31.12.2014 Views

TOELICHTING - Bestuurszaken

TOELICHTING - Bestuurszaken

TOELICHTING - Bestuurszaken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />

282<br />

Deel XI van het statuut kan dus alleen handelen over het verlies van de hoedanigheid<br />

en de ambtsneerlegging als ambtenaar. Overeenkomstig art. 9 § 4 APKB is de<br />

ambtenaar in proeftijd onderworpen aan de artikelen betreffende het verlies van de<br />

hoedanigheid van ambtenaar van ambtenaar en de definitieve ambtsneerlegging<br />

(vrijwillig ontslag en inrustestelling).<br />

Hoofdstuk 1.<br />

De redenen en gevolgen<br />

Art. XI 1. § 1. Met de woorden "door dit besluit" wordt in art. 21 APKB het APKB zelf<br />

bedoeld. Dit wordt in deze tekst omgezet naar "het statuut" vermits dit in toepassing<br />

van het APKB wordt opgesteld.<br />

- zie art. 21 e.v. APKB.<br />

- in dit besluit : de definitieve ongeschiktverklaring wegens ziekte van de ambtenaar<br />

vóór de pensioenleeftijd.<br />

De leeftijd van pensionering wordt vastgesteld op 65 jaar; dit komt i.p.v. de vage omschrijving<br />

"de normale leeftijd van de pensionering".<br />

§ 2. De vroegere § 2 bepaalde dat ambtshalve een einde wordt gemaakt aan de<br />

hoedanigheid van ambtenaar op de eerste dag van de maand die volgt op de 65ste<br />

verjaardag.<br />

Artikel VII 7 bepaalt echter dat als de ambtenaar op pensioen gesteld wordt, het volledige<br />

maandsalaris betaald wordt aan betrokkene. Hij hoeft dus de maand waarin hij<br />

65 wordt niet uit te werken, want zijn salaris wordt sowieso betaald. Hij wordt gepensioneerd<br />

op zijn 65e verjaardag.[2]<br />

Standpunt van de Pensioendienst voor de overheidssector 20 [2]<br />

Artikel 50, tweede lid van de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen<br />

bepaalt dat de persoon van wie de dienst¬uitoefening beëindigd is ingevolge<br />

de zwaarste tuchtstraf in zijn statuut bepaald definitief het recht op een rustpensioen<br />

van de openbare sector verliest. [2]<br />

Volgens artikel VIII 2, 7° van het Vlaams personeelsstatuut is de tuchtstraf “afzetting”<br />

de zwaarste tuchtstaf. Dit betekent dat de ambtenaar die als gevolg van een tuchtstraf<br />

afgezet wordt geen aanspraak kan maken op een pensioen van de openbare<br />

sector voor de diensten die hij verricht heeft vóór deze afzetting. De andere tuchtstraffen<br />

hebben geen invloed op de pensioenrechten van de ambtenaar. [2]<br />

“De strafvordering schorst de tuchtprocedure en de tuchtuitspraak. Daaruit volgt dat<br />

de tuchtstraf afzetting mag uitgesproken worden nadat de geschorste ambtenaar de<br />

grensleeftijd (bedoeld wordt pensioenleeftijd) heeft bereikt, indien de strafrechtelijke<br />

veroor¬deling enkel na die datum werd uitgesproken en definitief is geworden.<br />

Zolang het tuchtrechtelijk onderzoek tegen een ambtenaar niet is beëindigd, mag en<br />

kan er niet beslist worden over zijn pensioenrecht. Zolang het tuchtrechtelijk onderzoek<br />

voortduurt en men derhalve niet weet of de ambtenaar al dan niet een tuchtstraf<br />

zal bekomen die hem het recht op pensioen ontzegt, kan en mag terzake niets be-<br />

20 Arrest van de Raad van State,nr. 11.786 van 28 april 1966, Friedberg / Belg. Staat<br />

Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!