09.11.2012 Views

Vervolg R + C - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

Vervolg R + C - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

Vervolg R + C - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

VI .<br />

RENAISSANCE<br />

VAN DE ESOTERIE<br />

Licht is licht …<br />

Het enige waar het nl. om gaat<br />

is hoe het woord in ons ontstaat<br />

en niet hoe een ander het hoort.<br />

(Leo Vroman)


16.<br />

<strong>Vervolg</strong> R+C<br />

Angelsaksische epigonen van de Golden Dawn<br />

- Angelsaksische epigonen GD<br />

- Thelema: Crowley<br />

- (Oto, Amorc, Bota)<br />

- West-Europa: Lectorium, e.a.<br />

Stella Matutina – Strekking Felkin, Regardie. Na het overlijden van stichter Woodman<br />

ontstond in de GD onenigheid onder de twee resterende stichters, Mathers (magische<br />

strekking) en Waite (mystieke strekking). Mathers werkte vanuit Parijs (tempel Ahatoor)<br />

vanaf 1890, Waite bleef in de tempel Isis-Urania in Londen. Vanaf 1900 ontplofte de hele<br />

structuur als gevolg van de vermelde ruzies en enkele schandalen. Mede door de inhoudelijke<br />

tweespalt scheidde een groep rond de fratres Felkin en Yeats zich af om de Stella Matutina<br />

(de ochtendster) te stichten in 1903.<br />

<strong>De</strong> drijvende kracht van de jonge S.M. was ongetwijfeld Robert W. Felkin (1853-1926),<br />

Frater Finem Respice (denk aan het einde). Hij geloofde in de Secrets Chiefs of the Order, die<br />

met hem zouden communiceren via automatisch schrift. Felkin kwam diep onder de indruk<br />

van Rudolf Steiner, die hij in 1912 ontmoette in Duitsland. Verder dacht hij rechtstreeks<br />

„directions and instructions‟ te ontvangen van Christian Rosenkreutz (die hij in „astrale<br />

tempels‟ zou ontmoet hebben). In 1914 verhuisde Felkin naar Nieuw-Zeeland, nadat hij Soror<br />

Het Ta (Miss Stoddart) had aangesteld als Imperator in Engeland.<br />

Het gekendste lid van de Stella Matutina is mettertijd Israel Regardie (1907-85) geworden;<br />

voorheen was het Yeats. Tussen 1936 en 1940 publiceerde Regardie al de GD-rituals en -<br />

lectures, hetgeen een grote uitstraling had vanwege de rituele kwaliteit in de hele westerse<br />

esoterie, en ook de Rosy Cross als beweging liet overleven. Veel leden beschouwden hem<br />

echter als een oath-breaker. Regardie had een sterke band met Aleister Crowley; hij werd zijn<br />

secretaris in 1928 en schreef zijn biografie („The Eye in the Triangle‟).<br />

<strong>De</strong> Strekking Arthur E. Waite diende zich eerst aan als Order of the Independant en Rectified<br />

Rite, maar werd vanaf 1915 Fellowship of the Rosy Cross geheten. <strong>De</strong>ze organisatie werd<br />

aangevuld met een Inner Order, de Ordo Sanctissimus Rosae et Aureae Crucis, ook<br />

toegankelijk voor meesters-vrijmetselaren. Waite herschreef de ritus, samen met zijn


medewerker William A. Ayton, in christelijk-mystieke zin. <strong>De</strong> leden kwamen uit de theosofie<br />

of de vrijmetselarij. <strong>De</strong>ze strekking verdween echter met de dood van Waite in 1942.<br />

Arthur Waite is vooral bekend geworden door de tarotkaarten Rider Waite Tarot <strong>De</strong>ck. Hij<br />

schreef ook tientallen boeken over o.a. magie en alchemie. Zijn ideeën over christelijke<br />

mystiek vindt men bv. in „The Way of Divine Union’ (1915). In 1921 verscheen van zijn hand<br />

„A New Encyclopedia of Freemasonry’.<br />

Alpha et Omega – Strekking Mathers. Omstreeks 1906 stichtte Samuel Mathers de<br />

Rosicrucian Order of Alpha et Omega (AO), die zijn oorspronkelijke lijn van de GD trachtte<br />

voort te zetten. <strong>De</strong> orde beschikte in 1913 over tempels in Londen, Edinburgh, Parijs, Chicago<br />

en New York. Na het overlijden van de stichter in 1918 werd de AO bestuurd door zijn vrouw<br />

Moina, in samenwerking met John W. Brodie-Innes. <strong>De</strong> orde overleefde WO2 in Europa en<br />

tot 1978 in Nieuw-Zeeland.<br />

---<br />

Elke strekking gaf op haar beurt aanleiding tot nieuwe bewegingen, die echter nooit het<br />

niveau van de Golden Dawn haalden (of zelfs maar benaderden) en meestal snel uitdoofden.<br />

We behandelen hieronder de organisaties die tot vandaag nog enige invloed uitoefenen. <strong>De</strong><br />

grootste zijn vandaag evenwel Oto, Bota en Amorc, met hoofdzetel in de USA – die we<br />

verder in die hoofdstuk behandelen.<br />

---<br />

In Londen werd in 1912 de Order of the Temple of the Rosy Cross gesticht door Annie Besant<br />

(1847-1933), gekend van de theosofie en van de gemengde vrijmetselarij. <strong>De</strong> OTRC vertrok<br />

vanuit ceremoniële magie en bracht instructies over templarisme en Rozenkruis. Uit dit<br />

midden ontstond o.m. de „Christchurch Garden Theatre‟ en later de „New Rosicrucian<br />

Theatre‟ (o.l.v. Mabel Besant Scott, dochter van Annie; men voerde er mystieke stukken op),<br />

waarin dan weer de esoterische inzichten groeiden van Gerald Gardner (1884-1964), stichter<br />

van de heksenbeweging Wicca (hfst. 20).<br />

<strong>De</strong> Society of the Inner Light (SOL) is een mystery school, in 1922 gesticht door Dion Fortune<br />

(geboren Violet Mary Firth, 1890-1946). Fortune, een psychiater, werd lid van de AO in<br />

1919. Haar pseudo is afgeleid van het familiemotto <strong>De</strong>o non Fortuna (door God, niet door het<br />

toeval). Schreef haar occulte boeken vaak in trance of n.a.v. astrale reizen; bekend is „The<br />

mystical Qabalah‟ (1935). Ze schreef ook enkele romans en correspondeerde met Aleister<br />

Crowley. Haar organisatie is afgestemd op de bewustwording van „the inner planes‟, in dienst<br />

van God.<br />

Servants of Light (SOL) is een „school of occult science‟, correspondentieschool in Jersey<br />

voor toekomstige rozenkruisers, in 1965 opgericht door William E. Butler (1889-1978), een<br />

leerling van Fortune. Butler was sterk afgestemd op de magie en op de westerse esoterische<br />

traditie. Na zijn dood werd hij opgevolgd door Dolores Ashcroft-Nowicki, onvermoeibaar<br />

spreekster en auteur van werken over tarot en pathworking. <strong>De</strong> SOL werkt in 23 landen, met<br />

zorgvuldig geselecteerde leden. Regelmatige workshops in Zweden, Nederland (Hermetic


Order of the Temple of Starlight), USA en Mexico. Haar man Michael stichtte de Order of the<br />

Inner Sanctum, gebaseerd op de Kabbala. Dolores ontwierp de Shakespearian Tarot (samen<br />

met Paul Hardy). In enkele landen werkt de SOL ook met bijeenkomsten in loges.<br />

In de USA werd een actieve rol gespeeld door Reuben Swinburne Clymer (1878-1966),<br />

stichter van de Fraternitas Rosae Crucis in 1920 en die hierin (naar eigen zeggen) de traditie<br />

voortzette van de oude gelijknamige FRC (1860) en de ideeën van de zwarte esoterist Pascal<br />

Beverly Randolph (1825-75). Clymer voerde een privé-oorlog tegen de verder besproken<br />

AMORC. Hij was o.a. bevriend met de Duitser Arnold Krumm-Heller, die het Rozenkruis<br />

verspreidde in Latijns-Amerika (infra).<br />

Het Rosicrucian Fellowship werd in 1909 opgericht in Californië door de <strong>De</strong>ens-Duitse Max<br />

Heindel (Carl Louis von Grasshof, 1865-1919). Na zijn dood zette „Mrs. Heindel‟ (Augusta<br />

Foss) het bestuur voort; ze werd bij haar overlijden in 1959 opgevolgd door een „board of<br />

trustees‟. Men kan cursussen kopen, die het mens- en wereldbeeld van Heindel weergeven:<br />

zeven werelden, zeven overeenstemmende lagen in de mens, zeven periodes van de mensheid,<br />

geloof in de wedergeboorte, de centrale rol van Christus. Het doel is o.m. de genezing van<br />

zieken. Heindel was bevriend met (en beïnvloed door) de antroposoof Rudolf Steiner<br />

(volgend hfst). <strong>De</strong> ware Rozenkruiser is niet van stoffelijke aard. Het verder besproken<br />

Lectorium is ontstaan als tak van het Rosicrucian Fellowship.<br />

Thelema: Aleister Crowley<br />

Aleister Crowley (AC, 1875-1947) is een van de meest kleurrijke figuren uit de geschiedenis<br />

van de esoterie: magiër, wereldreiziger, adept en stichter van initiatieke organisaties, ingewijd<br />

in het tantrisme, ontwerper van een tarot deck („The Book of Thoth‟, samen met Frieda<br />

Harris) en van een religie, alpinist en schilder, schrijver van boeken en rituelen en poëzie,<br />

homo en hetero, bewonderd en gehaat. Hij stond bekend als „de meest goddeloze mens van de<br />

eeuw‟ en als „Het Beest 666‟. Geboren in de buurt van Stratford-on-Avon. Aangetrokken door<br />

drugs, door enochiaanse en seksuele magie, door in scharlaken rood geklede vrouwen – de<br />

Scarlet Woman zou the Moonchild, een goddelijk wezen, op de wereld moeten zetten. In 1897<br />

veranderde hij zijn voornaam Edward-Alexander in Aleister.<br />

In 1898 werd Crowley in Londen ingewijd in de Isis-Urania Tempel van de Golden Dawn als<br />

Frater Perdurabo. Hij werd er vooral opgevangen door Samuel Mathers, leider van de orde,<br />

en Allan Bennett, bekend door zijn studies over het boeddhisme. Terwijl hij opklom in de<br />

Eerste Orde trachtte Crowley een magisch-spiritueel leven te leiden zoals beschreven door<br />

Mathers in „The Book of the Sacred Magic of Abra-Melin the Mage‟, naar een Franse<br />

grimoire uit de 17 e eeuw. Door Mathers werd hij in 1900 in Parijs opgenomen in de Tweede<br />

Orde en beleefde aldus zijn spirituele wedergeboorte.<br />

Tijdens een van zijn reizen naar Egypte beweert AC te Caïro in april 1904 de tekst<br />

ingefluisterd te hebben gekregen van zijn succesboek „Liber AL vel Legis‟ (infra) en dit door<br />

een entiteit geheten Aiwass, de geleidegeest van zijn vrouw Rose (een medium). <strong>De</strong> geest zou


hem ook nog de opdracht hebben gegeven om in Londen een nieuwe initiatieke organisatie te<br />

stichten, nl. de Argenteum Astrum (AA, de „zilveren ster‟ verwijst naar Lucifer), en dit op<br />

basis van het vermelde boek. <strong>De</strong> stichting greep plaats in 1907. <strong>De</strong> (kabbalistische) structuur<br />

werd grotendeels overgenomen van de Golden Dawn, de kennisoverdracht gebeurt hier echter<br />

individueel, niet via groepsrituelen. Aiwass zou later evolueren tot AC‟s engelbewaarder.<br />

Vanaf 1910 begint Crowley met „The Equinox‟, het officieel orgaan van Argenteum Astrum,<br />

waarin o.m. de ritualen van de Golden Dawn worden gepubliceerd (die Bennett hem had<br />

doorgespeeld), evenals elementen van zijn magische doctrine („Magick‟ geheten). AC schreef<br />

een immens groot aantal artikelen, boeken en ritussen. Vooral twee boeken hebben een sterke<br />

invloed uitgeoefend, nl. het korte „Liber AL vel Legis‟/Book of the Law (1904) en „Magick in<br />

Theory and Practice‟ (1930). Hij steunde daarbij op tal van magische bronnen uit oost en west<br />

(maar toch vooral op Grieks-Egyptische) en op de Kabbala. Men voelt in al zijn geschriften<br />

ook de sfeer van de Golden Dawn nog sterk doorwerken.<br />

In het eerste boek wordt een nieuw tijdperk van de mensheid voorspeld, nl. de Tijd van Horus,<br />

tijdens dewelke de onderstaande magick-beginselen in de praktijk zouden omgezet worden.<br />

<strong>De</strong> drager van het nieuwe tijdperk zou de nieuwe „religie‟ Thelema worden. In 1920 sticht<br />

Crowley daartoe de Abdij van Thelema in het Siciliaanse Cefalu. Ook de Franse satirische<br />

schrijver Rabelais had het eeuwen tevoren al over een Abbaye de Thélème…<br />

Er is veel geschreven over de drie hoofdregels van Thelema: “Do what thou wilt shall be the<br />

whole of the Law”, “Love is the Law, love under will”, “Every man and every woman is a<br />

star”. Met „handelen onder wil‟ wordt volgens de meeste thelemieten een mystiek concept<br />

bedoeld, nl. het in overeenstemming brengen van micro- en macrokosmos. Liefde is in die<br />

optiek zowel de vereniging der tegendelen als het respect voor andermans wil. En elke mens<br />

is een ster, omdat hij een goddelijk element in zich draagt. Er bestaan tal van interpretaties.<br />

Thelema werd door AC opgezet als een religie en als een leefstijl. Via diverse technieken (o.a.<br />

zelfstudie en rituelen) moest de thelemiet zijn unieke true will vinden, teneinde zich te<br />

verenigen met the All. Thèlèma is overigens Grieks voor „wil‟. <strong>De</strong> leefwijze wordt o.m.<br />

beschreven in „Liber Oz‟, over de rechten van het individu, bv. te sterven zoals men wil, leven<br />

op het eigen ritme, vernietigen van wie in de weg staat (symbolisch bedoeld volgens de<br />

thelemieten).<br />

Essentieel is echter het verwezenlijken (zoals de alchemisten) van het Great Work, zijnde het<br />

vinden van de True Will, en deze dan ook uitvoeren. Crowley ontwikkelde daartoe voor<br />

Thelema een vierdelig programma, dat men terugvindt in zijn „Holy Books‟ (geschreven<br />

tussen 1907 en 1911): 1° studie van de kabbalistische Levensboom, 2° meditatie (met yoga),<br />

3° ontwikkeling van een body of light (met het astraallichaam reizen in andere werelden), 4°<br />

het regelmatig contact met spirituele entiteiten (door invocatie en evocatie). Op die manier zal<br />

men een steeds inniger band weten op te bouwen met zijn Holy Guardian Angel (op de<br />

Levensboom: in de sfeer van Tiferet), zal men veilig „The Abyss‟ (de afgrond, nl. de wereld<br />

der illusie) kunnen oversteken en uiteindelijk Babalon bereiken (in de sfeer van Binah).<br />

Babalon heet ook the City of the Pyramids; zij die dit doel bereiken heten Nemo (niemand).


Van 1922 tot zijn overlijden in 1947 was AC als Outer Head of the Order (O.H.O.) algemeen<br />

leider (Frater Superior) van de Ordo Templi Orientis (OTO, infra), als opvolger van Theodor<br />

Reuss. En hij wist de OTO handig te gebruiken om zijn magische doctrine te verspreiden.<br />

Crowley stond dus aan het hoofd van twee organisaties, AA en OTO. Hij heeft dit dilemma<br />

opgelost door de OTO voor een ruimer publiek (meestal vrijmetselaren) open te stellen,<br />

terwijl AA als een soort esoterische privé-school fungeerde, met een sterke en unieke relatie<br />

van meester tot leerling. Hij herschreef ook de ritus van de OTO, zodat beide organisaties op<br />

dezelfde doctrine (uiteraard Thelema) konden terugvallen.<br />

Een van de vele AC-oneliners: “Magick is the Science and Art of causing Change to occur in<br />

conformity with Will” („Magick in Theory and Practice‟, 1929-30, XLL). Crowley zag<br />

mystiek en magie als complementair.<br />

West-Europa: Lectorium, e.a.<br />

Frankrijk en België. In Parijs werd in 1888 de Ordre Cabbalistique de la Rose+Croix<br />

opgericht door Stanislas de Guaita (eerste grootmeester) en Joséphin Péladan, met de hulp van<br />

Papus en Julien Lejay. Er bestond een kruisbestuiving met de Martinistenorde; de meesten<br />

hadden nl. een dubbel lidmaatschap, waarbij de Ordre Cabbalistique als de <strong>hogere</strong> <strong>graden</strong> van<br />

de Ordre Martiniste werd gezien. Drie <strong>graden</strong>: Bachelier en Cabbale, Licencié en Cabbale,<br />

Docteur en Cabbale. <strong>De</strong> twaalf raadsleden vormden een vierde graad en droegen de titel van<br />

Frère Illuminé de la Rose+Croix. Later, onder het bestuur van Robert Ambelain, zouden de<br />

vier <strong>graden</strong> van naam veranderen: Supérieur Inconnu, Rose+Croix de Killwinning, Réau-<br />

Croix, Rose+Croix d’Orient. Vandaag heet de hoogste graad Patriarche R+C, voorbehouden<br />

aan degenen die een kapittel hebben voorgezeten.<br />

Het einde van de 19 e eeuw kende in Frankrijk een intense esoterische activiteit. <strong>De</strong> periode<br />

1880-1920 wordt de bloeitijd van het „Franse occultisme‟ geheten. In 1890 stichtte Joséphin<br />

Péladan (1859-1918) de Ordre de la Rose-Croix Catholique et Esthétique (du Temple et du<br />

Graal), die de destijds beroemde „Salons de la Rose-Croix‟ organiseerde (m.m.v. Gustave<br />

Moreau, Erik Satie, Claude <strong>De</strong>bussy, Félicien Rops, Maurice Barrès, e.v.a.) in Parijs en<br />

Brussel. Drie <strong>graden</strong>: Ecuyer, Chevalier, Commandeur. <strong>De</strong> nomen mysticum van Péladan: Sâr<br />

Mérodack; Mérodack is het hoofdpersonage van zijn roman „Le Vice Suprême‟, met<br />

voorwoord van Barbey d‟Aurevilly. <strong>De</strong> titel van „Sar‟ vinden we later terug in enkele<br />

martinistenordes. <strong>De</strong> ruzies tussen Péladan en Guaita werd in de pers van die tijd bekend als<br />

„la guerre des deux roses‟.<br />

In België werd de R+C in de eerste helft van de vorige eeuw verpersoonlijkt door Émile<br />

Dantinne (1884-1969), ook genaamd Sâr Hiëronymus. Vanaf 1923 begon deze<br />

stadsbibliothecaris van Hoei de rozenkruisers (vooral volgelingen van de in 1918 overleden<br />

Péladan) te organiseren in drie ordes: L’Ordre de la Rose-Croix Universitaire (voor studenten<br />

en academici), L’Ordre de la Croix Universelle (o.l.v. Imperator Fr. Soetewey, Sâr Succus),<br />

allebei in negen <strong>graden</strong>, van Zelator tot Magus (cf. Golden Dawn). Daarbij voegde zich<br />

L’Ordre de la Rose-Croix Intérieure, vier <strong>graden</strong> o.l.v. Imperator Jules Rochat.


Samen met Harvey S. Lewis en Victor Blanchard stichtte Dantinne te Brussel in 1934 de<br />

FUDOSI (Federatio Universalis Dirigens Ordines Societatesque Initiationis) waar diverse<br />

martinistische, alchemistische, egyptische, rozenkruis- en andere ritussen aansloten.Vijandig<br />

tegenover de vrijmetselarij en de joden, ontbonden in 1951.<br />

Er hebben in Frankrijk en België talloze kleine R+C-groepjes bestaan, die zich een<br />

fantasierijke geschiedenis aanmeten. Een voorbeeld is de Ordre des Frères Aînés de la Rose-<br />

Croix (FAR+C), in 1969 opgericht te Saint-Cyr door de alchemist Roger Caro (Pierre<br />

Phoebus, 1911-92), die ook aan het hoofd stond van de gnostische kerk Eglise de la Nouvelle<br />

Alliance. Caro was Imperator van de orde, zogezegd in opvolging van allerlei grote namen (de<br />

„ware adepten‟) uit de esoterische geschiedenis. Verdween met het overlijden van de stichter.<br />

Vaak duikt het gedachtegoed van een verdwenen esoterie ergens anders op; men kan het dan<br />

voorstellen alsof een verborgen schat werd ontdekt. Dat geschiedde al snel met Caro in<br />

België, waar een Ordre (Rénové et) Souverain des Frères Aînés de la Rose-Croix in 1997 het<br />

licht zag – met negen <strong>graden</strong> aansluitend bij de Egyptische mysteriën (het gaat van „Heer van<br />

de Werkelijkheid‟ tot „Groot ingewijd Heer van de Bank des Lichts‟).<br />

-----<br />

Nederland. In Europa staat vandaag vooral het Lectorium Rosicrucianum in hoog aanzien.<br />

Het Lectorium werd in 1924 in Haarlem gesticht door Jan van Rijckenborgh (Jan Leene,<br />

1896-1986), eerst als afdeling van het Rosicrucian Fellowship van Heindel en vanaf 1934 als<br />

onafhankelijke mysterieschool. <strong>De</strong> huidige naam dateert van 1945. Wordt thans bestuurd door<br />

de Internationale Spirituele Leiding. Gekende leden waren o.a. Joost Ritman, oprichter van de<br />

beroemde Bibliotheca Hermetica in Amsterdam, en Catharose de Petri (Henny Stok-Huizer,<br />

1902-90, partner en mederwerkster van de stichter).<br />

Het Lectorium wordt ook Internationale School van het Gouden Rozenkruis geheten, een<br />

school „die het pad van de bevrijding toont aan haar leerlingen en er aldus voor zorgt dat het<br />

goddelijke Zelf in de mens ontwaakt‟. Men evolueert aldus „van beestmens tot Geestmens‟.<br />

<strong>De</strong> lichaamstempel wordt zuiver gehouden door geen vlees of vis te eten, geen alcohol te<br />

drinken, niet te roken.<br />

Er zijn activiteiten wereldwijd: seminaries, werkgroepen, voordrachten, rituelen. Beschouwt<br />

zich als erfgenaam van de Katharen en de Graal, en ziet zich als „een nieuwe schakel in de<br />

eeuwenoude gnostieke keten‟. Men ziet een „universele leer‟ in de wereldgodsdiensten en de<br />

mysteriescholen. Men aanvaardt het beginsel van de wedergeboorte, die hier „transfiguratie‟<br />

heet. Er wordt verwezen naar de historische manifesten, naar Jacob Boehme en Angelus<br />

Silesius. Ca. 15.000 leden in 36 landen.<br />

Nederland kent, naast het Lectorium, nog een aantal kleinere R+C-organisaties, zoals de Orde<br />

van het Moderne Rozenkruis ‘Fama Rosicrucianum’. Drie trappen van kennis: Gemeenschap<br />

van de Witte Roos, van de Rode Roos, van de Gouden Roos – die samen het Gnostieke<br />

Pad/Pad der Volmaking vormen. Gevestigd te Lochem. <strong>De</strong>ze orde leert hoe men zijn<br />

„godsnatuur‟ moet openen.


<strong>De</strong> Orde van het Klassieke Rozenkruis ‘Fama Fraternitatis’ beroept zich op hermetische<br />

geschriften, de gnostische van Nag Hammadi en de synoptische evangeliën. Ze vereert Henk<br />

Leene, zoon van Jan van Rijckenborgh, als grote voorganger. Er zijn tempellezingen op de<br />

loge-avonden. Therapeuten en artsen zijn welkom in de Esoterische Gemeenschap<br />

‘Paracelsus’.<br />

-----<br />

In Duitsland heerste een grote esoterische activiteit tijdens het interbellum. Een der<br />

spilfiguren hier was Heinrich Tränker (1880-1956), ook bekend als Frater Recnartus, Meister<br />

Garuda en Henkelkreuzmann. Hij leidde de Duitse OTO en stichtte in 1921 het Collegium<br />

Pansophicum (Pansophische Gesellschaft/Societät), waaruit later de Fraternitas Saturni zou<br />

ontstaan. Leefde op voet van oorlog met Aleister Crowley. Het Collegium publiceerde enkele<br />

R+C-boeken, werkte samen met de AMORC.<br />

Met Eugen Grosche (Gregor A. Gregorius, 1888-1964) stichtte Tränker in 1924 de<br />

Pansophische Loge in Berlijn; Albin Grau (Meister Pacitius) werd de eerste „Meister vom<br />

Stuhl‟. <strong>De</strong> pansofen hadden zowel belangstelling voor oude mysteriën als voor sexuele magie.<br />

In 2000 ontstond een anders georiënteerde Pansophische Gesellschaft, met belangstelling<br />

voor de pansofie van Comenius.<br />

In 1928 werd de Fraternitas Saturni opgericht door Eugen Grosche, nadat op een congres van<br />

de OTO in 1925 grote meningsverschillen waren gebleken over de doctrine van Aleister<br />

Crowley. <strong>De</strong> naam verwijst naar het „donkere licht‟ van Saturnus; het betreft een rijk symbool<br />

dat o.m. verband houdt met het dodenrijk, met de „sol niger‟ (zwarte zon) van de alchemie, de<br />

(spirituele) middernachtzon van de mystiek, de god van de leegte, de <strong>De</strong>us Absconditus (de<br />

Onbekende God) – een fase van elke inwijding en meditatie. Men werkte met 33 <strong>graden</strong>; de<br />

<strong>hogere</strong> ambten van een loge waren voorbehouden aan wie t.m. de rozenkruisers<strong>graden</strong> (12-<br />

20) had behaald.<br />

<strong>De</strong> Fraternitas Rosicruciana Antiqua werd in 1927 door de Mexicaans-Duitse Arnoldo<br />

Krumm-Heller (bijgenaamd „Huiracocha‟, 1879-1949) gesticht in Zuid-Amerika, en<br />

verspreidde zich in de gehele latino wereld. Krumm-Heller werkte samen met Papus, Crowley<br />

en vooral Theodor Reuss (cf. OTO). <strong>De</strong> orde is nog steeds actief in Brazilië.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!