04.01.2015 Views

Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

14 Kompakt<br />

Dermatologie - <strong>Uitgave</strong> 1 / <strong>2013</strong><br />

Inflammatoire reacties bij molluscum contagiosum<br />

Nieuwe klinische betekenissen onthuld<br />

Dit onderzoek was gericht op de frequentie,<br />

epidemiologie, klinische kenmerken<br />

en de prognostische betekenis van ontstoken<br />

molluscum contagiosum (MC)<br />

laesies, molluscum dermatitis, reactieve<br />

papulaire erupties die lijken op het Gianotti-Crosti<br />

syn<strong>dr</strong>ome, en atopische dermatitis<br />

bij patiënten met MC. Het betrof<br />

hier een retrospectieve review van medische<br />

dossiers afkomstig van een universiteitspraktijk<br />

voor pediatrische dermatologie.<br />

In totaal werden gegevens van 696<br />

patiënten met molluscum met een gemiddelde<br />

leeftijd van 5,5 jaar bij het onderzoek<br />

betrokken. De belangrijkste uitkomstmaten<br />

waren de frequenties,<br />

karakteristieken en geassocieerde kenmerken<br />

van ontstekingsreacties op MC bij<br />

patiënten met en zonder atopische dermatitis.<br />

Molluscum dermatitis, ontstoken MC<br />

laesies en op het Gianotti-Crosti syn<strong>dr</strong>oom<br />

lijkende reacties (GCLRs) kwamen<br />

voor bij 270 (38,8%), 155 (22,3%) respectievelijk<br />

34 (4,9%) van de patiënten. In<br />

totaal hadden 259 patiënten (37,2%) een<br />

geschiedenis van atopische dermatitis.<br />

Personen met atopische dermatitis hadden<br />

meer MC laesies (P&lt 0,001) en een toegenomen<br />

kans op molluscum dermatitis<br />

(50,6% vs. 31,8%; P&lt 0,001). Bij patiënten<br />

met molluscum dermatitis, namen<br />

de aantallen MC laesies gedurende 3<br />

maanden toe bij 23,4% van de patiënten<br />

behandeld met een topisch corticosteroïd<br />

en 33,3% van de patiënten die daar niet<br />

mee werden behandeld, vergeleken met<br />

16,8% van de patiënten zonder dermatitis.<br />

Patiënten met ontstoken MC laesies<br />

hadden minder kans op een verhoogd aantal<br />

MC laesies gedurende de volgende 3<br />

maanden dan patiënten zonder ontstoken<br />

MC laesies of dermatitis (5,2% vs. 18,4%;<br />

P&lt 0,03). De GCLRs werden geassocieerd<br />

met ontstoken MC laesies (P&lt; 0,001),<br />

vooral op ellebogen en knieën; zij waren<br />

pruritisch, en kondigden vaak de resolutie<br />

van MC aan. Twee patiënten ontwikkelden<br />

unilaterale, laterothoracale op exantheem<br />

lijkende erupties.<br />

De conclusie is dat inflammatoire reacties<br />

op molluscum contagiosum, inclusief de<br />

eerder niet voldoende herkende GCLR<br />

vaak voorkomen. De behandeling van<br />

molluscum dermatitis kan de spreiding<br />

van MC reduceren die via auto-inoculatie<br />

door krabben optreedt, terwijl ontstoken<br />

MC laesies en GCLRs celgemedieerde immuunreacties<br />

weerspiegelen die kunnen<br />

leiden tot virale klaring.<br />

Auteur: Berger EM et al.<br />

Studie: Experience With Molluscum Contagiosum<br />

and Associated Inflammatory Reactions<br />

in a Pediatric Dermatology Practice:<br />

The Bump That Rashes<br />

Bron: Arch Dermatol.2012 Aug 20:1-8. doi:<br />

10.1001/archdermatol.2012.2414<br />

Website: archderm.jamanetwork.<strong>com</strong><br />

Het Köbner fenomeen bij vitiligo<br />

Goede maat voor klinisch profiel en ziekteactiviteit<br />

De klinische significantie van het Köbner<br />

fenomeen (KP) bij vitiligo voor wat betreft<br />

activiteit en verloop van de aandoening, is<br />

nog steeds onderwerp van debat. Kortgeleden<br />

is een nieuwe classificatie geïntroduceerd<br />

voor het vaststellen van KP. Het<br />

doel van dit onderzoek was een evaluatie<br />

van deze nieuwe methode in de klinische<br />

praktijk alsmede het bepalen van de klinische<br />

significantie, zowel wat betreft het<br />

klinisch profiel als het verloop van vitiligo<br />

en respons op de behandeling. In totaal<br />

werden 700 patiënten met algemene vitiligo<br />

bij deze observationele cohortstudie<br />

betrokken. KP werd volgens het nieuwe<br />

classificatiesysteem geclassificeerd in<br />

verschillende subtypes; KP1, op historische<br />

gronden; KP2A en KP2B, op basis<br />

van klinisch onderzoek (A, laesies op<br />

plaatsen met wrijving; B, lineair, kunstmatige<br />

laesies). KP1 was positief bij 34,1%<br />

van de patiënten, 66,3% waren KP2A-positief<br />

en 15,1% toonde KP2B. Het<br />

lichaamsoppervlak was significant<br />

(P

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!