TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
35<br />
Onderscheid naar aard van het tewerkstellingsverband<br />
De rechtsposities daterend van voor dit raamstatuut bepaalden dat zowel de deontologische<br />
rechten en plichten, de regeling inzake intellectuele eigendomsrechten als de onverenigbaarheden<br />
en cumulatie van beroepsactiviteiten van toepassing waren op de ambtenaren<br />
(en "stagiairs") en op de contractuele personeelsleden.<br />
Derhalve wordt in dit deel gesproken van personeelsleden, zijnde de ambtenaren (inclusief<br />
deze op proef) en de contractuelen. Ook wordt het woord "ambt" vervangen door het neutralere<br />
"functie" doch hiermee wordt ook het bekleden van een functie in ruime zin in overheidscontext<br />
bedoeld en niet alleen de functie zelf van het personeelslid met haar concrete taken.<br />
De niet-naleving van de statutaire rechten en plichten geeft enkel voor de ambtenaar (dus<br />
inclusief deze op proef) aanleiding tot een tuchtregeling zoals bepaald in dit besluit (zie deel<br />
VIII "Tuchtregeling").<br />
Hoofdstuk 1.<br />
Deontologische rechten en plichten<br />
De voormelde deontologische rechten en plichten zoals opgenomen in het APKB gaan praktisch<br />
volledig uit van de rechten en plichten van het personeelslid als werknemer en tot dusver<br />
werden dan ook enkel deze in de rechtspositie verankerd.<br />
Er is in het APKB enkel sprake van een plicht van de overheid als werkgever t.a.v. het recht<br />
op opleiding / vorming.<br />
Naast de rechten en plichten in statutaire zin waarvan de niet-naleving door de werknemer<br />
aanleiding kan geven tot een tuchtsanctie (volgens dit statuut of volgens het arbeidsrecht)<br />
zijn er evenwel ook de waarden in algemene zin zowel voor werknemer als werkgever, specifiek<br />
verbonden met het werken in de overheidscontext. Deze (nieuwe) waarden voor de<br />
organisatie (en de werknemer) (inclusief de "onverenigbaarheden") worden gedragen door<br />
de Vlaamse Regering.<br />
Hierop werd nader ingegaan in de inleiding bij deze rechtspositie omdat het uitgangspunt dat<br />
"de overheid een specifieke werkgever is met eigen waarden" en "de overheidswerknemer<br />
als een bijzondere werknemer beschouwd wordt", leidde tot de conclusie dat een statuut het<br />
beste instrument was om deze bijzondere bescherming gestalte te geven.<br />
Aangezien het niet de bedoeling is om al deze waarden, ethische componenten of zelfs algemene<br />
rechtsbeginselen als leidraad voor het handelen van overheid en werknemer statutair<br />
afdwingbaar te maken, worden tot dusver als rechten en plichten de APKB-bepalingen<br />
aangehouden. Het is evenwel niet uitgesloten dat naderhand bepaalde waarden als recht /<br />
plicht opgenomen worden.<br />
Werkgever<br />
In de deontologische code zullen de hiernavolgende waarden van de Vlaamse overheidswerkgever<br />
als toetssteen voor zijn handelen, opgenomen worden :<br />
"De Vlaamse overheidswerkgever zal een ethische organisatiecultuur ontwikkelen en een<br />
ethisch personeelsbeleid voeren gekenmerkt door inzonderheid de volgende algemene<br />
(rechts)beginselen : onpartijdigheid, wettelijkheid, integriteit, verantwoordelijkheid, voorrang<br />
voor het algemeen belang, respect voor de menselijke waardigheid, aandacht voor welzijn,<br />
objectieve behandeling van ambtenaren en non-discriminatie in het algemeen."<br />
De non-discriminatie geldt dus niet alleen in het interne personeelsbeleid maar ook in de<br />
omgang met de burger-klant.<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007