Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Stuk 2011 (2008-2009) – Nr. 6<br />
8<br />
om op grond van artikel 7 van de bijzondere wet van<br />
8 augustus 1980 de vormen en de procedures van het<br />
bestuurlijke toezicht te bepalen, en om de voor het<br />
toezicht verantwoordelijke overheid aan te wijzen,<br />
stelt de minister.<br />
4. Planbaten<br />
Het DRO heeft het concept ‘planbaten’ ingevoerd.<br />
Het voorliggende ontwerp van decreet verankert de<br />
bestuurlijke logica dat de middelen verkregen uit de<br />
‘opzonering’ van percelen in principe ten bate van het<br />
grond- en pandenbeleid worden aangewend. De complexe<br />
planbatenregeling van het DRO moet daarvoor<br />
wel worden vereenvoudigd en procedureel worden<br />
gestroomlijnd, opdat zij op een doeltreffende wijze<br />
zou kunnen worden geoperationaliseerd. Het ontwerp<br />
van decreet voorziet daartoe in een belangrijk<br />
aantal inhoudelijke en technische aanpassingen.<br />
Zo blijven de bestemmingswijzigingen die vandaag<br />
reeds in het DRO zijn opgelijst, de grondslag van<br />
de heffing. Die lijst wordt beperkt aangevuld, meer<br />
bepaald met wijzigingen van ‘groen’ naar ‘geel’ (landbouwgebied)<br />
en met wijzigingen van ‘groen’ of ‘geel’<br />
naar gebieden voor de winning van oppervlaktedelfstoffen.<br />
De vermoede meerwaarde ten gevolge van een dergelijke<br />
bestemmingswijziging wordt berekend per perceel,<br />
conform de in 1999 vooropgestelde systematiek.<br />
Om een zo helder mogelijke regeling te verkrijgen,<br />
wordt nu afgezien van het bestaande systeem van<br />
diverse arrondissementele coëfficiënten. De tarieven<br />
voor de berekening zijn in het ontwerp van decreet<br />
ook geactualiseerd. Die actualisering gebeurde bij de<br />
derde goedkeuring van het ontwerp van decreet door<br />
de <strong>Vlaams</strong>e Regering, wegens de beschikbaarheid op<br />
dat moment van een recente studie van het studiebureau<br />
Stadim.<br />
Op de vermoede meerwaarde van een perceel wordt<br />
vervolgens een realistisch progressief systeem toegepast,<br />
in plaats van het huidige lineaire stelsel. Een<br />
progressieve belasting op vermogensbestanddelen is<br />
verdedigbaar vanuit het zogenaamde ‘draagkrachtbeginsel’.<br />
De progressiviteit wordt vorm gegeven als<br />
volgt: de vermoede meerwaarde per perceel wordt in<br />
een negental schijven opgedeeld. Op de planbaten<br />
binnen elke schijf wordt vervolgens een klimmend<br />
percentage toegepast, van 1 percent evoluerend naar<br />
maximaal 30 percent.<br />
De minister kondigt een sterke vereenvoudiging aan<br />
van de huidige complexe vrijstellingenregeling. Zo<br />
wordt bijvoorbeeld op algemene wijze bepaald dat<br />
het zone-eigen maken van zonevreemde woningen<br />
of bedrijven nooit tot een heffing kan leiden. Op die<br />
duidelijke en algemene vrijstelling worden geen uitzonderingen<br />
meer bepaald.<br />
Voor wat de betaling van de heffing betreft, blijft de<br />
regel dat slechts moet worden betaald wanneer er<br />
sprake is van een bepaald ‘startfeit’, dat wil zeggen<br />
een verkoop of een vergunning. Het DRO omvat<br />
daarnaast een regel die afwijkt van die principiële<br />
keuze, met name de plicht om in ieder geval binnen<br />
de vijf jaar na de bestemmingswijziging te betalen.<br />
Die regel wordt geschrapt.<br />
Om een spoedige betaling aan te moedigen, wordt tot<br />
slot voorzien in een bonificatieregeling indien men<br />
de heffing volledig voorafbetaalt in het eerste jaar na<br />
het versturen van het heffingsbiljet. De bonificatie<br />
bedraagt 15 percent.<br />
5. Vergunningenbeleid<br />
5.1. Procedures<br />
Het eerste aspect van het vergunningenbeleid dat<br />
minister Van Mechelen toelicht, is de nood aan de<br />
integratie en de afstemming van procedures, zowel<br />
binnen het ruimtelijkeordeningsrecht als tussen het<br />
ruimtelijkeordeningsrecht en de sectorale regelgeving.<br />
Het ontwerp van decreet omvat de tekstuele<br />
integratie van vergunningenprocedures uit het DRO<br />
en deze, voor de niet-ontvoogde gemeenten, uit het<br />
Coördinatiedecreet van 1996. Eveneens wordt de<br />
basis gelegd voor de afstemming van de procedures<br />
en het tijdsverloop binnen de ‘milieuvergunningenprocedure’<br />
en de ‘stedenbouwkundige vergunningenprocedure’.<br />
In dat kader worden via een afzonderlijk<br />
ontwerp van decreet ook ingrijpende wijzigingen aan<br />
het Milieuvergunningendecreet aangebracht. Voor<br />
meer uitleg daarover verwijst minister Van Mechelen<br />
naar de toelichting door minister Crevits van het ontwerp<br />
van decreet houdende wijziging van het decreet<br />
van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning tot<br />
afstemming van de aanvraagprocedures van de stedenbouwkundige<br />
vergunning en milieuvergunning,<br />
dat gelijktijdig in de commissie wordt behandeld.<br />
De bestaande vergunningenprocedures van het Coördinatiedecreet<br />
van 1996 en van het DRO mengen