Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> – Vragen en Antwoorden – Nr. 8 – 16 februari 2001 -1060-<br />
heid van de inwoners van de gemeente, en de gouverneur<br />
van de provincie <strong>Vlaams</strong>-Brabant deed op<br />
14 november 2000 hetzelfde met een gelijkaardig<br />
besluit van het college van burgemeester en schepenen<br />
van 25 juli 2000.<br />
Vraag nr. 45<br />
van 24 november 2000<br />
van mevrouw ANN DE MARTELAER<br />
Sociale huisvesting gehandicapten – Huurprijs<br />
In een omzendbrief van het <strong>Vlaams</strong> Fonds voor Sociale<br />
Integratie van Personen met een Handicap<br />
(VFSIPH) van 16 december 1999 aan de diensten<br />
voor beschermd wonen wordt de mogelijke samenwerking<br />
van deze diensten met de sociale huisvestingsmaatschappijen<br />
belicht.<br />
De sociale huisvestingsmaatschappijen zouden namelijk<br />
aan VZW's buiten het sociaal huurstelsel<br />
woningen kunnen verhuren binnen het kader van<br />
huisvesting van bijzondere doelgroepen. In de<br />
praktijk blijkt dat zij dan voorrang krijgen bij toewijzing<br />
van een sociale woning, doch dat de huurprijs<br />
wordt gekoppeld aan de geactualiseerde kostprijs<br />
van het gebouw.<br />
Dit betekent dat een persoon met een handicap die<br />
binnen een project voor beschermd wonen gebruikmaakt<br />
van sociale huisvesting, maandelijks<br />
een veel hogere huurprijs krijgt aangerekend dan<br />
indien hijzelf een sociale woning zou huren.<br />
1. Heeft de minister van Huisvesting overleg gepleegd<br />
met zijn collega-minister bevoegd voor<br />
gehandicaptenbeleid rond het verhuren van een<br />
sociale woning aan personen met een handicap <br />
2. Behoren personen met een mentale handicap<br />
tot de kandidaat-huurders die volgens het<br />
nieuw sociaal huurbesluit voorrang krijgen voor<br />
een sociale woning (art. 6, § 1,1°) <br />
N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan mevrouw<br />
Mieke Vogels, <strong>Vlaams</strong> minister van<br />
Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen.<br />
Antwoord<br />
Wat het wonen van gehandicapten betreft, kan binnen<br />
de sector van de sociale huisvesting specifiek<br />
worden verwezen naar de versoepelde bepalingen<br />
voor het verhuren van sociale huurwoningen die<br />
van kracht worden op 1 januari 2001, en naar de<br />
bepalingen die van toepassing zijn in het kader van<br />
het besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering tot aanmoediging<br />
van projecten inzake het zelfstandig wonen<br />
van personen met een fysieke handicap (het zogenaamde<br />
ADL-besluit). (ADL : activiteiten van het<br />
dagelijks leven – red.)<br />
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het ADLbesluit<br />
betrekking heeft op gehandicapten met een<br />
fysieke handicap, en dus niet op het voorzien in beschermd<br />
wonen, vermits dit veeleer gericht is op<br />
het opvangen van personen met een mentale handicap.<br />
Wat de bepaling van de huurprijs van de ADL-woningen<br />
betreft, zijn volgende artikelen van het<br />
ADL-besluit van belang.<br />
Artikel 1, 8° van het besluit<br />
Dit stelt onder meer dat een ADL-woning een<br />
woongelegenheid is die wordt verhuurd overeenkomstig<br />
de bepalingen van hoofdstuk III van het<br />
ADL-besluit en overeenkomstig het sociaal huurbesluit.<br />
Artikel 19 van hoofdstuk III van het ADL-besluit<br />
In artikel 19 staat, ik citeer : "De jaarlijkse basishuurprijs<br />
van woningen in de desbetreffende sociale<br />
woonwijk wordt vastgesteld overeenkomstig de<br />
bepalingen van het sociaal huurbesluit. Voor de<br />
ADL-woningen wordt deze basishuurprijs evenwel<br />
verminderd met een bedrag dat overeenstemt met<br />
de theoretische annuïteit die de sociale huisvestingsmaatschappijen<br />
zou moeten dragen op een leningskrediet<br />
ten bedrage van de subsidies zoals bepaald<br />
in artikel 21, § 1, tweede lid, 1°en 2°".<br />
Dit betekent dat de extra uitgaven die nodig zijn<br />
voor :<br />
– de extra oppervlakte van de woningen, de extra<br />
uitrusting, speciale aanpassingswerken, de aanleg<br />
of aanpassing van infrastructuurwerken,<br />
– de kosten voor het leveren en plaatsen van keukens<br />
en badkamers,<br />
– niet ten laste kunnen vallen van de huurders<br />
aangezien deze extra uitgaven worden gesubsidieerd<br />
en bijgevolg niet in de huurprijs mogen<br />
worden verrekend.<br />
De huurprijs is dus niet gekoppeld aan de feitelijke<br />
en geactualiseerde kostprijs van de woning.<br />
Concreet kan het volgende worden gesteld.