakt<br />
door de micro-organismen die aanwezig<br />
zijn in het geïnfecteerde dentine en/of<br />
het coronale gedeelte van de kroonpulpa.<br />
Deze produceren toxinen die een ontstekingsreactie<br />
aan de periapex teweeg kunnen brengen.<br />
De oorzaak is een onbehandelde<br />
cariëslaesie. Wanneer de cariës wordt verwijderd<br />
en een restauratie wordt aangebracht<br />
dan is de circulatie van de pulpa in staat om<br />
de microbiële gebitselementen in de pulpa af<br />
te voeren omdat er, vanwege de jonge leeftijd<br />
van de patiënten, zeer efficiënte circulatie<br />
aanwezig is. Daarna kan genezing optreden<br />
van de parodontitis apicalis (9).<br />
6. Pijnlijke irreversibele pulpitis met parodontitis<br />
apicalis. Beide processen treden gecombineerd<br />
op en veroorzaken pijn. Er is meestal<br />
(nog) geen periapicale radiolucentie op de<br />
röntgenfoto zichtbaar. De pulpa is nog gedeeltelijk<br />
vitaal. Het gebitselement kan verhoogd<br />
reageren op de thermische testen waarbij de<br />
pijn blijft aanhouden nadat de prikkel is weggenomen.<br />
Het gebitselement reageert meestal<br />
duidelijk op percussie.<br />
7. Pijnlijke of niet pijnlijke irreversibele parodontitis<br />
apicalis. De pulpa is partieel of geheel<br />
avitaal. Het gebitselement is geïnfecteerd.<br />
Oorzaak is een bacteriële infectie door bijvoorbeeld<br />
een uitbreiding van een pulpitis of<br />
coronale bacteriële lekkage wanneer het gebitselement<br />
al endodontisch is behandeld.<br />
De analyse<br />
Aan de hand van de verzamelde gegevens kan<br />
er een diagnose worden gemaakt. Dit is fundamenteel<br />
voor het opstellen van een behandelplan<br />
en een serieus vervolg van een uitgevoerde<br />
behandeling.<br />
Soms is het mogelijk dat er na de inventarisatie<br />
van de gegevens geen endodontische diagnose<br />
kan worden gesteld. In dat geval zijn er andere<br />
oorzaken voor de klachten van de patiënt. Dan is<br />
een endodontische behandeling niet geïndiceerd.<br />
Het is ook mogelijk dat er nog een paar<br />
dagen gewacht moet worden voordat de endodontische<br />
diagnose duidelijk is en voor welk gebitselement<br />
die diagnose kan worden gesteld.<br />
Behandelen zonder diagnose kan leiden tot onnodige<br />
en onverantwoordelijke endodontische<br />
behandelingen.<br />
Literatuur<br />
(1) PETERSSON K, WENNBERG A, OLSSON B.<br />
Radiographic and clinical estimation of endodontic<br />
treatment need. Endod Dent<br />
Traumatol 1986; 2: 62-64.<br />
(2) THODEN VAN VELZEN SK, WESSELINK PR.<br />
Endodontologie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu<br />
van Loghum, 1995.<br />
(3) PITT FORD THR, PATEL S. Technical equipment<br />
for assessment of dental pulp status.<br />
Endod Topics 2004; 7: 2-13.<br />
(4) JONES DM. Effect of the type carrier used on<br />
the results of dichlorodifluoromethane application<br />
to teeth. J Endod 1999; 25: 692-694.<br />
(5) PETERSSON K, SÖDERSTRÖM C, KIANI-ANA-<br />
RAKI M, LÉVI G. Evaluation of the ability of<br />
thermal and electrical tests to register pulp<br />
vitality. Endod Dent Traumatol 1999; 15:<br />
127-131.<br />
Dr. L.W.M. van der Sluis, tandarts<br />
Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam<br />
Afdeling Cariologie Endodontologie Pedodontologie<br />
Louwesweg 1, 1066 EA Amsterdam<br />
l.vd.sluis@acta.nl<br />
(6) BARTHEL CR, ZIMMER S, TROPE M.<br />
Relationship of radiologic and histologic<br />
signs of inflammation in human root-filled<br />
teeth. J Endod 2004; 30: 75-90.<br />
(7) TAMSE A, FUSS Z, LUSTIG J, KAPLAVI J. An<br />
evaluation of endodontically treated vertically<br />
fractured teeth. J Endod 1999; 25:<br />
506-508.<br />
(8) REIT C, HOLLENDER L. Radiographic evaluation<br />
of endodontic therapy and the influence<br />
of observer variation. Int Endod J<br />
1998; 31: 358-363.<br />
(9) BRYNOLF I. A histological and röntgenological<br />
study of periapical region human<br />
upper incisors. Odontologisk Revy;<br />
18(Supplement (11) :1-97.<br />
(10) ÇALIŞKAN MK. Pulpotomy of carious vital<br />
teeth with periapical involvment. Int Endod<br />
J 1995; 28: 172-176.<br />
15
De rubriek ‘nieuwe producten’ blijft in de<br />
nieuwe uitgave van ‘Het Kanaal’ gehandhaafd<br />
en geeft onafhankelijke informatie<br />
op basis van een testrapport.<br />
De EndoActivator’ ontworpen door Cliff<br />
Ruddle, Pierre Machtou en Robert Sharp.<br />
Algemene informatie<br />
De EndoActivator bestaat uit een handstuk met<br />
een sonische aandrijving en de zogenaamde<br />
‘Activator Tips’ uitgevoerd in een polymeer<br />
materiaal en leverbaar in drie diktes: small<br />
(geel 15/02), medium (rood 25/04), and large<br />
(blauw 35/04) allemaal 22mm lang.<br />
Informatie van de ontwerpers en verkopers<br />
(citaat uit de folder):<br />
‘The EndoActivator is designed to safely and<br />
vigorously energize the hydrodynamic phenomenon.<br />
Evidence-based endodontics has shown<br />
that cavitation and acoustic streaming significantly<br />
improve debridement and the disruption<br />
of the smear layer and biofilm. Activating fluids<br />
promote deep cleaning and disinfection into<br />
lateral canals, fins, webs, and anastomoses.<br />
A cleaned root canal system facilitates 3-D obturation<br />
and long-term success.’.<br />
Commentaar<br />
De EndoActivator wordt sonisch aangedreven.<br />
Onafhankelijk onderzoek heeft aangetoond dat<br />
sonische activatie van een irrigatievloeistof minder<br />
effectief is dan ultrasoon geactiveerde irrigatievloeistof.<br />
De activatie vindt bij sonisch<br />
aangedreven instrumenten alleen vanuit de punt<br />
plaats, terwijl bij ultrasoon aangedreven instrumenten<br />
over het gehele instrument een actief<br />
trillingspatroon plaatsvindt (figuur 1). Verder is<br />
de frequentie van sonisch aangedreven instrumenten<br />
veel lager dan de ultrasoon aangedreven<br />
instrumenten waardoor de vloeistroming minder<br />
actief is. Hierdoor is het zeer onwaarschijnlijk dat<br />
er cavitatie optreedt bij sonisch aangedreven<br />
instrumenten.<br />
16<br />
Nieuwe produkten<br />
Het klopt inderdaad dat onderzoek heeft aangetoond<br />
dat cavitatie en akoestische stroming van<br />
een irrigatievloeistof in het wortelkanaal een<br />
extra reinigende werking heeft zoals in de folder<br />
wordt vermeld, dit geldt echter voor ultrasoon<br />
geactiveerde irrigatievloeistoffen en niet voor sonisch<br />
geactiveerde irrigatievloeistoffen. Het verwijderen<br />
van de biofilm in een wortelkanaal is<br />
nog nooit aangetoond en het is zeer onwaarschijnlijk<br />
dat dit mogelijk is met een sonisch<br />
aangedreven instrument omdat de frequentie<br />
daar waarschijnlijk te laag voor is.<br />
In een studie die is uitgevoerd op ACTA en de<br />
Universiteit van Rome is gebleken dat de Endo-<br />
Activator minder effectief is in het verwijderen<br />
van dentine debris uit het apicale wortelkanaal<br />
dan ultrasoon geactiveerde NaOCl. Ultrasoon<br />
geactiveerde NaOCl verwijderde 95% van het<br />
aanwezige dentine debris en de EndoActivator<br />
slechts 60%.<br />
De heren Ruddle en Machtou claimen dat de<br />
instrumenten (naalden) van de EndoActivator<br />
figuur 1 ultrasoon<br />
sonisch<br />
veiliger zijn in het apicale deel van kromme wortelkanalen<br />
omdat ze uitgevoerd zijn in polymeer<br />
en niet in hardstaal of nikkel-titanium. Een veilig<br />
maar niet actief instrument is echter weinig zinvol.<br />
Wanneer ultrageluid goed wordt toegepast<br />
met de juiste instrumenten vindt er geen beschadiging<br />
plaats van de wand van het wortelkanaal<br />
ook niet in kromme kanalen. De actieve door<br />
ultrageluid opgewekte stroming werkt 1 tot 3 mm<br />
voor zich uit waardoor het instrument in kromme<br />
kanalen 3 mm korter dan de werklengte aangebracht<br />
kan worden en toch apicaal actief blijft.<br />
Verder is de sonisch geleverde energie altijd<br />
lager dan de ultrasoon geleverde energie, en<br />
minder energie betekent een minder actieve<br />
stroming van de irrigatievloeisof.<br />
Al met al is de informatie nog niet overtuigend<br />
genoeg om tot aanschaf van de EndoActivator<br />
over te gaan. Vandaar ons advies: gebruik de in<br />
de praktijk aanwezige ultrasone apparatuur voor<br />
ultrasone irrigatie, dat is goedkoper en effectiever<br />
dan de aanschaf van een nieuw sonisch<br />
appa raat. Dit gegeven volgt uit meer dan twintig<br />
jaar onderzoek uitgevoerd door vele verschillende<br />
instituten.<br />
Literatuur o.a.:<br />
Passive ultrasonic irrigation: a review of the<br />
literature. International Endodontic Journal<br />
Juni 2007.<br />
Noortje Akveld, Tijmen Hiep, Luc van der Sluis<br />
(l.vd.sluis@acta.nl).
Colofon<br />
Inhoudsopgave<br />
Welkomstwoord van de voorzitter<br />
De endodontische diagnose - deel 1 1<br />
Seminar “Goodbye to Lateral Compaction” 5<br />
5e Lustrum van de <strong>NVvE</strong> - een fotoimpressie - 6<br />
Aankondiging Najaarscongres ‘Endodontische Diagnostiek’ 7<br />
Lezing Kishor Gulabivala en Jan Warnsinck 8<br />
Hans Genetlezing 9<br />
Programma Najaarscongres <strong>NVvE</strong> 10<br />
Promotie Luc W.M. van der Sluis 11<br />
Agenda september - december 2007 12<br />
De endodontische diagnose - deel 2 13<br />
Nieuwe producten 16<br />
Inhoud<br />
september 2007/2<br />
Uitgever; Nederlandse Vereniging voor Endodontologie (<strong>NVvE</strong>)<br />
©<strong>NVvE</strong><br />
e-mail; secretariaat@nvve.com<br />
correspondentieadres; <strong>NVvE</strong>, Postbus 53, 2100 AB Heemstede<br />
vormgeving; ACTA, facilitaire dienst, Afd. Vormgeving&Fotografie<br />
drukwerk; c.c. callenbach b.v.<br />
Redactie:<br />
Els Duijst (hoofdredacteur)<br />
Andreas Braun<br />
Aukje Bouwman<br />
Maikel Vogels<br />
Luc van der Sluis<br />
Annemarie Verhoef