Flyer PROFINET Basics (PDF 3,73 MB) - Phoenix Contact
Flyer PROFINET Basics (PDF 3,73 MB) - Phoenix Contact
Flyer PROFINET Basics (PDF 3,73 MB) - Phoenix Contact
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
INTERBUS-SAFETY<br />
BASICS<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Beslissingscriteria<br />
Werking<br />
Apparaatbeschrijving<br />
Integratieconcepten<br />
Internationale normering
PHOENIX CONTACT BV<br />
Postbus 246 · 6900 AE Zevenaar<br />
Tel.: (0316) 59 17 20 · Fax: (0316) 52 40 74<br />
www.phoenixcontact.nl<br />
PHOENIX CONTACT NV/SA<br />
Minervastraat 10-12 · B-1930 Zaventem<br />
Tel.: 02-7 23 98 11 · Fax: 02-7 25 36 14<br />
www.phoenixcontact.be<br />
2 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
1.<br />
Ethernet in de industriële<br />
automatisering<br />
De vraag naar hogere productiviteit van machines en installaties bij<br />
tegelijkertijd dalende kosten was altijd al de motor achter innovaties in<br />
de industriële automatisering. Meer dan 15 jaar geleden werd vanuit<br />
deze achtergrond INTERBUS ontwikkeld als eerste sensor-/actorbussysteem<br />
voor de overdracht van procesgegevens.<br />
Dankzij het bijzondere overdrachtsprotocol<br />
en de ringtopologie<br />
biedt het INTERBUS-systeem<br />
naast een snelle, cyclische en deterministische<br />
datacommunicatie<br />
een eenvoudige inbedrijfstelling,<br />
uitgebreide diagnosefuncties voor<br />
het minimaliseren van stilstandtijden<br />
en een hoge mate van<br />
storingvrijheid door de toepassing<br />
van o.a. de glasvezeltechniek.<br />
Deze eigenschappen alsmede de<br />
voordelige koppeling van sensoren<br />
en actoren hebben snel tot<br />
een hogere acceptatie van het<br />
veldbussysteem geleid. In maart<br />
2005 waren wereldwijd al meer<br />
dan 7,5 miljoen INTERBUSknooppunten<br />
toegepast in meer<br />
dan 680.000 applicaties in een<br />
groot aantal industriële toepassingen.<br />
De geïnstalleerde basis<br />
komt volgens berekeningen op<br />
basis van een Frost & Sullivanstudie<br />
overeen met een waarde<br />
van 1,4 miljard US-dollar.<br />
Als één van de<br />
meest toonaangevende<br />
veldbussystemen<br />
ter wereld wordt<br />
INTERBUS op dit<br />
moment in meer<br />
dan 680.000<br />
applicaties in<br />
een groot aantal<br />
takken van industrie<br />
toegepast<br />
<strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong> | 3
Machines en<br />
installaties<br />
moeten snel op<br />
kunnen worden<br />
afgestemd<br />
Bron:<br />
Magna Steyr/<br />
AUTOMOBIL<br />
ENTWICKLUNG<br />
Mehr Segmente und Nischen<br />
3<br />
Limousine<br />
Sportwagen<br />
Spyder<br />
6<br />
Fließheck<br />
Kombi<br />
Limousine<br />
Kleinwagen<br />
Sportwagen<br />
Coupé<br />
Mehrzweck-Fahrzeuge<br />
Fließheck<br />
Kombi<br />
Limousine<br />
Kleinwagen<br />
Sportwagen<br />
Coupé<br />
Cabrio<br />
Pickup<br />
Off-Road<br />
Sports Utility Vehicle<br />
Mehrzweck-Fahrzeuge<br />
Fließheck<br />
Kombi<br />
Limousine<br />
Kleinwagen<br />
Sportwagen<br />
Coupé<br />
Cabrio<br />
Roadster<br />
Off-Road<br />
Sports Utility Vehicle<br />
Mehrzweck-Fahrzeuge<br />
Fließheck<br />
Kombi<br />
Limousine<br />
Kleinwagen<br />
Sportwagen<br />
Coupé<br />
Cabrio<br />
Roadster<br />
Hybridfahrzeuge<br />
Neue Antriebssysteme<br />
60´er 70´er 80´er 90´er 2000<br />
8<br />
12<br />
14<br />
Pickup<br />
Procurement<br />
Management<br />
Planning<br />
Ethernet<br />
Feldbus<br />
Als uniforme netwerkstructuur verbindt Ethernet<br />
de afzonderlijke eilandoplossingen binnen het<br />
bedrijf met elkaar<br />
nieuwe omstandigheden<br />
Productiviteitspotentiëlen<br />
ontsluiten<br />
De huidige afzetmarkten worden<br />
gekenmerkt door steeds kortere<br />
productlevenscycli bij een continu<br />
toenemend aantal typen. In 1990<br />
bedroeg de levenscyclus van een<br />
personenauto bijvoorbeeld nog<br />
9,5 jaar en werden er acht typen<br />
(Sedan, Combi, Cabrio etc.) op<br />
hetzelfde platform gerealiseerd.<br />
Op dit moment worden 14 verschillende<br />
typen van een merk geproduceerd<br />
met een gemiddelde<br />
levenscyclus van 6,5 jaar. Om dit<br />
economisch rendabel te maken,<br />
is het dringend noodzakelijk dat de<br />
productie-installaties de Return on<br />
Invest (ROI) aanzienlijk eerder dan<br />
voorheen bereiken. Hiertoe dienen<br />
de ontwikkel- en engineeringskosten,<br />
die het grootste deel van de<br />
totale kosten voor hun rekening<br />
nemen, aanzienlijk te worden<br />
gereduceerd en dienen bestaande<br />
oplossingen simpelweg in nieuwe<br />
concepten te worden geïntegreerd.<br />
De communicatiestructuren binnen<br />
het bedrijf zijn daardoor van grote<br />
invloed op het ontsluiten van<br />
nieuwe productiviteitspotentiëlen.<br />
Netwerkstructuur<br />
unificeren<br />
Bedrijfsnetwerken worden op dit<br />
moment gekenmerkt door kostbare<br />
koppelingen en systemen voor<br />
data-uitwisseling tussen de vele<br />
afzonderlijke oplossingen in het<br />
productieproces en tussen productie-<br />
en bedieningsniveau.<br />
Een transparante toegang tot de<br />
machinedata, die voor een optimale<br />
opdrachten- en productieregeling<br />
noodzakelijk zou zijn, is<br />
alleen mogelijk tegen hoge kosten.<br />
Het doel is daarom de ontwikkeling<br />
van een uniforme netwerkstructuur,<br />
die de koppeling van alle<br />
machine- en installatiedelen alsmede<br />
de koppeling van deze delen<br />
met het productie-, plannings- en<br />
bedieningsniveau van de onderneming<br />
realiseert. De oplossing<br />
voor dit vraagstuk is Ethernet, want<br />
dit overdrachtsmedium heeft zich<br />
al bewezen op het gebied van de<br />
kantoorcommunicatie en wordt<br />
ook steeds meer toegepast in<br />
industriële omgevingen voor de<br />
koppeling van decentrale machineen<br />
installatiedelen onderling en<br />
met hogere systemen.<br />
Aanvullende Ethernetprotocollen<br />
Het voordeel van de wereldwijd<br />
uniforme communicatiestandaard<br />
Ethernet zit in de overdracht van<br />
grote hoeveelheden gegevens,<br />
het gelijktijdig uitvoeren van verschillende<br />
services alsmede de<br />
beschikbaarheid van standaard<br />
componenten en tools. Tot nu<br />
toe dient men echter een niet<br />
realtime-gedrag alsmede een hoge<br />
jitter voor lief te nemen. Daarom<br />
werken diverse fabrikanten en<br />
organisaties aan de ontwikkeling<br />
van aanvullende Ethernet-protocollen,<br />
die aan de speciale eisen<br />
van de industriële veldcommunicatie<br />
voldoen.<br />
4 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
PROFIBUS<br />
100 ms 10 ms<br />
1 ms<br />
TCP/IP<br />
NRT RT IRT<br />
Profinet voldoet<br />
aan de realtimeeisen<br />
van elke<br />
applicatie,<br />
waarbij de drie<br />
kanalen TCP/IP,<br />
RT en IRT parallel<br />
kunnen worden<br />
toegepast<br />
2.<br />
Keuze voor het meest<br />
uitgebreide Ethernet-protocol<br />
Productiebedrijven zullen alleen voor koppeling op basis van Ethernet<br />
kiezen, wanneer Ethernet op veldniveau dezelfde eigenschappen biedt<br />
als de huidige toegepaste bussystemen. Naast de snelle, cyclische en<br />
deterministische overdracht van procesdata alsmede de synchronisatie<br />
van aandrijfsystemen is de overdracht van veiligheidssignalen alsmede<br />
de transparante koppeling van de kantoorwereld met de fabriekswereld<br />
een must.<br />
Ook dienen de tot nu toe gedane<br />
investeringen van fabrikanten<br />
en gebruikers van automatiseringsproducten<br />
en -oplossingen<br />
te worden beschermd en dient<br />
er een vloeiende overgang van<br />
veldbus- naar Ethernet-oplossing<br />
te worden gerealiseerd. De<br />
INTERBUS Club heeft deze en<br />
andere belangrijke criteria van<br />
de op dit moment door verschillende<br />
bedrijven en organisaties<br />
ontwikkelde Ethernet-protocollen<br />
onder de loep genomen<br />
en vastgesteld dat Profinet op<br />
grond van de volgende redenen<br />
het beste aan de eisen van de<br />
industriële communicatie<br />
voldoet:<br />
2.1<br />
Flexibele realtimeoplossingen<br />
Profinet stelt drie communicatiekanalen<br />
ter beschikking, die op<br />
de eisen van de verschillende<br />
deelnemers zijn afgestemd<br />
en parallel op hetzelfde netwerk<br />
of apparaat kunnen functioneren.<br />
<br />
Standaard kanaal<br />
(TCP / IP, UDP / IP)<br />
Het standaard kanaal biedt<br />
gemiddelde reactietijden in<br />
de orde van grootte van<br />
100 ms voor eenvoudige<br />
apparaten. Het kanaal kan o.a.<br />
voor apparaatparametrering en<br />
configuratie alsmede het lezen<br />
<br />
<br />
van diagnosegegevens<br />
worden gebruikt.<br />
Realtime-kanaal RT (Real Time)<br />
Met gemiddelde cyclustijden van<br />
minder dan 10 ms komt het RTkanaal<br />
overeen met de eigenschappen<br />
van de huidige veldbussystemen.<br />
Het kanaal, dat als<br />
softwareoplossing in apparaten<br />
kan worden geïmplementeerd,<br />
ondersteunt een cyclische overdracht<br />
van gevevens alsmede<br />
gebeurtenisgestuurde meldingen<br />
en alarmsignalen.<br />
Realtime-kanaal IRT<br />
(Isochronous Real Time)<br />
Zeer dynamische motion<br />
applicaties kunnen door het<br />
<strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong> | 5
LNK<br />
ACT<br />
100<br />
ETH<br />
10/100 BASE-<br />
Reset<br />
IT applications<br />
e.g.<br />
• HTTP<br />
• SNMP<br />
• DHCP...<br />
TCP/UDP<br />
IP<br />
Ethernet<br />
Profinet applications<br />
Standard<br />
data<br />
Realtime switch ASIC<br />
RT<br />
Realtime<br />
data<br />
Realtime<br />
Communicatiekanalen in het Profinet-systeem<br />
Machine 2 Machine 3<br />
Control Foil feed Welding<br />
Ethernet<br />
Singling out<br />
Proxy<br />
Machine 1<br />
Collecting<br />
INTERBUS<br />
Profinet CBA biedt ondersteuning bij de opbouw<br />
van modulaire, decentrale machine- en installatieconcepten<br />
IRT<br />
IRT-kanaal worden gerealiseerd<br />
met cyclustijden van<br />
minder dan 1 ms en een jitter<br />
van minder dan 1 µs. IRT is<br />
gebaseerd op een Ethernetchip,<br />
die het zeer dynamische<br />
gedrag in RT-netwerken<br />
organiseert.<br />
2.2 Compatibiliteit<br />
met de „open<br />
Ethernet-wereld“<br />
Overal en direct toegang tot alle<br />
gegevens van de automatiseringssystemen<br />
op besturings- en<br />
productieniveau om productieprocessen<br />
te kunnen optimaliseren,<br />
zijn belangrijke eisen van productieplanningssystemen.<br />
Profinet<br />
voldoet aan deze eisen, omdat<br />
door toepassing van Ethernet<br />
standaards uit de communicatieen<br />
informatietechniek zoals OPC,<br />
XML, COM/DCOM, DHCP,<br />
SNMP, FTP of HTTP samen met<br />
de standaard protocollen TCP/IP<br />
en RT kunnen worden toegepast.<br />
2.3 Architectuurmodel<br />
voor de verdeelde<br />
automatisering<br />
Het op componenten gebaseerde<br />
architectuurmodel Profinet CBA<br />
(Component Based Automation)<br />
ondersteunt de trend naar het<br />
verdelen van automatiseringsfuncties<br />
over diverse intelligente<br />
subsystemen, omdat Profinet CBA<br />
zowel de installatie-engineering<br />
als de communicatie tussen de<br />
subsystemen en hun apparaten<br />
definieert.<br />
Terwijl de componenten binnen<br />
de functie-eenheden via Profinet<br />
of het INTERBUS-systeem met<br />
elkaar zijn verbonden, waarbij een<br />
Proxy voor de "vertaling" van de<br />
veldbusstandaard in het Profinetprotocol<br />
zorgt, is t.b.v. de communicatie<br />
tussen de functieeenheden<br />
de configuratie van de<br />
communicatierelaties noodzakelijk.<br />
Hiertoe worden de gegevens,<br />
die tussen de functie-eenheden<br />
moeten worden uitgewisseld,<br />
tijdens de programmering<br />
van de eenheden in een Profinet<br />
CBA-bestand geschreven.<br />
Aansluitend worden de parametergegevens<br />
van de afzonderlijke<br />
subsystemen in een<br />
koppeleditor geïmporteerd<br />
en worden de functie-eenheden<br />
middels "drag & drop" met elkaar<br />
gekoppeld.<br />
2.4 Eenvoudige integratie<br />
van bestaande<br />
veldbussystemen<br />
Veldbus-oplossingen kunnen<br />
via Proxies eenvoudig en<br />
probleemloos in een Profinetsysteem<br />
worden geïntegreerd.<br />
De Proxy fungeert hierbij als<br />
vertegenwoordiger van de<br />
veldbusapparatuur. De Proxy<br />
integreert de op een lager<br />
INTERBUS-systeem aangesloten<br />
deelnemers in het<br />
hogere Profinet-systeem.<br />
Hierdoor kunnen de voordelen<br />
van INTERBUS, zoals de hoge<br />
dynamiek, plaatsnauwkeurige<br />
diagnose en automatische<br />
configuratie van het systeem,<br />
ook in de Profinet-wereld worden<br />
gebruikt. Deze systeemvoordelen<br />
vereenvoudigen de planning<br />
Veldbussystemen<br />
worden via een<br />
Proxy in Profinet IO<br />
geïntegreerd om<br />
de investeringen<br />
van de gebruikers<br />
te beschermen<br />
PROFIBUS<br />
Proxy<br />
6 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
alsmede de inbedrijfstelling en<br />
service dankzij de omvangrijke<br />
diagnose-eigenschappen van<br />
het INTERBUS-systeem. De<br />
vertrouwde apparatuur en<br />
softwaretools kan men blijven<br />
gebruiken en worden in het<br />
Profinet-systeem geïntegreerd.<br />
2.5 Acceptatie door<br />
leveranciers van<br />
besturingstechniek<br />
Net zo belangrijk als de technische<br />
kenmerken van het communicatiesysteem<br />
is de koppeling<br />
met belangrijke besturingssystemen.<br />
Veel fabrikanten van<br />
besturingen zoals Siemens of<br />
<strong>Phoenix</strong> <strong>Contact</strong> hebben al een<br />
Profinet-interface in hun apparaten<br />
geïmplementeerd, zodat<br />
een brede acceptatie van het<br />
protocol en daarmee de toegang<br />
tot een groot aantal automatiseringsoplossingen<br />
in alle takken<br />
van industrie is gewaarborgd.<br />
De activiteiten van de Profibus<br />
gebruikersorganisatie en de<br />
INTERBUS Club alsmede hun<br />
leden dragen bij aan de continue<br />
verdere ontwikkeling van het<br />
Profinet-systeem alsmede aan<br />
het ter beschikking stellen van de<br />
betreffende producten en daarmee<br />
aan de toekomstzekerheid<br />
van Profinet. Bovendien wordt<br />
er aan de specificatie van een<br />
Profinet-Safety-concept gewerkt,<br />
waarmee de overdracht van<br />
standaard en veiligheidsgerichte<br />
gegevens via één kabel mogelijk<br />
is. Verder wordt een Securityoplossing<br />
ontwikkeld om de<br />
communicatie binnen industriële<br />
installaties te beveiligen tegen<br />
spionage, manipulatie of moedwillige<br />
beschadiging.<br />
3. Werking van<br />
Profinet IO<br />
Met Profinet IO stelt de Profinet-specificatie een integratiemodel voor<br />
eenvoudige veldapparatuur ter beschikking, dat overeenkomt met de<br />
standaard zienswijze van de huidige decentrale periferie. De<br />
componenten worden in de van de veldbusomgeving bekende vorm<br />
geadresseerd, via de apparaatbeschrijving in het betreffende<br />
engineeringstool (PC WorX, Step 7 etc.) geïntegreerd en hier tijdens<br />
de engineering op logische wijze aan een controller toegewezen.<br />
Omdat alle Ethernet-deelnemers<br />
gelijktijdig via het netwerk kunnen<br />
communiceren, verandert het<br />
master/slave-gedrag van de<br />
veldbustechnologie bij Profinet IO<br />
in een provider/consumermodel.<br />
De provider is daarbij de zender,<br />
die zijn gegevens zonder de vraag<br />
om ontvangstbevestiging aan de<br />
communicatiepartners, de consumers,<br />
overdraagt. De consumers<br />
verwerken dan de gegevens.<br />
In het kader van Profinet IO kunnen<br />
de volgende device-typen<br />
<br />
<br />
worden onderscheiden:<br />
IO-Controller<br />
De IO-Controller is een apparaat,<br />
via welke de aangesloten<br />
IO-Devices worden aangesproken.<br />
Meestal gaat het om een<br />
besturing binnen een decentrale<br />
functie-eenheid, die in- en<br />
uitgangssignalen met de toegewezen<br />
veldapparaten uitwisselt.<br />
<br />
IO-Device<br />
Als IO-Device wordt een decentraal<br />
veldapparaat (bijv. Remote<br />
I/O, motion controller, ventieleiland,<br />
switch) aangewezen,<br />
dat aan één of meerdere IO-<br />
Controllers is toegewezen en<br />
behalve proces- en configuratiedata<br />
ook alarmsignalen overdraagt.<br />
Het dataverkeer tussen<br />
de IO-Devices wordt gerealiseerd<br />
door de configuratie van<br />
provider/consumer-submodulen.<br />
IO-Supervisor<br />
De IO-Supervisor, bijv. een<br />
programmeerapparaat of een<br />
industriële PC, heeft parallel<br />
aan de IO-Controller toegang<br />
<strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong> | 7
ETH<br />
10/100 BASE-T<br />
LNK<br />
ACT<br />
100<br />
RESET<br />
MRESET<br />
RUN/PROG<br />
PRG<br />
STP<br />
PLC<br />
RUN<br />
FAIL<br />
INLINE CONTROL<br />
ILC 350 ETH<br />
Ord.No.: 2<strong>73</strong>7203<br />
IL<br />
RDY/RUN<br />
BSA<br />
FAIL<br />
PF<br />
E<br />
11 15 19 Q1 US<br />
12 16 I10 Q2 UM<br />
13 17 I11 Q3 UL<br />
14 18 I12 Q4<br />
Engineering system<br />
Ethernet<br />
not<br />
specified<br />
IO-Controller<br />
specified<br />
specified<br />
IO-Supervisor<br />
PROFIBUS<br />
IO-Device<br />
Naast de engineeringssystemen voor netwerkconfiguratie<br />
en I/O-adrestoewijzing onderscheidt<br />
Profinet IO drie verschillende device-typen<br />
tot alle proces- en parameterdata.<br />
Tussen IO-Controller, IO-Supervisor<br />
en de IO-Devices bestaan<br />
applicatierelaties voor de overdracht<br />
van configuratiedata (standaard<br />
kanaal), procesdata (realtime-kanaal)<br />
alsmede alarmsignalen<br />
(realtime-kanaal). Deze<br />
relaties worden tot stand gebracht<br />
in een context-managementsysteem,<br />
dat ook dient voor het<br />
instellen van de belangrijke<br />
communicatieparameters voor de<br />
tot stand te brengen communicatierelaties<br />
alsmede een duidelijke<br />
identificatie van de deelnemers.<br />
Profinet IOdevicemodel<br />
Het context-managementsysteem<br />
maakt voor de adressering gebruik<br />
van een devicemodel, dat de functionaliteit<br />
van een concreet veldapparaat,<br />
gezien vanuit Profinet<br />
IO, weergeeft. Deze zienswijze<br />
dient voor alle veldapparaten uniform<br />
te zijn, zodat een fabrikanten<br />
apparaatoverkoepelende<br />
communicatie mogelijk is. Verder<br />
dient er rekening mee te worden<br />
gehouden dat een IO-Device in<br />
het Profinet IO-systeem niet<br />
vanzelfsprekend overeenkomt<br />
met een fysiek veldapparaat,<br />
omdat het apparaat meerdere<br />
logische IO-Devices kan bevatten.<br />
Het IO-Device zelf definieert slots,<br />
waarin modulen kunnen worden<br />
geïntegreerd die uit tenminste één<br />
submoduul bestaan.<br />
Elk IO-Device heeft een universele<br />
apparaatidentificatie<br />
toegewezen gekregen. Deze<br />
identificatie is samengesteld uit<br />
een 16 bit fabrikantcode, die door<br />
de Profibus gebruikersorganisatie<br />
wordt uitgegeven en een 16 bit<br />
apparaatcode, die elke fabrikant<br />
zelf kan vastleggen.<br />
Het devicemodel<br />
geeft de<br />
functionaliteit<br />
van het veldapparaat<br />
weer,<br />
gezien vanuit<br />
Profinet IO<br />
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Stationn.<br />
Logical IO-Device<br />
Module:<br />
16DIO<br />
SM: Digit. In<br />
16 DI<br />
Parameter<br />
Subslot 1<br />
SM: Digit. Out<br />
16 DO<br />
Parameter<br />
Subslot 2<br />
In1<br />
In2<br />
In…<br />
In16<br />
Out1<br />
Out2<br />
Out…<br />
Out16<br />
Slot 0<br />
Toepasbare kabels<br />
Profinet werkt fullduplex met een<br />
communicatiesnelheid van<br />
100 Mbit/s (Fast Ethernet) en kan<br />
zowel in het productie- als kantoorbereik<br />
worden toegepast. U kunt<br />
kiezen uit de volgende kabeltypen:<br />
1. Elektrische kabels met<br />
getwiste koperaders<br />
De kabels dienen te voldoen aan<br />
de CAT5-eisen en de maximale<br />
afstand tussen twee componenten<br />
mag niet langer zijn dan 100 m.<br />
2. Optische kabels<br />
Als overdrachtsmedium kunnen<br />
multimode of singlemode glasof<br />
kunststofvezels worden gebruikt.<br />
De maximale afstand tussen twee<br />
componenten mag niet langer zijn<br />
dan 2 km (multimode) resp. 14 km<br />
(singlemode).<br />
8 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
4. Apparaatbeschrijving in<br />
INTERBUS en Profinet<br />
Om de benodigde componenten in een automatiseringsoplossing<br />
te kunnen integreren, dient in de diverse engineeringsstappen<br />
informatie over het apparaat ter beschikking te worden<br />
gesteld. Dit vindt doorgaans plaats via een apparaatbeschrijving.<br />
In het kader van het Profinet-systeem wordt deze beschrijving als GSDbestand<br />
(General Station Description) in XML-formaat in het betreffende<br />
engineeringssysteem geïmporteerd. Hierna kan het netwerk worden<br />
geconfigureerd, de besturing worden geprogrammeerd en kunnen de<br />
betreffende gegevens aan de IO-Controller worden overgedragen.<br />
De componenten in INTERBUSsystemen<br />
worden in de XMLgebaseerde<br />
taal FDCML (Field<br />
Device Communication Markup<br />
Language) volgens ISO 15 745-3<br />
beschreven. FDCML wordt<br />
gekenmerkt door de volgende<br />
eigenschappen:<br />
toe te passen bij apparaten<br />
met verschillende complexiteit<br />
systeemonafhankelijk<br />
uit te breiden door standaardisering<br />
van algemene<br />
FDCML-elementen<br />
ondersteunt online-omschakeling<br />
naar verschillende talen<br />
<br />
toepasbaar bij apparaten, die<br />
meerdere communicatiesystemen<br />
ondersteunen<br />
Het FDCML-devicemodel bestaat uit<br />
de volgende basiselementen:<br />
<br />
<br />
DeviceIdentity-object<br />
Het DeviceIdentity-object dient<br />
voor de apparaatidentificatie en<br />
-selectie, die bijvoorbeeld via<br />
de fabrikantnaam en het apparaattype<br />
of de apparaatcodering<br />
kan plaatsvinden.<br />
DeviceManager-object<br />
Het DeviceManager-object bevat<br />
alle informatie, die voor de configuratie<br />
van de installatie nood-<br />
Allocated tools<br />
Device patterns<br />
DeviceManager<br />
Communication<br />
properties<br />
Device resources<br />
importList<br />
datatypeTemplateList<br />
dictionary List<br />
helpFileList<br />
toolList<br />
pictureList<br />
deviceStructure<br />
localDataDescriptionList<br />
additionalItemList<br />
communicationEntity<br />
resource<br />
0 ..oo<br />
externalSchema<br />
Informatie over het apparaatmanagement<br />
in het DeviceManager-object<br />
0 ..oo<br />
0 ..oo<br />
Device structure<br />
0 ..oo<br />
Communication<br />
controller board<br />
< DeviceIdentity><br />
<br />
…<br />
< DeviceManager><br />
< DeviceStructure><br />
<br />
…<br />
<br />
…<br />
< CommunicationEntity><br />
< MAUusage><br />
…<br />
< CfgItemList><br />
…<br />
< ProcessdataItem><br />
Controller<br />
Programming system<br />
Vergelijkt men de beide apparaatbeschrijvingsdocumenten<br />
GSD in<br />
XML-formaat en FDCML, dan kan<br />
worden vastgesteld dat GSD in<br />
versie 1.0 niet kan worden toegepast<br />
voor de beschrijving van modulaire<br />
stations die uit modulen<br />
van verschillende fabrikanten zijn<br />
opgebouwd, zoals meestal in<br />
INTERBUS-systemen het geval<br />
is. Het GSD-concept is gebaseerd<br />
op een modulaire slave, waarbij<br />
alle toegepaste modulen van één<br />
fabrikant afkomstig zijn, zodat er<br />
slechts één GSD-bestand in XMLformaat<br />
per IO-station hoeft te<br />
worden aangehouden.<br />
INTERBUS<br />
Proxy<br />
FDCML<br />
GSD<br />
Het apparaatbeschrijvingsdocument FDCML kan zowel voor INTERBUSals<br />
voor Profinet IO-netwerken worden gebruikt<br />
<br />
ApplicationProcess-object<br />
Het ApplicationProcess-object<br />
stelt geschikte uitgangspunten<br />
voor de programmering of de<br />
integratie in programmeeromgevingen<br />
ter beschikking.<br />
Geringe inspanning<br />
In tegenstelling tot het vorige richt<br />
FDCML zich op de beschrijving<br />
van elk afzonderlijk apparaat of<br />
moduul. Omdat de interne afhankelijkheid<br />
van modulaire stations<br />
eveneens kan worden beschreven,<br />
kunnen de beschrijvingsmogelijkheden<br />
van GSD in XMLformaat<br />
ook met FDCML worden<br />
gerealiseerd. FDCML kan dus<br />
voor Profinet-netwerken worden<br />
gebruikt, omdat de voor de configuratie<br />
van Profinet IO-systemen<br />
vereiste apparaatinformatie in de<br />
FDCML-apparaatstructuur kan<br />
worden beschreven. De inspanning<br />
voor de beschrijving van een<br />
component worden daardoor<br />
aanzienlijk gereduceerd, want<br />
de beschrijving hoeft slechts<br />
eenmaal in FDCML te worden<br />
gegenereerd. GSD-bestanden<br />
van IO-stations worden dan "met<br />
één druk op de knop" vanuit de<br />
FDCML-editor gegenereerd.<br />
XML – eXtensible Markup Language<br />
XML vormt op dit moment de basis<br />
voor een groot aantal toepassingen.<br />
Bij deze metataal gaat het om een<br />
verkorte versie van de internationale<br />
norm SGML (Standard Generalized<br />
Markup Language), op basis waarvan<br />
zelfstandig speciale talen zoals<br />
HTML kunnen worden ontwikkeld.<br />
Omdat SGML zeer complex is en<br />
enkele delen van de norm slechts<br />
weinig worden toegepast, heeft het<br />
World Wide Web Consortium (W3C)<br />
met XML een vereenvoudigde taal<br />
gecreëerd. Het principe van XML is<br />
dat de opbouw van gegenereerde<br />
documenten een bepaald basismodel<br />
volgt, zodat de hierin opgenomen<br />
data beter en meerdere<br />
keren kan worden gebruikt.<br />
10 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
5. Concepten voor de integratie<br />
van INTERBUS in Profinet IO<br />
De combinatie van INTERBUS en Profinet IO draagt alleen bij<br />
aan de verhoging van de productiviteit wanneer de totaaloplossing<br />
transparant en uniform wordt weergegeven, zonder dat de<br />
specifieke voordelen van het veldbus- en Ethernet-systeem verloren<br />
gaan. Daarom is de integratie van INTERBUS in Profinet IO gebaseerd<br />
op het van internet bekende Proxy-concept. De netwerkovergang<br />
wordt gerealiseerd door gateways die een plaatsvervangende functie<br />
vervullen en op die manier waarborgen dat de op INTERBUS aangesloten<br />
apparaten en objecten probleemloos in het Profinet-concept<br />
kunnen worden geïntegreerd.<br />
Uitgaande van het Profinet IOdevicemodel,<br />
zijn de volgende<br />
concepten denkbaar voor de<br />
integratie van INTERBUS in de<br />
Ethernet-standaard:<br />
<br />
Transparante integratie<br />
Elke INTERBUS-deelnemer wordt<br />
op een virtueel IO-Device weergegeven.<br />
Het voordeel hiervan is dat<br />
alle op het veldbussysteem aangesloten<br />
apparaten direct in Profinet<br />
IO zichtbaar zijn. Voor elk IO-Device<br />
dient echter een eigen Ethernetframe<br />
met tenminste 64 bytes te<br />
worden verstuurd, ondanks het feit<br />
dat INTERBUS-deelnemers doorgaans<br />
slechts enkele procesdata<br />
bezitten. Dit leidt bij omvangrijke<br />
INTERBUS-systemen tot een<br />
hogere netwerkbelasting in het<br />
Profinet-systeem en daarmee tot<br />
een lagere protocolefficiëntie.<br />
Daarom is het transparante model<br />
slechts in beperkte mate geschikt<br />
voor de integratie van INTERBUS.<br />
<br />
Compacte integratie<br />
Het complete INTERBUS-systeem<br />
wordt als een IO-Device met slechts<br />
één moduul en één submoduul<br />
weergegeven. Omdat de complete,<br />
via INTERBUS beschikbare procesweergave<br />
met één Profinet IO-telegram<br />
kan worden overgedragen, is<br />
de netwerkbelasting in het Profinetsysteem<br />
gering. De structurele<br />
weergave van het INTERBUSsysteem<br />
is echter niet mogelijk,<br />
want de INTERBUS-deelnemers<br />
zijn niet meer zichtbaar in Profinet<br />
IO. Verder dient de INTERBUS-<br />
Proxy met een eigen engineeringstool<br />
te worden geconfigureerd.<br />
<br />
Modulaire integratie<br />
Elke INTERBUS-deelnemer wordt<br />
in slechts één IO-Device op een<br />
eigen moduul weergegeven. Hierdoor<br />
kan de data van alle modulen<br />
in één Ethernet-frame worden overgedragen,<br />
zodat een hoge protocolefficiëntie<br />
in het Profinet-systeem is<br />
gewaarborgd. De eigenschappen<br />
van de INTERBUS-deelnemers zijn<br />
vervolgens beschikbaar in het bijbehorende<br />
submoduul. Een voordeel<br />
is ook dat er geen extra configuratietool<br />
voor de INTERBUS-Proxy<br />
noodzakelijk is, omdat de samenstelling<br />
van een modulair apparaat<br />
door elk programmeersysteem<br />
wordt ondersteund.<br />
Physical IO-Device<br />
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Stationn.<br />
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Stationn.<br />
IP-Addr.<br />
Stationn. Logical IO-Device<br />
Stationn. Logical IO-Device<br />
Stationn. Logical IO-Device<br />
Logical IO-Device<br />
Logical IO-Device<br />
Module:<br />
16DIO<br />
SM: Digit. In In1<br />
SM: Digit. In In1<br />
16 DI In2<br />
SM: Digit. In In1<br />
16 DI In2<br />
Parameter SM: Digit. In… In In1<br />
16 DI In2<br />
Parameter SM: Digit. In… In In1<br />
Subslot 16 DI In2<br />
Parameter 1 In16<br />
In…<br />
Subslot 16 DI In2<br />
Parameter 1 In16<br />
In…<br />
In16<br />
SM: Digit. Subslot Out Parameter 1Out1<br />
In…<br />
Subslot 1 In16<br />
SM: Digit. Out Out1<br />
16 DO Subslot<br />
Out2<br />
1Out1<br />
In16<br />
SM: Digit. Out<br />
16 DO Out2<br />
Parameter SM: Digit. Out…<br />
Out1<br />
16 DO Out2<br />
Parameter SM: Digit. Out…<br />
Out1<br />
Subslot 16 DO Out2<br />
Parameter 2 Out16<br />
Out…<br />
Subslot 16 DO Out16 Out2<br />
Parameter 2 Out…<br />
Subslot Out16<br />
Slot 0 Parameter 2 Out…<br />
Subslot 2 Out16<br />
Slot 0<br />
Subslot 2 Out16<br />
Slot 0<br />
Slot 0<br />
Slot 0<br />
Transparante integratie: Elke INTERBUS-deelnemer<br />
wordt op een IO-Device weergegeven<br />
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Stationn.<br />
Logical IO-Device<br />
Module:<br />
16DIO<br />
SM: Digit. In<br />
16 DI<br />
Parameter<br />
Subslot 1<br />
SM: Digit. Out<br />
16 DO<br />
Parameter<br />
Subslot 2<br />
Slot 0<br />
In1<br />
In2<br />
In…<br />
In16<br />
Out1<br />
Out2<br />
Out…<br />
Out16<br />
Compacte integratie: Het complete INTERBUS-systeem<br />
wordt op een IO-Device weergegeven<br />
<strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong> | 11
Physical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Stationn.<br />
Physical IO-Device<br />
Logical IO-Device<br />
IP-Addr.<br />
Module:<br />
16DIO<br />
SM: Digit. In In1<br />
16 DI In2<br />
Parameter SM: In… Digit. In In1<br />
Subslot 1<br />
In16 DI In2<br />
Parameter In…<br />
SM: Digit. Out Out1<br />
Subslot 1<br />
16 DO Out2<br />
In16<br />
Parameter SM: Out… Digit. Out Out1<br />
Subslot 2<br />
Out16 DO Out2<br />
Parameter Out…<br />
Slot 0<br />
Subslot 2 Out16<br />
Slot 0<br />
Modulaire integratie: elke INTERBUS-deelnemer wordt<br />
op één moduul in een IO-Device weergegeven<br />
Stationn.<br />
Logical IO-Device<br />
Na afweging van de voor- en<br />
nadelen van de afzonderlijke<br />
integratiemodellen zullen de<br />
INTERBUS Club en haar leden<br />
in eerste instantie de specificatie<br />
van het modulaire concept in<br />
behandeling nemen. Dit wordt<br />
hieronder kort beschreven.<br />
Werkwijze van de<br />
modulaire integratie<br />
In het kader van de modulaire<br />
integratie is slot 1 van het<br />
Profinet IO-devicemodel voor de<br />
INTERBUS-master gereserveerd.<br />
Via het cyclische procesdatakanaal,<br />
dat voor statusmeldingen<br />
en firmware commando’s wordt<br />
gebruikt, kan de status van het<br />
INTERBUS-systeem worden<br />
opgevraagd en kunnen speciale<br />
acties zoals het in- en uitschakelen<br />
van deelnemers worden uitgevoerd.<br />
Op het diagnosekanaal<br />
van slot 1 wordt alle informatie<br />
weergegeven die geen betrekking<br />
heeft op een speciaal slot, zoals<br />
bijv. algemene parametreringsfouten.<br />
De besturing wordt via<br />
diagnosealarmen van elke diagnosemelding<br />
op de hoogte gebracht.<br />
Alle op de master aangesloten<br />
INTERBUS-slaves maken<br />
gebruik van slot 2 en volgende.<br />
De volgorde dient overeen te<br />
komen met de opbouw van het<br />
INTERBUS-systeem. Niet-gebruikte<br />
slots zijn daarom niet toelaatbaar.<br />
De cyclische procesdata van<br />
een slot wordt rechtstreeks aan de<br />
I/O-data van de afzonderlijke<br />
INTERBUS-slaves toegewezen,<br />
terwijl de Profinet IO-parameters<br />
voor het instellen van deelnemerspecifieke<br />
data (bijv. identificatiecode<br />
of procesdatalengte) en voor<br />
de weergave van apparaatspecifieke<br />
PCP-parameters worden<br />
gebruikt. Diagnosemeldingen van<br />
het INTERBUS-systeem zijn beschikbaar<br />
als Profinet IO-kanaaldiagnoses<br />
en brengen via diagnosealarmen<br />
de besturing hiervan<br />
op de hoogte. De besturing<br />
geeft de diagnosemelding vervolgens<br />
in duidelijke tekst weer.<br />
Het devicemodel functioneert als<br />
een INTERBUS-controlekaart, die<br />
in deze situatie echter niet communiceert<br />
via de backplane van het<br />
besturingssysteem, maar via een<br />
seriële Profinet-verbinding met de<br />
besturing.<br />
In het kader van de<br />
modulaire integratie<br />
is slot 1 voor de<br />
INTERBUS-master<br />
gereserveerd, terwijl<br />
de slaves aan slot 2<br />
en verder zijn<br />
toegewezen<br />
INTERBUS-master<br />
Status and control register<br />
Master diagnosis<br />
Diagnosis alarms<br />
INTERBUS-slaves<br />
Input / output data<br />
INTERBUS-parameters<br />
PCP-parameters<br />
Device diagnosis<br />
Diagnosis alarms<br />
Slot 1<br />
IO-Device<br />
Slot 2..n<br />
Profinet / INTERBUS-Proxy FL PN / IBS<br />
Als één van de eersten levert<br />
<strong>Phoenix</strong> <strong>Contact</strong> een Profinet/<br />
INTERBUS-Proxy, die de voordelen<br />
van het INTERBUS-systeem in de<br />
Profinet-wereld integreert. Dankzij de<br />
transparante toegang tot de data van<br />
de INTERBUS-componenten kunnen<br />
bestaande veldbusapplicaties<br />
eenvoudig in de totaaloplossing<br />
worden geïntegreerd. De op rail te<br />
monteren Proxy FL PN/IBS ondersteunt<br />
het fullduplex-bedrijf met<br />
100 Mbit/s en kenmerkt zich door een<br />
geoptimaliseerde overdrachtstijd,<br />
omdat de procesdata van alle<br />
componenten efficiënt worden<br />
samengevoegd.<br />
12 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
SC6 5 C: DIGITAL COMMUNICATION<br />
Technical<br />
Coordinator<br />
JWG10:<br />
Industrial Cabling<br />
IEC 61918<br />
WG11:<br />
Real Time Ethernet<br />
IEC 61784-2<br />
WG12:<br />
Communications for<br />
Functional Safety<br />
IEC 61784-3<br />
WG13:<br />
Cyber Security<br />
IEC 61784-4<br />
WG7:<br />
Function Block<br />
IEC 61804<br />
MT9:<br />
Fieldbus Maintenance<br />
IEC 61158<br />
IEC 61784-1<br />
Werkgroepen<br />
binnen de IEC<br />
SC6 5 C<br />
„Digital<br />
Communications“<br />
6. Internationale normering van<br />
INTERBUS en Profinet<br />
De internationale normering van communicatiesystemen en<br />
-componenten biedt zowel gebruikers als fabrikanten zekerheid,<br />
ondanks een bepaalde vertraging ten opzichte van de ontwikkelactiviteiten.<br />
Want normering biedt de garantie dat de apparaten van<br />
verschillende producenten probleemloos binnen een automatiseringsoplossing<br />
samenwerken.<br />
Daarom volgt de INTERBUS Club<br />
sinds een aantal jaren een actieve<br />
normeringspolitiek, die zich weerspiegelt<br />
in de ratificatie van het<br />
systeem in DIN E 19 258 (mei<br />
1994), EN 50 254 (december 1998)<br />
en IEC 61 158 (januari 2000). Op<br />
dit moment staat de verbinding van<br />
INTERBUS en Profinet in het<br />
middelpunt van de normeringstechnische<br />
activiteiten, die voornamelijk<br />
in IEC SC65C "Digital<br />
Communications" plaatsvinden en<br />
in Duitsland in de K956 "veldbus"<br />
worden begeleid.<br />
INTERBUS is op dit moment<br />
samen met de veldbussystemen<br />
Foundation Fieldbus, ControlNet,<br />
Profibus, P-Net, Swiftnet en<br />
WorldFIP genormeerd in<br />
IEC 61 158, de norm die in maart<br />
2003 werd geactualiseerd. Omdat<br />
IEC 61 158 verschillende veldbusspecificaties<br />
bevat, werden zogenaamde<br />
"communicatieprofielen<br />
ten behoeve van IEC 61 158"<br />
gedefinieerd en in de internationale<br />
norm IEC 61 784-1 gepubliceerd.<br />
De communicatieprofielen<br />
geven delen van de algemene<br />
IEC 61 158 specificatie weer, die<br />
overeenkomen met de betreffende<br />
communicatiesystemen (bijv.<br />
INTERBUS, Profibus etc.).<br />
In maart 2004 zijn de<br />
normenseries EN IEC 61 158 en<br />
EN IEC 61 784-1 door de<br />
Europese normeringsorganisatie<br />
CENELEC geratificeerd en daarmee<br />
automatisch in de normering<br />
van de CENELEC-lidstaten overgenomen.<br />
Geïntegreerde<br />
Ethernet-concepten<br />
De werkzaamheden aan de<br />
IEC 61 158 hebben aangetoond<br />
dat er naast de "klassieke" veldbussystemen<br />
in toenemende mate<br />
op Ethernet gebaseerde oplossingen<br />
voor de industriële datacommunicatie<br />
worden toegepast.<br />
Daarom zijn de gedurende de<br />
bewerking van de norm belangrijke<br />
Ethernet-concepten Profinet,<br />
Ethernet IP en Fieldbus<br />
Foundation HSE in IEC 61 158<br />
<strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong> | 13
uitgave 3 opgenomen. In IEC<br />
SC65C werd bovendien een<br />
nieuw normeringsontwerp IEC 61<br />
784-2 ten behoeve van het thema<br />
"Additional Profiles for ISO/IEC<br />
8802-3 based communication<br />
networks in real time applications"<br />
voorgesteld. Bijbehorende activiteiten<br />
vinden plaats in werkgroep<br />
11 (IEC SC65C/ WG 11) "Real<br />
Time Ethernet (RTE)", die tot<br />
augustus 2007 communicatieprofielen<br />
vastlegt. Verder worden<br />
de RTE-uitbreidingen van de<br />
reeds in IEC 61 158 opgenomen<br />
communicatiesystemen (bijv.<br />
Profinet IO) en andere op Ethernet<br />
gebaseerde oplossingen zoals<br />
Ethernet Powerlink, waarvan de<br />
basisspecificatie als PAS (Publicly<br />
Available Specification) beschikbaar<br />
dient te zijn, in de volgende<br />
uitgave van IEC 61 158. Deze<br />
norm dient eind 2007 te zijn<br />
voltooid.<br />
De INTERBUS Club en de<br />
Profibus gebruikersorganisatie<br />
werken samen aan de noodzakelijke<br />
specificatiewerkzaamheden<br />
voor het Profinet-protocol. De<br />
INTERBUS-specificatie wordt<br />
m.b.t. deze context uitgebreid ten<br />
behoeve van een optimale koppeling<br />
aan het Profinet-protocol.<br />
Door de combinatie van beide<br />
genormeerde systemen krijgt de<br />
gebruiker een stabiele en brede<br />
technologische basis voor de<br />
opbouw van toekomstzekere<br />
communicatieoplossingen.<br />
7. Continue doorontwikkeling<br />
van beide systemen<br />
Toekomstgerichte en concurrentiegeoriënteerde branches zoals<br />
de automobielindustrie volgen de opvattingen van de<br />
INTERBUS Club en zullen in de toekomst ook het Profinetsysteem<br />
in hun automatiseringsoplossingen toepassen.<br />
Eind november 2004 maakten de<br />
bedrijven Audi, BMW,<br />
DaimlerChrysler en Volkswagen,<br />
die zich in de AIDA (Automatisierungs-Initiative<br />
Deutscher Automobilhersteller)<br />
hebben verenigd,<br />
bekend dat de protocolstandaard<br />
Profinet met geïntegreerde persoonlijke<br />
veiligheid voor een eenvoudige<br />
en uniforme koppeling<br />
van de automatiseringscomponenten<br />
wordt gebruikt zodra dit<br />
zowel technische als bedrijfsecomische<br />
voordelen oplevert.<br />
Deze beslissing is een signaal<br />
voor een groot aantal andere<br />
branches, die in het verleden de<br />
in de automobielproductie toegepaste<br />
en beproefde automatiseringsconcepten<br />
bij hun machines<br />
en installaties hebben toegepast.<br />
Op dit moment werken de<br />
INTERBUS Club en haar leden<br />
in verschillende Profinet-werkgroepen<br />
aan standaards voor<br />
een veiligheidsgerichte dataoverdracht<br />
en Motion Control-toepassingen<br />
alsmede aan beveiligingsmechanismen<br />
tegen onbevoegde<br />
toegang of manipulatie van het<br />
netwerk. Dankzij de uitgebreide<br />
ervaring die de INTERBUS Club<br />
14 | <strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong>
heeft opgedaan bij de ontwikkeling<br />
van het veilige veldbussysteem<br />
INTERBUS-Safety, kan men er<br />
van uitgaan dat op korte termijn<br />
een oplossing met betrekking tot<br />
persooonlijke veiligheid beschikbaar<br />
zal zijn.<br />
INTERBUS-systeem<br />
verder geoptimaliseerd<br />
De Ethernet-chip die voor de<br />
implemantatie van het realtimekanaal<br />
IRT in Motion Controlapparaten<br />
noodzakelijk is, is<br />
in 2005 op de markt gekomen.<br />
Ondanks de door de AIDA<br />
gewenste bedrijfseconomische<br />
voordelen, kan worden vastgesteld<br />
dat een dergelijke hardwareondersteuning<br />
de prijs van de<br />
veldapparaten zal verhogen.<br />
Daarom gaat de INTERBUS Club<br />
er vanuit dat veldbussystemen op<br />
middellange termijn ook voor de<br />
koppeling van lokale subbussystemen<br />
en eenvoudige veldapparaten<br />
worden gebruikt, omdat<br />
de toepassing van Ethernetprotocollen<br />
op dit niveau nog te<br />
complex en te duur is.<br />
De INTERBUS Club bevestigt<br />
deze inschatting door het<br />
INTERBUS-systeem continu<br />
verder te ontwikkelen. Eind 2005<br />
wordt met de SUPI 4 een nieuwe<br />
slave-protocolchip ter beschikking<br />
gesteld, die de technologische<br />
beschikbaarheid van INTERBUS<br />
waarborgt, de eigenschappen van<br />
het systeem optimaliseert, interfacekosten<br />
verlaagt en systeemreserves<br />
creëert. Het door TÜV<br />
Rheinland en BGIA gecertificeerde<br />
veilige veldbussysteem<br />
Command<br />
level<br />
Control<br />
level<br />
Complex<br />
field devices<br />
Simple<br />
field devices<br />
Ethernet<br />
TCP/IP<br />
Automatiseringsoplossingen kunnen in vier niveaus<br />
worden opgedeeld, die elk hun eigen eisen stellen aan<br />
de industriële communicatie<br />
INTERBUS-Safety, waarvoor de<br />
eerste componenten nu worden<br />
aangeboden, wordt op dit moment<br />
met succes in verschillende toepassingen<br />
gebruikt. Ook de specificatie<br />
van een INTERBUS/<br />
Profinet-Proxy is gereed voor<br />
beoordeling en werd eind maart<br />
2005 gepubliceerd, zodat<br />
geïnteresseerde fabrikanten een<br />
overeenkomend apparaat kunnen<br />
ontwikkelen.<br />
INTERBUS-Safety INTERBUS-protocolchip SUPI 4<br />
Het veilige veldbussysteem<br />
INTERBUS-Safety overtuigt door:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Probleemloze integratie<br />
Veilige en niet-veilige deelnemers kunnen op<br />
één buskabel worden aangesloten<br />
Eenvoudige bediening<br />
De bekende procedure van het standaard<br />
INTERBUS-systeem blijft behouden<br />
Plaatsnauwkeurige diagnose<br />
Detecteren van kortsluiting, storingen in de<br />
voedingsspanning en EMC-invloeden op<br />
de netwerkbekabeling<br />
Korte reactie- en gedefinieerde uitschakeltijden<br />
Fluctuatievrije cyclustijden van 2 tot 5 ms en<br />
berekenbare uitschakeltijden<br />
De nieuwe INTERBUS-protocolchip SUPI 4 kenmerkt<br />
zich door de volgende eigenschappen:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Downward compatibility met SUPI 2 en SUPI 3<br />
Geringere stroomopname door 3,3 V-technologie<br />
en speciale interne uitschakelfuncties<br />
Verbeterde driverondersteuning<br />
Extra diagnosemogelijkheden ter ondersteuning<br />
van de inbedrijfstelling<br />
Verhoging van de communicatiesnelheid tot max.<br />
16 Mbit/s, incl. automatische baudrateherkenning<br />
Verbeterde glasvezelcommunicatie<br />
Integratie van extra dataregisters en PCP-laag 2<br />
<br />
Hoge veiligheid<br />
Tot Cat. 4 vlgs. EN 954-1 en SIL 3 vlgs. IEC 61 508<br />
<strong>Basics</strong> <strong>PROFINET</strong> | 15
Best of Automation<br />
<strong>Phoenix</strong> <strong>Contact</strong> bv, Nederland<br />
Fax (0316) 59 17 20<br />
<strong>Phoenix</strong> <strong>Contact</strong> nv/sa, België<br />
Fax 02-7 25 36 14<br />
Stuur mij a.u.b. meer informatie over het volgende thema /<br />
de volgende thema's:<br />
Brochure „<strong>Basics</strong> Standard-INTERBUS-System“<br />
Brochure „<strong>Basics</strong> INTERBUS-Safety“<br />
<strong>Flyer</strong> „INTERBUS-Protocol Chip SUPI 4“<br />
Applicatiebrochure „INTERBUS & Applications“<br />
Thema<br />
Automobielindustrie<br />
Gebouwenautomatisering<br />
Watermanagement<br />
Machinebouw<br />
INTERBUS Club-tijdschrift „AUTOMATION Forum“<br />
Overige:<br />
Bedrijf<br />
Voorletters/achternaam<br />
Afdeling<br />
Adres/postbus<br />
Postcode/plaats<br />
Telefoon<br />
Fax<br />
E-mail<br />
Plaats, datum<br />
MNR 52000541-00 © INTERBUS Club - International Marketing Services<br />
INTERBUS Club Deutschland e.V. · Postfach 1108 · D-32817 Blomberg · Telefon: 0 52 35/34 21 00 · Telefax: 0 52 35/34 12 34<br />
E-mail: germany@interbusclub.com · Internet: www.interbusclub.com