Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl
Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl
Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wij zi<strong>en</strong> Manasse, die de stad Jeruzalem heeft vernield met bloed,<br />
die de profet<strong>en</strong> vermoord heeft. Wij zi<strong>en</strong> ander<strong>en</strong>, die zoo'n rooveriJ<br />
hebb<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d, dat er slechts schrikkelijke verwarring was. En<br />
toch is onze Heere Jezus Christus uit hun geslacht voortgekom<strong>en</strong>.<br />
Maar zij moet<strong>en</strong> opgeteek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> voor God, opdat wij ze ver.<br />
foei<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong>, in plaats van h<strong>en</strong> te eer<strong>en</strong>, omdat zij afstamd<strong>en</strong> allereerst<br />
uit Abrahams door God aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> geslacht, dan uit het<br />
geslacht van Juda, die weer e<strong>en</strong> graad voornamer <strong>en</strong> hooger was, <strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> slotte van Davids koninklijk<strong>en</strong> zetel. God }rad. Ziclt dat Koninkrijk<br />
als e<strong>en</strong> priesterlijk koninkrijk voorbehoud<strong>en</strong>: Hij had het in Zijn<br />
Naam gewgd, zooals reeds aangetoond is -<br />
<strong>en</strong> toch war<strong>en</strong> zij aÍvallig<strong>en</strong><br />
die God hebb<strong>en</strong> bedrog<strong>en</strong>, Hem d<strong>en</strong> oorlog hebb<strong>en</strong> verklaard,<br />
wreed de heilige profet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vervolgd, in wie niets was dan<br />
leug<strong>en</strong> <strong>en</strong> valschheid, ge<strong>en</strong> medelijd<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> ontferm<strong>en</strong> hoeg<strong>en</strong>aamd<br />
niet, die kortom van dit heilig Koningschap e<strong>en</strong> rooverstroep hebb<strong>en</strong><br />
gemaakt. Wanneer wij daarop zi<strong>en</strong>, dan zqn zij te meer te veroordeel<strong>en</strong>.<br />
Daarom moet<strong>en</strong> wij verstaan, dat het niets waard is e<strong>en</strong><br />
mooi<strong>en</strong> schijn te hebb<strong>en</strong>, naam te hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voor de meest vooraanstaande<br />
m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>, als wij niet waarldk vernieuwd<br />
zijn, gelijk ook Paulus zegt: Die in Jezus Christus gerek<strong>en</strong>d<br />
wil word<strong>en</strong>, die zij e<strong>en</strong> nieuw schepsel. Hij spreekt daar over h<strong>en</strong>,<br />
die g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> mooi vertoon <strong>en</strong> staatsie <strong>en</strong> die zich<br />
voor de m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Maar hij zegt: het is alles niets dan<br />
beuzelarij. Will<strong>en</strong> wij voor God <strong>en</strong> Zijne <strong>en</strong>gel<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>ning vind<strong>en</strong>,<br />
dan moet<strong>en</strong> wij van natuur verander<strong>en</strong>. Want wat komt ons uit<br />
moeders schoot toe dan alle bederf <strong>en</strong> boosheid Wanneer wij dus<br />
omgegot<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, d.w.z. vernieuwd word<strong>en</strong> door Gods Geest, dan<br />
hebb<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> onfeilbaar merkteekqn, dat wij als Zijne kinder<strong>en</strong><br />
erk<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Zietdaar dan, wat die koning<strong>en</strong> aangaatoverwiehier<br />
wordt gesprok<strong>en</strong>.<br />
Daarna is er ook nog de Babylonische ballingschap, waarin het<br />
blijkt, dat alles wat te vor<strong>en</strong> opgericht was, wordt neergeslag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
geruineerd. Wel e<strong>en</strong> harde beproeving, die de heilige vader<strong>en</strong> kond<strong>en</strong><br />
doormak<strong>en</strong>, van alle kant<strong>en</strong> geplaagd <strong>en</strong> in zoo harde di<strong>en</strong>stbaarheid<br />
gehoud<strong>en</strong>, dat zij daar war<strong>en</strong> als marktvee. En wat hoop was er<br />
voor h<strong>en</strong> Het leek er niet op, dat zij ooit moest<strong>en</strong> terugkeer<strong>en</strong>. En<br />
dat, terwijl God gezegd had, dat Davids koninkrijk best<strong>en</strong>dig zou<br />
ziJn, zoolang de zon <strong>en</strong> de maan aan d<strong>en</strong> hemel staan, Hoe komt er<br />
wat van terecht De voorlaatste koning wordt als e<strong>en</strong> boosdo<strong>en</strong>er<br />
voortgesleept; m<strong>en</strong> doet hem ket<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> ijzers aan voet<strong>en</strong> <strong>en</strong> hand<strong>en</strong>,<br />
94<br />
zelfs steekt m<strong>en</strong> hem de oog<strong>en</strong> uit, na z$ne kinder<strong>en</strong> in zijn teg<strong>en</strong>'<br />
woordigheid te hebb<strong>en</strong> geslacht. Daarxa houdt m<strong>en</strong> over hem e<strong>en</strong><br />
strafgeding <strong>en</strong> wordt h{ als e<strong>en</strong> misdadiger ter dood gebracht. Zoo<br />
wordt t<strong>en</strong> slotte het koninkrijk heelemaal vernietigd <strong>en</strong> (zooals ik<br />
al zeide) heel het koninklijke zaad uitgeroeid. Want hoewel Salathiël<br />
nog e<strong>en</strong>ige positie heeft, is toch heel het koninklijk geslacht als weg'<br />
gevaagd. Wie zou to<strong>en</strong> wat andere gezegd, hebb<strong>en</strong> dan dat God niet<br />
in ernst had gesprok<strong>en</strong> Zao zi<strong>en</strong> wij, dat die arme m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong>, die<br />
slechts de Íigur<strong>en</strong> <strong>en</strong> schaduw<strong>en</strong> der Wet bezat<strong>en</strong>, wel e<strong>en</strong> moeilijk<strong>en</strong><br />
strijd hadd<strong>en</strong> te verdur<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> zii zulk e<strong>en</strong> verwoesting zag<strong>en</strong>' dat<br />
hun, die er van hoord<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, de har<strong>en</strong> te berge rez<strong>en</strong>; gelijk<br />
God hun ook door Zijne profet<strong>en</strong> had bek<strong>en</strong>d gemaakt, dat alwie<br />
hoorde sprek<strong>en</strong> van de wraak, die Hij over Zijn volk uitoeÍ<strong>en</strong>de, ver'<br />
baasd zou zijn, <strong>en</strong> dat het iets zou zdn om iedere<strong>en</strong> tot verbijstering<br />
te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De oor<strong>en</strong>, zegt Hij, zull<strong>en</strong> klink<strong>en</strong>, wanneer m<strong>en</strong> zal<br />
hoor<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over de verschrikkelfike verwoesting, die Ik over u<br />
z<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zal, wanneer m<strong>en</strong> ziet, dat gij e<strong>en</strong> zoo verdory<strong>en</strong> volk zijt'<br />
dat Ik u op die manier verdruk. En zoo is het gekom<strong>en</strong>.<br />
Wij kunn<strong>en</strong> hier dan opmerk<strong>en</strong>, dat, als de heilige vader<strong>en</strong> stand'<br />
vastÍg gestred<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> alle schermutseling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de aanvall<strong>en</strong><br />
welke de Satan op h<strong>en</strong> richtte, <strong>en</strong> toch volhardd<strong>en</strong> met altdd de hun<br />
beloofde verlossing te verwacht<strong>en</strong>, wij hed<strong>en</strong>t<strong>en</strong>dage te sterker<br />
red<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om onwankelbaar <strong>en</strong> standvastig te zijn. 'Wanneer<br />
wij de Kerk verstrooid <strong>en</strong> verward zi<strong>en</strong>, de duivel <strong>en</strong> zijn trawant<strong>en</strong><br />
ln eere zijn <strong>en</strong> d<strong>en</strong> teugel vier<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Gods arme kinder<strong>en</strong> gekweld<br />
word<strong>en</strong>, dan moet<strong>en</strong> wij toch niet bezwiik<strong>en</strong>. Waarom niet De striid,<br />
di<strong>en</strong> de oude vader<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> verdur<strong>en</strong>, is veel moeilijker geweest<br />
om weer te bov<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in ge<strong>en</strong> geval beschikt<strong>en</strong> zij over de<br />
rvap<strong>en</strong><strong>en</strong> die wij teg<strong>en</strong>woordig hebb<strong>en</strong>. Wij kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> op onz<strong>en</strong><br />
lleere Jezus Christus, Die gezet<strong>en</strong> is aan de rechterhand Gods Zijns<br />
Vaders, <strong>en</strong> Die ons uitdrukkelijk zegt, dat Hii alle macht heeft in<br />
hemel <strong>en</strong> op aardg <strong>en</strong> dat Ziin kracht g<strong>en</strong>oegzaam is om Zijn Kerk<br />
op te richt<strong>en</strong>, ook wanneer zij honderdkeer neergeworp<strong>en</strong> was. Aan'<br />
gezi<strong>en</strong> wij dat hebb<strong>en</strong> tot onze versterking <strong>en</strong> God wil, dat ons<br />
gelooÍ triumfeer<strong>en</strong> zal over all<strong>en</strong> angst voor Satan, dan mog<strong>en</strong> w(j<br />
niet zoo laf zijn, dat wij verschrikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> alles in d<strong>en</strong> steek lat<strong>en</strong>,<br />
wanneer wij zi<strong>en</strong>, dat de Kerk niet bloeit <strong>en</strong> het Rijk van onz<strong>en</strong><br />
Heere Jezus Christus niet di<strong>en</strong> voorspoed heeft als te w<strong>en</strong>sch<strong>en</strong> ware.<br />
Daar mog<strong>en</strong> w$ wel tweemaal om d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. En dan, wii word<strong>en</strong> hier<br />
telk<strong>en</strong>s weer onderricht, dat God op Zin wjjze handelt <strong>en</strong> niet naar<br />
95