03.01.2015 Views

Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl

Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl

Mattheus l:l-16 en Lukas III: 23-38 - dewoesteweg.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Jakob, waarom zij dan ook hier met name staan uitgedrukt'<br />

fntussch<strong>en</strong> staat er, dat Juda de vader geweest is van onz<strong>en</strong><br />

Heere Jezus christus, waar hij uit zijn schoondochter Thamar kin'<br />

der<strong>en</strong> heeft gewonn<strong>en</strong>, van wie de Zoon van God afstamt' Onze<br />

Ileere Jezus Christus kon Zich wel, wanneer Hii dat gewild had'<br />

voor zoo'n schande gevriiwaard hebb<strong>en</strong>, 266 dat er in Zijn geslacht<br />

niet zoo'n hoererij, ja bloedschande, welke e<strong>en</strong> doodelijk misdriif was'<br />

ware geweest. zelfs zi<strong>en</strong> wij, dat Juda zijn schoondochter veroordeelde<br />

om verbrand te word<strong>en</strong>, niet wet<strong>en</strong>d van wi<strong>en</strong> zij ontvang<strong>en</strong><br />

had. Hij verdi<strong>en</strong>de dus door vier paard<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> te wor'<br />

d<strong>en</strong>, gezi<strong>en</strong> de verfoeilijke misdaad die hij had bedrev<strong>en</strong>' Want<br />

hoewel God alle hoererij ernstig veroordeelt, is bloedschande e<strong>en</strong><br />

monsterachtig ding, <strong>en</strong> door ons t<strong>en</strong> zeerste te verfoei<strong>en</strong>. Is het niet<br />

weeselijk, dat e<strong>en</strong> man omgang heeft met zÍjn schoondochter<br />

Desalniettemin is dat voorgekom<strong>en</strong> in het geslacht van onz<strong>en</strong><br />

Heere Jezus Christus. Wat zull<strong>en</strong> wij hier zegg<strong>en</strong> Want (zooals<br />

wij al hebb<strong>en</strong> aangestipt) het kon wel gebeur<strong>en</strong>, dat heel Zijn ge'<br />

slacht slechts adeldom <strong>en</strong> waardigheid had gehad, <strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong><br />

smet noch vlek van schande aan geweest was. Maar verstaan wij<br />

het dan, dat Hij reeds, vóór Hij gebor<strong>en</strong> was, Zich voor ons heeft<br />

will<strong>en</strong> vernietig<strong>en</strong>, zooals Paulus dat woord gebruikt, wanneer hij<br />

ons aantoont, hoe dur<strong>en</strong> prijs onze zaligheid aan onz<strong>en</strong> Heere Jezus<br />

christus heeft gekost <strong>en</strong> hoezeer hij zijnerzijds ze ook heeft geschat.<br />

Zoo moest dan Hij, Die Hoofd is der <strong>en</strong>gel<strong>en</strong>, Die de Koning der<br />

eere is, Wi<strong>en</strong> alle Majesteit toekomt, <strong>en</strong> voor Wi<strong>en</strong> alle knie moet<br />

gebog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, als vernietigd word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> zijn van het al'<br />

geme<strong>en</strong> peil der m<strong>en</strong>sch<strong>en</strong>, maar in Zijn geslacht e<strong>en</strong> zoo leelijk<br />

ding hebb<strong>en</strong> als bloedschande, gelijk wij zag<strong>en</strong>. En wanneer Hij in de<br />

wereld versch<strong>en</strong><strong>en</strong> is, dan zi<strong>en</strong> wij, hoe Hij door all<strong>en</strong> geminacht<br />

is geword<strong>en</strong>, zooals het in d<strong>en</strong> psalm staat, dat Hii e<strong>en</strong> worm is ge'<br />

weest <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> man, vooïaverp van spot <strong>en</strong> praat niet alle<strong>en</strong> bij de<br />

voornaamst<strong>en</strong> <strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong>, die achtbaar will<strong>en</strong> geacht word<strong>en</strong>, maar<br />

zelfs bij het gewone volk. Zietdaar dan wat wij bij deze passage<br />

hebb<strong>en</strong> te onthoud<strong>en</strong>, <strong>nl</strong>. dat onze Heere Jezus Christus onze m<strong>en</strong>'<br />

schelijke natuur niet heeft aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om Zijn waardigheid te vergroot<strong>en</strong>,<br />

maar veeleer heeÍt Hij, Zich vernederd hebb<strong>en</strong>de, heelemaal<br />

als 't ware will<strong>en</strong> vernietigd word<strong>en</strong>. En zulks, opdat wij met<br />

te grooter vertrouw<strong>en</strong> ons bii Hem kond<strong>en</strong> veilig stell<strong>en</strong>; want onze<br />

ongeloovigheid driift ons altijd aan' ons van God verre te houd<strong>en</strong>'<br />

En het is haast alsof, naarmate Hii ons meer nadert, wij lijk<strong>en</strong><br />

88<br />

sam<strong>en</strong> te spann<strong>en</strong> om van Hem terug te wijk<strong>en</strong>. Inderdaad, ziet, hoe<br />

m<strong>en</strong> in het pausdom zich in zoo veel afgrond<strong>en</strong> van bijgeloovighed<strong>en</strong><br />

gestort heeft, alsof onze Heere Jezus Christus niet de weg was om<br />

ons tot God, Zijn<strong>en</strong> Vader te leid<strong>en</strong>, gelijk Hij dat toch zegt. Wanneer<br />

het dan ook e<strong>en</strong> <strong>en</strong> al majesteit was in het geslacht van onz<strong>en</strong><br />

Heere Jezus Christus, zoud<strong>en</strong> wij daaruit aa<strong>nl</strong>eiding kunn<strong>en</strong> ontle<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

om te zegg<strong>en</strong>, dat wij niet waardig zijn ons in Zijn hand<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> onder Zijn leiding te stell<strong>en</strong>. Maar wanneer we zi<strong>en</strong>, dat Hij e<strong>en</strong><br />

deel van onze schande op Zic}l heeft will<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> wij daaruit<br />

verstaan, dat Hij Zicn- zoo verbond<strong>en</strong> heeft met de arme zondar<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> met h<strong>en</strong>, die verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> heelemaal door God verworp<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>,<br />

dat wij in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel opzicht hebb<strong>en</strong> te betwijfel<strong>en</strong>, dat Hij ons tot<br />

led<strong>en</strong> Zijns lichaams aanneemt <strong>en</strong> ons, uit oorzaak der broederschap<br />

die Hij met ons heeft, toegang doet vind<strong>en</strong>, zóó dat wij door God<br />

zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhoord <strong>en</strong> Hem aang<strong>en</strong>aam zull<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> Hem<br />

altijd Vader zull<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong>, wanneer wij onze toevlucht nem<strong>en</strong> tot<br />

Hem. Ziet daar dan, wat wij bij dit Schriftgedeelte hebb<strong>en</strong> te onthoud<strong>en</strong>.<br />

Verder hebb<strong>en</strong> wij ook dit te overweg<strong>en</strong>, dat al wat bij Juda aan<br />

voortreffelijkheid te vind<strong>en</strong> was, uit wije gunst voortgekom<strong>en</strong><br />

is <strong>en</strong> dat dit privilege hem niet gegev<strong>en</strong> is, omdat hij het verdi<strong>en</strong>d<br />

heeft, maar omdat God daarin de oneindige schatt<strong>en</strong> Zijner g<strong>en</strong>ade<br />

heeft will<strong>en</strong> ontvouw<strong>en</strong>. \il'ant Juda was niet de oudste zoon van<br />

Jakob, zooals wij wet<strong>en</strong>, <strong>en</strong> desniettemin is hem het eerstgeboorterecht<br />

gegev<strong>en</strong>. Zelfs is hem ook de koninklijke scepter gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

aan deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die uit zijn geslacht zoud<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong>, zooals door<br />

d<strong>en</strong> mond van zijn vader Jakob zelf is uitgesprok<strong>en</strong>. Hij gewint e<strong>en</strong><br />

kind, <strong>en</strong> David stamt daar weer van af. En hoe gewint hij het<br />

Niet door huwelijk, noch door e<strong>en</strong>voudige hoererij, maar door bloedschande.<br />

Zietdaar dus e<strong>en</strong> schepsel, dat verdi<strong>en</strong>t uitgeroeid te word<strong>en</strong><br />

van de wereld, <strong>en</strong> toch is Jezus Christus daaruit voortgekom<strong>en</strong>. En<br />

Juda heeft dit gezag over zijn broeders, hoewel het hem niet toe.<br />

kwam naar orde van geboorte, aangezi<strong>en</strong> hij dan e<strong>en</strong> lager<strong>en</strong> rang<br />

moest hebb<strong>en</strong>. Desniettemin verkiest God hem bov<strong>en</strong> al de<br />

ander<strong>en</strong>, <strong>en</strong> beveelt, dat het zoo zal zijn, <strong>en</strong> laat di<strong>en</strong>aangaande<br />

door d<strong>en</strong> patriarch Jakob uitspraak do<strong>en</strong>. \{'ij zi<strong>en</strong> hier dus,<br />

hoe alle m<strong>en</strong>schelijke verdi<strong>en</strong>ste neergeslag<strong>en</strong> wordt <strong>en</strong> dat God<br />

aan Z$ne g<strong>en</strong>ade zulk e<strong>en</strong> luister wil bijzett<strong>en</strong>, opdat wij zoud<strong>en</strong><br />

wet<strong>en</strong>, dat, wanneer Hij ons in Zijne weldad<strong>en</strong> doet deel<strong>en</strong>, dit niet<br />

voortvloeit uit iets onzerzdds noch wij Hem iets hoeg<strong>en</strong>aamd hebb<strong>en</strong><br />

89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!