Deelrapport 3: Hoe Dionysos - Universiteit Twente
Deelrapport 3: Hoe Dionysos - Universiteit Twente
Deelrapport 3: Hoe Dionysos - Universiteit Twente
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
jongens maar niet per sé van die hooliganachtige types. Eigenlijk was er van alles: grote mannen,<br />
stoere jongens met petjes en sjaaltjes, capuchons, scholieren, jonge studenten…’ (R53). Later viel de<br />
verzameling in twee groepen uiteen: zij die naar voren stapten en zij die een stap terug zetten maar<br />
wel bleven kijken (R55). Wat deze mensen met elkaar gemeen hadden was dat ze behoorlijk in de olie<br />
waren. Een medewerker bij de NS vertelt: ‘De meeste jongeren die ik heb gezien waren tussen de<br />
zestien en de 23 jaar. Sommigen van hen waren in de trein rond 20.00 uur al vreselijk dronken. Er<br />
liepen zwalkende lieden op het perron en zo, dat wil je niet hebben. Het viel me op dat er vrij veel<br />
stelletjes bij waren. Een bepaalde groep dacht inderdaad dat het leuk zou worden in Haren. Maar er<br />
zat ook veel petjesvolk tussen: jongens met hun petje achterstevoren en afhangende broeken. Vooral<br />
onder het petjesvolk waren er veel dronken (…) Rond 20.00 uur kreeg ik in de trein het gevoel dat het<br />
gemakkelijk uit de hand kon lopen. Ik zag niet echt mensen die erop uit leken om bewust rotzooi te<br />
trappen. Ik was eerder bang voor een vorm van groepsdynamiek. Dan slaat de vlam snel in de pan<br />
(…). Ik vermoedde dat het petjesvolk zich wel in een dynamiek van rotzooi trappen en vernielen zou<br />
laten meenemen. Maar ik had niet het idee dat ze er bewust op uit waren’ (R57). Een vergelijkbare<br />
visie vinden we bij iemand die in het voortgezet onderwijs werkzaam is. Zij zegt over de situatie in<br />
Haren het volgende: ‘Er kwamen verschillende groepen met verschillende intenties bij elkaar. Een<br />
aantal hooligan-achtige mensen wilde wel vernielingen aanrichten. Maar veel jongeren zijn meegesleurd<br />
zonder [dat ze] enig verantwoordelijkheidsgevoel [aan de dag legden]’(R40).<br />
2. <strong>Hoe</strong> de sfeer verandert<br />
Op basis van het voorgaande zou men dus kunnen spreken van een gemengde menigte waarin<br />
diverse soorten jongeren en diverse motieven bij elkaar kwamen. Maar een dergelijke menigte is,<br />
zoals we in hoofdstuk 9 hebben geschetst, nog lang geen massa, laat staan een massa die gewelddadig<br />
reageert. Voordat dit gebeurt moet er aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Er was dan<br />
ook een duidelijk verschil tussen de sfeer die aanvankelijk in Haren hing en de sfeer waarin later de<br />
massale rellen plaatsvonden. Wanneer is die sfeeromslag ontstaan en welke factoren droegen<br />
daaraan bij<br />
In het vorige hoofdstuk bleek dat het omslaan van een stemming niet eenduidig te bepalen is. Dat<br />
wordt nog eens onderstreept door enkele uitspraken van de volwassenen die we in dit hoofdstuk aan<br />
het woord laten. Een van hen vertelt dat het ’s middags flink druk was in het centrum. Er waren<br />
vooral veel jongeren die met drank rondliepen. De sfeer was gezellig. Aan het eind van de middag<br />
werd het rustig en leek de grootste drukte voorbij te zijn: ‘Rond 18.00 uur ben ik in de auto gestapt en<br />
[heb ik] een rondje door Haren gereden om te kijken hoe de situatie was. Het was toen rustiger dan ’s<br />
middags. Bij de Stationsweg stonden heel veel media, maar qua jeugd was het gewoon rustig. Toen<br />
ben ik nog via het station gereden voordat ik wegging. Kijken of dat daar nog hordes mensen<br />
stonden te wachten. Maar daar liep gewoon echt helemaal niemand. Daar stonden alleen maar<br />
agenten. Een stuk of twintig geloof ik’(R50). Een van de ouders bestrijdt dat er aanvankelijk niets aan<br />
de hand zou zijn. ‘Het is echt een kulverhaal dat het aan het begin van de avond zo gezellig was. Er<br />
zou en moest wat gaan gebeuren – dat was de sfeer. Dat voelde ik al vanaf 18 uur’ (R24). Sommige<br />
bewoners werden gedurende de middag wat angstig en zetten hun auto’s achter op de oprit (R35).<br />
Een andere bewoner vertelt dat mensen om 17 of 18 uur ’s avonds in het dorp gingen rondzwerven<br />
zonder dat er enige controle was. De menigte groeide langzaam maar zeker aan doordat er van alle<br />
kanten mensen bij kwamen. Rond 19.00 uur zag hij bij een van de afzettingen in de Stationsweg een<br />
ruzieachtige sfeer ontstaan. Een jongen die zei dat hij in die straat woonde, mocht er niet door. Vanaf<br />
19.00 uur was de menigte zo sterk aangegroeid dat er op de Jachtlaan helemaal geen plaats meer<br />
120 | COMMISSIE ‘PROJECT X’ HAREN