TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
44<br />
van de niet-naleving gesanctioneerd wordt met tuchtmaatregelen hetzij volgens dit<br />
statuut, hetzij krachtens het arbeidsrecht. Het personeelslid dient in de eerste plaats<br />
zijn volledige beroepsactiviteit te wijden aan de taken die hem worden toevertrouwd.<br />
Derhalve zal hijzelf of via een tussenpersoon geen activiteiten uitoefenen die het vervullen<br />
van deze plichten in de weg staan.<br />
De toevoeging in sub 2° om elke handelswijze te vermijden die het vertrouwen van<br />
het publiek in de dienst kan aantasten, vindt zijn oorsprong in art. 5 § 2 - 1 ste lid AP-<br />
KB. De toetsing van de deontologische onverenigbaarheden kan gebeuren aan de<br />
hand van de uitleg in het deontologische code.<br />
Art. II 11. Inzake onverenigbaarheden dient een onderscheid gemaakt tussen de deontologische<br />
en de politieke onverenigbaarheden. De politieke onverenigbaarheden<br />
vallen buiten de tekst van dit statuut. Het vaststellen van de regels inzake onverenigbaarheden<br />
voor de uitoefening van bij verkiezing te begeven politieke mandaten,<br />
komt enkel aan het parlement toe, behoudens wat tevens in de grondwet bepaald is.<br />
- Krachtens art. 51 GW houdt een volksvertegenwoordiger of senator, die tot een<br />
door de staat bezoldigd ambt wordt benoemd, onmiddellijk op zitting te hebben.<br />
- Wet van 6 augustus 1931 "houdende vaststelling van de onverenigbaarheden<br />
en ontzeggingen betreffende ministers, gewezen ministers en ministers van staat,<br />
alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende kamers" is overeenkomstig<br />
art. 23 BWHI van 8 augustus 1980 van overeenkomstige toepassing op<br />
de Gemeenschaps- en Gewestministers alsook op de leden en gewezen leden<br />
van de Raden, wat betreft de ambten die van de Gemeenschap of het Gewest afhangen.<br />
Er is een wettelijke onverenigbaarheid tussen lid van een wetgevende kamer en<br />
ambtenaar. De ambtenaar heeft recht op politiek verlof voor het uitoefenen van<br />
zijn mandaat.<br />
Voor de VOI : zie ook bijzonder decreet van 26 juni 1995 hierna.<br />
- Het Bijzonder decreet van de Vlaamse Raad van 26 juni 1995 bepaalt dat de<br />
ambtenaren, stagiairs en contractuele personeelsleden van de diensten van de<br />
Vlaamse Regering en van de Vlaamse openbare instellingen die de eed afleggen<br />
als lid van de Vlaamse Raad of lid van de Vlaamse Regering van rechtswege een<br />
regime van voltijds politiek verlof genieten voor de uitoefening van hun mandaat.<br />
Voor de regeling inzake politiek verlof: zie ook deel X van dit besluit.<br />
("Bijzonder decreet houdende instelling van een regime van politiek verlof voor de<br />
personeelsleden van de diensten van de Vlaamse Regering die een mandaat als<br />
lid van de Vlaamse raad/regering uitoefenen" - ondanks de titel dus ook van toepassing<br />
op VOI).<br />
- Krachtens een ander bijzonder decreet van het Vlaams Parlement van dezelfde<br />
datum (26 juni 1995) is de uitoefening van het mandaat van lid van de Vlaams<br />
Raad onverenigbaar met het lidmaatschap van een gemeenschaps- of gewestregering<br />
of het ambt van gewestelijk staatssecretaris.<br />
("Bijzonder decreet houdende invoering van onverenigbaarheden met het mandaat<br />
van lid van de Vlaamse raad")<br />
Andere decretale onverenigbaarheden : art. 7 van het decreet op de adviesraden.<br />
In voorgaande rechtsposities werd ad hoc bepaald dat de uitoefening van een aantal<br />
(contractuele) functies onverenigbaar was met de uitoefening van een politiek man-<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007