Beroepsmonitor 2012 Intramurale ontwikkelingen - Kngf

Intramurale ontwikkelingen
Resultaten Beroepsmonitor 2012
KNGF
Afdeling Beleid & Ontwikkeling
December 2012
Meer informatie
ormel@kngf.nl

©2012 KNGF, de Fysiotherapeut
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk of kopie of op welke wijze
dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie te
Amersfoort (NL).
Beroepsmonitor 2012
ii

Beroepsmonitor 2012
iii

Inhoud
i
1 Inleiding 5
2 Samenvatting 5
3 Positie fysiotherapie 6
4 Vaak ook eerstelijns zorg verleend 7
5 Outsourcing Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
6 Communicatie eerste en tweede lijn 8
Beroepsmonitor 2012
iv

1 Inleiding
In deze rapportage 1 komen de vragen die specifiek aan intramuraal werkzame fysiotherapeuten zijn gesteld
aan bod. Vragen als of alle fysiotherapeuten op de afdeling in loondienst zijn of dat er outsourcing plaatsvindt,
of er ook eerstelijnszorg wordt geleverd, de positie van de afdeling fysiotherapie en over de overdracht
en communicatie tussen de eerste en tweede lijn komen aan bod.
Deze vragen zijn alleen voorgelegd aan intramuraal werkzame fysiotherapeuten. Of een fysiotherapeut intramuraal
werkzaam is of niet dat is vastgesteld op basis van de vraag op welk type locatie de fysiotherapeut
zijn of haar werkzaamheden voornamelijk uitvoert (zie bijlage). Het geeft dus de eigen interpretatie van de
respondent weer. Het is denkbaar dat transmuraal werkzame fysiotherapeuten, dat wil zeggen fysiotherapeuten
die in dienst zijn van een eerstelijns praktijk en vanuit dat dienstverband voornamelijk werkzaam zijn
in een intramurale setting, zichzelf niet als intramuraal werkzaam beschouwen en dus niet in deze rapportage
zijn opgenomen.
De resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden van 296 fysiotherapeuten die hebben aangegeven hun
werkzaamheden voornamelijk in de intramurale setting uit te voeren. Hieronder zijn zowel leden als nietleden
van het KNGF. Van de respondenten werkt 9 procent als hoofd/subhoofd. De grootste groep werkt in
een verpleeg- of verzorgingshuis (43%), 36 procent werkt in een ziekenhuis en 21 procent in een revalidatiecentrum
of in de gehandicaptenzorg of in de psychische zorg. We kunnen geen uitspraak doen over de generaliseerbaarheid
van de antwoorden naar de populatie omdat niet bekend is hoe groot de groep intramuraal
werkzame fysiotherapeuten in de populatie is. Niet alle intramuraal werkzame fysiotherapeuten hebben
alle vragen beantwoord; bij elke tabel staat aangegeven op hoe veel respondenten de resultaten zijn gebaseerd.
Resultaten worden weergegeven in percentages (tenzij anders is aangegeven). De gegeven antwoorden
zijn bekeken naar de achtergrondkenmerken omvang praktijk, werksituatie, geslacht en leeftijd.
Ook wordt, waar mogelijk, naar de trend over meerdere jaren gekeken. Wanneer verschillen significant en
relevant zijn worden ze beschreven. Een compleet overzicht van de resultaten zal in een apart tabellenboek
worden weergegeven.
2 Samenvatting
• 296 intramuraal werkende fysiotherapeuten (18%) hebben deelgenomen. Van deze groep werkt 9
procent als (sub)hoofd). De grootste groep werkt in een verpleeg- of verzorgingshuis (43%), 36 procent
werkt in een ziekenhuis en 21 procent in een revalidatiecentrum of in de gehandicaptenzorg of
in de psychische zorg.
• Outsourcing komt nog nauwelijks voor; 95 procent geeft aan dat op de locatie waar hij/zij werkt, alle
fysiotherapeuten in loondienst zijn van de instelling.
• Ruim 80 procent geeft aan dat er een duidelijke visie van de afdeling is over de rol van fysiotherapie
in de instelling en dat er wordt geregistreerd hoeveel fysiotherapeutische zorg wordt gegeven binnen
een behandeling.
1 Deze rapportage maakt deel uit van een serie rapportages die gezamenlijk de totale resultaten van de Beroepsmonitor 2012 weergeven.
De complete serie is te raadplegen op www.fysionet.nl.
Beroepsmonitor 2012 5

• Ruim 85 procent geeft aan dat op de locatie waar zij werken ook eerstelijns zorg wordt geleverd door
de fysiotherapeuten. Dit gebeurt vooral binnen de instelling, in mindere mate ook bij patiënten thuis.
• Bij de stellingen over communicatie en overdracht tussen de eerste en tweede lijn is ongeveer de
helft van de intramuraal werkende fysiotherapeuten het steeds eens met de stelling en de andere
helft het steeds oneens.
3 Positie fysiotherapie
Aan de intramuraal werkzame fysiotherapeuten zijn enkele vragen voorgelegd over de positie van de (afdeling)
fysiotherapie op de locatie waar zij werken. Tot 14 procent van de respondenten weet geen antwoord
op deze vragen. Als we de groep ‘weet niet’ buiten beschouwing laten zien we dat ruim 80 procent aangeeft
dat er een duidelijke visie van de afdeling is over de rol van fysiotherapie in de instelling. Eveneens ruim
80% geeft aan dat er wordt geregistreerd hoeveel fysiotherapeutische zorg wordt gegeven binnen een behandeling
(figuur 1).
Figuur 1
Vragen over de positie van de (afdeling) fysiotherapie
duidelijke visie over de rol van
fysiotherapie in de instelling
geregistreerd hoeveel
fysiotherapeutische zorg gegeven
indicatiecriteria om te bepalen of een
patiënt fysiotherapie krijgt
gebruik van (techn.) innovaties om de
zorg te verbeteren
afdeling gestimuleerd zich actief op de
markt te begeven
0% 20% 40% 60% 80% 100%
ja
nee
Ruim een derde van de intramuraal werkzame fysiotherapeuten zegt dat de afdeling fysiotherapie niet gestimuleerd
wordt zich actief op de markt te begeven.
Fysiotherapeuten die werkzaam zijn op een grotere afdeling geven vaker aan dat ze gebruik maken van
(technologische) innovaties om de zorg te verbeteren dan fysiotherapeuten die op kleinere afdelingen werkzaam
zijn (respectievelijk 78% en 56%).
In tabel 2 is de trend weergegeven over de jaren 2008-2012, voor zover de vragen in die jaren zijn gesteld.
Steeds meer intramuraal werkzame fysiotherapeuten geven aan dat er wordt geregistreerd hoeveel fysiotherapeutische
zorg gegeven wordt, dat er wordt gewerkt met indicatiecriteria en dat ze gebruik maken van
technologische innovaties om de zorg aan de patiënten te verbeteren.
Het aandeel intramuraal werkzame fysiotherapeuten dat aangeeft dat de afdeling gestimuleerd wordt zich
actief op de markt te begeven is in 2012 op hetzelfde niveau als in 2011 en 2008. In 2009 en 2010 lag het
aandeel wat lager. Het aandeel fysiotherapeuten dat aangeeft dat er een duidelijke visie is schommelt in de
Beroepsmonitor 2012 6

afgelopen vijf jaar. In 2012 ligt het aandeel wat lager dan in 2011, maar hoger of ongeveer even hoog als
tussen 2008 en 2010.
Tabel 2
Positie van de (afdeling) fysiotherapie op de locatie waar men werkt, percentage ja
2008 2009 2010 2011 2012
Is er duidelijke visie van de afdeling over de rol van
fysiotherapie in de instelling
Wordt de afdeling fysiotherapie gestimuleerd zich actief
op de markt te begeven
Wordt er geregistreerd hoeveel fysiotherapeutische zorg
gegeven wordt binnen een behandeling
Wordt er gewerkt met indicatiecriteria om te bepalen of
een patiënt fysiotherapie krijgt
Maakt u gebruik van (technologische) innovaties om de
zorg aan uw patiënten te verbeteren
79 85 80 88 84
65 62 59 65 65
- 73 73 74 82
- - 59 61 72
- - - 63 71
4 Vaak ook eerstelijns zorg verleend
Ruim 85 procent van de intramuraal werkzame fysiotherapeuten geeft aan dat op de locatie waar zij werken
ook eerstelijns zorg wordt geleverd door de fysiotherapeuten. Ruim 80 procent verleent deze zorg binnen de
instelling; ruim 40 procent ook bij patiënten thuis (figuur 3). Andere locaties waar eerstelijns zorg wordt verleend,
zijn: ‘dagcentrum voor gehandicapten’, ‘verzorgingshuis’ en ‘poliklinisch’.
Figuur 3
Verlenen van eerstelijns zorg
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
nee
ja, in de
instelling
zelf
ja, bij
patiënten
thuis
ja, in een ja, in praktijk
dependance van andere
ft
anders
Fysiotherapeuten die werkzaam zijn op een grotere afdeling geven, logischerwijs, vaker eerstelijnszorg in
een dependance, dan fysiotherapeuten die op een kleinere afdeling werkzaam zijn (respectievelijk 21% en
8%).
Beroepsmonitor 2012 7

In tabel 4 is de trend over de afgelopen drie jaar weergegeven. Uit de tabel blijkt dat het percentage intramuraal
werkzame fysiotherapeuten dat eerstelijns zorg levert stijgt sinds 2010 (in 2012 levert 13% geen eerstelijns
zorg, in 2010 was dit nog 19%). De fysiotherapeuten geven wel aan dat zij op minder verschillende
plekken deze zorg verlenen. Het percentage intramuraal werkzame fysiotherapeuten dat namelijk op een
bepaalde locatie eerstelijnszorg verlenen daalt, ten opzichte van 2011, in bijna alle gevallen.
Tabel 4
Leveren van eerstelijns zorg, in percentages
2010 2011 2012
nee 19 16 13
ja, in de instelling zelf 76 84 81
ja, in een dependance 18 23 17
ja, in de praktijk van andere fysiotherapeuten (namens de instelling) 1 1 2
ja, bij patiënten thuis 35 43 41
anders 6 7 4
5 Communicatie eerste en tweede lijn
Tot slot zijn er enkele vragen gesteld over de overdracht en communicatie tussen de eerste en tweede lijn.
Tussen de 14 en 19 procent van de intramuraal werkzame fysiotherapeuten weet geen antwoord op de vragen.
Deze groep laten we verder buiten beschouwing. In figuur 5 zijn de antwoorden weergegeven.
Figuur 5
Overdracht en communicatie eerste en tweede lijn
duidelijke overdrachtscriteria van de
eerste naar tweede lijn en vice versa
ontslagcriteria voldoende
vertegenwoordigd in protocollen
duidelijke criteria beëindigen
behandeling
0% 20% 40% 60% 80% 100%
ja
nee
Opvallend is dat steeds ongeveer de helft ‘ja’ en de andere helft ‘nee’ antwoordt. Blijkbaar zijn de meningen
over de criteria die overdracht tussen de eerste en tweede lijn beschrijven verdeeld. Net iets meer intramuraal
werkzame fysiotherapeuten vinden dat de ontslagcriteria niet voldoende vertegenwoordigd zijn in de
protocollen en dat er geen duidelijke criteria zijn wanneer de behandeling beëindigd wordt en de patiënt
eventueel in het reguliere sportaanbod terecht komt.
Beroepsmonitor 2012 8

Fysiotherapeuten die op een grotere afdeling werkzaam zijn geven vaker aan dat de ontslagcriteria die beschrijven
wanneer een patiënt van de eerste naar de tweede lijn wordt doorverwezen, voldoende vertegenwoordigd
zijn in de protocollen.
De eerste twee vragen zijn ook in 2011 gesteld. Destijds was de verdeling tussen de antwoorden ‘ja’ en ‘nee’
ook ongeveer 50 om 50 procent.
Beroepsmonitor 2012 9

Bijlage
selectie intramuraal werkzaam
De resultaten van deze rapportage hebben betrekking op intramuraal werkzame fysiotherapeuten. Of iemand
wel of niet als intramuraal werkzaam wordt beschouwd is daarbij vastgesteld op basis van onderstaande
vraag. Het is dus een selectie op aangeven van de respondenten zelf.
Op welk type locatie voert u uw werkzaamheden voornamelijk uit
Deze vraag en de volgende vragen hebben alleen betrekking op uw hoofdactiviteit.
vrijgevestigde praktijk
multidisciplinair centrum
gezondheidscentrum
ziekenhuis (algemeen of academisch) Intramuraal
verpleeghuis/verzorgingshuis Intramuraal
revalidatiecentrum/gehandicaptenzorg/psychische zorg Intramuraal
overig
Beroepsmonitor 2012 10