Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com Uitgave 1 / 2013 Editor: dr. M.D. Njoo - Huidarts.com

04.01.2015 Views

12 Kompakt Dermatologie - Uitgave 1 / 2013 Haaruitval volgens het vrouwelijk patroon: Cochrane systematische review naar effectiviteit locale behandelingen Haaruitval volgens het vrouwelijk patroon (HVP), alopecia androgenetica, is het meest algemene type haarverlies, dat een ernstige psychologische impact op vrouwen met gereduceerde haardichtheid kan hebben. HVP wordt gekarakteriseerd door een progressieve vervanging van terminale haarfollikels met een langzame haargroeicyclus door miniatuur vellushaarfollikels met een snelle cyclus. De frontale haarlijn wordt bij alopecia niet altijd gehandhaafd. Het doel van de review was het bepalen van bewijzen voor de effectiviteit en veiligheid van de beschikbare behandelingen van HVP. De onderzochte databases waren de Cochrane Skin Group Specialised Register, de Cochrane Central Register of Controlled Clinical Trials in The Cochrane Library, MEDLINE, EMBASE, AMED, PsycINFO, LILACS en verscheidene registers van actuele trials (situatie van oktober 2011). De gerandomiseerde gecontroleerde trials bij vrouwen met HVP werden geïdentificeerd. Uiteindelijk werden 23 trials geselecteerd, waarbij 2349 deelnemers betrokken waren. Een serie interventies werd geëvalueerd, met 10 studies waarin variërende concentraties minoxidil werden toegepast. Gepoolde gegevens uit 4 studies wezen uit dat een groter deel van de deelnemers behandeld met minoxidil enige mate van hergroei rapporteerden dan deelnemers die een placebo hadden gekregen (relatief risico 1,86, 95% BI 1,42-2,43). Er was geen verschil tussen het aantal ongewenste bijwerkingen van de 2x daagse minoxidil behandeling vs. de placebo interventie, behalve voor een gerapporteerde toename van bijwerkingen als de dosis van minoxidil 5% 2x daags was. De meeste vergelijkingen werden ontleend aan afzonderlijke studies; deze werden beoordeeld als hetzij een hoog risico op bias lopend en/of als zij geen aandacht besteedden aan de vooraf gespecificeerde uitkomsten voor deze review en weinig concrete aanwijzingen presenteerden voor hetzij de effectiviteit hetzij de veiligheid van de interventies. Er is behoefte aan verdere goed ontworpen adequaat ondersteunde gerandomiseerde gecontroleerde trials waarin andere behandelingsopties worden onderzocht. Auteur: van Zuuren EJ, Fedorowicz Z, Carter B. Adres: Leiden University Medical Centre, Nederland UKCC (Bahrain Branch), College of Medicine, AMA International University of Bahrain, Awali, Bahrain North Wales Centre for Primary Care Research, Bangor University, Wrexham, U.K Studie: Evidence-based treatments for female pattern hair loss: a summary of a Cochrane systematic review Bron: Br J Dermatol. 2012 Nov;167(5):995- 1010. doi: 10.1111/j.1365-2133.2012.11166.x. Epub 2012 Oct 5 Website: onlinelibrary.wiley.com Pathogenese van recidiverende furunculose Nasaler dan u denkt ! Gemeenschap gebonden methicilline-resistente Staphylococcus aureus (CA-MRSA) neemt toe in incidentie en manifesteert zich als infecties van de huid en zachte weefsels, inclusief furunkels. De meeste studies waren gefocust op de epidemiologie van afzonderlijke furunkels en niet op een terugkerende aandoening. Buiten de Verenigde Staten zijn er weinig gegevens bekend omtrent de incidentie van furunculose. Dit rapport is een review van de literatuur over terugkerende furunculose en de impact van CA-MRSA op de aandoening. Verwijzingen naar wetenschappelijke artikelen werden opgespoord in PubMed, met als zoektermen ‚furunculosis‘, ‚recurrent furunculosis‘, ‚skin abscess‘ and ‚recurrent boils‘. Artikelen die niet verwezen naar furunculose secundair naar S. aureus, werden buiten beschouwing gelaten. In totaal werden in eerste instantie 1515 artikelen geselecteerd met de term ‚furunculosis‘, 77 met ‚recurrent furunculosis‘, 2778 met ‚skin abscess‘ en 1526 ‚recurrent boils‘. Na uitsluiting van artikelen die niet verwezen naar S. aureus furunculosis, bleven 86 artikelen over voor de review. Uit deze review bleek dat furunculose binnen de VS toeneemt, wat samenhangt met de epidemie van aan menselijk verkeer gebonden methicillineresistente Staphylococcus aureus en de nauwe samenhang van het resistente organisme met de Panton-Valentine leucocidine virulentiefactor. Deze factor is geassocieerd met folliculaire infecties in het algemeen, maar in het bijzonder met de sterkste associatie met furunculose en de regelmatige terugkeer ervan. In de VS worden de meeste furunkels veroorzaakt door CA-MRSA, terwijl ze elders in de wereld worden veroorzaakt door methicilline-sensitieve S. aureus. Nasaal transport van S. aureus is de primaire risicofactor voor terugkerende furunculose, wat bij 60% van de personen optreedt. Auteur: Demos M, McLeod MP, Nouri K. Adres: Department of Dermatology and Cutaneous Surgery, University of Miami Miller School of Medicine, Miami, FL, U.S.A Studie: Recurrent furunculosis: a review of the literature Bron: Br J Dermatol.2012 Oct;167(4):725-32. doi: 10.1111/j.1365-2133.2012.11151.x Website: onlinelibrary.wiley.com

Dermatologie - Uitgave 1 / 2013 Kompakt 13 Correlatie tussen de reactiviteit van sera van patiënten met erythematotelangiectatische rosacea en Bacillus antigens Onderschat niet de vlijt van de Demodex mijt ! Rosacea is een chronische inflammatoire huidaandoening die effect heeft op de huid van het gezicht en de ogen. Erythematotelangiectatische rosacea wordt gekarakteriseerd door flushing, oedeem en telangiectasieën. Patiënten met rosacea hebben verhoogde dichtheden van Demodex mites in hun huid vergeleken met controlepersonen. Bij een van Demodex mijten geïsoleerde bacterie (Bacillus oleronius) van een patiënt met papulopustulaire rosacea is aangetoond dat deze antigene proteïnen produceert die een rol spelen bij papulopustulaire en oculaire rosacea. Het doel van dit onderzoek was na te gaan of er een correlatie was tussen de reactiviteit van sera van patiënten met erythematotelangiectatische rosacea en Bacillus antigens, en de proteïnen te karakteriseren ten opzichte waarvan patiënten reactiviteit vertoonden. Hiertoe werden serummonsters van patiënten met erythematotelangiectatische rosacea en controlepersonen onderzocht op reactiviteit op Bacillus proteïnen door Western blot analyse. Proteïnen op welke de sera reageerden werden verwijderd van gels, verteerd door trypsine; verder werden putatieve identiteiten toegewezen op basis van een analyse van vloeistof chromatografie-massa spectrometrie (LC-MS). Van de 26 patiënten met erythematotelangiectatische rosacea toonden 21 (81%) serum reactiviteit op de 62- en 83-kDa proteïnen van B. oleronius, vergeleken met 41% (9/22) van de controlepersonen (P=0,004). Het 62-kDa proteïne werd gekarakteriseerd door LC-MS en vertoonde homologie met groEL chaperonine, dat een sterke immuunrespons bij zoogdieren opwekt. Het 83-kDa proteïne toonde homologie met aconitaat hydratase, waarvan de expressie wordt versterkt in bacteriën onder oxidatieve stress, en dat zeer immunogeen is. De conclusie is dat de meerderheid van de patiënten met erythematotelangiectatische rosacea serum reactiviteit tot proteïnen van B. oleronius vertonen, wat suggereert dat deze bacterie een rol speelt bij de inductie van deze aandoening. Deze proteïnen waarop sera van de patiënt reageerden bleken gelijkenis te vertonen met een heat shock proteïne en een enzym dat betrokken is bij de regulatie van de stress respons van de bacterie. Auteur: O‘Reilly N, Menezes N, Kavanagh K. Adres: Department of Biology, National University of Ireland Maynooth, Co. Kildare, Ireland Servico Dermatologia e Venereologia, Centro Hospitalar de Vila Nova Gaia/ Espinho, EPE, Rua Conceicao Fernandes, 4434-502 VN Gaia, Portugal Studie: Positive correlation between serum immunoreactivity to Demodex-associated Bacillus proteins and erythematotelangiectatic rosacea Bron: Br J Dermatol.2012 Nov;167(5):1032- 6. doi: 10.1111/j.1365-2133.2012.11114.x. Epub 2012 Sep 25 Website: onlinelibrary.wiley.com Vemurafenib behandeling bij patiëtnten met metastatisch melanoom Atypische veranderingen bij gezonde moedervlekken vastgesteld Bij patiënten met metastatisch melanoom die een BRAF V600E mutatie dragen reageren ongeveer 50% op een behandeling met vemurafenib, remmer van gemuteerd BRAF V600E. Er is een ongewenste bijwerking van vemurafenib beschreven, namelijk proliferatieve afwijkingen van keratinocyten, waaronder squameus celcarcinoom. Een lage concentratie vemurafenib zoals aanwezig in de epidermis activeert wildtype RAF; dit kan, in combinatie met een al bestaande RAS mutatie, proliferatie van keratinocyten bevorderen. Activerende BRAF mutaties komen voor in ca. 50% van de melanomen, maar zijn nog vaker waargenomen in melanocytaire naevi. De auteurs presenteren een geval van een patiënt met dynamische veranderingen in melanocytaire naevi, die goed zijn gedocumenteerd door sequentiële digitale dermatoscopie tijdens de vemurafenib therapie. Verschillende dermatoscopische veranderingen werden waargenomen. Ten eerste trad involutie van de naevi op, die oorspronkelijk een centraal verhoogd papillomateus en overwegend globulair patroon vertoonden. Ten tweede namen al bestaande naevi toe in afmeting en kregen pigmentatie, wat hen atypisch maakte. Zulke laesies waren vlak, met een overwegend reticulair patroon bij de start van het onderzoek. Ten derde ontstonden veel nieuwe naevi; hier werd excisie toegepast op een voorbeeld van elk van de laatstgenoemde twee typen, en die bleken wildtype BRAF te vertonen. De conclusie is dat de veranderingen in de naevi van een patiënt die met vemurafenib wordt behandeld, de noodzaak onderstreept van sequentiële huidonderzoekingen, inclusief dermatoscopie. Auteur: Haenssle HA, Kraus SL, Brehmer F, Kretschmer L, Völker B, Asper H, Kapp A, Gutzmer R. Studie: Dynamic Changes in Nevi of a Patient With Melanoma Treated With Vemurafenib: Importance of Sequential Dermoscopy Bron: Arch Dermatol. 2012 Aug 20:1-3. doi: 10.1001/archdermatol.2012.2649 [Epub ahead of print] Website: archderm.jamanetwork.com

12 Kompakt<br />

Dermatologie - <strong>Uitgave</strong> 1 / <strong>2013</strong><br />

Haaruitval volgens het vrouwelijk patroon:<br />

Cochrane systematische review naar effectiviteit locale behandelingen<br />

Haaruitval volgens het vrouwelijk patroon<br />

(HVP), alopecia an<strong>dr</strong>ogenetica, is<br />

het meest algemene type haarverlies, dat<br />

een ernstige psychologische impact op<br />

vrouwen met gereduceerde haardichtheid<br />

kan hebben. HVP wordt gekarakteriseerd<br />

door een progressieve vervanging van<br />

terminale haarfollikels met een langzame<br />

haargroeicyclus door miniatuur vellushaarfollikels<br />

met een snelle cyclus. De<br />

frontale haarlijn wordt bij alopecia niet<br />

altijd gehandhaafd. Het doel van de review<br />

was het bepalen van bewijzen voor<br />

de effectiviteit en veiligheid van de beschikbare<br />

behandelingen van HVP. De onderzochte<br />

databases waren de Cochrane<br />

Skin Group Specialised Register, de<br />

Cochrane Central Register of Controlled<br />

Clinical Trials in The Cochrane Library,<br />

MEDLINE, EMBASE, AMED, PsycINFO,<br />

LILACS en verscheidene registers van actuele<br />

trials (situatie van oktober 2011). De<br />

gerandomiseerde gecontroleerde trials bij<br />

vrouwen met HVP werden geïdentificeerd.<br />

Uiteindelijk werden 23 trials geselecteerd,<br />

waarbij 2349 deelnemers betrokken waren.<br />

Een serie interventies werd geëvalueerd,<br />

met 10 studies waarin variërende<br />

concentraties minoxidil werden toegepast.<br />

Gepoolde gegevens uit 4 studies wezen uit<br />

dat een groter deel van de deelnemers behandeld<br />

met minoxidil enige mate van<br />

hergroei rapporteerden dan deelnemers<br />

die een placebo hadden gekregen (relatief<br />

risico 1,86, 95% BI 1,42-2,43). Er was geen<br />

verschil tussen het aantal ongewenste<br />

bijwerkingen van de 2x daagse minoxidil<br />

behandeling vs. de placebo interventie,<br />

behalve voor een gerapporteerde toename<br />

van bijwerkingen als de dosis van minoxidil<br />

5% 2x daags was.<br />

De meeste vergelijkingen werden ontleend<br />

aan afzonderlijke studies; deze werden<br />

beoordeeld als hetzij een hoog risico op<br />

bias lopend en/of als zij geen aandacht besteedden<br />

aan de vooraf gespecificeerde<br />

uitkomsten voor deze review en weinig<br />

concrete aanwijzingen presenteerden voor<br />

hetzij de effectiviteit hetzij de veiligheid<br />

van de interventies. Er is behoefte aan<br />

verdere goed ontworpen adequaat ondersteunde<br />

gerandomiseerde gecontroleerde<br />

trials waarin andere behandelingsopties<br />

worden onderzocht.<br />

Auteur: van Zuuren EJ, Fedorowicz Z,<br />

Carter B.<br />

A<strong>dr</strong>es: Leiden University Medical Centre,<br />

Nederland UKCC (Bahrain Branch), College<br />

of Medicine, AMA International University<br />

of Bahrain, Awali, Bahrain North Wales<br />

Centre for Primary Care Research, Bangor<br />

University, Wrexham, U.K<br />

Studie: Evidence-based treatments for female<br />

pattern hair loss: a summary of a<br />

Cochrane systematic review<br />

Bron: Br J Dermatol. 2012 Nov;167(5):995-<br />

1010. doi: 10.1111/j.1365-2133.2012.11166.x.<br />

Epub 2012 Oct 5<br />

Website: onlinelibrary.wiley.<strong>com</strong><br />

Pathogenese van recidiverende furunculose<br />

Nasaler dan u denkt !<br />

Gemeenschap gebonden methicilline-resistente<br />

Staphylococcus aureus (CA-MRSA)<br />

neemt toe in incidentie en manifesteert<br />

zich als infecties van de huid en zachte<br />

weefsels, inclusief furunkels.<br />

De meeste studies waren gefocust op de<br />

epidemiologie van afzonderlijke furunkels<br />

en niet op een terugkerende aandoening.<br />

Buiten de Verenigde Staten zijn er weinig<br />

gegevens bekend omtrent de incidentie<br />

van furunculose.<br />

Dit rapport is een review van de literatuur<br />

over terugkerende furunculose en de impact<br />

van CA-MRSA op de aandoening.<br />

Verwijzingen naar wetenschappelijke<br />

artikelen werden opgespoord in PubMed,<br />

met als zoektermen ‚furunculosis‘, ‚recurrent<br />

furunculosis‘, ‚skin abscess‘ and<br />

‚recurrent boils‘. Artikelen die niet verwezen<br />

naar furunculose secundair naar S.<br />

aureus, werden buiten beschouwing gelaten.<br />

In totaal werden in eerste instantie<br />

1515 artikelen geselecteerd met de term<br />

‚furunculosis‘, 77 met ‚recurrent furunculosis‘,<br />

2778 met ‚skin abscess‘ en 1526 ‚recurrent<br />

boils‘. Na uitsluiting van artikelen<br />

die niet verwezen naar S. aureus furunculosis,<br />

bleven 86 artikelen over voor de review.<br />

Uit deze review bleek dat furunculose<br />

binnen de VS toeneemt, wat<br />

samenhangt met de epidemie van aan<br />

menselijk verkeer gebonden methicillineresistente<br />

Staphylococcus aureus en de<br />

nauwe samenhang van het resistente organisme<br />

met de Panton-Valentine leucocidine<br />

virulentiefactor. Deze factor is geassocieerd<br />

met folliculaire infecties in het<br />

algemeen, maar in het bijzonder met de<br />

sterkste associatie met furunculose en de<br />

regelmatige terugkeer ervan. In de VS<br />

worden de meeste furunkels veroorzaakt<br />

door CA-MRSA, terwijl ze elders in de wereld<br />

worden veroorzaakt door methicilline-sensitieve<br />

S. aureus. Nasaal transport<br />

van S. aureus is de primaire risicofactor<br />

voor terugkerende furunculose, wat bij<br />

60% van de personen optreedt.<br />

Auteur: Demos M, McLeod MP, Nouri K.<br />

A<strong>dr</strong>es: Department of Dermatology and Cutaneous<br />

Surgery, University of Miami Miller<br />

School of Medicine, Miami, FL, U.S.A<br />

Studie: Recurrent furunculosis: a review of<br />

the literature<br />

Bron: Br J Dermatol.2012 Oct;167(4):725-32.<br />

doi: 10.1111/j.1365-2133.2012.11151.x<br />

Website: onlinelibrary.wiley.<strong>com</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!