Nieuwsbrief 8 - Politieacademie
Nieuwsbrief 8 - Politieacademie
Nieuwsbrief 8 - Politieacademie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
in deze schouwburg dat hij zijn verzetswerk begon. Op allerlei slinkse wijzen werden mensen onder het oog van de<br />
Duitsers het gebouw uitgesmokkeld. Dat betekende echter geen echte vrijheid, maar een uitstel en een<br />
mogelijkheid het er misschien levend af te kunnen brengen. Een kat- en muisspel ontstond tussen Süskind en de<br />
Duitse bewakers. Vaak werden zij omgekocht met drank of sigaren. Het huzarenstukje was echter het laten<br />
verdwijnen van joodse kinderen die met hun ouders in de schouwburg waren terechtgekomen. Zij werden naar de<br />
overkant van de straat gesmokkeld en in een crèche verborgen. Van daar werden zij door het verzet naar elders<br />
overgebracht. De kinderen kwamen terecht bij pleeggezinnen waar velen tot aan het einde van de oorlog zullen<br />
blijven.<br />
Uit dat laatste blijkt dat Süskind deze daden niet zonder hulp van vrienden en sympathisanten heeft kunnen<br />
verrichten. Voor een deel kwamen die uit de joodse gemeenschap zelf, deels uit het studentenverzet en ook vanuit<br />
de Amsterdamse politie. Mark Schellekens noemt vier politiemannen: de al wat oudere Piet Elias en Arend Japin<br />
en de jongere Karel Weelink en Bart Post. Elias zou in november 1944 voor een Duits vuurpeloton sterven.<br />
Ondanks al zijn behendigheid zou ook Walter Süskind de oorlog niet overleven. Hij moest nog wel aanzien hoe<br />
zijn gezin gedeporteerd werd voordat hijzelf aan de beurt was. Uiteindelijk zou hij vlak voor het einde van de oorlog<br />
overlijden. Een van de verschrikkelijke voetmarsen van kamp naar kamp werd hem fataal. Walter Süskind zal in de<br />
herinnering blijven als de man die honderden joden en dan vooral kinderen het leven heeft gered. Een ontroerend<br />
stuk geschiedenis van Mark Schellekens.<br />
Jos Smeets<br />
Aanwinsten politiegeschiedenis<br />
Nico de Both, Het Groninger politiekorps in de Tweede Wereldoorlog, Assen 2013.<br />
De politie en de marechaussee zijn na de oorlog zwaar onder vuur komen te liggen vanwege hun medewerking<br />
aan de uitvoerende maatregelen van de Duitse bezetter. Met name de hulp bij de Jodenvervolging, de opsporing<br />
van stakers en van degenen die zich onttrokken aan de tewerkstelling in Duitsland, is hen zeer kwalijk genomen.<br />
Hoofdcommissaris Philippus Blank en een aantal van zijn medewerkers hebben in Groningen een cruciale rol<br />
gespeeld bij het onder druk zetten van hun ondergeschikten, waardoor de sfeer binnen het korps vergiftigd werd.<br />
Vanwege dreigende represailles vanuit het korps zelf konden slechts weinigen de moed opbrengen om actief<br />
verzet te plegen. Voorliggende publicatie beschrijft wat zich binnen het politiekorps heeft afgespeeld en hoe dit kon<br />
gebeuren.<br />
Guus Meershoek en Bob Hoogenboom, De draagbare Van Reenen: Piet van Reenen over politie en<br />
geweldsbeheersing, Den Haag 2013.<br />
Rob Evans en Paul Lewis, Undercover: the true story of Britain's secret police. London 2013.<br />
The gripping stories of a group of police spies and the uncovering of forty years of state espionage. The job of the<br />
clandestine unit was to monitor British 'subversives' - environmental activists, anti-racist groups, animal rights<br />
campaigners. Police stole the identities of dead people to create fake passports, driving licences and bank<br />
accounts. They then went deep undercover for years, inventing whole new lives so that they could live incognito<br />
among the people they were spying on. They used sex, intimate relationships and drugs to build their credibility.<br />
They betrayed friends, deceived lovers, even fathered children. And their operations continue today. Can such<br />
tactics ever be justified<br />
Karl-Heinz Fittkau, Die Kriminalpolizei in der SBZ/DDR von 1945 bis 1952. Berlin 2013.<br />
Erstmals werden die zahlreichen und komplexen Veränderungen der Organisation und der Aufgaben der<br />
Kriminalpolizei im Zeitraum von 1945 bis 1952 umfassend beschrieben. Beginnend mit der Aufstellungsphase in<br />
der sowjetischen Besatzungszone (SBZ) führen die Darstellungen bis zur Auflösung der Länder im Jahr 1952 und<br />
den damit verbundenen einschneidenden Veränderungen in der Verwaltungsstruktur. Die Entwicklung der<br />
Kriminalpolizei in diesem Zeitraum ist durch folgende Prozesse gekennzeichnet: selektive Kontinuität,<br />
Personalaustausch, Re-Professionalisierung und Akademisierung, Zentralisierung, Ideologisierung. Mit hoher<br />
Faktendichte werden die Veränderungsprozesse sowohl in den einzelnen Hierarchieebenen als auch in den<br />
inhaltlichen Aufgabengebieten beschrieben. Die Auswirkungen auf die Ermittlungspraxis bleiben dabei nicht<br />
unerwähnt, wird doch ausführlich über die Entwicklungen im kriminalpolizeilichen Meldedienst, im<br />
Erkennungsdienst und in der gesamten Kriminaltechnik sowie in der Fahndung berichtet. Breiten Raum nimmt das<br />
Bildungs- und Schulungssystem ein, das mit detaillierten Lehrplänen, Schulungs- und Zeugnisdokumenten<br />
plastisch dargestellt wird. Die Arbeits- und Lebensbedingungen in dieser Frühphase der Kriminalpolizei werden bis