TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
130<br />
dering, aanwerving, herplaatsing, horizontale mobiliteit, … dient tezelfdertijd ingezet<br />
te worden en afgerond binnen de gestelde tijdlimiet. Indien de overheid bvb. na 1 jaar<br />
niet zou bevorderen, vervalt het hoger ambt. De aanstelling is immers gekoppeld aan<br />
de functie en niet aan de persoon.<br />
§ 4. Een hoger ambt in een betrekking van het wetenschappelijk personeel kan enkel<br />
worden ingevuld door een ambtenaar die tot dezelfde personeelscategorie, nl. het wetenschappelijk<br />
personeel behoort. Om deze reden wordt de uitoefening van een hoger<br />
ambt in een betrekking van rang A1 van het wetenschappelijk personeel dan ook uitgesloten.<br />
[2]<br />
Art. VI 84 bevestigt de volheid van bevoegdheid van de ambtenaar belast met een<br />
hoger ambt in de plaats van en ten overstaan van de effectieve titularis. [2]<br />
Art. VI 85 bepaalt welke overheid beslist welke ambtenaar het hoger ambt waarneemt.<br />
Bij deze beslissing komt de appreciatie van de capaciteiten van de ambtenaar<br />
(en niet de anciënniteit) op de eerste plaats.<br />
Om de besluitvorming zo dicht mogelijk bij de betrokken ambtenaar te houden, met<br />
meer garantie om met kennis van zaken te oordelen, adviseert het managementorgaan<br />
van de entiteit, raad of instelling in de aangegeven gevallen.<br />
Een hoger ambt wordt toegekend in een betrekking van wetenschappelijk directeur<br />
(rang A2), rang A1 en van de niveaus B, C en D.<br />
Met uitzondering van een hoger ambt in de graad van wetenschappelijk directeur<br />
(rang A2), wordt geen hoger ambt meer toegekend in de rang A2 (= uitdovend).<br />
Voor de beslissing over het hoger ambt in de graad van wetenschappelijk directeur<br />
wordt het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling aangevuld met minimum<br />
twee vooraanstaande wetenschappers van het betrokken vakgebied. [2]<br />
Hoofdstuk 4.<br />
De preventiefuncties[2]<br />
Art. VI 86. Conform de geldende voorschriften van de wet van 4 augustus 1996 betreffende<br />
het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS<br />
18.09.1996) en van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne<br />
dienst voor preventie en bescherming op het werk (BS 31.03.1998-Ed. 3) is er voor<br />
de diensten van de 13 Vlaamse ministeries één interne dienst voor Preventie en Bescherming,<br />
GDPB (Gemeenschappelijke Dienst Preventie en Bescherming) te noemen.<br />
De GDPB, die als onafhankelijke entiteit is toegevoegd aan het Vlaams ministerie<br />
van <strong>Bestuurszaken</strong>, wordt geleid door de preventieadviseur-coördinator, die rechtstreeks<br />
afhangt van het hoofd van het departement <strong>Bestuurszaken</strong>.<br />
De GDPB, onder leiding van één preventieadviseur-coördinator, is samengesteld uit<br />
meerdere preventieadviseurs in een beleidsondersteunende cel en een adviserende<br />
cel al dan niet opgesplitst in afdelingen. De preventie-adviseur-coördinator heeft<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007