TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
TOELICHTING - Bestuurszaken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Raamstatuut - Toelichting WV8 - 13/01/2006<br />
99<br />
Art. VI 2. Dit is een algemeen artikel dat geldt voor bevorderingen, tijdelijke aanstellingen<br />
en de mandaten die niet behoren tot de top- en middenkaderfuncties.<br />
Aan het slagen voor een test van de generieke competenties voor een welbepaalde<br />
functie of voor een test van de leidinggevende capaciteiten in een bepaald niveau, is<br />
een geldigheidsduur verbonden van 7 jaar, waarin de ambtenaar is vrijgesteld van<br />
deelname aan soortgelijke tests voor eenzelfde functie.<br />
Indien de generieke competenties getest worden zowel met een externe als een interne<br />
potentieelinschatting en indien betrokkene wel geslaagd is voor de externe potentieelinschatting<br />
maar niet voor de interne potentieelinschatting, dan kan vrijstelling<br />
verleend worden voor de externe potentieelinschatting alleen.<br />
Deze vrijstelling geldt niet voor de bekwaamheidsproeven van bv. schipper omdat<br />
deze proeven niet de generieke competenties testen.<br />
Voor de toepassing van deze bepaling geldt dat niveau B en C niet als gelijkwaardig<br />
worden aanzien. [2]<br />
Art. VI 3. Ambtenaren dienen tijdens hun mandaat of aanstelling niet meer aan te<br />
tonen dat ze over de vereiste generieke competenties voor de functie beschikken<br />
aangezien ze de functie de facto reeds uitoefenen.<br />
Bovendien genieten ze ook zeven jaar na de neerlegging van hun mandaat of aanstelling<br />
- tenzij het mandaat of de tijdelijke aanstelling werd beëindigd wegens een<br />
evaluatie "onvoldoende" - een vrijstelling zodat ze in deze periode van 7 jaar niet<br />
meer dienen aan te tonen dat ze over de vereiste generieke competenties voor de<br />
functie beschikken. [2]<br />
Art. VI 4. Toepassingsproblemen in het algemeen kunnen zich voordoen inzake beleidsdomeinoverschrijdende<br />
procedures, daar waar de statuten nu uitgaan van de<br />
eigen rechtspersonen. Hier treedt de Vlaamse minister van <strong>Bestuurszaken</strong> op als<br />
scheidsrechter. [2]<br />
TITEL 2.<br />
HIËRARCHISCHE INDELING DER GRADEN[2]<br />
Art. VI 5. Iedere ambtenaar is titularis van een graad, die hem situeert binnen een<br />
bepaalde rang.<br />
In bijlage 3 bij dit besluit wordt een overzicht gegeven van de hiërarchische indeling<br />
van de graden per niveau en per rang. [2]<br />
Art. VI 6. Binnen de diensten van de Vlaamse overheid zijn er vier niveaus, die elk<br />
met een letter worden aangeduid : niveau A, niveau B, niveau C en niveau D.<br />
In de diensten van de Vlaamse overheid komen 15 hiërarchische rangen voor :<br />
- niveau A telt (6) hiërarchische rangen : A1, A2, A2M, A2A, A2L en A3<br />
- niveau B telt 3 hiërarchische rangen : B1, B2, B3<br />
- niveau C telt 3 hiërarchische rangen : C1, C2, C3<br />
- niveau D telt 3 hiërarchische rangen : D1, D2, D3<br />
Bijwerking 2007/2 - 30/09/2007