05.01.2015 Views

Tekst - Vlaams Parlement

Tekst - Vlaams Parlement

Tekst - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

-1055- <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> – Vragen en Antwoorden – Nr. 8 – 16 februari 2001<br />

4. Zijn er nog andere, eventueel door de minister<br />

uitgevaardigde omzendbrieven Zijn die gepubliceerd<br />

in het Belgisch Staatsblad Zo neen,<br />

waarom niet Rijst er dan geen probleem van<br />

tegenstelbaarheid <br />

Antwoord<br />

1. Met het oog op de praktische uitvoerbaarheid<br />

van het decreet van 22 februari 1995 betreffende<br />

de bodemsanering heeft de OVAM diverse<br />

documenten opgesteld, meestal met technische<br />

beleidsregels. De belangrijkste daarvan hebben<br />

betrekking op de methode van onderzoek in het<br />

kader van de onderzoeks- en saneringsprocedure.<br />

Sinds de inwerkingtreding van het bodemsaneringsdecreet<br />

heeft de OVAM twee standaardprocedures<br />

opgesteld.<br />

De standaardprocedure oriënterend bodemonderzoek<br />

(januari 1997, van toepassing 1 februari<br />

1997) geeft toelichting bij de vereiste onderzoeks-<br />

en rapportage-inspanningen bij het uitvoeren<br />

van een oriënterend bodemonderzoek<br />

door een erkend bodemsaneringsdeskundige.<br />

Deze standaardprocedure vormt het uitgangspunt<br />

voor het kwaliteitsniveau van elk oriënterend<br />

bodemonderzoek dat wordt uitgevoerd.<br />

De standaardprocedure beschrijvend bodemonderzoek<br />

(juni 2000, van toepassing 1 oktober<br />

2000) geeft toelichting bij de vereiste onderzoeks-<br />

en rapportage-inspanning bij het uitvoeren<br />

van een beschrijvend bodemonderzoek<br />

door een erkend bodemsaneringsdeskundige, en<br />

vormt het uitgangspunt voor het kwaliteitsniveau<br />

van elk beschrijvend bodemonderzoek dat<br />

wordt uitgevoerd.<br />

Een derde beleidsregel, de standaardprocedure<br />

bodemsaneringsproject, heeft betrekking op het<br />

opstellen van bodemsaneringsprojecten en is<br />

momenteel nog in ontwerp.<br />

2. Het bodemsaneringsdecreet bepaalt in artikel 2,<br />

3° dat men bij de evaluatie van de ernst van de<br />

bedreiging door bodemverontreiniging in concreto<br />

rekening houdt met de kenmerken van de<br />

bodem, de aard en de concentratie van de stoffen<br />

of organismen, de mogelijkheid op verspreiding<br />

ervan, de functies die de bodem vervult en<br />

het gevaar op blootstelling van mensen, planten<br />

of dieren en waterwinningen. Daarnaast bepaalt<br />

artikel 3, § 5 van het decreet dat een oriënterend<br />

bodemonderzoek tot doel heeft uit te<br />

maken of er ernstige aanwijzingen zijn voor de<br />

aanwezigheid van bodemverontreiniging op bepaalde<br />

gronden, en dat het een beperkt historisch<br />

onderzoek en een beperkte monsterneming<br />

inhoudt.<br />

Reeds in de voorbereidende werken van het bodemsaneringsdecreet<br />

(<strong>Vlaams</strong>e Raad – Stuk<br />

587 (1993-1994) – Nr. 10) wordt, als antwoord<br />

op de vraag wat het beperkt karakter van het<br />

historisch onderzoek en de monsterneming in<br />

het kader van het oriënterend bodemonderzoek<br />

precies betekent, gesteld dat het de bedoeling<br />

van de OVAM is om per categorie van bedrijven<br />

of van soorten bodemverontreiniging modi<br />

operandi uit te werken, met een systematische<br />

methodologie per categorie. Uit de voorbereidende<br />

werken van het decreet blijkt inderdaad<br />

dat de OVAM sturing zou geven in verband met<br />

de wijze waarop onderzoeken moeten worden<br />

uitgevoerd. Bij deze sturing heeft de OVAM de<br />

lijn voortgezet die zij reeds in het begin van de<br />

jaren negentig ontwikkeld heeft, en die in het<br />

document "verontreinigende sites – voorbereiding<br />

ontwerpplan 1991-1995 (1990)" en het<br />

<strong>Vlaams</strong> Afvalstoffenplan 1991-1995 terug te vinden<br />

is (<strong>Vlaams</strong>e Raad – Stuk 587 (1993-1994)<br />

– Nr. 1).<br />

Deze concrete invulling is, wat oriënterende bodemonderzoeken<br />

betreft, gebeurd in de standaardprocedure<br />

oriënterend bodemonderzoek.<br />

Voor beschrijvende bodemonderzoeken geeft<br />

de standaardprocedure beschrijvend bodemonderzoek<br />

een concrete invulling van de in het bodemsaneringsdecreet<br />

meegedeelde gegevens.<br />

Het in deze standaardprocedures uitgewerkte<br />

beoordelingskader betreft een eigen referentiekader<br />

van de OVAM, dat niet de waarde heeft<br />

van een decretale bepaling, maar wel overeenstemt<br />

met hetgeen wordt genoemd "eigen beleidsregels".<br />

De bevoegdheid tot beleidsregelgeving<br />

van de overheid is inherent aan de haar<br />

toegekende discretonaire beslissingsbevoegdheid<br />

en laat toe om binnen de grenzen van de<br />

wet stelselmatig en praktisch te werk te gaan. In<br />

de rechtbank van de Raad van State wordt gesteld<br />

dat dergelijke beleidsregels van relatief<br />

dwingende aard zijn. De overheid, in casu de<br />

OVAM, kan dan ook bij de concrete toepassing<br />

van de beleidsnorm slechts afwijken van deze<br />

beleidsregels zo daarvoor in redelijkheid aanvaardbare<br />

motieven bestaan. Algemene begin-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!