28.12.2014 Views

Deelrapport 3: Hoe Dionysos - Universiteit Twente

Deelrapport 3: Hoe Dionysos - Universiteit Twente

Deelrapport 3: Hoe Dionysos - Universiteit Twente

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3. Over het politieoptreden<br />

Over het optreden van de politie maakten onze volwassen respondenten een groot aantal opmerkingen.<br />

We beperken ons hier tot de voornaamste onderwerpen, mede om een vergelijking te trekken<br />

met de visie van jongeren.<br />

De eerste kwestie betreft de vraag of de politie wel goed voorbereid was. Dat bleek in meerdere<br />

opzichten niet het geval. Een van de ouders stelt dat men de situatie van tevoren ‘volledig verkeerd’<br />

heeft ingeschat. ‘Men had gezegd dat er voldoende ME beschikbaar zou zijn, maar toen puntje bij<br />

paaltje kwam bleek dat niet waar’ (R25). Een van de bewoners verklaart: ‘De gemeente heeft het<br />

onderschat. Er was niet genoeg politie en onvoldoende ME. De ME stond bovendien te ver weg (…) Er<br />

was vooraf verteld dat er genoeg politie zou zijn. Nou dat was dus niet zo. De politie moest nog<br />

gehaald worden. Dan ben je te laat. Ze hadden er al om 16 uur moeten zijn. Eigenlijk hebben ze ons<br />

een beetje misleid’ (R42). Iemand vertelt dat hij rond 20.30 uur twee motoragenten midden op een<br />

kruispunt zag staan: ‘Het leek alsof die zo’n beetje omsingeld waren door jongeren. Toen had ik al<br />

zoiets van: Als ik agent was geweest en ik had daar gestaan dan had ik me niet langer veilig<br />

gevoeld’(R47). Een volgende respondent vraagt zich af: ‘Wat kon de politie nou doen Ze waren met<br />

veel te weinig mensen. <strong>Hoe</strong> kun je in zo’n situatie burgers beschermen’(R50). Weer een ander zegt:<br />

‘In het begin stonden hier maar vier of vijf man ME plus nog wat platte petten. Die hadden geen<br />

schijn van kans. Ze gooiden met asfalt, straatborden, hekken en vooral met lege flessen. Dat heeft<br />

zeker twintig minuten geduurd, pas na een half uur was er genoeg ME’ (R43). Ten slotte zegt iemand:<br />

‘De gemeente heeft het zwaar onderschat. De ME was naar mijn gevoel totaal niet voorbereid. Ik ben<br />

ME’ers tegengekomen die mij de weg vroegen. Er waren groepjes van twee tot drie man terwijl een<br />

ME-peloton volgens mij uit tenminste tien man zou moeten bestaan. Je kon gewoon zien dat er iets<br />

niet klopte’ (R50). De opvatting dat er te weinig ME in Haren was, wordt breed gedeeld.<br />

Niet alleen over het aantal politiefunctionarissen maar ook over hun mentale toestand worden veel<br />

opmerkingen gemaakt. De angst en de verwarring van heel wat dienders is de Harenaren niet<br />

ontgaan. Sommige agenten zouden tegen een bewoner gezegd hebben dat ze niet wisten wat ze<br />

moesten doen. ‘Het is helemaal stil in onze oren’, zeiden ze (daarmee verwijzend naar het ontbreken<br />

van aansturing) (R37). Een ondernemer vertelde dat ME’ers tegen hem hadden gezegd dat ze niet<br />

wisten waar ze waren en wat ze moesten doen (R48). Een andere bewoner bevestigt dit: ‘De politieagent<br />

die vóór ons huis stond, wist niet eens waar hij was. Ik heb hem op een kaart moeten laten<br />

zien waar hij stond. Die had gewoon totaal geen contact met zijn collega’s, want hij wist niet eens dat<br />

aan de andere kant van de Oude Brink de weg niet afgezet was. Dat moest ik hem vertellen. Dus de<br />

communicatie onderling was gewoon heel slecht’ (R35). Behalve de bewoners hadden ook bepaalde<br />

professionals daar moeite mee. Iemand die als chauffeur betrokken was bij het voorgenomen<br />

busvervoer zegt bijvoorbeeld: ‘Ik heb zelf besloten te gaan rijden. De beloofde politie-escorte kwam<br />

maar niet. We vernamen dat ze 150 meter verderop bij het politiebureau op hun orders stonden te<br />

wachten (…) Dat stelde ons nogal teleur. Die agenten wisten niet wat ze moesten doen’ (R60).<br />

Anderen wijzen erop dat het contact met bepaalde bewoners niet altijd vriendelijk verliep.<br />

Sommigen kregen zelfs een tik omdat ze in de weg liepen (R34). Het zegt veel dat zelfs de ME’ers<br />

bang waren. ‘Toen ik een ME’er in zijn gezicht keek, zag ik dat hij angstig was maar wel heel alert. Zijn<br />

toon was heel agressief. Het was alleen maar van: Oprotten! Maar hij sloeg me niet. (…) We hoorden<br />

van politiemensen dat het nog maar de vraag was of ze konden standhouden. Dat vond ik heel<br />

bedreigend. Wat als ze geen stand houden vraag je je af…’ (R41). Of neem bijvoorbeeld de volgende<br />

minimale dialoog van een bewoner met een agent:<br />

124 | COMMISSIE ‘PROJECT X’ HAREN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!