TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
63<br />
Art. III 16. § 1. Wellicht zal binnen elk beleidsdomein (MOD) een zekere standaardisering<br />
plaatsvinden inzake het vastleggen van de inhoud van het programma naargelang<br />
de aard van de functie (niveau, taakinhoud).<br />
Voor specifieke personeelsgroepen moeten ook eigen voorwaarden mogelijk zijn om<br />
een proeftijd zinvolle inhoud te geven. Zo moeten bv. binnen het scheepspersoneel<br />
bepaalde opleidingen met goed gevolg beëindigd zijn, moet men slagen voor een<br />
bekwaamheidsproef en/of een reeks proefreizen hebben afgelegd.<br />
§ 2. Ook de evaluatiecriteria dienen zorgvuldig afgesproken. De proeftijd past weliswaar<br />
in de gangbare Ploeg-cyclus, maar vooral de frequentie van eventueel tussentijds<br />
evalueren is belangrijk. In ieder geval volgt een evaluatiegesprek na de afgesproken<br />
proeftijd (of vaste proeftijd voor niveau D), waarvan een verslag wordt opgesteld<br />
en waarna een eindbeslissing volgt : voor de ambtenaar op proef ontslag of<br />
vaste benoeming en voor de contractueel ontslag of contractuele aanstelling. [2]<br />
De procedure van de verslagen is tegensprekelijk : ieder verslag wordt onverwijld ter<br />
kennisgeving aan de ambtenaar op proef toegestuurd die het viseert en er eventueel<br />
zijn opmerkingen aan toevoegt. Het wordt in zijn persoonlijk dossier opgenomen.<br />
De mogelijkheid om voor het verstrijken van de afgesproken proeftijd (uitz. niveau D)<br />
te kunnen benoemen of ontslaan is nieuw; ook het arbeidsrecht kent deze mogelijkheden<br />
van ontslag of aanstelling vóór einde proeftijd binnen bepaalde perken (bv.<br />
bedienden : na minimum een maand).[2]<br />
Indien men tot benoeming of ontslag overgaat vóór de afgesproken proeftijd is dit<br />
meteen een eindevaluatie in de zin van art. I 9, § 2, waartegen beroep mogelijk is.[2]<br />
§ 3. Het betreft hier een uitzondering op het principe om geen dwingende termijnen<br />
meer te voorzien voor de overheid (aangezien het uitgangspunt niet het stilzitten van<br />
de overheid is, maar de goede werking van de diensten).<br />
Er wordt vanuit gegaan dat de benoemende overheid het verslag binnen redelijke<br />
termijn aan het personeelslid bezorgt. Indien er toch 30 kalenderdagen verstrijken<br />
sinds de (eind)evaluatie wordt de proeftijd zoals voorheen geacht gunstig te zijn voor<br />
het personeelslid.[2]<br />
Art. III 17. Deze bepaling geldt niet voor de contractueel. Verstrijken van de proeftijd<br />
zonder tijdig ontslag betekent behoud van de contractuele aanstelling.<br />
Art. III 18. Ofschoon niet voorzien in het APKB (vermits een stage of proeftijd niet als<br />
algemeen principe aangehouden werd) wordt toch beroep voorzien voor de ambtenaar<br />
tegen een negatieve eindbeoordeling van de proeftijd. Een negatieve evaluatie<br />
voor de afgesproken proeftijd kan, maar moet niet tot ontslag leiden.[2]<br />
De algemene beginselen van deze beroepsprocedure (hoorrecht, bijstand, opschortend<br />
karakter) zijn bepaald in artikel I 13. Hier worden enkel de termijnen vastgelegd<br />
met het oog op uniformiteit en een snelle afhandeling. Zie tevens het principe van de<br />
beslissende bevoegdheid van de raad bij eenparigheid (ontslag of benoeming).<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007