Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl
Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl
Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de Christus Gods gehoud<strong>en</strong> te màetgn word<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zii Hij uit dit ge.<br />
slacht voortgekom<strong>en</strong> is. Maar de Schi'iÍt doet zoo vaker <strong>en</strong> neemt de<br />
zoog<strong>en</strong>aamde wettige linie, ook al zal zij niet de natuurlijke zijn, alsof<br />
zij de natuurlijke geslachtslinie wegliet. En inderdaad is onze Heere<br />
Jàzus Christus niet gesprot<strong>en</strong> uit Salomo maar uit Nathan. En<br />
waarom wordt HiJ zoon van David g<strong>en</strong>oemd over de linie van<br />
Salomo Omdat de kroon, bij wijze van sprek<strong>en</strong>' voor e<strong>en</strong> tijd als<br />
in e<strong>en</strong> privaat huis verborg<strong>en</strong> was, totdat zij e<strong>en</strong>igszins in salathiël<br />
<strong>en</strong> Zerubbabel weer naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> is. Leer<strong>en</strong> wij dan, dat er<br />
ge<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdigheid is tussch<strong>en</strong> de beide Eyangelist<strong>en</strong>, wanneer<br />
á" *tr" de geslaehtslijst van onz<strong>en</strong> Heere Jezus Christus beschrijft<br />
van Nathan's kant, <strong>en</strong> de andere van salomo's kant. want de e<strong>en</strong>e<br />
bedoelt Zijn geslachtsliist aan te gev<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de natuurlijke linie,<br />
<strong>en</strong> de andere volg<strong>en</strong>s de wettelijke linig <strong>nl</strong>. van het koninklijk reeht<br />
<strong>en</strong> de waardigheid der lrfoon. want God wilde, dat in d<strong>en</strong> pelsoon<br />
van Jezus christus alles wat van Salomo voorzegd was, werd<br />
vervuld <strong>en</strong> bewaarheid,. Opnieuw zi<strong>en</strong> wij nog hierin, dat God ge<strong>en</strong><br />
groote praal gebruikt op de manier van de m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong>' Want wan'<br />
neer dez<strong>en</strong> wat gaan ondernem<strong>en</strong>, mak<strong>en</strong> zij groote toebereidsel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>grootlawaai.Enzelfszi<strong>en</strong>wij,date<strong>en</strong>handwerksmange<strong>en</strong>draad<br />
in áe naald kan rijg<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> steek naai<strong>en</strong>, zonder dat hij zijn arm<br />
beweegt,erbijgaatzitt<strong>en</strong>ofzichope<strong>en</strong>igeanderewijzebeweegt.<br />
Maar God houdt bij Zijn werk<strong>en</strong> al dat vertoon er niet op na: Hij<br />
doet het als in e<strong>en</strong> schuilhoekje, zoodat m<strong>en</strong> er niets van merkt.<br />
Maar zoo moet het, opdat w$ tot het geloof kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> begriip<strong>en</strong>,<br />
dat mettertijd God ons zal op<strong>en</strong>bar<strong>en</strong>, wat wij nooit hadd<strong>en</strong> gedacht.<br />
Verstaan wij het alzoo dan, dat God reeds in d<strong>en</strong> persoon van<br />
David wilde, dat het geslacht van d<strong>en</strong> Heere Jezus christus verviel,<br />
zonder dat echter de belofte werd t<strong>en</strong>iet gedaan, want deze<br />
houdt altijd haar kracht, <strong>nl</strong>. naar de orde die wij reeds uite<strong>en</strong>gezet<br />
hebb<strong>en</strong>. Maar al zij dit zoo, onze Heere Jezus heeft niet zoo'n<br />
luisterrijke afstamming, als de lied<strong>en</strong> van deze wereld het zoud<strong>en</strong><br />
will<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> ziet, dat Hii uit m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong> voortgekom<strong>en</strong> is, die niet'<br />
overe<strong>en</strong>komstig hun aÍstamming van koning David, e<strong>en</strong> klink<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
naam hebb<strong>en</strong>. Maar dat geschiedt, opdat wij altijd zull<strong>en</strong> verstaan'<br />
dat Zijn kracht om op te hop<strong>en</strong> onbegrijpelijk is, <strong>en</strong> opdat wij niet<br />
_o oi"rg"g"v<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn aan alles wat zich voor onze oog<strong>en</strong> laat<br />
zi<strong>en</strong>,datwljHemnietgrootmak<strong>en</strong>;wijmoet<strong>en</strong>wet<strong>en</strong>,datonsgeloof<br />
bov<strong>en</strong> heel de wereld uitklimm<strong>en</strong> moet, of het zou niet meer geloof<br />
zijn. Want gelijk het Woord Gods bov<strong>en</strong> de hemel<strong>en</strong> uitgaat, zoo<br />
98<br />
moet het ons ook daarhe<strong>en</strong> opvoer<strong>en</strong>; <strong>en</strong> wd moet<strong>en</strong> God toestaan,<br />
dat Hij handelt naar Zijn macht <strong>en</strong> Z4n raad, zóó dat wij zijn als<br />
arme blind<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij <strong>en</strong> voorzoover Hij ons verlicht, opdat wij Hem<br />
d<strong>en</strong> loÍ gev<strong>en</strong> die Hem toekomt, wanneer Hij zoo bov<strong>en</strong> al ons d<strong>en</strong>keir<br />
uitgegaan is. Zietdaar in hooÍdzaak, wat wij hebb<strong>en</strong> te onthoud<strong>en</strong>.<br />
Eindelijk moet<strong>en</strong> wij nog bij het punt kom<strong>en</strong>, dat <strong>Lukas</strong> zegt,<br />
dat Adam de zoon van God is geweest. Wij hebb<strong>en</strong> er bov<strong>en</strong> reeds<br />
op gewez<strong>en</strong>, dat <strong>Lukas</strong> e<strong>en</strong> ander <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d oogmerk heeft dan<br />
Mattheiis. Want Matthei.is ging niet verder dan het geslacht van<br />
Abraham, omdat de belofte daar het begin had. Dat was als 't ware<br />
de fontein <strong>en</strong> de bron van d<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>, waarop de wereld moest hop<strong>en</strong>.<br />
Matthe0s heeft het dus voldo<strong>en</strong>de geacht, ons Jezus voor oog<strong>en</strong> te<br />
houd<strong>en</strong> als d<strong>en</strong>g<strong>en</strong>e, aan wi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> kan zi<strong>en</strong>, dat God getrouw <strong>en</strong><br />
oprecht is geweest in hetge<strong>en</strong> Hij aan Zijn knecht Abraham heeft<br />
beloofd <strong>en</strong> daarna aan David heeft herhaald. Wij zi<strong>en</strong> dit, <strong>en</strong> zoo<br />
moet<strong>en</strong> wij tot de conclusie kom<strong>en</strong> (zooals van het begin af gezegd<br />
ls), dat Jezus Christus, de zoon van David <strong>en</strong> de zoon van Abraham,<br />
ook onze Verlosser is geweest, waaryan we heelemaal <strong>en</strong> vast verzekerd<br />
kunn<strong>en</strong> zijn. Maar <strong>Lukas</strong> heeft ons will<strong>en</strong> aantoon<strong>en</strong>, dat de<br />
génade, die door Gods Zoon is aangebracht, zich in het algeme<strong>en</strong><br />
tot heel de wereld uitstrekt. En inderdaad, wat zou het zijn, als wij<br />
slechts de geslachtslijst van Mattheiis hadd<strong>en</strong> Daarmee zou voor<br />
ons de deur geslot<strong>en</strong> zijn, nooit zoud<strong>en</strong> wij in Gods huis kunn<strong>en</strong><br />
ingaan, nooit e<strong>en</strong>ige geme<strong>en</strong>schap met Jezus Christus hebb<strong>en</strong>. Hij<br />
zou weliswaar m<strong>en</strong>schelijk vleesch hebb<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar er<br />
zou e<strong>en</strong> dikke muur zijn, die ons scheidde van Abrahams geslacht.<br />
lVant wij stamm<strong>en</strong> af van de heid<strong>en</strong><strong>en</strong>. \il'ij war<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong><br />
van Gods kerk, zonder e<strong>en</strong>ige belofte, zelfs zonder God, want Hd<br />
had. Zic}r van ons afgezonderd om te zegg<strong>en</strong>, dat Hij niet wilde, dat<br />
wij deelg<strong>en</strong>oot<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> van de geestelijke goeder<strong>en</strong>, die als e<strong>en</strong><br />
schat voor Zijn kinder<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. Maar wanneer wiJ<br />
dan e<strong>en</strong>erzijds zi<strong>en</strong>, dat Jezus Christus ons hier als zoon van<br />
Abraham wordt verklaard, lat<strong>en</strong> wij dan wet<strong>en</strong>, dat Hij de beloofde<br />
Verlosser is; wanneer Hij anderzijds zoon van Adam wordt g<strong>en</strong>oemd,<br />
verstaan wij het dan, dat het goed dat H$ heeft verworv<strong>en</strong>, niet<br />
slechts is voor e<strong>en</strong> handjevol m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong>, maar voor all<strong>en</strong>, van d<strong>en</strong><br />
grootste tot de kleinste, <strong>en</strong> dat wij waarlijk deel <strong>en</strong> aandeel hebb<strong>en</strong><br />
aan dit heil, hetwelk Hij voor ons heeft verdi<strong>en</strong>d bij God Zijn Vader<br />
door Zijn ge.hoorzaamheid, dat wij word<strong>en</strong> gewassch<strong>en</strong> <strong>en</strong> gereinigd<br />
door Zijn bloed, dat de erf<strong>en</strong>is welke Hem van nature toebehoort,<br />
99