05.01.2015 Views

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

ONederlands Tijdschrift voor - Nederlands Tijdschrift voor Orthopaedie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

September 2010, Vol. 17, Nummer 3<br />

rthopaedie<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong><br />

Officieel orgaan van de <strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische<br />

Vereniging


1<br />

3<br />

2<br />

Continuum Cup<br />

with Trabecular Metal Technology<br />

Trilogy ® IT Cup<br />

with Fiber Metal Technology<br />

Allofit ® / Allofit ® - S IT Cup<br />

with Macrostructure Technology<br />

4 5<br />

Metasul ® Liner<br />

with Metasul Technology<br />

BIOLOX ®* delta Liner<br />

Introduced Summer 2009<br />

Longevity ® Liner<br />

Longevity Highly Crosslinked Polyethylene<br />

Bringing together proven technologies in the new Continuum, Trilogy IT and<br />

Allofit/Allofit-S IT Acetabular Systems.<br />

Please get in touch with your local sales representative to learn about<br />

the availability in your country. Not all products are offered in each country.<br />

1 Macheras GA, et al., Radiological evaluation of the metal-bone interface of a porous tantalum monoblock acetabular component,<br />

J Bone Joint Surg Br., 2006, 88(3), 304–309<br />

2 Park DK, et al., Revision of the Acetabular Component Without Cement, A Concise Follow up at Twenty<br />

to Twenty-four years, of a previous report, J Bone Joint Surg Am., 2009, 91, 350–355<br />

3 Zenz P, et al., 10 years results after implantation of the cementless pressfit cup “Allofit”, presented at EFORT Florence, 2007<br />

4 Grübl A, et al., Long-term follow-up of metal-on-metal total hip replacement, J Orthop Res, 2007, 25(7), 841–848<br />

5 Bragdon CR, et al., Minimum 6-year Followup of Highly Cross-linked Polyethylene in THA, Clinical Orthopaedics and Related Research, 2007,<br />

465, 122–127<br />

* BIOLOX is a trademark of CeramTec AG. Zimmer’s BIOLOX delta ceramic liner not approved for use in the US.<br />

06.02105.012 082010 © 2010 Zimmer GmbH<br />

www.zimmer.nl


oorwoord<br />

September 2010, Vol. 17, Nummer 3<br />

Het wordt een dolle boel. In Baltimore schiet op 16 september<br />

jongstleden een ‘ontstemde’ zoon de behandelend orthopedisch<br />

chirurg neer van zijn 84-jarige moeder. Hij had verwacht dat ze<br />

in Jonhs Hopkins enkele dagen na haar orthopedische operatie er<br />

weer helemaal bovenop zou zijn. Tijdens dat onderhoud schiet hij<br />

zichzelf en zijn moeder neer, alleen de behandelend orthopeed<br />

overleeft een schotwond in zijn abdomen. Vraag me wel eens af<br />

hoe lang het gaat duren <strong>voor</strong>dat ontevreden patiënten of de hen<br />

omringende liefdevolle familie dergelijke fysieke stappen richting<br />

de behandelend arts gaat ondernemen. Overigens hoe de uitwerking<br />

kan zijn van schotwonden leest u verderop in dit <strong>Tijdschrift</strong>.<br />

In die zin heeft de orthopedisch chirurg al wel te maken met<br />

schotverwondingen. In Nederland is zoiets nog niet <strong>voor</strong>gekomen<br />

onder orthopedisch chirurgen, maar huisartsen kunnen er helaas<br />

al over meepraten. Een huisarts uit Nunspeet overleed twee<br />

jaar geleden nadat hij door een patiënt werd neergestoken. Een<br />

Utrechtse huisarts werd door een patiënt gegijzeld en is sindsdien<br />

overspannen. In Helmond en Almelo belandden huisartsen in het<br />

ziekenhuis nadat een patiënt hen in elkaar had geslagen.<br />

Natuurlijk zijn artsen ook niet altijd lievertjes.<br />

Het <strong>voor</strong> u liggende <strong>Tijdschrift</strong> kenmerkt zich door het<br />

thema casuïstiek. Het relatief grote aantal ingezonden<br />

ziektegeschiedenissen noopte tot deze samenstelling. Daarmee<br />

schuiven een aantal manuscripten op naar de 4 e editie van 2010.<br />

Twee ziektegeschiedenissen handelen over materiaalbreuk, iets wat<br />

steeds minder <strong>voor</strong>komt door de verbetering van de materialen.<br />

Door het inschakelen van expert Apachitei van de TU Delft op<br />

het gebied van lichte metalen ontrafelen collegae Kerremans en<br />

Langelaan het falen van een PFNa.<br />

Een ziektegeschiedenis gaat over botafwijkingen waarbij een<br />

<strong>voor</strong>bijgaand botoedeem en demineralisatie van het bot een<br />

belangrijke rol spelen; het Bone Marrow Edema Syndrome of kortweg<br />

BMES. Het is een lezenswaardig artikel en sluit mooi aan op eerdere<br />

artikelen in dit <strong>Tijdschrift</strong> over dit onderwerp.<br />

Via www.ntv-orthopaedie.nl vindt u deze manuscripten<br />

van Koppens (NTvO 2009/2), van Peters (NTvO 2009/4) en<br />

van Marhe (NTvO 2004/3) heel gemakkelijk terug.<br />

Inhoud<br />

Voorwoord<br />

A. de Gast<br />

Casuïstiek<br />

Vermoeidheidsfractuur van de helical<br />

blade van een Proximal Femoral Nail<br />

Antirotation<br />

M.S. Kerremans, E.J. van Langelaan<br />

en I. Apachitei<br />

Fractuur van een Ceramic Coated<br />

Implant totaleknieprothese<br />

Y.E. Könst, J. PosthumaDeBoer en<br />

R. Saouti<br />

Osteoïd osteoom bootst hemofilieartropathie<br />

van de elleboog na<br />

M.A.A. van Hooft, P.A.M. Kint en<br />

D. Eygendaal<br />

Enkeldestructie door hagelschotverwonding<br />

R.J.L.L. van de Kimmenade,<br />

D. Groot en S. Kaarsemaker<br />

Femorotibiale ankylose bij een kind<br />

met het Roberts syndroom<br />

A.L. van der Zwan en S.J. Ham<br />

Intra-articulair migrerende artralgie<br />

F.J. Wessels, M. Nix, A.B. Stibbe en<br />

R.D.A. Gaasbeek<br />

Verenigingsnieuws<br />

Richtlijnen <strong>voor</strong> auteurs<br />

Congresagenda<br />

115<br />

117<br />

122<br />

125<br />

128<br />

133<br />

137<br />

141<br />

143<br />

144<br />

Graag wil ik de lezers herinneren aan de mogelijkheid materiaal<br />

aan te bieden <strong>voor</strong> de fraaie website van ons <strong>Tijdschrift</strong>. Bijzondere<br />

operatietechnieken, kleurenfoto’s of multimediale content die<br />

interessant is <strong>voor</strong> de lezers.<br />

Tot de volgende editie!<br />

Arthur de Gast, hoofdredacteur<br />

i Voor sommige artikelen is additioneel<br />

materiaal beschikbaar op de website<br />

www.ntv-orthopaedie.nl, waaronder<br />

videobeelden en/of kleurenfoto's.<br />

Deze artikelen zijn herkenbaar aan<br />

de volgende pictogrammen:<br />

Videobeelden<br />

Kleurenfoto's


<strong>O<strong>Nederlands</strong></strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong><br />

rthopaedie<br />

<strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische Vereniging<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

REDACTIE<br />

Dr. A. de Gast, hoofdredacteur<br />

Dr. C.F.A. Bos<br />

Dr. T. Gosens<br />

Dr. I.C. Heyligers<br />

Dr. J.W. Morrenhof<br />

Dr. J.J.A.M. van Raaij<br />

Dr. J. Roorda<br />

Dr. H.M. Schüller<br />

Dr. A.J. Tonino<br />

Dr. C.C.P.M. Verheijen<br />

Redactiesecretariaat:<br />

Dr. Arthur de Gast<br />

Diakonessenhuis Utrecht/Zeist/Doorn<br />

Secretariaat Orthopedie<br />

Postbus 80250<br />

3508 TG Utrecht<br />

E-mail: ntvo@diakhuis.nl<br />

WEBSITE www.ntv-orthopaedie.nl<br />

INZENDEN VAN KOPIJ<br />

De richtlijnen <strong>voor</strong> auteurs worden regelmatig in dit<br />

tijd schrift vermeld of zijn op verzoek verkrijgbaar<br />

bij de redactie.<br />

U vindt ze ook op www.ntv-orthopaedie.nl<br />

OPLAGE 1.200, verschijnt 4 x per jaar<br />

ABONNEMENTEN<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong> wordt<br />

gratis toegezonden aan alle leden en buitengewone<br />

leden van de <strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische Vereniging.<br />

Overige abonnementen Beneluxlanden: 56,60<br />

per jaar. Studenten: 35,38 per jaar (Excl. 6 % BTW)<br />

UITGEVER<br />

Serendipity Publishing<br />

Dorpsweg 81, 1676 GE Twisk<br />

Telefoonnummer: 0651-174410<br />

E-mail: ntvo@serendipity-publishing.nl<br />

COPYRIGHT<br />

© 2010 <strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische Vereniging<br />

& Serendipity Publishing<br />

ISSN 1 380-653X<br />

De <strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische Vereniging werd op<br />

1 mei 1898 in Amsterdam opgericht.<br />

De Vereniging heeft als doel:<br />

- Het bevorderen van studie en het verbreiden van<br />

kennis van de conservatieve en operatieve orthopedie<br />

onder artsen.<br />

- Het behartigen van de sociale belangen van de<br />

artsen die de orthopedie uitoefenen, zowel binnen<br />

de vereniging als daar buiten.<br />

Het <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong> is het<br />

officiële orgaan van de <strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische<br />

Vereniging. Het heeft ten doel de leden van de<br />

Vereniging en andere geïnteresseerden te informeren<br />

over ontwikkelingen op orthopedisch gebied,<br />

waarbij zowel klinische als fundamentele aspecten<br />

worden belicht. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt<br />

in de vorm van oorspronkelijke artikelen,<br />

editorials en verslagen van wetenschappelijke vergaderingen,<br />

met name die van de NOV. Naast verenigingsnieuws<br />

wordt ook aandacht besteed aan<br />

recent verschenen literatuur en proefschriften.<br />

Voorts worden congressen, symposia en workshops<br />

op het gebied van de orthopedie aangekondigd.<br />

Beweringen en meningen geuit in de artikelen en mededelingen<br />

in deze publikatie zijn die van de auteur(s) en niet<br />

(noodzakelijkerwijs) die van de redactie. Grote zorgvuldigheid<br />

wordt betracht bij de samenstelling van de artikelen.<br />

Fouten (in de gegevensverwerking) kunnen echter niet altijd<br />

<strong>voor</strong>komen worden. Met het oog hierop en omdat de ontwikkelingen<br />

in de medische wetenschap snel <strong>voor</strong>tschrijden,<br />

wordt de lezer aangeraden onafhankelijk inlichtingen in te<br />

winnen en/of onderzoek te verrichten wat betreft de<br />

vermelde diagnostische methoden, doseringen van medicijnen,<br />

enz. De redactie wijst elke verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid<br />

<strong>voor</strong> (de juistheid van) dergelijke gegevens<br />

van de hand en garandeert noch ondersteunt enig produkt of<br />

enige dienst geadverteerd in deze publikatie, noch staat de<br />

redactie garant <strong>voor</strong> enige door de vervaardiger van dergelijke<br />

produkten gedane bewering.<br />

Conform de richtlijnen van de Inspectie <strong>voor</strong> de Gezondheidszorg<br />

(sectie reclametoezicht) zijn reclame-uitingen<br />

<strong>voor</strong> en productinformatie van receptgeneesmiddelen door<br />

farmaceutische bedrijven in het <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>Orthopaedie</strong> alleen gericht op personen die bevoegd zijn<br />

om de betreffende geneesmiddelen <strong>voor</strong> te schrijven.<br />

116 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Vermoeidheidsfractuur van de helical blade van<br />

een Proximal Femoral Nail Antirotation<br />

i<br />

www.ntv-orthopaedie.nl/kerremans1703/<br />

M.S. Kerremans, E.J. van Langelaan en I. Apachitei<br />

Wij beschrijven een zeldzame complicatie bij een veel gebruikte methode <strong>voor</strong> stabilisatie van proximale femurfracturen,<br />

namelijk het breken van de helical blade.<br />

Het mogelijke mechanisme van het breken van een Proximal Femoral Nail Antirotation (PFNA, Synthes AO) werd metallurgisch<br />

onderzocht. Een adequate behandeling door middel van een Mallory Head calcar revisieheupprothese (Biomet,<br />

Warsaw) wordt besproken.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Inleiding<br />

Proximale femurfracturen komen veel <strong>voor</strong>. Ze<br />

leiden tot een hoge morbiditeit en mortaliteit. 1 Bij<br />

elke keus is de behandeling gericht op snelle mobilisatie<br />

en fractuurgenezing.<br />

Fracturen van het proximale femur kunnen op vele<br />

manieren behandeld worden: extra-medullaire implantaten,<br />

zoals Dynamische heupschroef (DHS),<br />

Dynamische Compressieschroef (DCS) of hoekplaat,<br />

of intramedullaire implantaten zoals de gammanail<br />

en de Proximal Femoral Nail Antirotation of<br />

kortweg PFNA. 1<br />

Elke methode kent zijn eigen complicaties. 1-6 Een<br />

relatief frequent beschreven complicatie van intramedullaire<br />

fixatie is breuk van het implantaat met<br />

een incidentie van 0,2-5.7%, meestal ter plaatse<br />

van de opening van de heupschroef of de locking<br />

schroeven. 6 Slechts zelden is in de literatuur het<br />

breken van de helical blade beschreven. 4,5<br />

Ziektegeschiedenis<br />

Een 78-jarige vrouw presenteerde zich, na een laag energetisch<br />

trauma, met een pertrochantere femur fractuur, AO<br />

type 31-A2 (Figuur 1). Voor het trauma liep patiënte zonder<br />

hulpmiddelen. Patiënte was bekend met osteoporose maar<br />

gebruikte geen medicatie.<br />

Bij opname op de afdeling chirurgie werd als toevalsbevinding<br />

een purulente bursitis olecrani rechts opgemerkt,<br />

waar<strong>voor</strong> incisie, drainage en antibiotische behandeling;<br />

flucloxacilline 4 dd 1gram. Bacteriekeweek toonde een S.<br />

Aureaus. Na 1 week werd een gesloten repositie en osteosynthese<br />

verricht. Een 130° PFNA, 10 mm diameter, lengte<br />

Drs. M.S. Kerremans, aios orthopedie, en dr. E.J. van<br />

Langelaan, orthopedisch chirurg, afdeling orthopedie,<br />

Rijnland ziekenhuis, Postbus 4220,2359CC Leiderdorp)<br />

Dr.ir. I. Apachitei, ingenieur, Faculteit 3mE, sectie Light<br />

Metals Processing, TU Delft, Mekelweg 2, 2628 CD Delft<br />

Correspondentie: drs. M.S.Kerremans<br />

Email: mechteldkerremans@yahoo.com<br />

Figuur 1. Pre-operatieve röntgenfoto.<br />

240 mm met een helical blade van 105 mm werd ingebracht,<br />

distaal dynamisch gefixeerd met een 38 mm schroef.<br />

De postoperatieve röntgenfoto toonde geen optimaal calcarcontact,<br />

redelijke alignement, er was nog een duidelijke<br />

fractuurspleet zichtbaar intertrochantair (Figuren 2 en<br />

3). Patiënte mocht volledig belasten met 2 elleboogkrukkenkrukken.<br />

Ondanks afgesproken controles na ontslag, verscheen<br />

patiënte pas 8 maanden na operatie met kort daar<strong>voor</strong><br />

peracuut ontstane pijn van haar linkerheup en functiebeperking.<br />

Ze zou niet opnieuw gevallen zijn.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 117


■ Vermoeidheidsfractuur van de helical blade van een Proximal Femoral Nail Antirotation<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 2. Postoperatieve anteroposterieure röntgenfoto.<br />

Figuur 3. Postoperative axiale röntgenfoto.<br />

Röntgenonderzoek van het femur toonde een helical blade<br />

breuk en trochantere refractuur met cranialisatie van het<br />

distale fractuurfragment, rotatie van de heupkop en aanwijzingen<br />

<strong>voor</strong> een pseudo-artrose, geen callusvorming en<br />

een kalkarm skelet (Figuur 4).<br />

Patiënte werd overgedragen aan de afdeling orthopedie<br />

<strong>voor</strong> re-interventie. Gelet op de leeftijd van patiënte, de<br />

osteoporose, de comminutie en de noodzaak tot snelle<br />

belaste mobilisatie werd besloten geen re-osteosynthese te<br />

verrichten maar een heupprothese in te brengen.<br />

Tijdens de operatie werd de PFNA verwijderd. Een ongecementeerde<br />

Mallory Head calcar revisieheupprothese calcar<br />

55 mm, breedte B, steellengte 220 mm, en proximale<br />

coating met bipolaire kop werd ingebracht (Figuur 5).<br />

De peroperatief afgenomen bacteriekweken toonden geen<br />

aanwijzingen <strong>voor</strong> een chronische low grade infectie.<br />

Postoperatief beleid bestond uit partieel belasten gedurende<br />

6 weken waarna progressief belasten, mobilisatie met<br />

behulp van antiluxatie brace gedurende 3 maanden).<br />

De kans op luxaties werd namelijk vergroot geacht bij deze<br />

patiënte gelet op de comminutie in het aanhechtingsgebied<br />

van de abductormusculatuur. Patiënte is thans zonder<br />

klachten en loopt zelfstandig met stok.<br />

Metallurgisch onderzoek<br />

Op de afdeling material science & engineering, biomaterial<br />

technology group van de Technische Universiteit Delft werd<br />

het implantaat nader geanalyseerd. 8,9<br />

Om de vraag te beantwoorden: acute breuk, inferieur<br />

materiaal, of een vermoeidheidsfractuur<br />

Een overzicht van de gebroken helical blade wordt getoond.<br />

(Figuur 6a-d) Aan de röntgenfoto is te zien dat de helical<br />

blade aan cyclische belasting blootgesteld was. Bovendien<br />

is te zien dat het bovenste gedeelte van het helical blade<br />

blootstond aan ‘tensile stresses’ waardoor een eerste vermoeidheidsscheurtje<br />

kon ontstaan.<br />

118 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


M.S. Kerremans, E.J. van Langelaan en I. Apachitei ■<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 4. Röntgenfoto na 8 maanden postoperatief.<br />

Om deze hypothese te bevestigen werd scanning electron microscopy<br />

(SEM) gedaan van dit gebied. Figuren 6 b en c tonen<br />

de typische kenmerken van vermoeidheidsfractuur namelijk<br />

concentrische richels (witte pijlen) die zich uitbreiden vanuit<br />

de kern (zwarte pijl) van de vermoeidheidsbreuk.<br />

Een ruw oppervlak en een scherpe rand vielen op in dit<br />

gebied waarop oppervlakte stress zich kon concentreren<br />

om een begin van een scheur te maken. Bij grotere vergroting<br />

waren striemen en secundaire breuken te zien in het<br />

gebied van die typische kenmerken. Deze verschijnselen<br />

zijn specifiek <strong>voor</strong> een vermoeidheidsfractuur van metalen,<br />

inclusief titaniumlegering. De analyse van het implantaat<br />

door middel van de energy dispersive X-ray spectoscopy<br />

(EDS) bewees dat de samenstelling van het gebied overeen<br />

kwam met een Ti6Al7Nb deze bevindingen tezamen bevestigen<br />

de hypothese dat de belangrijkste mechanisme van de<br />

breuk metaalmoeheid is.<br />

Discussie<br />

De literatuur vermeldt in meerdere studies implantaatbreuk<br />

bij intramedullaire implantaten. Ten<br />

Figuur 5. Postoperatieve röntgenfoto na Mallory head<br />

prothese.<br />

gevolge van een inadequate operatietechniek, bij<br />

non-union en bij rigiditeit van het implantaat.<br />

Ondanks de hoogwaardige staallegering kan een<br />

intramedullair implantaat maar enkele honderdduizenden<br />

cycli belastingsmomenten aan. Een<br />

implantaatbreuk door metaalmoeheid treedt dus<br />

uiteindelijk op als de fractuur niet (op tijd) geconsolideerd<br />

is.<br />

De zwakke plek van intramedullaire implantaten is<br />

afhankelijk van het type implantaat.<br />

Bij de gamma-nail bevindt deze zich ter plaatse<br />

van de opening <strong>voor</strong> de collumschroef, waar de<br />

doorsnede versmalt. 6 Dit is de kritische regio waar<br />

de krachten vanuit de femurhals overgedragen<br />

wordt op de intramedullaire pen. Als het richtapparaat<br />

<strong>voor</strong> de collumschroef niet juist geplaatst<br />

wordt, bij het foutief opboren van de pen of bij<br />

off-centre introductie van de collumschroef kan<br />

erosie van de pen optreden in de opening. Een<br />

andere zwakke plek is de opening van de lockingschroef,<br />

ook hier vermindert de diameter.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 119


■ Vermoeidheidsfractuur van de helical blade van een Proximal Femoral Nail Antirotation<br />

A<br />

B<br />

Figuur 6A. Overzicht Helical<br />

blade. 6B+C. Scanning electron<br />

microscopy; typische<br />

kenmerken <strong>voor</strong> vermoedheidsfractuur.<br />

Concentrische<br />

richels (witte pijlen) die<br />

zich uitbreiden vanuit de<br />

kern (zwarte pijl) van de<br />

vermoeidheidsbreuk. 6D.<br />

Uitvergroting.<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

C<br />

D<br />

Implantaatbreuk komt meer <strong>voor</strong> bij instabiele<br />

fracturen met complexe fractuurpatronen,<br />

non-union van de fractuur is dan bepalend <strong>voor</strong><br />

het materiaalfalen. Het risico op implantaatbreuk<br />

wordt vergroot door rigiditeit van het implantaat<br />

welke proximaal statisch en distaal vergrendeld is.<br />

Het bijzondere aan deze casus is de plaats van de<br />

materiaalbreuk: de helical blade. Dit is slechts<br />

tweemaal eerder beschreven, bij de AO spiral<br />

blade de <strong>voor</strong>ganger van de helical blade. 4,5<br />

Uit de literatuur blijkt dat non-union van de<br />

fractuur de belangrijkste oorzaak van implantaatbreuk<br />

is. 4 Een tweede veel minder bekende oorzaak<br />

is de stressfractuur van osteoporotisch bot in het<br />

proximale femurgebied. 5<br />

Implantaatbreuk is een late complicatie, welke<br />

meestal optreedt tussen 6-10 maanden na operatie.<br />

Op deze complicatie moet men bedacht zijn bij<br />

patiënten met terugkerende pijn ter plaatse van<br />

de heup of dij. Aangeraden wordt om tijdens de<br />

follow-up een röntgenonderzoek te verrichten van<br />

de aangedane heup in 2 richtingen, en bij verdenking<br />

op delayed union dynamisatie of bonegrafting<br />

te overwegen teneinde implantaatbreuk te<br />

<strong>voor</strong>komen.<br />

Er zijn verscheidene behandelopties na een implantaat<br />

breuk, bij<strong>voor</strong>beeld het wisselen van het<br />

intramedullaire implantaat met of zonder bonegrafting,<br />

plaatosteosynthese of heupprothese. 6<br />

Bij deze patiënte kozen wij <strong>voor</strong> een kophalsprothese<br />

als re-interventie, een ongecementeerde<br />

Mallory Head calcar revisiesteel met bipolaire kop.<br />

Gelet op de plaats van de fractuur intertrochantair<br />

kon een standaard prothese niet goed proximaal<br />

120 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


CERAMIC SURFACE ENGINEERED<br />

ORTHOPAEDIC IMPLANTS<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

implantcast benelux alikruik 25<br />

1723 hs noord scharwoude<br />

e-mail: info@implantcast.nl<br />

www.accisonline.com www.implantcast.nl


ACL TightRope ®<br />

Dicht de ruimte bij VKB transplantaatfixatie<br />

Maximaliseer het contactoppervlak van<br />

het transplantaat met de tunnel dankzij een<br />

revolutionair verstelbaar corticaal fixatiesysteem<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

knooploos vierpunts<br />

vergrendelingsmechanisme<br />

Doorvoeren, Aantrekken, Afknippen. . .<br />

1 2 3<br />

Doorvoeren van de ‘ACL TightRope<br />

Button’<br />

Met de trekdraden wordt het transplantaat<br />

op zijn plaats getrokken<br />

<br />

<br />

Ga <strong>voor</strong> meer informatie naar:<br />

http://tightrope.arthrex.com<br />

© 2010, Arthrex Inc. Alle rechten <strong>voor</strong>behouden.


M.S. Kerremans, E.J. van Langelaan en I. Apachitei ■<br />

gefixeerd worden. Een calcarprothese rust met zijn<br />

kiel in het trochanter minor gebied op femoraal<br />

bot. De prothese is modulair, op deze wijze kan<br />

een adequate lengtewinst verkregen worden. De<br />

prothesesteel heeft een porous plasma sprayed<br />

coating metafysair, waardoor goede ingroei kan<br />

ontstaan.<br />

Zoals eerder aangegeven is patiënte na de 1 e<br />

operatie niet <strong>voor</strong> poliklinisch controles verschenen.<br />

Als onderliggend mechanisme hebben mogelijk<br />

non-union en/of osteoporotische stressfractuur<br />

beide een rol gespeeld. Welke van deze onderliggende<br />

mechanismen en in welke mate hebben bijgedragen<br />

kon niet definitief eenduidig vastgesteld<br />

worden. Wel is er, gelet op de eerste postoperatieve<br />

röntgenfoto met niet optimale repositie, het<br />

later ontbreken van de callus en de dynamisering<br />

van de schroef waarschijnlijk sprake geweest van<br />

een non- union als belangrijkste oorzaak.<br />

Dit onderstreept het belang van een optimale<br />

repositie en operatietechniek, met name het niet<br />

verminderen van de tractie <strong>voor</strong> de definitieve<br />

fixatie kan een rol gespeeld hebben .<br />

Een tweede probleem is het ontbreken geweest van<br />

een goede nacontrole , ingrijpen was dan wellicht<br />

eerder mogelijk geweest ten einde implantaatbreuk<br />

te <strong>voor</strong>komen.<br />

Wanneer er toch een vermoeidheidsfractuur van<br />

het osteosyntheseimplantaat mocht optreden, is<br />

een Mallory Head calcar revisieprothese bij deze<br />

patiënte een bruikbaar alternatief gebleken.<br />

Abstract<br />

We describe a rare complication with a commonly used<br />

method for stabilization of proximal femur fractures,<br />

namely breakage of a helical blade.<br />

The possible mechanism of breakage of a PFNA (Synthes AO)<br />

was investigated at the Technical University in Delft, the<br />

Netherlands. An adequate treatment with a Mallory Head<br />

calcar revision prosthesis (Biomet Warsaw) is discussed.<br />

Literatuur<br />

1. Parker MJ, Handoll HHG. Gamma and other cephalocondylic<br />

intramedullary nails versus extramedullary implants<br />

for extracapsular hip fractures in adults. Cochrane<br />

Database Sys Rev. 2008.Jul 16;(3):CD000093. Review.<br />

2. Mereddy P, Kamath S, Ramakrishnan M, Malik<br />

H,Donnachie N. The AO/ASIF proximal femoral nail<br />

antirotation (PFNA): a new design for the treatment<br />

of unstable proximal femoral fractures. Injury.2009<br />

Apr;40(4): 428-2.<br />

3. Simmermacher RK, Ljungqvist J, Bail H, Hockertz T,<br />

Vochteloo AJ,Ochs U et al. The new proximal femoral<br />

nail antirotation (PFNA®) in daily practice: results of a<br />

multicentre clinical study. Injury, Int. J. Care Injured<br />

(2008) 39, 932-9.<br />

4. Stover MD, Lin I, Bosse MJ. Removal of a Broken Synthes<br />

Proximal Spiral Blade. J Orthop Trauma.1998;Mar-<br />

Apr;12(3):190-1.<br />

5. Syed AA, Kennedy JG, Mullet H,O’Flanagan J, Taylor<br />

D. Fatigue failure of an AO spiral blade. Arch Orthop<br />

Trauma Surg. 2000;120(5-6):366-8.<br />

6. Alvarez DB, Aparicio JP, Fernandez EL, Mugica IG,<br />

Batalla DN, Jimenez JP. Implant breakage, a rare complication<br />

with the gamma nail. A review of 843 fractures<br />

of the proximal femur treated with a Gamma nail. Acta<br />

orthop. Belg. 2004 Oct 70(5):435-43.<br />

7. Erne P, Burckhardt A. Femoral neck fatigue fracture.<br />

Arch Orthop Trauma Surg 1980;97(3):213-20.<br />

8. Joshi VA, Titanium alloys. An atlas of structures and<br />

fracture features, Taylor & Francis Group, New York,<br />

2006.<br />

9. Kerlins V, Douglas MD, in ASM Handbook, Vol. 12<br />

(Fractography), Eds. K. Mills, et al., American Society of<br />

Materials (ASM) International, Metals Park, Ohio, 1992,<br />

pgs. 12-71.<br />

10. PFNA. Leading the way to optimal stability: Synthes.<br />

Original instruments and implants of the association for<br />

the study of internal Fixation. AO/ASIF. Stratec medical<br />

2004;1-44.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 121


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Fractuur van een Ceramic Coated Implant<br />

totaleknieprothese i www.ntv-orthopaedie.nl/konst1703/<br />

Y.E. Könst, J. PosthumaDeBoer en R. Saouti<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Een fractuur van een van de componenten van een knieprothese is een zeldzame complicatie met mogelijke grote<br />

gevolgen <strong>voor</strong> de patiënt.<br />

Een 51-jarige man presenteerde zich met progressieve pijnklachten na plaatsing van een totaleknieprothese (TKP)<br />

rechts, die elders 2,5 jaar eerder werd geplaatst vanwege een varus gonartrose. Onder verdenking van een loslating<br />

van de tibiacomponent werd er een revisie van deze prothese gepland. Peroperatief bleek er echter sprake te zijn van<br />

een fractuur van de femurcomponent ter plaatse van de mediale femurcondyl. Ten gevolge van de onverwachte uitgebreide<br />

synovitis met botdestructie en onder verdenking van een ‘low grade’ infectie werd er een revisie in 2 tempi<br />

(‘2-stage’ revision) verricht.<br />

De reden van het falen van de femurcomponent bij deze patiënt blijft onopgehelderd. Mogelijk dat de keramische<br />

coating aan bij deze ongecementeerde protheses aanleiding geeft tot een verhoogde kans op een componentfractuur.<br />

Inleiding<br />

Fracturen van de femur- of tibiacomponent zijn<br />

een ongewone complicatie na plaatsing van een<br />

TKP. Door het gebruik van legeringen met een lage<br />

concentratie koolstof is de materiaalsterkte van<br />

de componenten geoptimaliseerd. Tevens zorgt<br />

evolutie van het ontwerp van knieprothesen <strong>voor</strong><br />

een betere aansluiting van de componenten op het<br />

bot, maar ook onderling. Dit draagt bij aan een<br />

betere verdeling van de krachten op de componenten<br />

en een vermindering van de fractuurkans. 1,2<br />

De literatuur omtrent de oorzaak van componentfalen<br />

is schaars. Dit artikel beschrijft een patiënt<br />

met persisterende, progressieve pijnklachten 2,5<br />

jaar na het plaatsen van een TKP rechts met een<br />

keramisch gecoat oppervlak ter bevordering van de<br />

botingroei (Ceramic Coated Implant; CCI).<br />

Ziektegeschiedenis<br />

Drs. Y.E. Könst, anios orthopedie, drs. J. PosthumaDeBoer,<br />

aio orthopedie en drs. R. Saouti, orthopedisch chirurg.<br />

Afdeling orthopedie, VUmc, de Boelelaan 1117,<br />

1081 HV Amsterdam.<br />

Correspondentie: drs. R. Saouti<br />

E-mail: r.saouti@vumc.nl<br />

Figuur 1A en B laten <strong>voor</strong>achterwaartse en laterale<br />

röntgenopnamen van de rechter knie zien.<br />

De stand van de prothese is goed. Er is geen fractuur<br />

van de prothese zichtbaar. Er is sprake van een osteolytische<br />

lijn onder de tibiacomponent.<br />

Een 51-jarige man melde zich met persisterende pijnklachten<br />

aan de rechter knie, met status na TKP van het type<br />

CCI (Implantcast, Buxtehude, Duitsland) 2,5 jaar eerder<br />

geïmplanteerd in een ander ziekenhuis in Nederland. De<br />

<strong>voor</strong>geschiedenis vermeldt een valgiserende tibiakoposteotomie<br />

en een <strong>voor</strong>ste kruisbandplastiek rechts. Na plaatsing<br />

van de TKP is de patiënt nooit pijnvrij geweest en heeft<br />

altijd een hulpmiddel bij het lopen gebruikt. In de laatste 6<br />

maanden zijn de klachten echter progressief van aard. Na<br />

een ontsteking aan de vinger, die gedurende 6 dagen antibiotisch<br />

behandeld werd, kreeg de patiënt een warme, rode<br />

knie. Sindsdien zijn de klachten onverminderd aanwezig<br />

gebleven. De patiënt heeft in deze laatste 6 maanden ook<br />

tweemaal een val doorgemaakt.<br />

Bij lichamelijk onderzoek is er sprake van een antalgisch<br />

looppatroon over rechts. Er is sprake van een varus beenas.<br />

De littekens zijn rustig. De knie voelt warm aan, er is geen<br />

roodheid. Wel is er een veel hydrops. De bewegingsuitslag is<br />

beperkt met een flexie-/extensietraject van 90-10-0º. Er is<br />

1+ laxiteit van de laterale collateraalband. Voor het overige<br />

is de knie stabiel.<br />

Röntgenonderzoek van de rechter knie toont een goede<br />

stand van een ongecementeerde TKP rechts. Wel is er een<br />

osteolytische lijn zichtbaar onder de tibiacomponent, het<br />

meest uitgesproken aan de laterale zijde (Figuur 1).<br />

De botscan laat een verhoogde perfusie en diffusie zien<br />

122 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


ARCOXIA HEEFT EEN BREED INDICATIEGEBIED<br />

ARCOXIA is geïndiceerd <strong>voor</strong> de symptomatische verlichting van:<br />

<br />

NIEUWE DOSERING<br />

<br />

<br />

NIEUWE INDICATIE<br />

30 mg<br />

90 mg<br />

<br />

60 mg<br />

<br />

120 mg a<br />

1 TABLET, ÉÉNMAAL DAAGS.<br />

De dosis <strong>voor</strong> elke indicatie is de maximale aanbevolen dagelijkse dosis,<br />

behalve <strong>voor</strong> artrose, waar<strong>voor</strong> de maximale aanbevolen dagelijkse dosis 60 mg is.<br />

a.<br />

Arcoxia 120 mg moet alleen <strong>voor</strong> de acute symptomatische periode worden gebruikt<br />

(maximaal 8 dagen).<br />

THE POWER TO MOVE YOU<br />

ARCOXIA is een geregistreerd handelsmerk van Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA<br />

Postbus 581, 2003 PC Haarlem, Telefoon 023 - 5153153, www.msd.nl<br />

Raadpleeg de productinformatie elders in dit blad<br />

alvorens het product <strong>voor</strong> te schrijven<br />

1109ACX08NL884J1108


Distaal vergrendelen is met<br />

mij veel goedkoper<br />

www.sureshot.nl


Y.E. Könst, J. PosthumaDeBoer en R. Saouti ■<br />

Vol<br />

17<br />

Figuur 2A t/m D laten de<br />

peroperatieve bevindingen<br />

zien. Er is een fractuur aan<br />

de posteromediale zijde van<br />

de femurcomponent (A) met<br />

volledige destructie van de<br />

mediale zijde van de insert.<br />

Er sprake van ernstige osteolyse<br />

aan de mediale femurcondyl<br />

(B). (C) en (D) laten<br />

de afzonderlijke delen van<br />

de prothese zien.<br />

sept<br />

’10<br />

ter plaatse van de femurcomponent van de rechter knie.<br />

Laboratoriumonderzoek is niet afwijkend.<br />

Onder verdenking van loslating van de TKP werd besloten<br />

tot revisie. Peroperatief bleek er sprake te zijn van een<br />

fractuur van het mediale deel van de femurcomponent.<br />

Macroscopisch was er een uitgebreide synovitis en osteolyse<br />

van het femur ter plaatse van de componentbreuk<br />

(Figuur 2). Ter hoogte van het gefractureerde deel van<br />

de prothese was er geen botingroei zichtbaar. De insert<br />

vertoonde ernstige slijtage en was aan de mediale zijde<br />

volledig gedestrueerd. Er werd een kniespacer geplaatst.<br />

Na negatieve kweken werd er een TKP (Scorpio PS revision,<br />

Stryker, ® ) geïmplanteerd (Figuur 3).<br />

Discussie<br />

Er is weinig literatuur beschikbaar over het falen van<br />

een CCI TKP. De CCI-prothese is een cobalt-chroom<br />

legering met een poreuze coating, bestaande uit<br />

cobalt-chroom en dunne keramiek ter bevordering<br />

van botingroei in de componenten. In deze casus is<br />

de oorzaak van de breuk van de femurcomponent<br />

onduidelijk.<br />

De incidentie van componentfalen is in de laatste<br />

jaren afgenomen door de verbetering van metaallegeringen.<br />

1 Helaas komt deze complicatie nog wel<br />

<strong>voor</strong>, vaker bij ongecementeerde dan bij gecementeerde<br />

protheses.<br />

Bij ongecementeerde protheses wordt vaak gebruik<br />

gemaakt van poreuze coatings. Het aanbrengen van<br />

deze coatings door ‘insmelting’ is een oorzaak van<br />

verzwakking van de componenten. 3,4 Naast verhit-<br />

ting in dit proces, wordt het metaal ook enigszins<br />

verdund ter verkrijging van een oppervlaktestructuur.<br />

Vooral op plaatsen waar de prothese door het<br />

ontwerp al dun is, zoals in de scherpe hoek aan<br />

de posteromediale zijde van de femurcomponent,<br />

kan dit een verhoogde kans op materiaalmoeheid<br />

geven. Doordat de coating poreus is kan er een<br />

zogenaamd ‘notching’ effect ontstaan, dat de<br />

component nog meer verzwakt. 2,5<br />

Breuken ontstaan veelal op plaatsen waar het<br />

bot-prothese oppervlak niet volledig aansluit,<br />

ofwel door malpositie van een component, ofwel<br />

door uitblijven van botingroei. 4 Hierdoor worden<br />

krachten onevenredig op de component verdeeld,<br />

waardoor er meer kans is op uitputting van metaal<br />

en fracturen in de meer belastte gedeeltes. Doordat<br />

de femurcomponent scherpe hoeken bevat, is het<br />

bot-prothese contact soms moeilijk volledig te realiseren<br />

en in die gevallen dus suboptimaalen wordt<br />

het materiaal van de prothese blootgesteld aan<br />

abnormale buigkrachten. 3,5 Er wordt gesteld dat<br />

dit de reden is dat kleine protheses relatief vaker<br />

falen en gecementeerde protheses juist minder<br />

vaak omdat deze een betere fixatie hebben en<br />

daardoor een evenredige krachtenverdeling op het<br />

materiaal. 1<br />

In het geval van ernstige polyethyleenslijtage kan<br />

botresorptie optreden. Dit leidt tot een verminderd<br />

aansluiten van bot aan prothese met piekkrachten<br />

op de prothese. 4,5<br />

Er zijn 3 eerdere casussen beschreven waar een<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 123


■ Fractuur van een Ceramic Coated Implant totaleknieprothese<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 3A en B laten <strong>voor</strong>achterwaartse en lateraal<br />

röntgenopnamen van de rechter knie zien na implantatie<br />

van de revisieprothese, van het type Scorpio PS<br />

Revision, Stryker ® .<br />

belangrijke polyethyleen slijtage, geassocieerd<br />

met botdestructie ter hoogte van de mediale<br />

condyl, aan de basis zou liggen van de beschreven<br />

breuk. 1,3,6<br />

De vraag die zich stelt of deze botdestructie primair<br />

of secundair is. We betwijfelen of dergelijke botdestructie<br />

zo snel na implantatie kan geschieden.<br />

Onze hypothese is dat dit secundair is ontstaan<br />

na de componentbreuk, dit in tegenstelling tot<br />

eerdere casuïstiek.<br />

Conclusie<br />

Ondanks het verbeteren van de gebruikte legeringen<br />

komen fracturen van de componenten van<br />

een TKP nog steeds <strong>voor</strong>. Het optimaliseren van<br />

het botcontact gedurende het implantatieproces is<br />

een belangrijke factor <strong>voor</strong> het slagen van een TKP.<br />

Een fractuur van een van de componenten kan op<br />

een conventionele röntgenopname gemist worden.<br />

Bij een patiënt met onbegrepen, persisterende<br />

pijnklachten na plaatsing van een TKP, behoort de<br />

componentfractuur tot de differentiaal diagnose.<br />

Abstract<br />

A fracture of the components of a total knee arthroplasty<br />

is a rare complication with possibly severe consequences<br />

for the patient. This case describes a 51-year old male<br />

with persevering complaints of pain two-and-a-half years<br />

after total knee arthroplasty. Aseptic loosening of the tibial<br />

component was likely on the basis of a lucent line just underneath<br />

the lateral aspect of the tibial component seen<br />

on X-ray. Normal laboratory values and moderate uptake<br />

at the site of the tibia on bone scintigraphy supported<br />

this. Intraoperatively however, there was a fracture at the<br />

posteromedial corner of the femoral component. After<br />

exclusion of low-grade infection, a revision total knee arthroplasty<br />

was implanted in a second stage.<br />

The improvement of metal alloys has decreased the<br />

incidence of components fracture significantly. However,<br />

this rare complication is still encountered. The use of<br />

coatings in uncemented prostheses facilitates the in-growth<br />

of bone to the prostheses. The sintering process used to<br />

apply the coating weakens and thins the material, which<br />

makes a femoral component more prone to fracture. Other<br />

causes of fracture of a component include fatigue fractures<br />

in components in which there is an uneven distribution of<br />

forces, caused by malposition, absence of bone in-growth<br />

or excessive strain on the material in obese or very active<br />

patients.<br />

In this particular case, the cause of the fracture remains<br />

unsolved.<br />

Literatuur<br />

1. Michos J, Rallis J, Fassoulas A. Fracture of femoral<br />

component in a resurfacing total knee arthroplasty. J<br />

Arthroplasty. 2006;21:1068-1071.<br />

2. Whiteside LA, Fosco DR, Brooks JG, Jr. Fracture of the<br />

femoral component in cementless total knee arthroplasty.<br />

Clin Orthop Relat Res. 1993;71-77.<br />

3. Swarts E, Miller SJ, Keogh CV, Lim G, Beaver RJ.<br />

Fractured Whiteside Ortholoc II knee components. J<br />

Arthroplasty. 2001;16:927-934.<br />

4. Huang CH, Yang CY, Cheng CK. Fracture of the femoral<br />

component associated with polyethylene wear and osteolysis<br />

after total knee arthroplasty. J Arthroplasty.<br />

1999;14:375-379.<br />

5. Luring C, Perlick L, Schubert T, Tingart M. A rare cause<br />

for knee pain: fracture of the femoral component after<br />

TKR. A case report. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc.<br />

2007;15:756-757.<br />

6. Han CD, Han CW, Yang IH. Femoral component fracture<br />

due to osteolysis after cemented mobile-bearing total<br />

knee arthroplasty. J Arthroplasty. 2009;24:323-12.<br />

124 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


COPAL ®<br />

COPAL ®<br />

De revisie productlijn<br />

van Heraeus<br />

Omdat er van de revisie veel afhangt<br />

COPAL ® – de productln <strong>voor</strong> de revisieprothesiologie<br />

Alles uit één hand: Of het nu gaat om one of two stage revisies,<br />

COPAL ® cement van Heraeus is geschikt <strong>voor</strong> vele toepassingen –<br />

betrouwbaar en individueel.<br />

COPAL ® G+C – dubbele bescherming en zekerheid b one en<br />

two stage revisies<br />

COPAL ® spacem – het speciale cement <strong>voor</strong> de vervaardiging van<br />

spacers<br />

Heraeus Kulzer Benelux BV · Postbus 986 · 2003 RZ Haarlem · Nederland · Tel: +31 (0) 23 – 543 4256 · www.heraeus-medical.com


The Hi-Tech Bearing Company<br />

For more information visit: www.finsbury.org<br />

This publication is not intended for distribution in the USA.<br />

Never Stop Moving is a trademark of DePuy International Limited.<br />

DeltaMotion ® / ADEPT ®<br />

is a trademark exclusive to Finsbury Orthopaedics Ltd.<br />

© 2010 Finsbury Orthopaedics Limited. All rights reserved.<br />

© Finsbury Orthopaedics Ltd., a subsidiary of DePuy Ireland<br />

Registered in England No. 4542363<br />

Computerweg 14, 3821 AB Amersfoort, The Netherlands # + 31 33 4500 500<br />

www.heupoperatie.nl www.jnjmedical.nl


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Osteoïd osteoom bootst hemofilie-artropathie van<br />

de elleboog na<br />

M.A.A. van Hooft, P.A.M. Kint en D. Eygendaal<br />

Dit artikel beschrijft een casus over een osteoïd osteoom in de elleboog, bij een 29-jarige patiënt met hemofilie A.<br />

De patiënt presenteerde zich met chronische en nachtelijke pijn van de linker elleboog waarbij er tevens sprake was<br />

van een functiebeperking. De <strong>voor</strong>geschiedenis vermeldde recidiverende bloedingen in de elleboog als gevolg van<br />

hemofilie. De late diagnose osteoïd osteoom in het proximale deel van de linker ulna werd gesteld doormiddel van een<br />

botscan en een multislice spiraal CT-scan. De laesie werd CT-geleide chirurgisch verwijderd. De klachten namen af en<br />

de beweeglijkheid van de linker elleboog nam toe binnen 2 weken na de operatie. Een jaar na de chirurgische excisie<br />

was de patiënt nog steeds symptoomvrij. De diagnose osteoïd osteoom moet overwogen worden bij jong volwassen<br />

patiënten met aanhoudende pijn in de elleboog.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Inleiding<br />

Het osteoïd osteoom is een relatief veel <strong>voor</strong>komende,<br />

benigne tumor van jong volwassenen, het<br />

neemt ongeveer 10-12% van alle benigne bottumoren<br />

<strong>voor</strong> zijn rekening. 1,2,3 Jaffe beschreef deze<br />

entiteit <strong>voor</strong> het eerst in 1935 als een aparte osteoblastische<br />

bottumor. 4 Osteoïd osteoom treedt gewoonlijk<br />

op in het tweede en derde decennium en<br />

de man/vrouw ratio is ongeveer 3:1. 1,3 Behandeling<br />

van deze tumor bestaat uit het chirurgisch verwijderen<br />

of ablatie door van radio-frequency ablation<br />

(RFA). Ongeveer 50 tot 60 procent van alle osteoïd<br />

osteomen bevindt zich in de lange pijpbeenderen<br />

van de onderste extremiteiten. Het collum<br />

femoris is de meest <strong>voor</strong>komende locatie. In deze<br />

gevallen is de presentatie meestal typisch. In de<br />

bovenste extremiteiten zijn de botten rond de<br />

elleboog de meest <strong>voor</strong>komende locatie van het<br />

osteoïd osteoom. Het klinisch beeld en de röntgendiagnostiek<br />

kunnen misleidend zijn, waardoor<br />

de klachten verward kunnen worden met andere<br />

vormen van elleboogpathologie. Het stellen van de<br />

juiste diagnose is hierdoor vaak vertraagd wat een<br />

significant negatieve impact heeft op de kwaliteit<br />

van leven <strong>voor</strong> de patiënt. 3,5 Dit artikel beschrijft<br />

een casus van een osteoïd osteoom bij een co-oexistente<br />

artropathie van de elleboog op basis van<br />

hemofilie.<br />

Ziektegeschiedenis<br />

Een 29-jarige man meldt zich op de polikliniek orthopedie<br />

met chronische pijnklachten van de linker elleboog. De pijn<br />

is anderhalf jaar geleden plotseling ontstaan na het optillen<br />

van een gewicht. Er is sprake van blokkerende momenten,<br />

nachtelijke pijn en rustpijn. De <strong>voor</strong>geschiedenis vermeldt<br />

hemofilie A met recidiverende bloedingen in de elleboog en<br />

een progressieve extensiebeperking. Een jaar geleden werd<br />

een open synovectomie van de linker elleboog uitgevoerd<br />

vanwege een aanhoudende synovitis.<br />

Lichamelijk onderzoek toont nu geen actieve synovitis.<br />

Flexie van de elleboog is mogelijk tot 110 graden en er is<br />

sprake van 30 graden extensiebeperking; pronatie en suppinatie<br />

zijn respectievelijk 60 en 80 graden. Palpatie van de<br />

laterale epicondyl en de proximale ulna is atypisch pijnlijk.<br />

Er zijn geen neurologische afwijkingen.<br />

Op eerder vervaardigde röntgenfoto worden beginnende<br />

atrotische veranderingen gezien (Figuur 1). Een eerder vervaardigde<br />

MRI scan toont een synovitis beeld met hydrops.<br />

Op grond van deze bevindingen is in combinatie met de<br />

klinische symptomen besloten tot een open synovecto-<br />

Drs. M.A.A. van Hooft, anios orthopedie en dr. D.<br />

Eygendaal, orthopedisch chirurg, afdeling orthopedie en<br />

upper limb unit, Amphia Ziekenhuis, Molengracht 21,<br />

4818 CK, Breda.<br />

Drs. P.A.M. Kint, radioloog, afdeling radiologie, Amphia<br />

Ziekenhuis, Molengracht 21, 4818 CK Breda.<br />

Correspondentie: drs. M.A.A. van Hooft<br />

E-mail: martijn.vanhooft@gmail.com<br />

Figuur 1. De conventionele röntgenfoto toont artrotische<br />

veranderingen, er is geen nidus zichtbaar is.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 125


■ Osteoïd osteoom bootst hemofilie-artropathie van de elleboog na<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 2. Multislice CT-scan toont het osteoïd osteoom<br />

aan.<br />

Radiologie<br />

De radiologische kenmerken van het osteoïd<br />

osteoom van de elleboog bevat de volgende trias:<br />

(a) osteosclerose die typerend de nidus omhuld; (b)<br />

effusie in het gewricht; en (c) periostreactie zowel<br />

van het direct aangedane als omringende bot. Besef<br />

van deze kenmerken kan het stellen van de juiste<br />

diagnose vergemakkelijken. 2 Ongeveer een kwart<br />

van de osteoïd osteomen wordt niet opgemerkt<br />

op de initiële röntgenfoto. Een CT-scan, skeletscintigrafie<br />

en MRI-scan zijn dan zinvol. Hoewel<br />

de MRI-scan van weinig toegevoegde waarde is in<br />

het diagnosticeren van het osteoïd osteoom, kan<br />

het wel degelijk nuttig zijn in het aantonen van<br />

de door het osteoïd osteoom veroorzaakte ontstekingsreactie<br />

alsmede in het uitsluiten van andere<br />

aandoeningen. 1,3,11<br />

In onze casus kon de nidus niet worden aangetoond<br />

met de conventionele röntgenopname. Vanwege<br />

de aanhoudende klinische symptomen werd er<br />

een skeletscintigrafie verricht waaruit bleek dat<br />

er sprake was van een verhoogde opname van ramie.<br />

Deze synovectomie heeft geen effect gesorteerd op<br />

de klachten van patiënt. Drie maanden na deze operatieve<br />

ingreep wordt er een skeletscintigrafie gemaakt welke<br />

een circumscript hyperemisch en metabool actief focus in<br />

de linker proximale ulna laat zien. Een multislice spiraal<br />

CT-scan wordt gedaan en toont vroegtijdige degeneratieve<br />

veranderingen ter hoogte van het linker ellebooggewricht<br />

met tekenen van arthritis. Maar het bevestigde<br />

ook de diagnose osteoïd osteoom in de proximale ulna met<br />

een duidelijk verkalkte centrale nidus net distaal van het<br />

proximale radio-ulnaire gewricht en omgevende periostreactie.<br />

De laesie heeft een afmeting van 12 x 8 mm en<br />

word CT-geleide gecuretteerd (Figuur 2). Een deel van het<br />

verwijderde weefsel wordt opgestuurd <strong>voor</strong> histologisch<br />

onderzoek, hieruit wordt geconcludeerd dat er sprake<br />

was van stukjes spongiosa met sclerotische veranderingen<br />

zonder specifieke kenmerken. Een second opinion bij<br />

de <strong>Nederlands</strong>e commissie <strong>voor</strong> beentumoren bevestigt<br />

de diagnose osteoïd osteoom ondanks dat ook zij dit niet<br />

kunnen bekrachtigen met de uitkomsten van het door hen<br />

zelf uitgevoerde histologisch onderzoek.<br />

Twee weken na de operatie is de pijn afgenomen en de<br />

functie van de linker elleboog verbeterd. Flexie is dan<br />

mogelijk tot 120 graden en er is een extensiebeperking<br />

van 20 graden. Tevens is er op de röntgenfoto van de linker<br />

elleboog na de operatie een afname te zien van de sclerosering<br />

in de proximale ulna. Een jaar na de chirurgische<br />

excisie van de laesie is de patiënt pijnvrij en wordt<br />

ontslagen uit de follow-up.<br />

Discussie<br />

Het osteoïd osteoom is een benigne primaire<br />

beentumor die bestaat uit een goed afgebakende<br />

osteoblastische massa, nidus genoemd, omgeven<br />

door een aparte zone met reactief sclerotisch bot.<br />

Het sclerotische gebied vormt niet een geheel met<br />

de tumor, maar is een secundair reversibele verandering<br />

welke geleidelijk zal verdwijnen wanneer<br />

de nidus is verwijderd. Het nidusweefsel heeft gewoonlijk<br />

een diameter van minder dan 1 cm. 3 De<br />

elleboog is een zeldzame locatie <strong>voor</strong> een osteoïd<br />

osteoom. Brugera en Newman identificeerde<br />

slechts 4 osteoïd osteomen onder alle primaire<br />

tumoren van de elleboog in het Leeds Regional Bone<br />

Tumour Registry. 6 De klinische presentatie bestaat<br />

over het algemeen uit een progressieve doffe<br />

en diffuse pijn, welke ’s nachts vaak erger is en<br />

waarbij NSAID’s verlichting geven. 1,5,3 De klinische<br />

kenmerken lopen vaak <strong>voor</strong> op de beeldvorming<br />

wat kan leiden tot vertraging in het stellen van de<br />

juiste diagnose waardoor patiënten de verkeerde<br />

behandeling krijgen. Het osteoïd osteoom van de<br />

elleboog kan zich <strong>voor</strong>doen als een niet-specifieke<br />

synovitis. Echter bij aanhoudende pijn en bewegingsbeperking<br />

met onbekende oorzaak moet de<br />

diagnose osteoïd osteoom worden overwogen. 2,5<br />

De patiënt in onze casus had in de <strong>voor</strong>geschiedenis<br />

hemofilie A. Dit is een X-chromosomaal gebonden<br />

erfelijke stollingsstoornis, gekenmerkt door een<br />

tekort aan stollingsfactor VIII. 7,8 Artropathie als<br />

gevolg van recidiverende intra-articulaire bloedingen<br />

is een veelvuldig <strong>voor</strong>komende complicatie bij<br />

hemofilie en het ellebooggewricht is de op een na<br />

meest <strong>voor</strong>komende plaats. Ernstige artropathie van<br />

de elleboog gaat gepaard met pijn, stijfheid, bewegingsbeperking<br />

en chronische synovitis. 9,10 Deze<br />

comorbiditeit maakt het ingewikkeld en vertraagde<br />

de diagnose osteoïd osteoom in deze casus.<br />

126 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


ANTISTOLLING<br />

een kwestie van balans<br />

Pradaxa, gebalanceerde antistolling, oraal en zonder labcontrole 1, *<br />

* Pradaxa is geregistreerd <strong>voor</strong> primaire VTE preventie<br />

na electieve heup- en knievervangende operaties<br />

PRA-09-018 1. Zie ook productinformatie elders in dit blad


Behandel meer patiënten<br />

<br />

ProcedurePak ® trays, BARRIER ® afdekmateriaal en operatiejassen<br />

- Oplossingen die een cumulatief effect creëren<br />

Mölnlycke Health Care biedt kwaliteitsproducten aan met een volledige serviceoplossing. Ons unieke aanbod is<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Samen maken die elementen dat u tijd, inspanning en kosten bespaart. Hierdoor komen waardevolle middelen vrij<br />

<br />

www.molnlycke.com<br />

<br />

<br />

Mölnlycke Health Care, BARRIER ® en ProcedurePak ® zijn geregistreerde merken van de groep Mölnlycke Health Care


M.A.A. van Hooft, P.A.M. Kint en D. Eygendaal ■<br />

dio-isotopen. Een multi-slice CT-scan kon de nidus<br />

nauwkeurig lokaliseren en de betrekkingen met<br />

de omgevende anatomische structuren zichtbaar<br />

maken wat waardevol is <strong>voor</strong> de preoperatieve<br />

planning. 5<br />

Histologie<br />

Het osteoïd osteoom is samengesteld uit een<br />

centrale kern van goed gevasculariseerd osteoïd<br />

weefsel (nidus), omgeven door een perifere zone<br />

van reactief sclerotisch bot. Microscopisch bestaat<br />

de nidus uit dunne trabeculae gelijkmatig verdeeld<br />

in los stromaal gevasculariseerd bindweefsel.<br />

De trabeculae zijn gewoonlijk dun en de grote<br />

varieert per laesie maar ook per lokatie in dezelfde<br />

nidus. Het centrale deel van de nidus is sterk geossificeerd<br />

en minder cellulair in vergelijking tot<br />

het meer cellulaire en minder gemineraliseerde<br />

perifere deel. 3,5<br />

Ofschoon de diagnose osteoïd osteoom in onze casus<br />

zowel op basis van het klinisch beeld als door röntgenologisch<br />

onderzoek kon worden gesteld, werd<br />

dit niet bevestigd door de patholoog. Toch namen<br />

de pijnklachten af en verbeterde de functie van<br />

de elleboog na chirurgische verwijdering. Volgens<br />

gegevens uit de Mayo clinic lukt het in bijna 20 %<br />

van de gevallen niet om na chirurgische exploratie<br />

de typische nidus van het osteoïd osteoom histologisch<br />

aan te tonen. 3 Aanhouden van klachten na de<br />

operatie kan betekenen dat de nidus niet of niet<br />

volledig is verwijderd en dat alleen het omliggende<br />

reactieve bot werd geëxcideerd. Er zijn echter<br />

patiënten die na de operatie volledig klachtenvrij<br />

zijn zonder de histopathologisch bevestiging van<br />

een osteoïd osteoom nidus. Hier zijn verschillende<br />

oorzaken <strong>voor</strong> mogelijk: De nidus kan zo klein<br />

zijn in verhouding tot de weelderige omgeving van<br />

sclerotisch bot, zodat het wel verwijderd is maar<br />

niet herkend door de chirurg en daardoor niet<br />

verzonden <strong>voor</strong> pathologisch onderzoek. De nidus<br />

kan aanwezig zijn in het monster maar worden<br />

gemist bij het histologisch onderzoek. Of door<br />

schade aan het broze weefsel, waardoor het zich<br />

niet leent <strong>voor</strong> een juiste pathologische interpretatie.<br />

12<br />

Doormiddel van deze casus benadrukken we twee<br />

belangrijke punten. Ten eerste is het belangrijk<br />

dat bij een jongvolwassen patiënt met chronische<br />

en nachtelijke pijn in de elleboog en in de <strong>voor</strong>geschiedenis<br />

hemofilie, er ook gedacht moet worden<br />

dat het mogelijk om een osteoïd osteoom van de<br />

elleboog kan gaan. Ten tweede is histopathologi-<br />

sche bevestiging niet altijd noodzakelijk om de<br />

diagnose osteoïd osteoom te kunnen stellen.<br />

Abstract<br />

We describe a case of osteoid osteoma of the elbow in a<br />

patient with haemophilia A. The patient presented with<br />

chronic and nocturnal pain of the left elbow and a decreased<br />

range of motion. The history reports recurrent bleedings in<br />

the elbow as a consequence of haemophilia. A bone scan<br />

and a multislice spiral CT scan established the diagnosis of<br />

osteoid osteoma in the proximal part of the left ulna. The<br />

lesion was surgical removed under CT-guidance. Within two<br />

weeks after the operation the complaints decreased and the<br />

range of motion of the left elbow improved. At follow up<br />

one year after surgery the patient was still symptom free. A<br />

diagnosis of osteoid osteoma of the elbow should be considered<br />

in young adult patients with persistent elbow pain.<br />

Literatuur<br />

1. Franceschi F, Marinozzi A, Papalia R, Longo UG, Gualdi<br />

G, Denaro E. Intra- and juxta-articular osteoid osteoma:<br />

a diagnostic challenge: misdiagnosis and successful<br />

treatment: a report of four cases. Arch Orthop Trauma<br />

Surg. 2006;126(10):660-7.<br />

2. Moser RP Jr, Kransdorf MJ, Brower AC, Hudson T, Aoki<br />

J, Berrey BH, et al. Osteoid osteoma of the elbow. A<br />

review of six cases. Skeletal Radiol. 1990;19(3):181-6.<br />

3. Dorfman HD, Czerniak B. Benign osteoblastic Tumors.<br />

In: Dorfman HD, Czerniak B, editors. Bone Tumors, 3rd<br />

ed., St Louis: Mosby; 1998:85-127.<br />

4. Jaffe HL. Osteoid osteoma: a benign osteoblastic tumor<br />

composed of osteoid and atypical Bone. Arch Surg.<br />

1935;31:709-728.<br />

5. Themistocleous GS, Chloros GD, Benetos IS,<br />

Efstathopoulos DG, Gerostathopoulos NE, Soucacos PN.<br />

Osteoid osteoma of the upper extremity. A diagnostic<br />

challenge. Chir Main. 2006;25(2):69-76.<br />

6. Brugera JA, Newman RJ. Primary tumors of the elbow:<br />

a review of the Leeds Regional bone tumour registry.<br />

Orthopedics.1998;21(5):551-3.<br />

7. Luck JV Jr, Silva M, Rodriguez-Merchan EC, Ghalambor<br />

N, Zahiri CA, Finn RS. Hemophilic arthropathy. J Am<br />

Acad Orthop Surg. 2004;12(4):234-45.<br />

8. Heyworth BE, Su EP, Figgie MP, Acharya SS, Sculco TP.<br />

Orthopedic management of hemophilia. Am J Orthop.<br />

2005;34(10):479-86.<br />

9. Malhotra R, Gulati MS, Bhan S.Elbow arthropathy in hemophilia.<br />

Arch Orthop Trauma Surg. 2001;121(3):152-7.<br />

10. Utukuri MM, Goddard NJ. Haemophilic arthropathy of<br />

the elbow. Haemophilia. 2005;11(6):565-70.<br />

11. Weber KL, Morrey BF. Osteoid osteoma of the<br />

elbow: a diagnostic challenge. J Bone Joint Surg Am.<br />

1999;81(8):1111-9.<br />

12. Sim FH, Dahlin CD, Beabout JW. Osteoid-osteoma: diagnostic<br />

problems. J Bone Joint Surg Am. 1975;57(2):154-9.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 127


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Enkeldestructie door hagelschotverwonding<br />

i<br />

www.ntv-orthopaedie.nl/kimmenade1703/<br />

R.J.L.L. van de Kimmenade, D. Groot en S. Kaarsemaker<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Sinds enkele jaren is het aantal ziekenhuisopnamen vanwege schotwonden gedaald. Op basis hiervan zou men kunnen<br />

stellen dat de kans dat een arts met patiënten met schotverwondingen te maken krijgt geringer wordt. Wij presenteren<br />

daarom een casus van een 69-jarige man met een hagelschotverwonding van zijn rechter enkel. Behandeling bestond<br />

uit meerdere operatieve ingrepen, nettoyages en een triple arthrodese gecombineerd met een vrije spierlap door de<br />

plastisch chirurg, resulterend in een pijnloze triple arthrodese van de rechter enkel. Naar aanleiding van deze casus<br />

wordt een overzicht van de literatuur gegeven.<br />

Inleiding<br />

Schotverwondingen in Nederland worden met<br />

name veroorzaakt door vuurwapens met lage afvuursnelheid<br />

(low velocity). De ernst van de beschadiging<br />

wordt <strong>voor</strong>namelijk bepaald door betrokkenheid<br />

van vitale structuren in het lichaam. 1<br />

In Nederland wordt in toenemende mate gebruik<br />

gemaakt van vuurwapens bij geweldsmisdrijven<br />

gelijk aan trends in andere landen. 1,2 Daarentegen<br />

is het aantal klinische en dagopnamen in Nederland<br />

met ICD-9 code ‘Aanslag met vuurwapens en explosieven’<br />

sinds 1993 gedaald. 3 Het laatste decennium<br />

is ‘gebruik van vuurwapens’ als geregistreerde<br />

doodsoorzaak in aantal gelijk gebleven. 4<br />

Het is van belang om het letsel van schotverwondingen<br />

adequaat in te schatten. Kennis van de pathomechanismen<br />

en de pathofysiologie is daarbij erg belangrijk.<br />

5 Aangezien extremiteiten het meest worden<br />

geraakt heeft de orthopedisch chirurg niet zelden<br />

een belangrijke rol in het behandelingstraject. 2<br />

Ziektegeschiedenis<br />

Een 69-jarige man werd op de afdeling Spoedeisende Hulp<br />

(SEH) gezien met een schotverwonding. Patiënt was bij een<br />

drijfjacht betrokken en werd op een afstand van ongeveer<br />

4 meter in zijn rechter enkel geraakt door een hagelschot.<br />

Drs. R.J.L.L. van de Kimmenade, semi-arts orthopedie,<br />

afdeling orthopedie Viecuri Medisch Centrum <strong>voor</strong> Noord-<br />

Limburg, Tegelseweg 210, 5912 BL Venlo.<br />

[thans anios Orthopedie, Diakonessenhuis Utrecht,<br />

Bosboomstraat 1, 3582 KE Utrecht]<br />

Drs. D. Groot, aios orthopedie en drs. S. Kaarsemaker,<br />

orthopedisch chirurg, afdeling orthopedie, Viecuri Medisch<br />

Centrum <strong>voor</strong> Noord-Limburg, Tegelseweg 210,<br />

5912 BL Venlo.<br />

Correspondentie: drs. R.J.L.L. van de Kimmenade<br />

E-mail: robertvandekimmenade@gmail.com<br />

Figuur 1. Hagelschotverwonding rechter enkel.<br />

Hij was ABC-stabiel met een maximale EMV-score en gaf aan<br />

alleen pijn in de rechter voet te hebben. Bij lichamelijk<br />

onderzoek werd een grote wond gezien waarbij er distaal<br />

van de wond geen pulsaties werden gevoeld (Figuur 1).<br />

De voet voelde warm aan en de capillary refill was goed.<br />

Overig lichamelijk onderzoek liet geen afwijkingen zien.<br />

De medische <strong>voor</strong>geschiedenis vermeldt diabetes mellitus<br />

en colitis ulcerosa. Medicatie gebruik bestond uit Asacol,<br />

Amaryl, Ascal, Norvasc, Pantozol en Simvastatine. De röntgenopname<br />

van de rechter voet liet een bimalleolaire enkel<br />

fractuur zien, de beoordeling van de talus werd bemoeilijkt<br />

door multipele hagelkogels (Figuur 2). Drie kogeltjes<br />

werden op de SEH verwijderd ten behoeve van forensisch<br />

onderzoek. Er werd een operatieve nettoyage verricht. De<br />

talus bleek volledig verbrijzeld en werd verwijderd. De talusfragmenten<br />

werden ingevroren om in later stadium als<br />

autograft te dienen. De verwrongen kogelhuls werd in de<br />

weke delen ventraal van de achillespees aangetroffen en<br />

verwijderd (Figuur 3). Fixatie van de mediale malleolus<br />

volgde en ter overbrugging van het enkelgewricht werd<br />

een fixateur externe geplaatst van het onderbeen naar<br />

de calcaneus. Er werden garacolmatjes in de wondholte<br />

achtergelaten. Nabehandeling bestond uit 2 weken Flagyl<br />

en Zinacef intraveneus, later omgezet in Tarivid per os<br />

gedurende 8 weken. De postoperatieve röntgenopname<br />

toonde een acceptabele stand van fractuur en osteosynthesemateriaal,<br />

de nog achtergebleven hagelkorrels werden<br />

128 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


R.J.L.L. van de Kimmenade, D. Groot en S. Kaarsemaker ■<br />

A<br />

B<br />

1<br />

2<br />

Figuur 2. Preoperatieve röntgenopnamen.<br />

A. AP-opname; B Laterale opname rechter enkel.<br />

Figuur 3. Hagelpatroon met daarbij losse kogeltjes.<br />

Daarnaast werd een stukje laars (1) en twee delen van<br />

de spijkerbroek (2) uit de wond verwijderd.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

A<br />

B<br />

A<br />

B<br />

Figuur 5. Röntgenopnamen na triple artrodese.<br />

A. AP-opname; B. Laterale opname.<br />

Figuur 4. Postoperatieve röntgenopnamen rechter<br />

enkel. A. AP-opname; B. Laterale opname.<br />

niet verwijderd (Figuur4). Drie maanden na het ongeval<br />

vond een tweede operatie plaats in samenwerking met de<br />

plastisch chirurg. Een preoperatieve angiografie liet een<br />

afgesloten a. tibialis anterior zien, waarbij de doorgankelijkheid<br />

van de a. tibialis posterior en de a. fibularis goed<br />

waren. Er werd een triple-artrodese verricht met behulp<br />

van autograft van de ingevroren talus. Het wonddefect<br />

werd bedekt met een vrije spierlap (Figuur 5). Om de beoordeling<br />

van de vitaliteit van de vrije lap goed mogelijk<br />

te maken werd besloten om pas na 14 dagen gipsimmobilisatie<br />

te starten gedurende 3 maanden. Bij de 1-jaarsfollow-up<br />

was de artrodese geconsolideerd maar hield patiënt<br />

pijn aan de laterale zijde van de voet. Twee schroeven en<br />

enkele hagelkogeltjes werden verwijderd waarop deze pijn<br />

verdween. Momenteel gaat het met patiënt erg goed. Zijn<br />

actieradius is de laatste jaren duidelijk toegenomen. In zijn<br />

ADL is hij volledig zelfstandig. Patiënt is na zijn ongeluk<br />

niet meer actief geweest in de jachtsport.<br />

Discussie<br />

Bij patiënten met schotverwondingen staan naast<br />

stabilisatie van de patiënt de anamnese en het<br />

algemeen lichamelijk onderzoek centraal. 6 Bij<br />

schotverwondingen dient men hierin aandacht te<br />

geven aan verschillende aspecten (Tabel1). 1,2,6,7<br />

Vuurwapens kan men op basis van afvuursnelheid<br />

onderverdelen in categorieën, deze verschillen<br />

overigens wel per literatuurbron. 1,7,8,9 Bij ‘Lowvelocity’-vuurwapens<br />

ligt de snelheid onder de<br />

610m/s (


Tritanium<br />

Stryker Nederland BV<br />

A surgeon is the best person to decide<br />

which treatments and procedures to<br />

applied for the following trademarks o


Get a Grip...Now!<br />

Introducing Tritanium Primary, the Acetabular System that offers:<br />

· Enhanced fixation for Primary procedures<br />

· Commercially Pure Titanium for long term biocompatibility<br />

· High Porosity (72%) and a high coefficient of friction (1.01)<br />

Tritanium - The biologically-inspired 3D Fixation Technology<br />

that helps Get a Grip...<br />

Koeweistraat 8, 4181 CD Waardenburg, t: +31 (0) 418 569700, f: +31 (0) 418 569888<br />

www.stryker.eu<br />

with the patient which treatments and products are right for them. Surgeons must always rely on their own clinical judgment when deciding<br />

use with patients. Copyright © 2009 Stryker. Stryker Corporation or it’s divisions or other corporate affiliated entities own, use or have<br />

r service marks: Stryker, Tritanium.


■ Enkeldestructie door hagelschotverwonding<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Tabel 1. Aandachtspunten anamnese en lichamelijk<br />

onderzoek<br />

Anamnese<br />

Type vuurwapen en kaliber van de kogels<br />

Afstand tussen vuurwapen en patiënt<br />

Lichamelijk onderzoek<br />

Inspectie van de kleding<br />

Wonden [intrede- en uittredewond]<br />

Inschatting maken van het weefselverlies<br />

Probeer vermoedelijke baan van de kogel[s] door<br />

lichaam na te gaan<br />

Neurovasculaire beoordeling (overweeg consultatie<br />

vaatchirurg en/of neurochirurg)<br />

Medicolegale overwegingen bij behandeling<br />

Munitie van een hagelgeweer bestaat uit een huls<br />

met daarin enkele honderden kleine stalen of loden<br />

kogeltjes. Wanneer deze de loop verlaten verspreiden<br />

deze kogeltjes zich op conische wijze waarbij<br />

zij veel snelheid verliezen. Bij een hagelschot<br />

op korte afstand is de weefselschade maximaal.<br />

De reden hiervan is tweeledig. Ten eerste is de<br />

snelheid van de projectielen nagenoeg gelijk aan<br />

de snelheid waarmee het patroon de loop verlaat. 10<br />

Ten tweede gedragen de kogeltjes en huls zich als<br />

één massa bij een schot op korte afstand. 10 Beide<br />

zorgen <strong>voor</strong> een toename van kinetische energie en<br />

dus meer weefselschade.<br />

Bij inspectie is de intredewond rond van vorm en<br />

meestal kleiner dan de uittredewond, waarbij de<br />

uittredewond een grillig aspect heeft. Aan de hand<br />

van de intredewond en huid kan een schatting<br />

gemaakt worden van de afstand waarop een projectiel<br />

is afgevuurd. Wanneer de loop zich dicht bij<br />

de huid bevond dan is de huid meestal zwart van<br />

kleur en zijn er kruidresten zichtbaar in de wond. 7<br />

Bij schotverwondingen gaat 10-16% gepaard met<br />

vaatletsel. 9 Gecombineerde vaat- en skeletafwijkingen<br />

bij dit soort traumata resulteert bij 70% van<br />

de gevallen in een amputatie. Indien een van beide<br />

geïsoleerd <strong>voor</strong>komt is dit percentage ongeveer<br />

5%. 9 Indien vaatherstel geïndiceerd is dient men op<br />

<strong>voor</strong>hand aanwezige fracturen te stabiliseren. De<br />

herhaalde bewegingen gedurende het zetten van de<br />

fractuur kan de vasculaire reconstructie verstoren. 7<br />

Bij 25% van de schotverwondingen aan de extremiteiten<br />

wordt neurologisch letsel gevonden. 9 Vaak<br />

is er sprake van neuropraxie die spontaan kan<br />

herstellen. 7 Een operatie is geïndiceerd indien er<br />

sprake is van progressie van symptomen. Dit kan<br />

ontstaan door een ruimte innemend proces, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

een hematoom, welke druk uitoefent op<br />

neurologische structuren. 2,7<br />

Fracturen veroorzaakt door het gebruik van vuurwapens<br />

dienen beschouwd te worden als open<br />

fracturen. Volgens het classificatiesysteem van<br />

Gustilo en Anderson worden ‘Low-velocity’-<br />

schotverwondingen die minder dan 8 uur bestaan<br />

geclassificeerd als Type I verwondingen. Wanneer<br />

deze langer dan 8 uur bestaan als Type II. ‘Highvelocity’-schotverwondingen<br />

worden geclassificeerd<br />

als Type III. 2,9<br />

Behandeling van Type I fracturen bestaat uit een<br />

oppervlakkig debridement gevolgd door steriel<br />

verbinden. 2,7,9 Wanneer er sprake is van een instabiele<br />

fractuur dient men deze operatief te<br />

fixeren. 2,5,7,9 Bij twijfel over de uitgebreidheid<br />

van de verwondingen is operatieve exploratie geïndiceerd.<br />

9<br />

‘High-velocity’- en hagelschotverwondingen vereisen<br />

meer aandacht, mede door de grotere wekehandvuurwapens<br />

en hagelgeweren. 1,8 Bij ‘Highvelocity’-vuurwapens<br />

is deze groter dan 610m/s<br />

(>2000ft/s), hieronder vallen jachtgeweren en<br />

militaire wapens. 1,8 De weefselschade wordt<br />

bepaald door de hoeveelheid kinetische energie<br />

welke wordt geabsorbeerd door het weefsel. Deze<br />

energie kan men berekenen met behulp van de<br />

formule van Newton: kinetische energie (E) = 0.5<br />

x M x V 2 (waarbij M de massa en V de snelheid van<br />

de kogel is). 1,2,6,10 Bij projectielen afgeschoten<br />

door ‘low-velocity’-vuurwapens blijft de schade<br />

doorgaans beperkt tot het traject van de kogel.<br />

Men spreekt van directe schade. Zenuwen, pezen<br />

en elastische vaten worden meestal weggedrukt<br />

uit het traject. 5 Directe schade neemt toe indien<br />

het projectiel een grotere diameter krijgt, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

door vervorming van de kogel.<br />

‘High-velocity’-vuurwapens veroorzaken daarnaast<br />

ook indirecte schade, veroorzaakt door het<br />

fenomeen cavitatie. Hierbij wordt de grotere hoeveelheid<br />

kinetische energie doorgegeven aan de<br />

omliggende structuren, zodat een tijdelijke holte<br />

ontstaat. Deze kan wel 30 maal groter zijn dan de<br />

diameter van het projectiel. 1,2 Na enige milliseconden<br />

collabeert deze tijdelijke holte, waarna<br />

een definitieve holte ontstaat. Hierbij kan een vacuümfenomeen<br />

optreden waarbij corpora aliena<br />

dieper de wond in kunnen migreren. 1,2 Overdracht<br />

van energie is groter naarmate de kogel meer wordt<br />

afgeremd in het lichaam. 2 Dit gebeurt bij<strong>voor</strong>beeld<br />

wanneer een kogel in contact komt met benige<br />

structuren. Daarbij kan de kogel een gedeelte<br />

van zijn kinetische energie overdragen waardoor<br />

secundaire projectielen ontstaan, welke naar on<strong>voor</strong>spelbare<br />

plaatsen in het lichaam wegschieten<br />

en schade veroorzaken. 1,2<br />

130 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


R.J.L.L. van de Kimmenade, D. Groot en S. Kaarsemaker ■<br />

Tabel 2. Richtlijnen documentatie schotverwonding<br />

<strong>voor</strong> Justitie 1<br />

Knip niet door kogelgaten in de kleding, kruitsporen<br />

kunnen fungeren als bewijsmateriaal<br />

Probeer kogels te verwijderden gedurende de<br />

operatie/debridement en zorg dat ze niet beschadigen.<br />

Bewaar de kogels droog.<br />

Documenteer accuraat en leg de plaats van intrede<br />

in lichaam, vermoedelijke traject van projectiel<br />

in lichaam en uittredewond in een schematisch<br />

tekening vast. Leg dit, indien mogelijk, fotografisch<br />

vast.<br />

Tabel 3. Symptomen van loodvergiftiging 14<br />

Verminderd IQ, uitslag, irritatie, slapeloosheid,<br />

sloomheid of juist hyperactiviteit, slechte eetlust<br />

en hoofdpijn.<br />

Blootstelling aan hoge concentraties kan leiden tot<br />

buikpijn, beschadiging van het zenuwstelsel, en<br />

hersenontsteking.<br />

Blootstelling aan extreem hoge concentraties kan<br />

leiden tot stuipen, coma, en zelfs tot de dood.<br />

Bij chronische blootstelling is een blauwe lijn om<br />

het tandvlees zichtbaar. Het kan leiden tot beschadiging<br />

van de hersenen, nieren, zenuwen en rode<br />

bloedcellen.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

delenschade. Externe fixatie is de eerste keuze bij<br />

instabiele type II en III fracturen. 2 Bij hagelschoten<br />

op korte afstand dient men altijd te zoeken naar de<br />

patroonhuls, deze kan tot ernstige diepe infecties<br />

leiden. 1,6<br />

Het is raadzaam zaken vast te leggen ten behoeve<br />

van eventueel vervolgonderzoek door justitie/politie<br />

indien dit niet intervenieert in de zorg (Tabel 2).<br />

Kogels, welke niet gesteriliseerd worden door verbranding<br />

en frictie in het vuurwapen, zijn vectoren<br />

<strong>voor</strong> infectie. 7 Voor de antibiotische behandeling<br />

bij ‘Low-velocity’-verwondingen aan de onderste<br />

extremiteit bestaat geen eenduidige richtlijn. 5,7<br />

‘High-velocity’- en hagelschotverwondingen dienen<br />

behandeld te worden met intraveneus toegediende<br />

breedspectrumantibiotica. 5,7<br />

Over het al dan niet in situ laten van kogels,<br />

met het risico op loodvergiftiging, verschillen de<br />

meningen. 11,12,13 Indien het verwijderen van projectielen<br />

gepaard gaat met meer wekedelenschade<br />

wordt dit ontraden. 9 Kogeltjes van hagelpatronen<br />

worden vaak vervaardigd van bismut en veroorzaken<br />

dan dus geen loodvergiftiging. Indien een<br />

patiënt zich presenteert met symptomen passend<br />

bij loodintoxicatie is aanvullende diagnostiek geïndiceerd<br />

(Tabel 3.). 11<br />

Complicaties geassocieerd met schotverwondingen<br />

in de extremiteiten op korte termijn zijn ischemie,<br />

compartiment syndroom en gangreen. Op lange<br />

termijn zijn dit posttraumatische dystrofie, chronische<br />

pijn, contracturen, verminderde functionaliteit<br />

en amputaties. 2<br />

Conclusie<br />

Schotverwondingen komen in Nederland relatief<br />

weinig <strong>voor</strong> en derhalve bestaat er vaak een gebrek<br />

aan ervaring omtrent de behandeling hiervan.<br />

Voorop staat dat de behandeling zich moet richten<br />

op de verwondingen. Echter kan kennis van pathomechanismen<br />

en de pathofysiologie een handvat<br />

zijn <strong>voor</strong> een juiste inschatting van het letsel.<br />

Abstract<br />

During the last years the number of admissions caused<br />

by the use of firearms in hospitals has decreased. On the<br />

principle of this fact we could suggest that medical practitioners<br />

are not often confronted with patients with gunshot<br />

injuries. Due to this reason a case is described of a 69-yearold<br />

man with a gunshot wound to his right ankle caused by a<br />

shotgun. Treatment consisted of several operations, surgical<br />

debridements and a triple arthrodesis combined with a free<br />

flap performed by the plastic surgeon. This resulted in a<br />

painless triple arthrodesis of the right ankle. The literature<br />

will be discussed.<br />

Literatuur<br />

1. Verleisdonk E.J.M.M. Schotverwondingen, vuurwapens<br />

en wondballistiek. Ned Tijdschr Geneeskd. 2002;<br />

146:1271-5.<br />

2. Holmes GB. Gunshot Wounds to the Foot. Clinical Orthopeadics<br />

and Related Research 2003;408(March):86-91.<br />

3. CBS 1: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/DM<br />

=SLNL&PA=71860ned&D1=a&D2=0&D3=22&D4=1168&D5<br />

=a&VW=T<br />

4. CBS 2: http://statline.cbs.nl/StatWeb/<br />

publication/DM=SLNL&PA=7233&D1=170-<br />

171,616-617,1032,1223,1359,1375,1401,1404-<br />

1776&D2=0&D3=0&D4=a&VW=T<br />

5. Boucree JB, Gabriel RA, Lezine-Hanna JT. Gunshot<br />

wounds to the foot. Orthopedic Clinics of North America<br />

1995;26(1): 191-197.<br />

6. Advanced Trauma Life Support for Doctors [ATLS]<br />

Student Course Manual 7th ed. 2004 By the American<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 131


■ Enkeldestructie door hagelschotverwonding<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

College of Surgeons, 633 N SaintClair. St. Chicago.<br />

7. Dicpinigaitis PA, Fay R, Egol KA, Wolinsky P, Tejwani N,<br />

Koval KJ. Gunshot wounds to the Lower Extremities. The<br />

American Journal of Orthopedics 2002;May:282-293.<br />

8. H.J.Th.M. Haarman, P.M. Rommens, R.J.A. Goris, H.J.<br />

Klasen, P. Patka. Klinische Traumatologie. Elsevier gezondheidszorg,<br />

Maarssen 2000<br />

9. Kobbe P, Frink M, Oberbeck R, Tarkin IS, Tzioupis C,<br />

Nast-Kolb D, Pape H-C, Reilmann H. Versorgungsstrategien<br />

bei Schussverletzungen der Extremität. Unfallchirurg<br />

2008;111:247-255.<br />

10. Butler BW,Wertheimer SJ. Close Range Shotgun Wounds<br />

tot the Foot. The Journal Of Foot Surgery 1992;31(6):578-<br />

583<br />

11. McQuirter JL, Rothenberg Sj, Dinkins GA, Kondrashov<br />

V, Manalo M, Todd AC. Change in blood lead concentration<br />

up to 1 year after a gunshot wound retained bullet.<br />

Am.J. Epidemiol. 2004 Apr 1;159(7):683-92<br />

12. McQuirter JL, Rothenberg Sj, Dinkins GA, Kondrashov V,<br />

Manalo M, Todd AC. The effects of retained lead bullets<br />

on body lead burden. J Trauma 2001 May;50(5): 892-9.<br />

13. Viegas SF, CAlhoun JH. Lead poisoning from a gunshot<br />

wound to the hand. J Hand Surg Am. 1986 Sep;11(5):729-<br />

32<br />

14. http://www.lenntech.nl/bibliotheek/ziekten/lood/<br />

loodvergiftiging.htm#ixzz10dAWUVQE<br />

VERKORTE PRODUCTINFORMATIE<br />

ARCOXIA ® 30 mg filmomhulde tabletten<br />

ARCOXIA ® 60 mg filmomhulde tabletten<br />

ARCOXIA ® 90 mg filmomhulde tabletten<br />

ARCOXIA ® 120 mg filmomhulde tabletten<br />

Samenstelling<br />

30, 60, 90 of 120 mg etoricoxib.<br />

Indicaties<br />

Symptomatische verlichting van artrose, reumatoïde artritis (RA), spondylitis<br />

ankylopoetica en de pijn en verschijnselen van ontsteking bij acute jichtartritis.<br />

De beslissing om een selectieve COX-2-remmer <strong>voor</strong> te schrijven dient gebaseerd<br />

zijn op een beoordeling van het totale risico van de individuele patiënt.<br />

Contra-indicaties<br />

Overgevoeligheid <strong>voor</strong> het werkzame bestanddeel of <strong>voor</strong> één van de<br />

hulpstoffen; actief ulcus pepticum of GI-bloeding; patiëntenbij wie bronchospasmen,<br />

acute rhinitis, neuspoliepen, angioneurotisch oedeem, urticaria,<br />

of allergie-achtige reacties zijn opgetreden na gebruik van acetylsalicylzuur<br />

of NSAIDs, waaronder COX-2-remmers; zwangerschap en borstvoeding;<br />

ernstige leverdisfunctie (Child-Pugh-score ≥ 10); een geschatte creatinineklaring<br />

75 jaar) is de aanbevolen dosis 150 mg per dag, ingenomen als 2 capsules<br />

van 75 mg. ALT dient standaard bepaald te worden tijdens preoperatief onderzoek. Bij patiënten met verhoogde leverenzymen > 2 maal ULN, wordt dabigatran niet aanbevolen. Er is geen ervaring bij kinderen en adolescenten.<br />

Anesthesie via een postoperatieve inwendige epidurale katheter wordt niet aanbevolen. Na het verwijderen van de katheter moet ten minste twee uur gewacht worden met de eerste toediening van dabigatran. Interacties met<br />

andere geneesmiddelen: Dabigatran wordt niet gemetaboliseerd door het cytochroom-P450-systeem en hebben geen effect in vitro op menselijke cytochroom-P450-enzymen. Hieraan gerelateerde interacties tussen geneesmiddelen<br />

worden daarom niet verwacht bij dabigatran. Dabigatran etexilaat is een substraat van de effluxtransporter P-glycoproteïne.Voorzichtigheid is geboden met sterke P-glycoproteïneremmers en inductoren. Bij patiënten<br />

die gelijktijdig dabigatran en amiodaron of verapamil gebruiken dient de dosering verlaagd te worden tot 150 mg dabigatran per dag. Bij patiënten met matige nierinsufficiëntie die gelijktijdig dabigatran en verapamil gebruiken<br />

dient een dosis van 75 mg dabigatran overwogen te worden. Bij patiënten die gelijktijdig dabigatran en claritromycine gebruiken dient nauwgezet klinisch toezicht te worden gehouden, in het bijzonder wat betreft het optreden<br />

van bloedingen, speciaal bij patiënten met milde tot matige nierinsufficiëntie. Het wordt aanbevolen om 24 uur na de laatste van dabigatran dosis over te stappen op parenterale anticoagulantia. Het wordt niet aangeraden met<br />

de toediening van dabigatran te beginnen vóór het tijdstip van de volgende geplande dosis parenteraal anticoagulans. Combinaties van dabigatran met ongefractioneerde heparines en heparinederivaten, heparines met laag<br />

moleculair gewicht, fondaparinux, desuridine, trombolytische middelen, GPIIb/IIIa receptor antagonisten, clopidogrel, ticlopidine, dextran, sulfinpyrazon en vitamine K antagonisten worden niet aanbevolen. Bijwerkingen: De<br />

meest gemelde bijwerkingen zijn bloedingen. Deze kwamen in totaal bij ongeveer 14% van de patiënten <strong>voor</strong>; ernstige bloedingen (inclusief wondbloedingen) werden zelden gerapporteerd in het klinisch onderzoek (minder<br />

dan 2%). Ernstige bloedingen kunnen, ongeacht waar ze in het lichaam optreden, leiden tot invaliditeit, levensbedreigend zijn of zelfs een dodelijke afloop tot gevolg hebben. Indien ernstige bloedingen optreden moet de<br />

behandeling worden gestopt en de bron van de bloeding worden onderzocht. Er is geen antidotum <strong>voor</strong> dabigatran. Verpakking: Pradaxa 75 mg en 110 mg worden geleverd in aluminium blisterverpakkingen van 30 stuks.<br />

Afleverstatus: U.R. Registratie: EU/1/08/442/002, EU/1/08/442/006. Registratiedatum 18 maart 2008. Vergoeding en prijzen: Pradaxa wordt volledig vergoed binnen het GVS. Voor Prijzen, zie KNMP taxe. Voor volledige<br />

productinformatie is de 1B tekst op aanvraag beschikbaar. Boehringer Ingelheim bv., Comeniusstraat 6, 1817 MS Alkmaar. Tel. 0800-2255889. Datum herziening van de tekst: 1 juli 2010. Referentie: [1] IB-tekst Pradaxa ®<br />

10XXX-PRA - IB 160x62mm.indd 1 31-08-2010 12:05:45<br />

132 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


Aequalis® Reversed Fracture<br />

The only Reversed implant specifically<br />

designed for fracture indications<br />

Strong scientific support.<br />

Proximal geometry specifically designed<br />

for the optimal positioning and healing<br />

of the tuberosities<br />

<br />

<br />

<br />

Instrumentation that helps<br />

with deltoid tensioning.<br />

Specific technique for the fixation<br />

of the tuberosities.<br />

Tornier levert hoogwaardige implantaten <strong>voor</strong> schouder, elleboog, pols/hand, heup, knie en enkel<br />

Tornier BV<br />

Olivier van Noortstraat 4<br />

3124 LA Schiedam<br />

Tel. 010 4718888, Fax 010 4718156<br />

E-mail info@tornier.nl


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Femorotibiale ankylose bij een kind met het<br />

Roberts syndroom<br />

A.L. van der Zwan en S.J. Ham<br />

De femorotibiale ankylose is een zeldzame aandoening die meestal een onderdeel is van een gegeneraliseerde<br />

afwijking. Wij beschrijven een ziektegeschiedenis van een 15 jarige patiënte. Zij had een pijnlijke linker knie bij een<br />

dubbelzijdige femorotibiale ankylose in 90 graden bij het Roberts syndroom. Er werd gekozen <strong>voor</strong> een conservatieve<br />

behandeling. Operatief ingrijpen moet gericht zijn op het verbeteren van de mobiliteit.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Inleiding<br />

De femorotibiale ankylose is een zeer zeldzame<br />

aandoening die wordt gekenmerkt door een flexiedeformiteit<br />

van het kniegewricht. De etiologie<br />

van deze malformatie, die uni- of bilateraal kan<br />

<strong>voor</strong>komen, is niet bekend. Er kan sprake zijn van<br />

een geïsoleerde skeletafwijking als gevolg van een<br />

focaal embryonaal defect, dan wel is de ankylose<br />

van het kniegewricht onderdeel van een meer gegeneraliseerde<br />

aandoening.<br />

Eén van deze aandoeningen is het Roberts syndroom,<br />

een zeldzame autosomaal recessieve afwijking,<br />

welke overigens <strong>voor</strong> het eerst werd beschreven<br />

door Virchow in 1898 en later pas door<br />

Roberts in 1919. Een synoniem is het pseudothalidomide<br />

syndroom, omdat de aandoening lijkt op<br />

die werd veroorzaakt door de inname van thalidomide<br />

tijdens de zwangerschap. Het syndroom<br />

Drs. A.L. van der Zwan, orthopedisch chirurg/chef de<br />

clinique en dr. S.J. Ham, orthopedisch chirurg,<br />

Afdeling <strong>Orthopaedie</strong>, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis,<br />

Postbus 95500, 1090 HM Amsterdam.<br />

Correspondentie: dr. S.J. Ham Afdeling <strong>Orthopaedie</strong><br />

E-mail: s.j.hamolvg.nl<br />

Figuur 1. Aplasie van de radius, hypoplasie van de ulna<br />

en dysmorfie van de handen.<br />

wordt gekarakteriseerd door craniofaciale anomalieën,<br />

oromandibulaire hypogenesis, tetraphocomelia,<br />

waarbij de bovenste extremiteiten meestal<br />

ernstiger zijn aangedaan dan de onderste, een<br />

verminderde lengtegroei zowel pre- als postnataal<br />

en milde tot ernstige mentale retardatie. 1-6 De<br />

levensverwachting varieert van prenataal overlijden<br />

tot volwassenheid. Prenatale diagnostiek kan<br />

worden verricht door het analyseren van het ESCO2<br />

gen. 7 De behandeling richt zich <strong>voor</strong>al op chirurgische<br />

correcties van aangezicht- en extremiteitafwijkingen.<br />

Over het soort operaties en het tijdstip<br />

ervan bestaat geen consensus.<br />

Wij beschrijven een casus van een kind met het<br />

Roberts syndroom en een beiderzijds optredende femorotibiale<br />

ankylose. Daarnaast had zij ook andere<br />

anomalieën passend bij het Roberts syndroom.<br />

Patiënte werd naar ons verwezen vanwege pijnklachten<br />

in de linker knie.<br />

Ziektegeschiedenis<br />

Patiënte was à terme geboren in stuitligging. Zij was het<br />

3 e kind van consanguïne, Tunesische ouders. De eerste 2<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 133


■ Femorotibiale ankylose bij een kind met het Roberts syndroom<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 2A. Beenopname vlak na de geboorte. O.a. De<br />

heupen in 90 graden exorotatie, ontbreken van het<br />

kniegewricht, fibula aplasie en anterieure bowing van<br />

de tibia.<br />

Figuur 2C. Op de leeftijd van 5 1/2 jr.<br />

Figuur 2B. De knieën in 90 graden flexie op de leeftijd<br />

van 2 jr.<br />

corneatroebeling. De klinische bevindingen pasten bij het<br />

Roberts syndroom. Klinisch genetisch onderzoek bevestigde<br />

de diagnose. Lichamelijk onderzoek na 2 weken toonde<br />

een beperkte functie van de schouders en ellebogen met<br />

verkorting van de onderarmen en een radiair deviatiestand<br />

van de dysmorfe handen. Er was een sterk beperkte functie<br />

van de heupgewrichten. Aan de rechter zijde was er sprake<br />

van een ankylose van het kniegewricht in 90° flexie, links<br />

bestond er nog een gering bewegingstraject van 80-100°<br />

flexie. Röntgenfoto’s toonden beiderzijds aplasie van de<br />

radius en hypoplasie van de ulna, een normale contour van<br />

het femur, ontbreken van het kniegewricht, anterieure<br />

bowing van de tibiae en fibula-aplasie (Figuren 1 en 2). De<br />

talus en calcaneus stonden in forse valgusstand. Er werd<br />

gestart met fysiotherapie, waardoor de functie van de gewrichten<br />

verbeterde, behalve van de knieën en heupen. Op<br />

de leeftijd van 2 jaar stonden de heupen in 45° abductie en<br />

90° exorotatie (Figuur 2b). Vanwege de matige heupfunctie<br />

werd er geen correctie van de contracturen van de knieën<br />

overwogen omdat niet werd verwacht dat zij ambulant zou<br />

kunnen worden. Tevens bleek zij mentaal geretardeerd te<br />

zijn. Op de leeftijd van 5,5 jaar werd opnieuw afgezien van<br />

een correctie-osteotomie van de knieën, mede doordat zij<br />

met een elektrische rolstoel goed kon functioneren. Zij kon<br />

niet lopen maar kroop op haar knieën (Figuur 2C). Nadat zij<br />

was uitgegroeid had zij een ankylose van beide knieën in<br />

90° flexie. Rechts kon zij wel op haar been staan, links niet<br />

door een forse bowing van de tibia. Zij droeg een prothese<strong>voor</strong>ziening,<br />

waarop de linker knie steunde. Aanvankelijk<br />

kon zij hiermee goed mobiliseren. Door een bursitis pretibiale<br />

op 15-jarige leeftijd ontstonden anterieure pijnklachkinderen<br />

waren gezond. Er was geen prenatale diagnostiek<br />

verricht. Bij de geboorte was het gewicht 1535 gram<br />

bij een lengte van 30 cm en een schedelomtrek van 30,6<br />

cm. Er bleek onmiddellijk sprake te zijn van multipele congenitale<br />

afwijkingen waaronder skeletafwijkingen zoals<br />

bilaterale aplasie van de radius en de fibula en ankylose<br />

van de knieën. Tevens bestond er een bilaterale cheilognatoschizis<br />

met een intact palatum, hyperthelorisme en<br />

134 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


■ Femorotibiale ankylose bij een kind met het Roberts syndroom<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 2A. Beenopname vlak na de geboorte. O.a. De<br />

heupen in 90 graden exorotatie, ontbreken van het<br />

kniegewricht, fibula aplasie en anterieure bowing van<br />

de tibia.<br />

Figuur 2C. Op de leeftijd van 5 1/2 jr.<br />

Figuur 2B. De knieën in 90 graden flexie op de leeftijd<br />

van 2 jr.<br />

corneatroebeling. De klinische bevindingen pasten bij het<br />

Roberts syndroom. Klinisch genetisch onderzoek bevestigde<br />

de diagnose. Lichamelijk onderzoek na 2 weken toonde<br />

een beperkte functie van de schouders en ellebogen met<br />

verkorting van de onderarmen en een radiair deviatiestand<br />

van de dysmorfe handen. Er was een sterk beperkte functie<br />

van de heupgewrichten. Aan de rechter zijde was er sprake<br />

van een ankylose van het kniegewricht in 90° flexie, links<br />

bestond er nog een gering bewegingstraject van 80-100°<br />

flexie. Röntgenfoto’s toonden beiderzijds aplasie van de<br />

radius en hypoplasie van de ulna, een normale contour van<br />

het femur, ontbreken van het kniegewricht, anterieure<br />

bowing van de tibiae en fibula-aplasie (Figuren 1 en 2). De<br />

talus en calcaneus stonden in forse valgusstand. Er werd<br />

gestart met fysiotherapie, waardoor de functie van de gewrichten<br />

verbeterde, behalve van de knieën en heupen. Op<br />

de leeftijd van 2 jaar stonden de heupen in 45° abductie en<br />

90° exorotatie (Figuur 2b). Vanwege de matige heupfunctie<br />

werd er geen correctie van de contracturen van de knieën<br />

overwogen omdat niet werd verwacht dat zij ambulant zou<br />

kunnen worden. Tevens bleek zij mentaal geretardeerd te<br />

zijn. Op de leeftijd van 5,5 jaar werd opnieuw afgezien van<br />

een correctie-osteotomie van de knieën, mede doordat zij<br />

met een elektrische rolstoel goed kon functioneren. Zij kon<br />

niet lopen maar kroop op haar knieën (Figuur 2C). Nadat zij<br />

was uitgegroeid had zij een ankylose van beide knieën in<br />

90° flexie. Rechts kon zij wel op haar been staan, links niet<br />

door een forse bowing van de tibia. Zij droeg een prothese<strong>voor</strong>ziening,<br />

waarop de linker knie steunde. Aanvankelijk<br />

kon zij hiermee goed mobiliseren. Door een bursitis pretibiale<br />

op 15-jarige leeftijd ontstonden anterieure pijnklachkinderen<br />

waren gezond. Er was geen prenatale diagnostiek<br />

verricht. Bij de geboorte was het gewicht 1535 gram<br />

bij een lengte van 30 cm en een schedelomtrek van 30,6<br />

cm. Er bleek onmiddellijk sprake te zijn van multipele congenitale<br />

afwijkingen waaronder skeletafwijkingen zoals<br />

bilaterale aplasie van de radius en de fibula en ankylose<br />

van de knieën. Tevens bestond er een bilaterale cheilognatoschizis<br />

met een intact palatum, hyperthelorisme en<br />

134 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


Kunt u hiermee werken<br />

AQUACEL ® SURGICAL verband vormt een barrière<br />

<strong>voor</strong> bacteriën en virussen, is waterproof en bevat<br />

de gepatenteerde Hydrofiber ® technologie.<br />

Neem ook AQUACEL ® SURGICAL verband op<br />

in uw behandelprotocol en ervaar het verschil op<br />

infectie controle en uw klinische resultaten.<br />

Lees meer over AQUACEL ® SURGICAL<br />

en AQUACEL ® Ag SURGICAL verband<br />

ga naar www.convatec.nl of bel 0800-0224460 (gratis)<br />

Hydrofiber ® verband<br />

* When intact and there is no leakage<br />

1. Clarke JV, Deakin AH, Dillon JM, Emmerson S, Kinninmonth AWG. A prospective clinical audit of a new dressing design for lower limb arthroplasty wounds. J Wound Care 2009;18(1):5-11.<br />

2. Laboratory Test Comparison of AQUACEL ® Surgical Dressing ‘New Design’ and the Jubilee Method of Dressing Surgical Wounds. WHRI3264 TA180. October 7, 2009. Data on file, ConvaTec.<br />

a Een post-operatief verband protocol, waarin AQUACEL ® verband werd afgedekt met Mepore ® verband is vergeleken met en nieuw verband protocol waarin AQUACEL ® verband werd afgedekt met DuoDERM ®<br />

Extra Thin, na het aanbrengen van Cavilon ® spray. Een daarop volgende studie toonde geen verbetering aan bij gebruik van Cavilon ® spray in combinatie met het nieuwe verband protocol. b Gelijkwaardige<br />

resultaten van AQUACEL ® SURGICAL aan AQUACEL ® verband afgedekt met DuoDERM ® Extra Thin zijn in vitro aangetoond.<br />

® AQUACEL, Hydrofiber en DuoDerm zijn handelsmerken van ConvaTec Inc. © 2010 ConvaTec Inc. AP-008432-EU.


A.L. van der Zwan en S.J. Ham ■<br />

Figuur 3. Volledige<br />

ankylose van het<br />

kniegewricht.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

ten van de linker knie. Een echo toonde een verdikte bursa<br />

pretibiale zonder afwijkingen. Een röntgenfoto toonde<br />

een volledige femorotibiale ankylose (Figuur 3). De klacht<br />

verdween 2 maanden na het aflaten van de prothese. Voor<br />

het aanpassen van haar brace en verdere controle ging zij<br />

naar haar orthopedisch instrumentmaker. Zij werd tot op<br />

heden niet meer poliklinisch teruggezien.<br />

Discussie<br />

De femorotibiale ankylose, ook synostose genoemd,<br />

is weinig beschreven in de literatuur. Meestal betreft<br />

het dan case-reports over patiënten met het Roberts<br />

syndroom, ofschoon de aandoening ook is beschreven<br />

in het kader van het TAR syndroom (thrombocytopenia-absent<br />

radii) en het SC-phocomelia<br />

syndroom. 6,10 Consanguïniteit, zoals in onze casus,<br />

is bij patiënten met het Roberts syndroom vaker<br />

beschreven. 11,12,13 Er zijn meerdere case-reports<br />

over de operatieve behandeling van de femorotibiale<br />

ankylose. Eylon et al. beschreven de operatieve<br />

behandeling van een dubbelzijdige femorotibiale<br />

ankylose bij een patiënte met het syndroom van<br />

Roberts. 5 Op bijna 6-jarige leeftijd werd bij haar<br />

een dubbelzijdige correctie uitgevoerd; de benige<br />

ankylose werd geëxcideerd en fixatie dmv k-draden<br />

en gipsimmobilisatie leidde uiteindelijk tot consolidatie<br />

in een rechte stand na 8 weken. Yaniv et al.<br />

beschreven een casus waarin succesvol een unilaterale<br />

knie ankylose bij een verder gezonde patiënt<br />

gradueel gecorrigeerd werd met behulp van een<br />

Ilizarov-frame op de leeftijd van 2 jaar. 8 Al Kaissi et<br />

al. beschreven een 2-jarige jongen met het Roberts<br />

syndroom en een gefixeerde flexiedeformiteit van<br />

beide knieën waarbij links meer was aangedaan. 11<br />

Een geplande operatieve correctie d.m.v. een quadriceps<br />

split en excideren van de synostosis was nog<br />

niet verricht. Ryan et al. rapporteerden over twee<br />

patiënten met meerdere bilaterale malformaties<br />

die niet binnen een specifiek syndroom vielen. 9 In<br />

de eerste casus werd geen correctie verricht omdat<br />

de beschreven patiënte met haar voeten de handfunctie<br />

had overgenomen bij afwezigheid van de<br />

onderarmen. Door het corrigeren van de kniestand<br />

zou deze functie verloren zijn gegaan. Bij de tweede<br />

patiënt was de flexiestand van de knie slechts<br />

20 graden en dit behoefte geen correctie. Bij de<br />

door ons beschreven patiënte werd in het verleden<br />

besloten geen operatieve correctie van de stand<br />

van de ankylose te verrichten in verband met de<br />

slechte heupfunctie en de tibiale bowing. Daardoor<br />

viel het niet te verwachten dat haar mobiliteit veel<br />

zou toenemen bij het rechtzetten van de knieën.<br />

Doordat men tevreden was over de situatie in de<br />

rolstoel en de mentale ontwikkeling ook verbeterde<br />

door speciaal onderwijs werd <strong>voor</strong> een conservatief<br />

traject gekozen. De pijnklachten die leidden tot<br />

de meest recente verwijzing werden veroorzaakt<br />

door een pretibiale bursitis, die werd veroorzaakt<br />

door druk in de aangemeten prothese. De klachten<br />

verdwenen door conservatieve maatregelen.<br />

Met de toegenomen overlevingskans van kinderen<br />

met het syndroom van Roberts neemt de indicatie<br />

<strong>voor</strong> het corrigeren van de knie-ankylose ook toe.<br />

Het uitgangspunt <strong>voor</strong> een operatie dient echter<br />

verbetering van de mobiliteit te zijn.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 135


■ Femorotibiale ankylose bij een kind met het Roberts syndroom<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Abstract<br />

Femoraotibial ankylosis is a rare condition which is usually<br />

part of a generalised syndrome. We describe the case of a 15<br />

year old patient. She had a painful left knee by a bilateral<br />

femorotibial ankylosis of 90 degrees as part of Roberts<br />

syndrome. She was treated conservatively. Operative<br />

treatment should be focused on improving of mobility.<br />

Literatuur<br />

1. Jones KL. Roberts-SC Phocomelia. Smith’s Recognizable<br />

patterns of human malformation 5th Edition. Jones KL<br />

(Ed). WB. Saunders company, Philadelphia, 1997,298-9.<br />

2. van den Berg DJ, Francke U. Roberts syndrome: a review<br />

of 100 cases and a new rating system for severity. Am J<br />

Med Genet 1993; 47:1104-23.<br />

3. Sinha AK, Verma RS, Mani VJ. Clinical heterogeneity of<br />

skeletal dysplasia in Roberts syndrome: a review. Hum<br />

Hered 1994; 44:121-6.<br />

4. Holden KR, Jabs EW, Sponseller PD. Roberts/<br />

Pseudothalidomide syndrome and normal intelligence:<br />

approaches to diagnosis and management. Dev Med<br />

Child Neurol 1992; 34:534-9.<br />

5. Eylon SH, Beeri M, Joseph K, Meyer S. Femorotibial<br />

ankylosis in a child with Roberts syndrome. An “aggressive”<br />

approach to habilitation. J Pediatric Orthop<br />

2007;27:926-9.<br />

6. Musfeld DA, Bühler EM, Heinzl S. Roberts-SC phocomelia<br />

syndrome. Gynakol Geburtshilfliche Rundsch 2001;<br />

41:3-7.<br />

7. Vega H, Waisfisz Q, Gordillo M, Sakai N, Yanagihara<br />

I, Yamada M et al. Roberts syndrome is caused by<br />

mutations in ESCO2, a human homolog of yeast ECO1<br />

that is essential for the establishment of sister chromatid<br />

cohesion. Brief communications. Nature Genet 2005;<br />

37:468-70.<br />

8. Yaniv M, Ezra E, Wientroub S, Segev E. Congenital<br />

absence (ankylosis) of the knee. Case report. J Bone<br />

Joint Surg 2004; 86B:590-2.<br />

9. Ryan JR, Perrin JCS, Morawa LG. Congenital synostosis<br />

of the knee. Clin Orthop 1978; 135:34-5.<br />

10. Delooz J, Moerman P, Van den Berghe K, Fryns JP.<br />

Tetraphocomelia and bilateral femorotibial synostosis.<br />

A severe variant of the thrombocytopenia-absent radii<br />

(TAR) syndrome Genet Couns 1992; 3:91-3.<br />

11. Al Kaissi A, Csepan R, Klaushofer K, Grill F. Femoraltibial-synostosis<br />

in a child with Roberts syndrome<br />

(Pseudothalidomide): a case report. Cases J. 2008;<br />

1:109.<br />

12. Temtamy SA, Ismail S, Helmy NA. Roberts syndrome:<br />

study of 4 new Egyptian cases with comparison of clinical<br />

and cytogenetic findings. Genet Counsel 2006; 17:1-13.<br />

13. Satar M, Atici A, Bişak U, Tunali N. Roberts-SC phocomelia<br />

syndrome: a case with additional anomalies. Clin<br />

Genet 1994; 45:107-8.<br />

De “Orthopediegroep”, een gespecialiseerde groep van 8 orthopedische chirurgen, 2 zaalartsen en 2<br />

assistenten (GSO) werkzaam in het St. Augustinusziekenhuis, Wilrijk België en St. Jozefziekenhuis<br />

Malle België zoekt <strong>voor</strong> onmiddellijke indiensttreding :<br />

VRIJ ASSISTENT (M/V)<br />

AGNIO<br />

ORTHOPEDISCHE HEELKUNDE<br />

RESIDENT<br />

Wij bieden :<br />

- rijke en gevarieerde werkomgeving in de Antwerpse regio<br />

- opbouw van chirurgische ervaring in alle deelgebieden van de orthopedie en curriculum<br />

- hulp bij wetenschappelijke activiteiten en publicaties<br />

- goede contacten met Belgische academische instellingen en opleidingsmogelijkheden<br />

Interesse Contacteer Dr. Jacques Van Dooren via het secretariaat orthopedie op het nummer :<br />

003234434813 of e-mail : jvandooren@scarlet.be<br />

136 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


Voor alle informatie die uw heuppatiënt nodig heeft<br />

www.mijnnieuweheup.nl<br />

Havenstraat 30 3115 HD Schiedam Postbus 244 3100 AE Schiedam www.linknederland.nl


advanced<br />

simplicity<br />

Omdat verbetering<br />

altijd mogelijk is<br />

True Lok<br />

simple<br />

stable<br />

flexible<br />

compatible<br />

Adv_Pas205x137_2010_Layout 1 04-02-2010 14:45 Pagina 1<br />

Daltonstraat 13 -- NL-3335 LR ZWIJNDRECHT -- T - 078 629 30 50 -- F - 078 629 30 51 -- E - sales@pmmedical.nl -- www.fractuur.eu<br />

FW-PMM-adv NTvO-TRUELOK mei'10.i1 1 25-5-2010 16:01:04<br />

www.buchrnhornen.nl<br />

www.footcare.nl<br />

Samenwerkende producenten<br />

van orthopedische maatschoenen<br />

en voethulpmiddelen<br />

www.pendersvoetzorg.nl<br />

www.federatie-pas.nl<br />

www.oim.nl<br />

PAS | altijd een passend antwoord


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Intra-articulair migrerende artralgie<br />

F.J. Wessels, M. Nix, A.B. Stibbe en R.D.A. Gaasbeek<br />

Regionaal migrerende osteoporose is een zeldzame aandoening en behoort tot het spectrum van het beenmergoedeem<br />

syndroom (BMES). Vroege differentiatie tussen een benigne beenmergoedeem syndroom en osteonecrose is van belang<br />

om onnodige behandeling te <strong>voor</strong>komen. Deze ziektegeschiedenis toont een bijzondere migratie van beenmergoedeem<br />

in het kniegewricht en de waarde van MRI in de diagnostiek.<br />

Inleiding<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Het laagdrempelig vervaardigen van MRbeeldvorming<br />

van de knie heeft de kans op het<br />

diagnosticeren van spontaan botoedeem aanmerkelijk<br />

verhoogd. Dit brengt een diagnostisch<br />

dilemma met zich mee; betreft het hier spontaan<br />

botoedeem, oedeem van traumatische aard, een<br />

<strong>voor</strong>stadium van osteonecrose of anderszins Sinds<br />

de eerste beschrijving van regionaal migrerende<br />

osteoporose door Duncan et. al. in 1967 is dit ziektebeeld<br />

met enige regelmaat in de literatuur beschreven.<br />

1-3,5 Vaak betreft het hier een aandoening<br />

die migreert tussen gewrichten van de onderste extremiteit.<br />

Wij brengen u de casus van een 56-jarige<br />

man met een opvallend intra-articulair migrerend<br />

botoedeem van de knie.<br />

Ziektegeschiedenis<br />

Een 56-jarige man presenteerde zich op de polikliniek orthopedie<br />

met heftige pijnklachten van de linker knie. Deze<br />

pijnklachten waren spontaan ontstaan, er was met name<br />

geen <strong>voor</strong>afgaand trauma. Patiënt had geen relevante <strong>voor</strong>geschiedenis<br />

en gebruikte geen medicijnen.<br />

Bij lichamelijk onderzoek werd een forse hydrops van de<br />

linkerknie waargenomen, bij palpatie was er een duidelijke<br />

drukpijn aan de mediale zijde. De stabiliteit van het kniegewricht<br />

was intact, de meniscustesten waren negatief.<br />

Conventionele röntgendiagnostiek van de linkerknie liet<br />

geen afwijkingen zien. Laboratorium onderzoek werd niet<br />

verricht.<br />

Drs. F.J. Wessels, aios radiologie en drs. M. Nix, radioloog,<br />

vakgroep Radiologie.<br />

Gelre Ziekenhuizen, Albert Schweitzerlaan 31,<br />

Postbus 9014, 7300 DS Apeldoorn.<br />

Drs. A.B. Stibbe en drs. R.D.A. Gaasbeek, orthopedisch<br />

chirurgen, vakgroep Orthopedie. Meander Medisch<br />

Centrum, Utrechtseweg 160, Postbus 1502,<br />

3800 BM Amersfoort.<br />

Correspondentie: drs. F.J. Wessels<br />

E-mail: f.wessels@gelre.nl<br />

Figuur 1. Sagittale T2-SPIR toont botoedeem in de<br />

mediale femurcondyl.<br />

De diagnose bleef <strong>voor</strong>alsnog onduidelijk en mede gezien<br />

de heftige pijnklachten van patiënt werd besloten tot aanvullende<br />

beeldvorming middels MRI. Deze werd 3 weken na<br />

het eerste poliklinische consult vervaardigd. Naast enige<br />

hydrops van het linker kniegewricht toonden de opnamen<br />

een fors beenmergoedeem in de mediale femurcondyl<br />

(Figuren 1 en 2). Het kraakbeen van de femurcondylen was<br />

beiderzijds wat slank, maar een kraakbeendefect werd<br />

niet waargenomen (Figuur 3). De kruisbanden, collaterale<br />

banden en menisci waren allen intact.<br />

Concluderend bleek er bij patiënt sprake te zijn van niettraumatisch,<br />

beenmergoedeem van de mediale femurcondyl.<br />

Qua lokatie overeenkomend met de heftige pijnklachten.<br />

Differentiaal diagnostisch werd naast spontaan<br />

beenmergoedeem gedacht aan een <strong>voor</strong>stadium van osteonecrose.<br />

Uit de anamnese bleken er echter geen predisponerende<br />

factoren als bij<strong>voor</strong>beeld steroïdengebruik te zijn.<br />

Patiënt werd het advies gegeven om de linker knie partiëel,<br />

op geleide van de pijn, te belasten. Ter follow-up werd na<br />

8 weken een controle-afspraak met conventionele röntgendiagnostiek<br />

gepland.<br />

Ten tijde van de poliklinische controle gaf patiënt aan dat de<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 137


■ Intra-articulair migrerende artralgie<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 2. Coronale PDW-SPIR toont botoedeem in de<br />

mediale femurcondyl.<br />

waargenomen is het van groot belang om onderscheid<br />

te maken tussen reversibele of irreversibele<br />

pathologie. Beenmergoedeem kan van <strong>voor</strong>bijgaande<br />

aard zijn, zoals bij transcient osteoporosis<br />

(TO), regionaal migrerende osteoporose (RMO)<br />

of een complex regionaal pijnsyndroom (CRPS). Er<br />

moet echter ook gedacht worden aan stressfracturen,<br />

septische artritis of avasculaire necrose.<br />

TO en RMO behoren waarschijnlijk tot eenzelfde<br />

spectrum en zijn helaas onder meerdere verwarrende<br />

namen bekend. In de huidige literapijnklachten<br />

van de linkerknie duidelijk afgenomen waren.<br />

Conventioneel röntgenonderzoek van de linkerknie toonde<br />

wederom geen afwijkingen. Geadviseerd werd om de knie<br />

op geleide van de klachten weer volledig te belasten, en<br />

patiënt werd ontslagen uit verdere controle.<br />

Een maand na dit consult, 4 maanden na het eerste consult,<br />

presenteerde patiënt zich echter opnieuw met een forse<br />

toename van pijnklachten aan de linkerknie, nu met name<br />

lateraal. Er werd laagdrempelig een controle MRI vervaardigd;<br />

ter evaluatie van het botoedeem en mogelijk nieuw<br />

ontstaan kraakbeenletsel. Ditmaal liet de MRI naast een<br />

evidente hydrops een forse hoeveelheid beenmergoedeem<br />

in de laterale femurcondyl van de linkerknie zien (Figuren 4<br />

en 5). Het beenmergoedeem in de mediale condyl werd niet<br />

meer waargenomen. Ter plaatse van het beenmergoedeem<br />

in de laterale condyl was een klein subchondraal defect<br />

zichtbaar, de kraakbenige bekleding was echter zowel hier<br />

als in de rest van het kniegewricht intact (Figuren 4 en 6).<br />

Na een periode van relatief weinig klachten bleek er dus<br />

sprake te zijn van een recidief artralgie, waarbij MRbeeldvorming<br />

een intra-articulaire migratie van het beenmergoedeem<br />

toonde. Differentiaal diagnostisch werd<br />

primair gedacht aan een regionaal migrerende osteoporose.<br />

Aan patiënt werd uitleg gegeven over het ziektebeeld en<br />

het te verwachten spontane herstel. Hierop werd patiënt<br />

geadviseerd de linkerknie <strong>voor</strong>lopig wederom partieel te<br />

belasten. Tevens werd over een periode van 4 maanden een<br />

controle-MRI afgesproken.<br />

Bij deze controle-afspraak bleken er inderdaad geen pijnklachten<br />

meer te zijn Tevens was het MR-beeld genormaliseerd,<br />

zowel het botoedeem als het subchondrale defect<br />

werden niet meer waargenomen.<br />

Discussie<br />

Indien bij MR-beeldvorming van de knie beenmergoedeem<br />

zonder duidelijke oorzaak wordt<br />

Figuur 3. Sagittale PDW-TSE toont intact kraakbeen.<br />

Figuur 4. Sagittale T2-SPIR toont thans hydrops en<br />

botoedeem in de laterale femurcondyl. Ter plaatse een<br />

klein sybchondraal defect.<br />

138 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


F.J. Wessels, M. Nix, A.B. Stibbe en R.D.A. Gaasbeek ■<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Figuur 5. Coronale PDW-SPIR toont het botoedeem<br />

lateraal en normalisatie mediaal.<br />

tuur worden zij allen geschaard onder het ‘Bone<br />

Marrow Edema Syndrome’ (BMES). Het betreft hier<br />

klinische afwijkingen met een onbekende pathogenese<br />

die gekenmerkt worden door een patroon van<br />

beenmergoedeem, waarbij de <strong>voor</strong>bijgaande aard<br />

van deze aandoeningen kenmerkend is. 6<br />

Regionaal migrerende osteoporose wordt gedefiniëerd<br />

als een in het verloop van de tijd optredende<br />

poly-articulaire artralgie van de gewichtsdragende<br />

gewrichten. Dit kan gepaard gaan met ernstige<br />

focale osteoporose. Het komt met name <strong>voor</strong> bij<br />

mannen van middelbare leeftijd, er is geen traumatische<br />

oorzaak aantoonbaar en er zijn geen<br />

predisponerende factoren <strong>voor</strong> osteonecrose. Bij<br />

lichamelijk onderzoek worden vaak drukpijn en<br />

gewrichtseffusie zonder een noemenswaardige bewegingsbeperking<br />

gevonden. De heup is het meest<br />

aangedane gewricht, gevolgd door de knie, de voet<br />

en de enkel. 6,7<br />

Conventionele beeldvorming kan lokale demineralisatie<br />

tonen, vaak binnen 3-6 weken na het<br />

ontstaan van de klachten. Naar aanleiding hiervan<br />

is recentelijk ook botdensitometrie <strong>voor</strong>gesteld ter<br />

diagnose en follow-up. 8 Skeletscintigrafie en MRI<br />

tonen afwijkingen in een eerder stadium, waarbij<br />

MRI tegenwoordig het onderzoek van eerste keus<br />

is. Beenmergoedeem heeft een lage signaalintensiteit<br />

op T1-gewogen opnames en een hoge signaal<br />

intensiteit op T2-gewogen opnames met STIR of<br />

vetsupressie (Figuur 1). Vergelijkbare afwijkende<br />

signaalintensiteiten worden gezien bij beenmergoedeem<br />

secundair aan ischemie, bij<strong>voor</strong>beeld osteonecrose.<br />

Derhalve is het onderkennen van begeleidende<br />

subchondrale laesies van belang, en zo<br />

Figuur 6. Sagittale PDW-TSE toont ter plaatse van het<br />

subchondrale defect een intact overliggend kraakbeen.<br />

mogelijk ook te differentieren tussen reversibele<br />

en irreversibele laesies. Onderzoek laat zien dat<br />

een subchondrale laesies van meer dan 4mm dikte<br />

op T2-gewogen opnames een sterke positief <strong>voor</strong>spellende<br />

waarde hebben <strong>voor</strong> irreversibiliteit. 9<br />

Een kleiner subchondraal defect, als in onze casus,<br />

is vaak reversibel en kan tot het normale patroon<br />

van een beenmergoedeem syndroom behoren.<br />

Van een migrerende osteoporose beperkt tot en dus<br />

migrerend in het kniegewricht zijn tot op heden<br />

drie casuïstische mededelingen bekend. 5,10,11 Het<br />

betrof hier tweemaal een migratie van de laterale<br />

naar de mediale femurcondyl. Een derde casus<br />

beschreef een migratiepatroon als in onze casus,<br />

met een primaire presentatie in de mediale condyl<br />

en vervolgens migratie naar de laterale condyl.<br />

Voorts heeft een recente studie in een groep van<br />

22 patiënten het migratiepatroon van beenmergoedeem<br />

in de knie als onderdeel van regionaal<br />

migrerende osteoporose in beeld gebracht. 3 Bij 13<br />

van de patiënten was de heup primair aangedaan<br />

met in een later stadium migratie naar het kniegewricht.<br />

In 8 gevallen was er primaire betrokkenheid<br />

van de knie, waarvan 5 na verloop van tijd<br />

intra-articulaire migratie vertoonden, 2 migratie<br />

naar de contralaterale knie en 1 migratie naar de<br />

voet. In deze studie werd een gemiddelde migratieperiode<br />

beschreven van 4 maanden, welke overeenkomt<br />

met onze casus.<br />

De behandeling van BMES is conservatief en bestaat<br />

uit adequate pijnstilling en belasting op geleide<br />

van de pijnklachten. Uitleg aan de patiënt over de<br />

<strong>voor</strong>bijgaande aard, maar ook kans op migratie van<br />

de pijnklachten, is vanzelfsprekend van belang.<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 139


De eerste in orale, directe Factor Xa inhibitie<br />

Eenvoud in stolselpreventie<br />

www.thrombosisadviser.com


Xarelto biedt superieure effectiviteit<br />

t.o.v. enoxaparine met vergelijkbaar<br />

laag bloedingsrisico:<br />

Significante reducties t.o.v. enoxaparine<br />

<strong>voor</strong> totale VTE* en ernstige VTE**<br />

bij electieve heup- en knievervangende<br />

chirurgie 1,2<br />

Vergelijkbare incidentie van bloedingen<br />

t.o.v. enoxaparine 1,2,3<br />

... in combinatie met het gemak van<br />

een vaste, eenmaal daagse, orale dosering<br />

zonder noodzaak tot monitoring 4<br />

* Totale VTE = DVT, niet-fatale tale<br />

PE en mortaliteit<br />

teit<br />

** Ernstige VTE<br />

= proximale DVT, niet-fatale al<br />

e PE<br />

en<br />

VTE-gerelateerde e mortaliteit<br />

teit<br />

zie referenties en verkorte productinformatie elders in dit blad<br />

U-1740-NL 02.2009


■ Intra-articulair migrerende artralgie<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Abstract<br />

Regional migratory osteoporosis is an uncommon disorder<br />

and is part of the spectrum of bone marrow edema<br />

syndromes (BMES). Early differentiation between a benign<br />

bone marrow edema syndrome and osteonecrosis is essential<br />

in order to avoid unnecessary treatment. This case demonstrates<br />

an unusual migration of the marrow edema within<br />

the knee joint. MR imaging has a key role in this disorder.<br />

Literatuur<br />

1. Duncan H, Frame B, Frost HM, Arnstein AR. Migratory osteolysis<br />

of the lower extremities. Ann.Intern.Med. 1967<br />

Jun;66(6):1165-73.<br />

2. Duncan H, Frame B, Frost H, Arnstein AR. Regional<br />

migratory osteoporosis. South.Med.J. 1969 Jan;62(1):41-<br />

4.<br />

3. Karantanas AH, Nikolakopoulos I, Korompilias AV,<br />

Apostolaki E, Skoulikaris N, Eracleous E. Regional<br />

migratory osteoporosis in the knee: MRI findings in 22<br />

patients and review of the literature. Eur.J.Radiol. 2008<br />

Jul;67(1):34-41.<br />

4. Marhe KS, Verburg AD, Draijer WF, Pilot P. Regionaal<br />

migrerende osteoporose. <strong>Nederlands</strong> Tijdschirft <strong>voor</strong><br />

<strong>Orthopaedie</strong> 2004 Sep;11:156-61.<br />

5. Wambeek N, Munk PL, Lee MJ, Meek RN. Intra-articular<br />

regional migratory osteoporosis of the knee. Skeletal<br />

Radiol. 2000 Feb;29(2):97-100.<br />

6. Korompilias AV, Karantanas AH, Lykissas MG, Beris AE.<br />

Bone marrow edema syndrome. Skeletal Radiol. 2009<br />

May;38(5):425-36.<br />

7. Lakhanpal S, Ginsburg WW, Luthra HS, Hunder GG.<br />

Transient regional osteoporosis. A study of 56 cases<br />

and review of the literature. Ann.Intern.Med. 1987<br />

Mar;106(3):444-50.<br />

8. Cadet M, Honig S. Utility of bone densitometry in diagnostic<br />

evaluation and monitoring in regional migratory<br />

osteoporosis. J.Clin.Rheumatol. 2009 Apr;15(3):124-6.<br />

9. Lecouvet FE, van de Berg BC, Maldague BE, Lebon CJ,<br />

Jamart J, Saleh M, Noel H, Malghem J. Early irreversible<br />

osteonecrosis versus transient lesions of the femoral<br />

condyles: prognostic value of subchondral bone and<br />

marrow changes on MR imaging. AJR Am.J.Roentgenol.<br />

1998 Jan;170(1):71-7.<br />

10. Fertakos RJ, Swayne LC, Colston WC. Three-phase bone<br />

imaging in bone marrow edema of the knee. Clin.Nucl.<br />

Med. 1995 Jul;20(7):587-90.<br />

11. Parker RK, Ross GJ, Urso JA. Transient osteoporosis of<br />

the knee. Skeletal Radiol. 1997 May;26(5):306-9.<br />

Referenties:<br />

1. Eriksson B.I. et al. Rivaroxaban versus Enoxaparin for Thromboprophylaxis after Hip Arthroplasty. N Engl J Med. 2008;358:2765-75.<br />

2. Lassen M.R. et al. Rivaroxaban for Thromboprophylaxis after Total Knee Arthroplasty. N Engl J Med. 2008;358:2776-85.<br />

3. Kakkar A.K. et al. Extended duration rivaroxaban versus short-term enoxaparin for the prevention of venous thromboembolism after total hip arthroplasty: a double-blind, randomised controlled trial. Lancet. 2008;372:31–39.<br />

4. IB-tekst Xarelto.<br />

Xarelto 10 mg tabletten.<br />

Samenstelling: Werkzame bestanddeel: 10 mg rivaroxaban. Hulpstoffen: microkristallijne cellulose, natriumcroscarmellose, lactosemonohydraat, hypromellose, natriumlaurylsulfaat, magnesiumstearaat, macrogol 3350, hypromellose, titaniumdioxide<br />

(E171), rood ijzeroxide (E172).<br />

Indicatie: Preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) bij volwassen patiënten die electief een heup- of knievervangende operatie ondergaan.<br />

Contra-indicaties: Overgevoeligheid <strong>voor</strong> het werkzame bestanddeel of <strong>voor</strong> (één van) de hulpstoffen; klinisch significante actieve bloeding; leveraandoening gepaard gaande met coagulopathie en een klinisch relevant bloedingsrisico; zwangerschap<br />

en borstvoeding.<br />

Waarschuwingen en <strong>voor</strong>zorgen: Behandeling met rivaroxaban wordt niet aanbevolen bij patiënten: - die een heupfractuuroperatie hebben ondergaan, - gelijktijdig een systemische behandeling krijgen met sterke remmers van CYP3A4 en<br />

Pgp, waaronder azol-antimycotica (zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol en posaconazol) of HIV-proteaseremmers (bijv. ritonavir), - met enstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Verenigingsnieuws<br />

Dr. Jan Willem Louwerens benoemd tot President European Foot and Ankle<br />

Society (EFAS)<br />

Tijdens het 8e Internationale Congres van de EFAS<br />

in Genève (2-4 september 2010) is Dr Jan Willem<br />

Louwerens (Maartenskliniek) benoemd als President<br />

van de EFAS. Hij volgt Professor Hakon Kofoed op.<br />

De EFAS, opgericht in 1998, stimuleert de ontwikkeling<br />

van voet en enkel chirurgie en de ontwikkeling<br />

van opleidingen en wetenschappelijk onderzoek op<br />

dit gebied. Om haar doel te bereiken biedt de EFAS<br />

alle betrokken medische professionals, instructional<br />

courses, seminars, symposia, international congresses<br />

en andere leerprogramma’s aan.<br />

Voor meer informatie: http://www.efas.co.uk/<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Nieuw leerboek CCOC/AEO: AAOS Comprehensive Orthopaedic Review” van<br />

Jay R. Lieberman, MD, Editor (2009). Te bestellen met korting <strong>voor</strong> NOV leden<br />

Vanaf dit jaar (eerstkomende CCOC op 19 november<br />

2010) wordt een nieuw basisboek gehanteerd en<br />

wel de ‘AAOS Comprehensive Orthopaedic Review’<br />

van Jay R. Lieberman, MD, Editor (2009). Dit geldt<br />

als leerstof <strong>voor</strong> het Algemeen Examen Orthopedie<br />

2011 (zie website <strong>voor</strong> cyclus CCOC: oncologie,<br />

wervelkolom, kinderorthopedie).<br />

Door de NOV is met de AAOS een kortingsafspraak<br />

gemaakt. U kunt als NOV lid (aios orthopedie maar<br />

ook reguliere leden) het leerboek aanschaffen <strong>voor</strong><br />

£ 149,50 (portokosten £ 6). Dit komt overeen met<br />

ongeveer € 175 (excl. porto € 7). Reguliere kosten<br />

bij bestelling bij de AAOS zijn € 264 (excl. porto),<br />

een concurrerende internetaanbieder<br />

(Amazon.com) rekent € 224 excl. portokosten.<br />

U dient als aios orthopedie/NOV lid de volgende<br />

code te gebruiken: DOA. Dit aanbod geldt tot 1<br />

december 2010. Daarna kunt u het regulier aanschaffen.<br />

Voor uw bestelling: http://www.eurospanbookstore.com/offer.asp.<br />

Uiteraard kunnen ook andere leden dit boek<br />

bestellen.<br />

NOV Kwaliteitsdag 2010 gecombineerd met Kwaliteitscongres op<br />

3 november 2010<br />

Vanaf 2010 wil de Orde van Medisch Specialisten<br />

(Orde) in samenwerking met de wetenschappelijke<br />

verenigingen (wv’en) een terugkerend nationaal<br />

kwaliteitscongres organiseren <strong>voor</strong> en door<br />

medisch specialisten. Het eerste kwaliteitscongres<br />

zal plaatsvinden op woensdagmiddag 3 november<br />

2010 in het vergadercentrum van Domus Medica.<br />

Titel: 1 e Nationaal Kwaliteitscongres 'Kwaliteit<br />

heeft prioriteit. Over kwaliteit van de medischspecialistische<br />

zorg'.<br />

Het NOV bestuur heeft besloten dat de jaarlijkse<br />

NOV Kwaliteitsmiddag van dit jaar, in dit<br />

Kwaliteitscongres opgaat. De NOV zal zich namelijk<br />

hier ook presenteren.<br />

Het doel van deze kwaliteitsmiddag is individuele<br />

medisch specialisten en de buitenwereld te<br />

laten zien welke initiatieven er de afgelopen<br />

jaren genomen zijn op het gebied van kwaliteit.<br />

Gepresenteerd worden bij<strong>voor</strong>beeld projecten<br />

zoals richtlijn educatieprogramma’s, meerjaren<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 141


kwaliteitsplannen, een wiki <strong>voor</strong> richtlijnontwikkeling<br />

en projecten met betrekking tot registraties of<br />

certificering. Een en ander zal plaatsvinden op een<br />

doorlopende kwaliteitsmarkt.<br />

Alle informatie vindt u op de kwaliteitscongres-website:<br />

http://orde.artsennet.nl/kwaliteit/1e-Nationaal-Kwaliteitscongres.htm<br />

en registreren kan nu direct, online:<br />

http://www.eventure-online.com/eventure/welcome.dotype=participant&congress=82_OMS01&page=index<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

Voorkomen van postoperatieve wondinfecties: idealisme of pure business<br />

10 februari 2011, Utrecht<br />

Voorkomen van postoperatieve wondinfecties:<br />

idealisme of pure business<br />

Het CBO nodigt uw uit uw eigen Business Case op te<br />

stellen met een bewezen rekenmodel.<br />

Toelichting:<br />

Het <strong>voor</strong>komen van wondinfecties na een operatie<br />

vormt onderdeel van het VMS Veiligheidsprogramma.<br />

Binnen dit thema is een praktijkgids uitgebracht<br />

waarin een interventiebundel van bewezen effectieve<br />

infectiepreventiemaatregelen beschreven<br />

wordt. Streven is een naleving van deze bundel van<br />

meer dan 90% om zo het postoperatieve wondinfectiepercentage<br />

terug te brengen onder het 25ste<br />

percentiel van de PREZIES referentiecijfers uit<br />

2007. Invoering van deze interventiebundel vergt<br />

tijd (vorming projectteam) en materiële investeringen<br />

(denk bij<strong>voor</strong>beeld aan de aanschaf van<br />

deurtellers). Een gereduceerd infectiepercentage<br />

leidt tot een afname van het aantal (zeer kostbare)<br />

heropnames en ingrepen.<br />

Om inzicht te verkrijgen in de financiële investeringen<br />

enerzijds en de kwalitatieve en financiële<br />

opbrengsten anderzijds, is door het CBO een rekenmodel<br />

ontwikkeld. Dit rekenmodel biedt individuele<br />

ziekenhuisinstellingen de mogelijkheid om<br />

deze Business Case omtrent invoering van deze interventiebundel<br />

volledig op maat in te vullen en<br />

door te rekenen <strong>voor</strong> totale heupoperaties. Op<br />

deze manier krijgt uw ziekenhuis inzicht in de consequenties<br />

van bundelinvoering <strong>voor</strong> de financiële<br />

exploitatie <strong>voor</strong> de komende jaren.<br />

Data<br />

De training vindt plaats op 10 februari 2011.<br />

De bijeenkomst duurt van 13.30 tot 17.30 uur.<br />

Locatie<br />

Kwaliteitsinstituut <strong>voor</strong> de Gezondheidszorg CBO,<br />

Utrecht.<br />

Deze training kan op aanvraag ook in company<br />

worden aangeboden.<br />

Deelnamekosten<br />

Deelname vindt plaats door een team van verschillende<br />

disciplines uit uw ziekenhuis.<br />

De kosten bedragen € 1.250,= per team van 4 of 5<br />

personen.<br />

Deze prijs is inclusief koffie/thee, deelnemersmateriaal<br />

én het rekenmodel.<br />

Groepsgrootte<br />

Minimaal – maximaal: 2 – 7 teams<br />

Accreditatie<br />

VHIG geaccrediteerd 10 punten in categorie 4.<br />

Contact<br />

Jeroen Schols, adviseur. E-mail: j.schols@cbo.nl,<br />

tel.: (030) 284 39 27.<br />

Kandidaten gezocht <strong>voor</strong> BBC<br />

In verband met het verstrijken van de zittingsperiode<br />

van een aantal leden van de Beroepsbelangen<br />

Commissie (BBC) worden geïnteresseerde leden van<br />

de NOV opgeroepen zich te kandidaat te stellen om<br />

toe te treden tot de BBC. De BBC is een belangrijke<br />

commissie <strong>voor</strong> de NOV. Voor meer informatie<br />

(schets activiteiten, specifiek taken, tijdsbelasting<br />

etc) kunt u contact opnemen met Kees Oosterbos<br />

(bestuurslid NOV) en/of Henk Koot (<strong>voor</strong>zitter<br />

BBC).<br />

142 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Richtlijnen <strong>voor</strong> auteurs<br />

(versie juni 2009)<br />

1. Kopij en illustraties worden in enkelvoud ingezonden.<br />

2. De kopij dient eenzijdig te worden afgedrukt op papierformaat<br />

A4, met inachtneming van een anderhalve regelafstand en rondom<br />

een marge van 3 centimeter. De tekst dient ook te worden aangeleverd<br />

op een floppydisk of Cd-rom volgens het tekstverwerkingsprogramma<br />

‘MS Word’. Digitale afbeeldingen dienen niet in het tekstbestand<br />

te worden opgenomen, maar in aparte bestanden geplaatst<br />

te worden (zie verder onder punt 7).<br />

3. De ingediende kopij moet in de <strong>Nederlands</strong>e taal geschreven<br />

zijn. Plaats het paginanummer in de rechter bovenhoek van elke<br />

pagina. Artikelen en casuïstische mededelingen dienen in het<br />

algemeen de volgende structuur te hebben: Titel, Samenvatting,<br />

Inleiding (zonder koptitel), (Patiënten en) Methode, Resultaten,<br />

Discussie, Abstract, Literatuur, waarbij elk onderdeel op een nieu -<br />

we pagina begint. Onder ‘Abstract’ dient een letterlijke vertaling<br />

van de samenvatting in het Engels te worden weergegeven.<br />

Er wordt een maximum gesteld aan het aantal woorden per<br />

ingediend manuscript. De auteur kan dit aantal o.a. controleren in<br />

het tekstverwerkingsprogramma.<br />

Voor casuïstische mededelingen dienen maximaal 1500 woorden te<br />

worden gebruikt, <strong>voor</strong> oorspronkelijke artikelen maximaal 2000 en<br />

<strong>voor</strong> proefschrift/boekbesprekingen maximaal 400 woorden.<br />

In de tekst dient telkens een zelfde lettertype en formaat te worden<br />

gehanteerd en géén gebruik te worden gemaakt van vet of cursief<br />

gedrukte letters. Alle tekst, inclusief koptitels, moet steeds aan de<br />

linkerzijde van de tekstkolom via een ingestelde kantlijn beginnen.<br />

Gebruik <strong>voor</strong> tabellen en onderschriften van figuren of illustraties<br />

afzonderlijke pagina’s. Tabellen, figuren en illustraties worden<br />

genummerd in de volgorde waarin zij in de tekst <strong>voor</strong>komen.<br />

Naam en (compleet) adres vermelden van de correspondentieauteur.<br />

Van de overige auteurs dienen titulatuur en naam, functie en<br />

instituut vermeld te worden.<br />

4. Voor de spelling van de <strong>Nederlands</strong>e taal wordt de <strong>voor</strong>keurspelling<br />

volgens de Woordenlijst van de <strong>Nederlands</strong>e Taal, het<br />

zogenaamde ‘groene boekje’ gevolgd. De redactie behoudt zich<br />

het recht <strong>voor</strong> zonodig veranderingen in woordgebruik, zinsbouw,<br />

spelling en indeling aan te brengen. Essentiële veranderingen geschieden<br />

uiteraard in overleg met de auteur.<br />

5. Naar literatuur wordt verwezen met een nummer in superscript<br />

dat geplaatst wordt na het leesteken aan het einde van de desbetreffende<br />

zin. De nummering verloopt in de volgorde waarin de<br />

referenties in de tekst worden vermeld.<br />

6. De literatuurlijst dient te worden gerangschikt naar het nummer<br />

van de verwijsnoot. Maak daarbij geen gebruik van de automatische<br />

nummering van het tekstverwerkingsprogramma. Elk nummer krijgt<br />

een nieuwe regel; nummer, namen en <strong>voor</strong>letters van alle auteurs<br />

(alleen de eerste 6 noemen, daarna et al.); volledige titel van de<br />

publicatie; de naam van het tijdschrift in de standaardafkorting<br />

volgens de Index Medicus; jaartal; deelnummer: eerste en laatste<br />

bladzijde.<br />

Volg onderstaande <strong>voor</strong>beelden <strong>voor</strong>:<br />

een tijdschrift (A), een boek (B), een hoofdstuk uit een boek onder<br />

redactie (C).<br />

A. Pearce C, Hekman W, Nouhuys F van, Spierdijk J. Leverbeschadiging<br />

door geneesmiddelen, in casu halothane. Ned Tijdschr<br />

Geneesk 1964;109:1069-71.<br />

B. Hammes Th. De narcose, Leerboek, 3e druk. Amsterdam:<br />

Scheltema & Holkema’s Boekhandel, 1919.<br />

C. Wijhe M van. De lachgas-zuurstof narcose volgens Zaaijer.<br />

In: Lange JJ de, Mauve M, Reeser LDL, Rupreht J, Smalhout B,<br />

Bongertman-Diek JM, red.; Van Aether naar Beter. Utrecht:<br />

Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge, 1988:39-44.<br />

7. Wanneer figuren worden meegezonden, dienen deze de vorm van<br />

tekeningen met zwarte inkt of van contrastrijke zwartwitfoto’s (opzichtmodel)<br />

te hebben. Ook kunnen digitale afbeeldingen worden<br />

meegezonden in het ‘TIFF’-bestandsformaat met een minimale<br />

resolutie van 300 dots-per-inch (dpi) bij een minimum figuurbreedte<br />

van 20 cm. Iedere figuur dient in een apart figuurbestand geplaatst<br />

te worden op de Cd-rom.<br />

Op microfoto’s moet een lijnstuk met schaalverdeling worden aangebracht,<br />

waardoor de ware grootte van het object is af te lezen.<br />

Bij letters en tekens in de figuren dient rekening gehouden te<br />

worden met verkleining: gewoonlijk verkleint men de figuren naar<br />

de breedte van een kolom. Elke figuur dient een onderschrift te<br />

krijgen. Alle onderschriften moeten op een afzonderlijke pagina<br />

worden verzameld.<br />

Iedere tabel moet worden samengesteld zonder lijnen of hokjes en<br />

dient derhalve uitsluitend tekst of cijfermateriaal te bevatten, al of<br />

niet in kolommen. Maak dus geen gebruik van de tabelfunctie van het<br />

tekstverwerkingsprogramma, maar scheid kolommen door middel<br />

van een enkele druk op de ‘TAB’-toets. Daarbij moet telkens een<br />

zelfde lettertype en formaat worden gehanteerd en géén gebruik<br />

worden gemaakt van cursief of vet gedrukte letters. Aan elke tabel<br />

dient een eigen pagina en een opschrift te worden gegeven.<br />

8. Kopij en illustraties worden ingezonden aan het redactieadres:<br />

dr. A. de Gast, hoofdredacteur<br />

Diakonessenhuis Utrecht/Zeist/Doorn<br />

Secretariaat Orthopedie<br />

Postbus 80250, 3508 TG Utrecht,<br />

Tel: 030-6970970 (privé), E-mail: ntvo@diakhuis.nl<br />

9. Door het aanbieden van kopij verklaart de inzender dat het manuscript<br />

ook niet aan een ander tijdschrift wordt aangeboden, dat<br />

de als auteurs genoemde personen instemmen met hun vermelding<br />

als zodanig en dat de auteurs ermee instemmen dat de redactie de<br />

kopij ter beoordeling <strong>voor</strong>legt aan haar adviseurs. In een begeleidend<br />

schrijven dient de inzender ook te verklaren, dat indien de<br />

kopij in het <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong> wordt gepubliceerd,<br />

de inzender alle rechten van bedoelde kopij met betrekking<br />

tot verveelvoudiging en/of openbaarmaking door middel van druk,<br />

fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook overdraagt<br />

aan de <strong>Nederlands</strong>e Orthopaedische Vereniging.<br />

10. Toestemming van de auteur(s) en de uitgever is vereist <strong>voor</strong> het<br />

gebruik van eerder gepubliceerd materiaal en dient het manuscript<br />

te vergezellen bij de aanbieding <strong>voor</strong> publicatie.<br />

Manuscripten die betrekking hebben op onderzoek bij (proef)<br />

personen worden slechts geaccepteerd op <strong>voor</strong>waarde dat in de<br />

tekst vermeld staat dat de studie is goedgekeurd door de Medische<br />

Ethische Commissie van de instelling, waar het onderzoek heeft<br />

plaatsgevonden. Manuscripten die betrekking hebben op onderzoek<br />

bij proefdieren worden slechts geaccepteerd op <strong>voor</strong>waarde dat in<br />

de tekst vermeld staat dat de studie is goedgekeurd door de Dier<br />

Experimenten Commissie van de instelling, waar het onderzoek<br />

heeft plaatsgevonden.<br />

Vol<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010 ■ 143


<strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong><br />

Congres-, bij- en nascholingsagenda<br />

Meer informatie Zie besloten deel NOV-website: www.orthopeden.org<br />

V o l<br />

17<br />

sept<br />

’10<br />

oktober 2010<br />

22 Train de Arts tot Opleider: Basistraining Clinical Teaching - Heerlen<br />

23 VOCA Nederland Congres 2010: Spine Surgery<br />

27 De patient centraal!!...en nu echt! - Harderwijk<br />

27 Uw jaarrekening leren lezen - Utrecht<br />

28 Train de Arts tot Opleider: Basistraining Clinical Teaching<br />

29 Voorbereid naar de toekomst; over ontwikkelingen in de medische zorg rond ouderen - Haarlem<br />

november 2010<br />

1 Advanced Trauma Life Support provider cursus - Riel<br />

1 Train de trainers 2010 - Leiden<br />

2 Traumaoverleg Traumacentrum West-Nederland - Den Haag<br />

3 Expertisetraining Patiëntveiligheid<br />

3 Stralingsdeskundige niveau 4A/M <strong>voor</strong> medisch specialisten - Hengelo<br />

4 Beoordelings- en functioneringsgesprekken - Eindhoven<br />

4 Teach the Teacher: Cursus 3 (2010) - Amsterdam<br />

5 Jaarcongres Dutch Spine Society 2010 ‘Pediatric Spine’ - Nijmegen<br />

8 Teach the Teacher 1 - Zwolle<br />

9 Advanced Trauma Life Support provider cursus - Riel Utrecht<br />

11 Traumadagen 2010 - Amsterdam<br />

16 Train de trainers 2010 - Leiden<br />

18 Cursus 1: Teach the Teacher: Didactische Basisprincipes - Amsterdam<br />

18 Teach the Teacher: Startmodule Modernisering - Amsterdam Zuid-Oost<br />

19 CCOC Inflammatoire ziekten en prothesiologie onderste extremiteiten - Utrecht<br />

22 Rotterdam advanced elbow course - Rotterdam<br />

23 Advanced Trauma Life Support provider cursus - Riel<br />

23 Juridische aspecten van het beroepsmatig handelen - Amsterdam<br />

24 Basiscursis voet en enkel: Enkels en Pezen - Eindhoven<br />

25 Cursus 1: Teach the Teacher: Didactische Basisprincipes - Amsterdam<br />

26 Cursus Knieprothesiologie - Amsterdam Zuid-Oost<br />

30 Advanced Trauma Life Support provider cursus - Riel<br />

december 2010<br />

1 Beroepsvaardigheden training 4 - Berg en Dal<br />

1 Medisch Management in de GGZ - Zeist<br />

1 Team Resource Management 2 daagse - Ede<br />

2 Advanced Trauma Life Support provider cursus - Riel<br />

2 Cursus Management in de gezondheidszorg - Utrecht<br />

8 Werkgroep Voet en Enkel bijeenkomst - Utrecht<br />

9 Advanced Trauma Life Support provider cursus - Riel<br />

9 Casuistiekbesprekingen palliatieve zorg (herhaling 4) - Steijl<br />

9 Dissectie en toegangschirurgie van de onderste extremiteit - Groningen<br />

144 ■ <strong>Nederlands</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>voor</strong> <strong>Orthopaedie</strong>, Vol 17, Nr 3, september 2010


De E-Factor...<br />

«…maakt het verschil! Dankzij de verrijking met vitamine<br />

E, heeft ons nieuwe ‘highly cross-linked’ polyethyleen<br />

(vitamys ® ) een extreem hoge weerstand<br />

tegen oxidatie, veroudering en ‘wear’.<br />

De door een patent beschermde procedure van Mathys’<br />

laatste innovatie vitamys ® is één van de meest slijtvaste<br />

HXLPE materialen van deze tijd. Dit materiaal vindt<br />

u onder andere terug in de cementloze RM Pressfit<br />

vitamys ® cup.<br />

Maar… er kan meer met vitamys ® – nieuwsgierig<br />

geworden<br />

Mail naar vitamys@mathysmedical.com –<br />

Ik zie uw e-mail met belangstelling tegemoet!»<br />

Rob Ringelberg • General Manager Netherlands<br />

Mathys Orthopaedics B.V. • Landjuweel 50 • 3905 PH Veenendaal • Netherlands • www.mathysmedical.com


Wij halen alles uit de kast om uw<br />

patiënten in beweging te houden...<br />

www.biometcareconcepts.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!