TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
216<br />
terugzetting in graad : salarisschaal verbonden aan ambt toegewezen door terugzetting<br />
ontslag van ambtswege : de op 1 na hoogste tuchtstraf met als gevolg en verschil dat<br />
de aanspraken op een ambtenarenpensioen behouden blijven<br />
afzetting : verlies van het recht op een ambtenarenpensioen (wel pensioen privésector)<br />
Art. VIII 3. Op de inhouding van salaris wordt een maximumtermijn van drie maanden<br />
gezet; zij mag niet hoger zijn dat wat bepaald is in artikel 23, tweede lid, van de<br />
wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers.<br />
Dit artikel bepaalt:<br />
"Het totaal van de inhoudingen mag niet méér bedragen dan één vijfde van het bij<br />
elke uitbetaling verschuldigde loon in specie, na aftrek van de inhoudingen op grond<br />
van de belastingswetgeving, van de wetgeving op de sociale zekerheid of van particuliere<br />
of collectieve overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale<br />
zekerheid."<br />
De inhouding is een voorafneming op het loon door de werkgever, zonder dat een<br />
procedure tot beslag of overdracht is ingesteld.<br />
Loonbeslag gebeurt voor een derde die optreedt als schuldeiser en in dit geval zijn<br />
de grenzen van art. 1409 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing.<br />
De loonbeschermingswet legt enige beperkingen op wat de inhoudingen betreft (artikel<br />
23, eerste lid - 1° t/m 5°). Inhoudingen, gedaan op grond van de belastingswetgeving,<br />
van de wetgeving op de sociale zekerheid en van particuliere of collectieve<br />
overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid gebeuren<br />
eerst, zonder enige beperking.<br />
De andere inhoudingen (artikel 23, tweede lid) mogen een bepaald bedrag niet overschrijden,<br />
nl. 1/5 van het bij elke uitbetaling verschuldigde nettoloon in geld (d.w.z.<br />
het brutoloon na aftrek van de voordelen in natura, de RSZ-inhoudingen en de bedrijfsvoorheffing).<br />
Deze beperking tot één vijfde is overeenkomstig het derde lid van art. 23 van de<br />
loonbeschermingswet niet van toepassing als de werknemer bedrog heeft gepleegd<br />
of in een bepaald geval vrijwillig zijn dienstbetrekking heeft beëindigd. Dit derde lid<br />
wordt niet vermeld in het APKB (artikel 14, §4), zodat deze beperking van 1/5 ook in<br />
deze laatste gevallen geldt.<br />
Art. VIII 4. Inzake de tuchtschorsing bepaalt artikel 14, § 4 van het APKB dat zij<br />
wordt uitgesproken ten hoogste voor drie maanden en geen aanleiding mag geven<br />
tot een inhouding van salaris die hoger ligt dan die welke bedoeld is bij artikel 23,<br />
tweede lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon<br />
der werknemers (zie voor commentaar bij de inhouding : art. VIII 3). Tuchtschorsing<br />
KAN dus met salarisinhouding gepaard gaan.<br />
Aan de ambtenaar wordt het recht op loopbaanaanspraken en verhoging in salaris<br />
ontzegd.<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007