Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

04.01.2015 Views

22 Kompakt Dermatologie - Uitgave 1 / 2013 Schokkend rapport uit Texaans brandwondencentrum Hoge sterftekans door toxische epidermale necrolyse Toxische epidermale necrolyse (TEN) is een ernstige geneesmiddeleneruptie die resulteert in sterfte bij 25% tot 50% van de patiënten. Er is onenigheid over de nauwkeurigheid van de SCORTEN schaal voor de voorspelling van mortaliteit en over de mogelijkheid dat behandelingen zoals intraveneus immunoglobuline (IVIg) de mortaliteit verandert. De auteurs bepaalden of SCORTEN de mortaliteit in een cohort nauwkeurig voorspelt, of IVIg de overleving verbeterde, en welke geneesmiddelen en medische comorbiditeiten de mortaliteit beïnvloeden. De prospectieve studie duurde 5 jaar en betrof 82 patiënten. Deze ontvingen hetzij ondersteunende zorg, intraveneus immunoglobuline, of cyclosporine als therapie. Van alle patiënten werd een SCORTEN beoordeling gemaakt bij de registratie, een notitie gemaakt van eerder gebruik van een agressief geneesmiddel, en een lijst van medische comorbiditeiten. Van de 82 patiënten, overleden 29% aan TEN. Deze mortaliteit was nauwkeurig voorspeld met de SCORTEN schaal met een oppervlakte onder de curve (AUC) van 0,83 in een receiver operator curve (ROC) analyse. Een Kaplan-Meier curve toonde geen verbeterde mortaliteit wanneer de patiënten IVIg versus ondersteunende zorg kregen (P=0,9). De geneesmiddelen die het vaakst verantwoordelijk waren voor TEN waren trimethoprim/sulfamethoxazole, gevolgd door anticonvulsanten, niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen en allopurinol. Een beperking was dat het design met een prospectief cohort niet optimaal is; beter zou een gerandomiseerde gecontroleerde trial zijn. De conclusie is dat SCORTEN een nauwkeurige voorspeller is van de mortaliteit binnen dit cohort. Het risico op sterfte werd statistisch significant vergroot door leeftijd > 40 jaar, voorkomen van een metabolisch syndroom en/of jicht, een groter deel van het lichaamsoppervlak betrokken bij de toxische epidermale necrolyse, een hogere SCORTEN score, en een groter aantal medische comorbiditeiten. IVIg veranderde de mortaliteit niet significant. Hoewel het hoogste aantal gevallen veroorzaakt werd door trimethoprim/sulfamethoxazole, was het grootste aandeel sterftegevallen te wijten aan allopurinol. Auteur: Firoz BF, Henning JS, Zarzabal LA, Pollock BH. Adres: Division of Dermatology, University of Texas Health Science Center, San Antonio, Texas 78229, USA. firoz@uthscsa.edu Studie: Toxic epidermal necrolysis: five years of treatment experience from a burn unit Bron: J Am Acad Dermatol.2012 Oct;67(4):630-5. doi: 10.1016/j. jaad.2011.12.014. Epub 2012 Jan 27 Website: www.jaad.com Lage 25-hydroxyvitamine D bloedspiegel correleert met psoriasis, ontstekingsactiviteit en obesitas Onthullende gegevens uit Spaanse case-control studie Sommige auto-immune aandoeningen zijn gekoppeld aan gereduceerde vitamine D spiegels, met name systemische lupus erythematosus, rheumatoïde artritis, diabetes mellitus en multipele sclerose. Het belangrijkste doel van dit onderzoek was de analyse van de 25-hydroxyvitamine D (OHD) status bij psoriasispatiënten in vergelijking met controlepersonen zonder deze aandoening. In dit case-control onderzoek werden 86 personen, 43 psoriasispatiënten en 43 op leeftijd en geslacht gematchte controlepersonen betrokken. De patiënten waren geregistreerd bij de ambulante kliniek van de afd. Dermatologie van het ziekenhuis van Granada, Spanje. Patiënten en controlepersonen werden gedurende een periode van 4 weken gevolgd, waarbij seizoensvariatie in vitamine D spiegels werden vermeden. Serum 25-OHD spiegels waren significant lager bij psoriasispatiënten dan bij controlepersonen, ook na correctie voor verwarrende factoren. Dit bleek uit een multivariate analyse (odds ratio voor vitamine D insufficiëntie 2,89; 95% BI 1,02-7,64; P

Dermatologie - Uitgave 1 / 2013 Kompakt 23 Melanoom aan vrouwelijke genitalia heeft slechte prognose Een klinisch-pathologische studie bij 85 gevallen Melanoom op de vrouwelijke genitalia heeft een slechte algehele prognose. Het doel van dit onderzoek betrof de prognosefactoren die de overleving van deze aandoening beïnvloeden. Hiertoe werden de Duke Melanoma and Tumor Registry databases doorzocht op gegevens over patiënten die tussen 1970 en 2009 klinische zorg hadden gekregen van het Duke University Medical Center, met de diagnose melanoom van de vrouwelijke genitaliën, met name vulva, vagina en cervix. Alle beschikbare histopathologische monsters werden verkregen voor verder onderzoek. In totaal werden 85 patiënten geïdentificeerd. De mediane follow-up periode was 8,8 jaar; aan het einde van de follow-up was bij 60% van de patiënten aan melanoom gerelateerde mortaliteit geconstateerd. De overlevingskansen na 1, 5 en 10 jaar waren 85%, 51% respectievelijk 30%. De beschikbare histopathologische monsters van 36 gevallen werden gereviewd door een dermatopatholoog (M.A.S.). Van de 36 gevallen waren er 15 bijzonder door de aanwezigheid van atypische melanocytaire hyperplasie, grenzend aan het primaire melanoom. Breslow diepte, lymfklier status, systemische therapie en chirurgie werden ook onderzocht op verschillen in overleving met de log-rank test. In het algemeen was overleving invers gecorreleerd met Breslow diepte, uitbreiding van lymfklier betrokkenheid en toediening van systemische agentia. Er werd een hogere overlevingskans waargenomen bij patiënten die een ruime lokale excisie hadden gekregen. De log-rank test toonde aan dat overleving in de verschillende decaden van diagnose niet significant verschilde. Een beperking van de studie was het geringe aantal onderzochte patiënten. De conclusie is dat ondanks dat nieuwe behandelingen zijn ontwikkeld en worden toegepast zijn er geen aanwijzingen dat de overlevingskansen zijn verbeterd gedurende de laatste 40 jaar. Wel hebben patiënten met dunnere melanomen die gemakkelijker operatief zijn te verwijderen een betere prognose dan patiënten met meer uitgebreid metastatisch melanoom ten tijde van hun registratie. Auteur: Tcheung WJ, Selim MA, Herndon JE 2nd, Abernethy AP, Nelson KC. Adres: Duke University Medical Center, Durham, North Carolina 27710, USA Studie: Clinicopathologic study of 85 cases of melanoma of the female genitalia Bron: JAAD 2012 Oct;67(4):598-605 doi: 10.1016/j.jaad.2011.11.921. Epub ‘12 Jan 13 Website: www.jaad.com Twee oesteroprogestagenen verbeteren acne laesies bij polycystisch ovarium syndroom Hormonale hoop voor puistende vrouwen Het wordt algemeen aangenomen dat acne meestal wordt veroorzaakt door een hyper-responsiviteit van de pilosebaceous eenheid op normale circulerende androgene hormonen. Bij enkele patiënten, vooral vrouwen, kunnen acne laesies worden geassocieerd met toegenomen serum androgeen spiegels (hyperandrogenisme). De meest algemene oorzaak daarvan is het polycystisch ovarium syndroom (PCOS). Bij vrouwen met acne en geverifieerd PCOS kan therapie met oestroprogestagenen (EPs) een uitstekende optie zijn. Het doel van dit onderzoek was het effect vast te stellen van 2 oestroprogestagenen (EPs), ethinylestradiol (EE) 30 mcg/drospirenon (DRSP) 3 mg en ethinylestradiol (EE) 30 mcg/chloormadinon acetaat (CMA) 2 mg. De EE combinaties werden vooral ingezet bij toegenomen serum androgeen spiegels en bij verscheidene huidparameters bij vrouwen met milde tot ernstige acne en PCOS. Er werden 59 vrouwen bij het onderzoek betrokken, waar gerandomiseerd 32 EE/DRSP kregen en 27 EE/CMA gedurende 6 maanden. De volgende parameters werden geëvalueerd: serum androgeen spiegels, de graad van acnevorming (geschat met de Pillsbury score) en hirsutisme (met de Ferriman-Gallwey score). Verder werden een non-invasieve bepaling van huidhydratie, transepidermaal waterverlies (TEWL) en homogeniteit van de huid uitgevoerd, en wel bij de start en na 3 respectievelijk 6 maanden. Beide behandelingen werden goed verdragen en toonden een significante verbetering van huid- en hormoonparameters. EE/DRSP vertoonde een krachtiger effect op acne en seborrhea. De conclusie is dat oestroprogestagenen een effectieve en veilige behandeling vormen voor vrouwen met acne en polycystisch ovarium syndroom. Niettemin blijkt de combinatie ethinylestradiol (EE) 30 mcg/drospirenon 3mg een sterkere therapeutische optie. Auteur: Colonna L, Pacifico V, Lello S, Sorge R, Raskovic D, Primavera G. Adres: 2nd Department of Dermatology Endocrinological Gynecology, Istituto Dermopatico dell‘Immacolata-IRCCS, Rome, Italy Laboratory of Biometry, University of Tor Vergata, Rome, Italië Studie: Skin improvement with two different oestroprogestins in patients affected by acne and polycystic ovary syndrome: clinical and instrumental evaluation Bron: JEADV 2012 Nov;26(11):1364-71 doi: 10.1111/j.1468-3083.2011.04292.x. Epub 2011 Oct 19 Website: www.wiley.com

22 Kompakt<br />

Dermatologie - <strong>Uitgave</strong> 1 / <strong>2013</strong><br />

Schokkend rapport uit Texaans brandwondencentrum<br />

Hoge sterftekans door toxische epidermale necrolyse<br />

Toxische epidermale necrolyse (TEN) is<br />

een ernstige geneesmiddeleneruptie die<br />

resulteert in sterfte bij 25% tot 50% van<br />

de patiënten. Er is onenigheid over de<br />

nauwkeurigheid van de SCORTEN schaal<br />

voor de voorspelling van mortaliteit en<br />

over de mogelijkheid dat behandelingen<br />

zoals intraveneus immunoglobuline (IVIg)<br />

de mortaliteit verandert. De auteurs bepaalden<br />

of SCORTEN de mortaliteit in een<br />

cohort nauwkeurig voorspelt, of IVIg de<br />

overleving verbeterde, en welke geneesmiddelen<br />

en medische <strong>com</strong>orbiditeiten de<br />

mortaliteit beïnvloeden. De prospectieve<br />

studie duurde 5 jaar en betrof 82 patiënten.<br />

Deze ontvingen hetzij ondersteunende<br />

zorg, intraveneus immunoglobuline,<br />

of cyclosporine als therapie. Van alle<br />

patiënten werd een SCORTEN beoordeling<br />

gemaakt bij de registratie, een notitie gemaakt<br />

van eerder gebruik van een agressief<br />

geneesmiddel, en een lijst van medische<br />

<strong>com</strong>orbiditeiten.<br />

Van de 82 patiënten, overleden 29% aan<br />

TEN. Deze mortaliteit was nauwkeurig<br />

voorspeld met de SCORTEN schaal met een<br />

oppervlakte onder de curve (AUC) van<br />

0,83 in een receiver operator curve (ROC)<br />

analyse. Een Kaplan-Meier curve toonde<br />

geen verbeterde mortaliteit wanneer de<br />

patiënten IVIg versus ondersteunende<br />

zorg kregen (P=0,9). De geneesmiddelen<br />

die het vaakst verantwoordelijk waren<br />

voor TEN waren trimethoprim/sulfamethoxazole,<br />

gevolgd door anticonvulsanten,<br />

niet-steroïdale anti-inflammatoire<br />

middelen en allopurinol. Een beperking<br />

was dat het design met een prospectief cohort<br />

niet optimaal is; beter zou een gerandomiseerde<br />

gecontroleerde trial zijn.<br />

De conclusie is dat SCORTEN een nauwkeurige<br />

voorspeller is van de mortaliteit<br />

binnen dit cohort. Het risico op sterfte<br />

werd statistisch significant vergroot door<br />

leeftijd > 40 jaar, voorkomen van een metabolisch<br />

syn<strong>dr</strong>oom en/of jicht, een groter<br />

deel van het lichaamsoppervlak betrokken<br />

bij de toxische epidermale necrolyse,<br />

een hogere SCORTEN score, en een groter<br />

aantal medische <strong>com</strong>orbiditeiten. IVIg<br />

veranderde de mortaliteit niet significant.<br />

Hoewel het hoogste aantal gevallen veroorzaakt<br />

werd door trimethoprim/sulfamethoxazole,<br />

was het grootste aandeel<br />

sterftegevallen te wijten aan allopurinol.<br />

Auteur: Firoz BF, Henning JS, Zarzabal LA,<br />

Pollock BH.<br />

A<strong>dr</strong>es: Division of Dermatology, University<br />

of Texas Health Science Center, San Antonio,<br />

Texas 78229, USA. firoz@uthscsa.edu<br />

Studie: Toxic epidermal necrolysis: five years<br />

of treatment experience from a burn<br />

unit<br />

Bron: J Am Acad Dermatol.2012<br />

Oct;67(4):630-5. doi: 10.1016/j.<br />

jaad.2011.12.014. Epub 2012 Jan 27<br />

Website: www.jaad.<strong>com</strong><br />

Lage 25-hy<strong>dr</strong>oxyvitamine D bloedspiegel correleert met psoriasis, ontstekingsactiviteit en obesitas<br />

Onthullende gegevens uit Spaanse case-control studie<br />

Sommige auto-immune aandoeningen<br />

zijn gekoppeld aan gereduceerde vitamine<br />

D spiegels, met name systemische lupus<br />

erythematosus, rheumatoïde artritis, diabetes<br />

mellitus en multipele sclerose. Het<br />

belangrijkste doel van dit onderzoek was<br />

de analyse van de 25-hy<strong>dr</strong>oxyvitamine D<br />

(OHD) status bij psoriasispatiënten in vergelijking<br />

met controlepersonen zonder<br />

deze aandoening. In dit case-control onderzoek<br />

werden 86 personen, 43 psoriasispatiënten<br />

en 43 op leeftijd en geslacht<br />

gematchte controlepersonen betrokken.<br />

De patiënten waren geregistreerd bij de<br />

ambulante kliniek van de afd. Dermatologie<br />

van het ziekenhuis van Granada,<br />

Spanje. Patiënten en controlepersonen<br />

werden gedurende een periode van 4 weken<br />

gevolgd, waarbij seizoensvariatie in<br />

vitamine D spiegels werden vermeden.<br />

Serum 25-OHD spiegels waren significant<br />

lager bij psoriasispatiënten dan bij controlepersonen,<br />

ook na correctie voor verwarrende<br />

factoren. Dit bleek uit een multivariate<br />

analyse (odds ratio voor vitamine D<br />

insufficiëntie 2,89; 95% BI 1,02-7,64;<br />

P

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!