Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Stuk 2011 (2008-2009) – Nr. 6<br />
6<br />
‘zonevreemde constructies’, en door het Handhavingsdecreet<br />
van 4 juni 2003, waarbij de gevallen van<br />
strafrechtelijke verjaring van stedenbouwmisdrijven<br />
werden uitgebreid. Daarnaast werd het decreet door<br />
een lange rij decreten op technische punten aangepast<br />
en bijgesteld.<br />
Het DRO heeft op belangrijke thema’s geïnnoveerd.<br />
De plannen van aanleg worden geleidelijk vervangen<br />
door ruimtelijke uitvoeringsplannen op drie niveaus.<br />
Ruimtelijke ordening transcendeert voortaan de<br />
afweging van vraag naar en aanbod van ruimte. Er<br />
moet meer aandacht zijn voor ‘structurerende elementen’<br />
die een bepaalde ordening van een gebied<br />
opdringen, en ook voor de ontwikkeling van een langetermijnvisie.<br />
De vergunningenprocedure werd – ten minste voor<br />
de zogenaamde ontvoogde gemeenten – fel gemoderniseerd,<br />
ook wat de rechtsbescherming betreft, stelt<br />
de minister. Als tegenhanger van de planschade werd<br />
in het principe van de planbaten voorzien, zij het dat<br />
deze regeling vooralsnog niet operationeel is.<br />
De samenstelling van een indrukwekkend korps van<br />
nieuwe, speciaal opgeleide ambtenaren waarborgde<br />
volgens de minister de goede implementatie van het<br />
decreet.<br />
De geschetste evolutie heeft geleid tot een grondige<br />
revisie van een aantal speerpunten van de ruimtelijkeordeningsstrategie<br />
van de overheid. Op deze vlakken<br />
is sinds de regionalisering van het beleidsveld ruimtelijke<br />
ordening een eigen <strong>Vlaams</strong> ruimtelijkeordeningsrecht<br />
tot stand gekomen. Maar de minister beseft<br />
ook dat de innovatiebeweging op een aantal punten<br />
onafgewerkt of niet afgerond is, wat in de praktijk<br />
tot een aantal specifieke problemen aanleiding geeft.<br />
Hij overloopt deze knelpunten en geeft tevens kort<br />
aan op welke wijze hieraan wordt verholpen.<br />
2. Grond- en pandenbeleid<br />
Grond- en pandenbeleid kan volgens minister Van<br />
Mechelen worden omschreven als een doelgerichte<br />
aansturing van aspecten van de markt van onroerende<br />
goederen. De bijzondere wet van 8 augustus<br />
1980 tot hervorming der instellingen beschouwt<br />
het grond- en pandenbeleid dan ook correct als een<br />
eigenstandig bevoegdheidsdomein, naast ‘de stedenbouw<br />
en de ruimtelijke ordening’.<br />
Het voorbije decennium zijn zeer diverse decretale en<br />
reglementaire initiatieven genomen op het vlak van<br />
het grond- en pandenbeleid. Het DRO heeft zelf een<br />
bescheiden rechtsbasis geleverd voor een grond- en<br />
pandenbeleidsplan dat bakens uitzet met het oog op<br />
een voldoende aanbod van gronden voor goedkope<br />
woningen, vrije kavels, bedrijfsterreinen, groen en<br />
andere publieke voorzieningen.<br />
In uitvoering van het DRO werd in eerste instantie<br />
een opdracht uitbesteed aan een extern bureau,<br />
maar dat heeft niet geleid tot de verhoopte resultaten,<br />
onder meer door het gebrek aan draagkracht<br />
op decretaal vlak voor verschillende noodzakelijke<br />
acties. Vandaar dat de minister de nood onderschrijft<br />
aan een ruimer decretaal kader, met stimulerende en<br />
dwingende maatregelen voor de realisatie van doelstellingen<br />
op het vlak van het grond- en pandenbeleid.<br />
Om die reden heeft de <strong>Vlaams</strong>e Regering een apart<br />
ontwerp van decreet betreffende het grond- en pandenbeleid<br />
ingediend. Dat ontwerp van decreet brengt<br />
in eerste instantie valabele bestaande en, indien<br />
nodig, verfijnde instrumenten bijeen. Ten tweede<br />
omvat het ook een volledig nieuw instrumentarium.<br />
Bijzondere aandacht gaat naar de in deze tijd wel erg<br />
pregnante noden op het vlak van betaalbaar wonen.<br />
Met het oog op een hogere visibiliteit van het gronden<br />
pandenbeleid werd niet geopteerd voor een integratie<br />
van deze ontwerpteksten in het ontwerp van<br />
decreet houdende aanpassing van het DRO. Het ontwerp<br />
van decreet betreffende het grond- en pandenbeleid<br />
zal afzonderlijk worden toegelicht.<br />
3. Planologie<br />
Minister Van Mechelen meent dat het ontwerp van<br />
decreet tot wijziging van het DRO op het vlak van<br />
de planologie de nodige prudentie in acht neemt. Het<br />
<strong>Vlaams</strong>e Gewest en de lokale besturen zijn immers<br />
druk in de weer met afbakeningen en andere planningsprocessen.<br />
Er moet worden vermeden dat deze<br />
processen doorkruist worden door fundamenteel<br />
afwijkende nieuwe regelingen. Om die reden beperkt<br />
het ontwerp van decreet zich tot een aantal bijstellingen<br />
van het DRO op grond van de sinds 2000<br />
opgebouwde ervaring met structuurplanning en uitvoeringsplanning.<br />
In essentie worden drie soorten problemen aangepakt.<br />
De minister overloopt deze drie problemen.<br />
Ten eerste: de procedure van het DRO om tot een<br />
ruimtelijk structuurplan te komen, is terecht vrij