TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
246<br />
Er dient getoetst aan dit referentiekader. De deeltijdse prestaties wegens ziekte moeten<br />
de ambtenaar toelaten om na een periode van zware of langdurige ziekte opnieuw<br />
zijn volledige dagtaak op te nemen (aanpassingsperiode aan normale arbeidsritme).<br />
Er is dus geen onbeperkt gebruik mogelijk van deeltijdse prestaties wegens<br />
ziekte. De periode van max. 6 maanden voor het toestaan van de deeltijdse prestaties<br />
werd gereduceerd tot 3 maanden, gelet op de relevante stijging van het gebruik<br />
van deze maatregel (frequentere controle mogelijk maken). Contractuelen vallen onder<br />
de ziekteverzekering. De toestemming voor deeltijdse prestaties wordt verleend<br />
door de adviserend geneesheer van de mutualiteit. Er geldt een specifieke ziekteuitkering<br />
bovenop het loon voor deeltijdse prestaties. De werkgever is niet verplicht<br />
deeltijdse prestaties voor contractuelen toe te staan.<br />
Ingeval van een arbeidsongeval geldt een gelijkaardige regeling (zie art. 32bis van<br />
het KB van 24 januari 1969).<br />
§ 2. Er is bij deeltijdse prestaties wegens ziekte aanrekening op de periode van 666<br />
werkdagen en op de periode van 222 werkdagen na 60 jaar (pro rata) gelet op het<br />
principe van behoud van salaris.<br />
Art. X 23. § 1. Cf. artikel 17, 3° van het APKB als algemeen principe.<br />
De tijdsbeperking van 666 werkdagen als grens voor een mogelijke ongeschiktverklaring<br />
geldt niet voor arbeidsongeval, ongeval op weg naar en van het werk, een ongeval<br />
van gemeen recht veroorzaakt door de schuld van een derde, beroepsziekte en<br />
de vrijstelling van arbeid voor de zwangere werkneemster (onder bepaalde voorwaarden)<br />
en de vrijstelling van dienst voor het geven van borstvoeding voor de<br />
werkneemster die in een schadelijk arbeidsmilieu werkt, waarvoor onbeperkt ziekteverlof<br />
toegestaan wordt bovenop de 666 werkdagen.<br />
De definitieve verrekening van de ziektedagen bij een ongeval van gemeen recht kan<br />
maar gebeuren zodra de uitspraak over de (gehele of gedeeltelijke) aansprakelijkheid<br />
gekend is (eerst aanrekenen, dan debiteren). Een gevolg is dan ook dat in afwachting<br />
geen voorstel voor vervroegde pensionering wegens ziekte kan gedaan<br />
worden.<br />
Het Rekenhof merkte destijds (Hofbrief dd. 12 september 2000) op dat het statuut<br />
niet toeliet dat een ambtenaar die langdurig afwezig is ten gevolge van een arbeidsongeval,<br />
een ongeval op de weg van en naar het werk, of een beroepsziekte, definitief<br />
ongeschikt werd verklaard en dat dit strijdig was met artikel 2 van de wet van 21<br />
juli 1844 betreffende de burgerlijke en kerkelijke pensioenen.<br />
De federale overheid heeft de mogelijkheid tot definitieve ongeschiktverklaring van<br />
ambtenaren die afwezig zijn ten gevolge van een arbeidsongeval, een ongeval op de<br />
weg van en naar het werk, of beroepsziekte heringevoerd via het KB van 10 juni<br />
2002 (wijziging van het KB van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden<br />
toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen).<br />
In het raamstatuut wordt aan dit probleem een oplossing gegeven door in tegenstelling<br />
tot een interpretatie die voorheen toegepast werd, de afwezigheden na consolidatie<br />
[1° t/m 4°] ook al houden zij verband met bv. het arbeidsongeval, aan te rekenen<br />
op het contingent van 666 werkdagen. Op die manier wordt pensionering mogelijk.<br />
Het voorstel tot pensionering na 666 werkdagen is niet verplicht.<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007