Richtlijn-End-of-life-care-bij-IC-patiënten-de-verpleegkundige-zorg
Richtlijn-End-of-life-care-bij-IC-patiënten-de-verpleegkundige-zorg
Richtlijn-End-of-life-care-bij-IC-patiënten-de-verpleegkundige-zorg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>End</strong>-<strong>of</strong>-<strong>life</strong> <strong>care</strong> <strong>bij</strong> <strong>IC</strong>-<strong>patiënten</strong>, <strong>de</strong> <strong>verpleegkundige</strong> <strong>zorg</strong> 2014<br />
besluitvorming, door met hen te spreken over onzekerhe<strong>de</strong>n en hun meningen ten aanzien van <strong>de</strong><br />
behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> patiënt (White et al., 2007). In <strong>de</strong> studie van White et al. (2007) naar <strong>de</strong><br />
kenmerken van ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> besluitvorming tij<strong>de</strong>ns familiegesprekken stellen ze vast dat <strong>de</strong>ze<br />
kenmerken niet in alle gesprekken voorkomen. Zeker wanneer het om lager opgelei<strong>de</strong> naasten gaat<br />
wordt niet naar hun inbreng gevraagd. Daarnaast conclu<strong>de</strong>ren White et al. (2007) dat een grotere<br />
mate van ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> besluitvorming leidt tot een significant grotere tevre<strong>de</strong>nheid on<strong>de</strong>r naasten over<br />
communicatie (partiële correlatiecoëfficient 0,15; p=0,03).<br />
Veel naasten ervaren conflicten en ontevre<strong>de</strong>nheid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> besluitvorming, meestal veroorzaakt<br />
door ondui<strong>de</strong>lijke, vage en late communicatie en gedrag van <strong>zorg</strong>verleners (Azoulay et al., 2009;<br />
Halcomb et al., 2004; Lind et al., 2011; Nava, 2004). Daarnaast gaan <strong>zorg</strong>verleners nog te weinig na <strong>of</strong><br />
naasten hebben begrepen wat er gezegd is (White et al., 2007).<br />
Naast <strong>de</strong> besluitvorming zijn veelgenoem<strong>de</strong> thema’s rondom EOLC communicatie met <strong>de</strong> <strong>IC</strong>-patiënt<br />
en naasten, het begelei<strong>de</strong>n van naasten en het aansluiten op <strong>de</strong> wensen en behoeften van <strong>de</strong> <strong>IC</strong>patiënt<br />
en diens naasten. Deze begeleiding en communicatie zijn van belang, omdat een opname op<br />
een <strong>IC</strong> <strong>bij</strong> naasten kan lei<strong>de</strong>n tot angsten, <strong>de</strong>pressies en posttraumatische stressstoornissen<br />
(Davidson, Jones & Bienvenu, 2012; Kirchh<strong>of</strong>f, Song & Kehl, 2004). De tevre<strong>de</strong>nheid van naasten over<br />
EOLC hangt nauw samen met hun tevre<strong>de</strong>nheid over <strong>de</strong> communicatie (Kirchh<strong>of</strong>f et al., 2004).<br />
In <strong>de</strong> studies van Popejoy et al. (2009) en Wie<strong>de</strong>rmann et al. (2012) bediscussieer<strong>de</strong>n <strong>IC</strong><strong>verpleegkundige</strong>n<br />
tij<strong>de</strong>ns focusgroepinterviews hun rol als het gaat om begelei<strong>de</strong>n van naasten en<br />
aansluiten op <strong>de</strong> wensen en behoeften van <strong>de</strong> <strong>IC</strong>-patiënt en diens naasten. Ze zien zichzelf on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re als informatiegever. Ze geven <strong>patiënten</strong> en naasten informatie over behan<strong>de</strong>lingen,<br />
procedures en <strong>de</strong> verwachte duur van <strong>de</strong> ziekte, en zij dragen <strong>zorg</strong> voor het comfort van <strong>de</strong> patiënt<br />
(Popejoy et al., 2009; Wie<strong>de</strong>rmann et al., 2012). Daarnaast beantwoor<strong>de</strong>n <strong>IC</strong>-<strong>verpleegkundige</strong>n<br />
vragen van naasten en <strong>patiënten</strong>. <strong>IC</strong>-<strong>verpleegkundige</strong>n vin<strong>de</strong>n het belangrijk om een luisterend oor<br />
te kunnen bie<strong>de</strong>n aan naasten, maar vanwege <strong>de</strong> tijd die dit kost kunnen ze <strong>de</strong>ze <strong>zorg</strong> niet altijd<br />
verlenen.<br />
<strong>IC</strong>-<strong>verpleegkundige</strong>n vin<strong>de</strong>n het lastig wanneer zij meer kennis hebben over <strong>de</strong> situatie van <strong>de</strong> <strong>IC</strong>patiënt<br />
dan naasten, en daarom niet eerlijk kunnen zijn tegenover naasten. Ze geven aan dat ze<br />
naasten daardoor niet goed kunnen begelei<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> logische volgen<strong>de</strong> stap van het staken van <strong>de</strong><br />
behan<strong>de</strong>ling. Ze zien eerlijke communicatie en on<strong>de</strong>rsteuning aan naasten als een manier om het<br />
rouwproces te starten (Popejoy et al., 2009).<br />
Naast <strong>de</strong> organisatorische en informeren<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> <strong>IC</strong>-<strong>verpleegkundige</strong> is één van <strong>de</strong> belangrijkste<br />
taken van <strong>de</strong> <strong>IC</strong>-<strong>verpleegkundige</strong> <strong>de</strong> <strong>zorg</strong> voor <strong>de</strong> patiënt. Comfort en goe<strong>de</strong> <strong>zorg</strong>, waarin voldoen<strong>de</strong><br />
aandacht en tijd bestaat voor <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> patiënt, komen als ho<strong>of</strong>dthema’s naar voren in <strong>de</strong><br />
fenomenologische studie van Halcomb et al. (2004). In <strong>de</strong> literatuur wordt comfort veelal gerelateerd<br />
aan <strong>de</strong> mate van pijn, dyspnoe en onrust die <strong>bij</strong> <strong>de</strong> patiënt geobserveerd wordt. In <strong>de</strong>ze richtlijn<br />
wordt on<strong>de</strong>r dyspnoe ook benauwdheid en korta<strong>de</strong>migheid verstaan.<br />
Naasten willen graag aanwezig zijn <strong>bij</strong> <strong>de</strong> sterven<strong>de</strong> patiënt en willen het gevoel hebben iets <strong>bij</strong> te<br />
dragen aan <strong>de</strong> <strong>zorg</strong> voor <strong>de</strong> patiënt, daarom is het goed om naasten te betrekken <strong>bij</strong> <strong>de</strong> <strong>zorg</strong><br />
wanneer ze dat willen (Kirchh<strong>of</strong>f et al., 2004).<br />
26