TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
235<br />
Art. X 8. Ingevolge de invoering van de vrijwillige vierdagenweek (cf. het sectoraal<br />
akkoord 1999-2000), wordt voorzien in een proportionele toekenning van de verloven.<br />
In het statuut wordt een algemene bepaling opgenomen waarin wordt bepaald<br />
dat voor de verloven die in werkdagen zijn uitgedrukt het personeelslid tewerkgesteld<br />
in de 4-dagenweek recht heeft op een equivalent van het in dit statuut voorzien aantal<br />
verlofdagen.<br />
De verloven uitgedrukt in werkdagen worden bijgevolg omgezet in uren X 7u36 en<br />
gedeeld door 9,5. Het gaat om:<br />
- vakantieverlof;<br />
- ziekteverlof;<br />
- omstandigheidsverlof;<br />
- 20 werkdagen onbetaald verlof;<br />
- politiek verlof (in de regel).<br />
De andere verloven uitgedrukt in maanden, weken of duur van de opdracht, blijven in<br />
geval van de 4-dagenweek ongewijzigd.<br />
voorbeeld:<br />
Voor de berekening van het verlof wordt het aantal vakantiedagen (35) omgezet in<br />
uren en gedeeld door 9,30 (= het aantal uren per dag in een 4-dagenweek). Iemand<br />
die een volledig jaar in de 4-dagenweek werkt heeft recht op 28 verlofdagen (35 x<br />
7,36/9,30 = 27,69 of afgerond 28).<br />
TITEL 2.<br />
JAARLIJKSE VAKANTIEDAGEN EN FEESTDAGEN<br />
Art. X 9. Overeenkomstig art. 17 1° APKB genieten de ambtenaren [bij uitbreiding in<br />
dit statuut : de personeelsleden] bij volledige arbeidsprestaties een jaarlijks vakantieverlof<br />
waarvan de duur tenminste gelijk is aan die bepaald in het koninklijk besluit<br />
van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan<br />
personeelsleden van de rijksbesturen of in elke andere bepaling die ze mocht wijzigen.<br />
Overeenkomstig het koninklijk (verlof)besluit van 19 november 1998 heeft de<br />
ambtenaar momenteel recht op 26 werkdagen jaarlijks vakantieverlof met een graduele<br />
opbouw volgens de leeftijd die hem op 64 jaar 33 werkdagen oplevert.<br />
Daarnaast voorziet de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten<br />
van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector (art. 9) (BS 5 januari<br />
2001), zoals gewijzigd, een recht op een jaarlijks vakantieverlof van minimum<br />
24 werkdagen voor volledige prestaties.<br />
Deze minimumperiode mag niet worden vervangen door een financiële vergoeding,<br />
behalve in geval van einde van de arbeidsrelatie.<br />
* * *<br />
§ 1. In dit besluit wordt het aantal vakantiedagen vastgesteld op 35 werkdagen voor<br />
iedereen. Voor ambtenaren en contractuelen wordt dit verlof op dezelfde wijze geregeld<br />
(dus : personeelslid). Dit opnemen gebeurt naar keuze van de ambtenaar in<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007