31.12.2014 Views

TOELICHTING - Bestuurszaken

TOELICHTING - Bestuurszaken

TOELICHTING - Bestuurszaken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />

62<br />

Bij een proeftijd in deeltijd zal er logischerwijze een pro rata verlengde duur vastgesteld<br />

worden. Halftijds kan de proeftijd maximum 24 maanden bedragen (niveau<br />

A).[2]<br />

Deze regel geldt onverminderd artikel III 13 (het begin van een nieuwe proeftijd) en artikel<br />

III 15, § 2 (bonusdagen), waardoor de maximumduur wel kan overschreden worden;<br />

zo ook de facto (doch enkel voor de vaststelling van de juridische toestand bij toepassing<br />

van artikel III 17).[2]<br />

Met nieuwe personeelsleden wordt in de proeftijd ook een inwerkperiode afgesproken,<br />

minstens gelijk aan de duur van de proeftijd (zie ook laatste rubriek van de toelichting<br />

bij dit hoofdstuk).<br />

De duur van de proeftijd wordt bij aanvang bepaald. Indien wordt gekozen voor de<br />

minimumtermijn, kan men op het einde niet meer verlengen.[2]<br />

Indien de duur wordt bepaald tussen de minimum- en de maximumtermijn, of op de<br />

maximumtermijn, kan de eindevaluatie vroeger gehouden worden. De zeer goed of<br />

zeer slecht presterende personeelsleden (uitz. niveau D) kunnen in de periode tussen<br />

de minimum- en de maximumduur van de proeftijd vervroegd geëvalueerd worden<br />

in positieve (benoeming ambtenaar) of negatieve (ontslag of terugplaatsing in<br />

vorige graad) zin.[2]<br />

Er zal geëvalueerd worden na een voldoende relevante toepassingsperiode in welke<br />

mate de maximumduur van de proeftijd uitgeput wordt.<br />

§ 2 - § 4. Dit voert een getrapt systeem van verlenging met forfaitaire bonuswerkdagen<br />

– en desgevallend schorsing - van de proeftijd in geval van langdurige afwezigheid<br />

in.[2]<br />

Op die manier wordt aan de hand van een forfaitaire regeling rekening gehouden met<br />

een beperkt aantal dagen afwezigheid zonder invloed op de proeftijd, bv. bij ziekte of<br />

omstandigheidsverlof. [2]<br />

Een basis van 10 werkdagen afwezigheid wordt toegelaten voor de ambtenaar op<br />

proef van niveau D zonder dat de proeftijd de facto verlengd wordt; voor de andere<br />

niveaus wordt een getrapt systeem gehanteerd naargelang de duur van de proeftijd.[2]<br />

Enkel de jaarlijkse vakantie wordt – ofschoon het een afwezigheid is - meegeteld<br />

voor de berekening van de effectieve duur van de proeftijd.<br />

Daarentegen heeft elke andere afwezigheid, zelfs de afwezigheid gelijkgesteld met<br />

dienstactiviteit, zoals politiek verlof, bevallingsverlof, … de opschorting van de proeftijd<br />

tot gevolg. Een uitzondering hierop vormt het occasionele vakbondsverlof. Dit<br />

heeft geen opschorting van de proeftijd tot gevolg, in tegenstelling tot het langdurig<br />

vakbondsverlof.<br />

De administratieve toestand van de ambtenaar op proef wordt tijdens de schorsing<br />

van zijn proeftijd vastgesteld overeenkomstig de aard van zijn afwezigheid<br />

bvb. bevallingsverlof = dienstactiviteit.<br />

ziekteverlof = dienstactiviteit.[2]<br />

Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!