Proceedings - Toegepaste Wiskunde - TU Delft
Proceedings - Toegepaste Wiskunde - TU Delft Proceedings - Toegepaste Wiskunde - TU Delft
Informatica in het VO: hoe verder Auteurs René Franquinet Vereniging i&i Email: r.franquinet@ieni.org Bert Zwaneveld Ruud de Moor Centrum/Open Universiteit Email: bert.zwaneveld@ou.nl Samenvatting Kort samenvat gaat het bij informatica in de bovenbouw van havo en vwo om de volgende twee zaken: – de concepten achter de computer, in brede zin, dus ook internet, mobiele telefonie, enzovoorts – het ontwerpen, bouwen en implementeren van (eenvoudige) systemen, meestal met ict aangeduid, speelt een rol. 100
Informatica in het VO: hoe verder 1 Korte geschiedenis Om de positie van informatica in het voortgezet onderwijs goed te kunnen plaatsen, geven we een korte samenvatting hoe het vak tot stand is gekomen en hoe het zich heeft ontwikkeld. Het is gestart in 1998 als keuzevak dat scholen niet hoeven aan te bieden. Het heeft geen centraal examen (CE), alleen een schoolexamen (SE). Sinds 2006 is het voor het N&T-profiel een profielkeuzevak. De meeste leraren zijn omgeschoolde leraren (eerstegraads en tweedegraads) van een ander vak met relatief beperkte informatica/ict-kennis. In 2009 bood ongeveer 60% van de scholen informatica aan en ongeveer 10% van de leerlingen had het in zijn examenpakket. 2 Hoe is deze positie te beoordelen Door de positie en door het imago dat iedereen met een computer kan omgaan heeft informatica een lage status. Die status moet veranderen. Want in de huidige informatiesamenleving, het gebruik van ict in het bedrijfsleven, in het onderwijs, door de overheid en door de burgers moeten alle mensen ten minste weten hoe die ict in elkaar steekt, zodat ze mede vorm aan de ontwikkeling van ict moeten kunnen geven (denk bijvoorbeeld aan het elektronisch patiëntendossier of de ov-chipkaart). Wat ons betreft is informatica, het vak dat gaat over de concepten achter de ict, dan ook een basisvak. Wat betekent het als informatica inderdaad als zo’n basisvak wordt gezien Informatica verdient dan een doorlopende leerlijn en een plaats vergelijkbaar met taal en rekenen in het basisonderwijs en met Nederlands, wiskunde en Engels in het voortgezet onderwijs: vanaf de brugklas en niet pas in de bovenbouw; en niet alleen in havo en vwo, maar ook in het vmbo. 3 Onderzoek In 2009/2010 is onderzocht onder stake-holders, met name leraren informatica in het voortgezet onderwijs, maar ook lerarenopleiders en docenten informatica in het hoger onderwijs, in welke richting informatica zich moet ontwikkelen (zie Van Diepen, Perrenet, & Zwaneveld, 2011). Op basis van de reacties kunnen we vier typen onderscheiden, die we hier heel kort karakteriseren: – Negatief-kritisch: het vak heeft niet voldoende kwaliteit, er moet geen centraal examen komen (vooral onder ho-docenten) – Positief-realistisch: geen centraal examen, wel moet iedere school het aanbieden (ho- en vo-docenten) – No-nonsense: de huidige breedte van het vak is een sterkte, maar er moet gedifferentieerd worden naar inhoud om verschillende doelgroepen leerlingen beter tegemoet te komen en beter op een eventueel vervolg voor te bereiden (vooral vo-docenten); te denken valt aan een differentiatie in administratief/technisch. – Innovatief: het vak verder ontwikkelen: door een theoretische module toe te voegen en door een verplicht centraal examen in te stellen; want er is twijfel over de kwaliteit van de zittende leraren (lerarenopleiders en vo-docenten). 101
- Page 48 and 49: Proceedings NIOC 2011 Als laatste s
- Page 50: Proceedings NIOC 2011 ECABO is het
- Page 53 and 54: Mogelijke opzet voor een cursus Duu
- Page 55 and 56: Proceedings NIOC 2011 Hiervoor is k
- Page 57 and 58: MathDox Interactive Mathematics in
- Page 59 and 60: Proceedings NIOC 2011 4 MathDox sof
- Page 61 and 62: Proceedings NIOC 2011 16
- Page 63 and 64: Proceedings NIOC 2011 From the stud
- Page 65 and 66: Versiebeheer en de kwaliteit van te
- Page 67 and 68: Proceedings NIOC 2011 We hebben dri
- Page 69 and 70: Proceedings NIOC 2011 Ook hier geld
- Page 71 and 72: Proceedings NIOC 2011 FIGUUR 3 Boxp
- Page 73 and 74: Proceedings NIOC 2011 Met name bij
- Page 76 and 77: InfVO - een Amsterdamse steun in de
- Page 78 and 79: Proceedings NIOC 2011 De leerlingen
- Page 80 and 81: Proceedings NIOC 2011 5 De uitvoeri
- Page 82 and 83: Ontwerp van een 1-jarige Master Sof
- Page 84 and 85: Proceedings NIOC 2011 3 Kaders De g
- Page 86 and 87: Proceedings NIOC 2011 FIGUUR 3 Soft
- Page 88 and 89: Proceedings NIOC 2011 9 OU Master S
- Page 90 and 91: Proceedings NIOC 2011 13 Toelatings
- Page 92 and 93: Modularisering van Sterk Afhankelij
- Page 94 and 95: Proceedings NIOC 2011 De 4 vakken w
- Page 96 and 97: Proceedings NIOC 2011 3 Alle GipHou
- Page 98: Proceedings NIOC 2011 2 weken voora
- Page 103 and 104: Proceedings NIOC 2011 5 Bestuurlijk
- Page 105 and 106: Hoe weet een opleiding wat het bero
- Page 107 and 108: Proceedings NIOC 2011 NVAO beoordel
- Page 109 and 110: Proceedings NIOC 2011 4.1 ZORG, WEL
- Page 111 and 112: Proceedings NIOC 2011 Schön, Donal
- Page 113 and 114: Human-Computer Interaction onderwij
- Page 115 and 116: Proceedings NIOC 2011 2.3 ROL VAN D
- Page 117 and 118: Proceedings NIOC 2011 Naast DevThis
- Page 119 and 120: MUMIE, een internationaal wiskundig
- Page 121 and 122: Proceedings NIOC 2011 - 80% of the
- Page 123 and 124: Ervaringen met het Gebruik van Soci
- Page 125 and 126: Proceedings NIOC 2011 De combinatie
- Page 128 and 129: Getting Things Done Auteur C.J. Koc
- Page 130: Proceedings NIOC 2011 Hoe start je
- Page 133 and 134: Rendement van objectgeoriënteerd p
- Page 135 and 136: Proceedings NIOC 2011 2.1 ATTITUDE
- Page 137 and 138: Proceedings NIOC 2011 3.2.2.1 Gebru
- Page 139 and 140: Proceedings NIOC 2011 4.1.2 Motivat
- Page 141 and 142: Proceedings NIOC 2011 100% Tussento
- Page 143 and 144: Gebruik meth. add Creatie obj. in m
- Page 145 and 146: Proceedings NIOC 2011 Bij het imple
- Page 147 and 148: Proceedings NIOC 2011 Schmidt, 2007
Informatica in het VO: hoe verder<br />
1 Korte geschiedenis<br />
Om de positie van informatica in het voortgezet onderwijs goed te kunnen plaatsen,<br />
geven we een korte samenvatting hoe het vak tot stand is gekomen en hoe het zich heeft<br />
ontwikkeld.<br />
Het is gestart in 1998 als keuzevak dat scholen niet hoeven aan te bieden. Het heeft geen<br />
centraal examen (CE), alleen een schoolexamen (SE). Sinds 2006 is het voor het N&T-profiel<br />
een profielkeuzevak. De meeste leraren zijn omgeschoolde leraren (eerstegraads en<br />
tweedegraads) van een ander vak met relatief beperkte informatica/ict-kennis. In 2009<br />
bood ongeveer 60% van de scholen informatica aan en ongeveer 10% van de leerlingen<br />
had het in zijn examenpakket.<br />
2 Hoe is deze positie te beoordelen<br />
Door de positie en door het imago dat iedereen met een computer kan omgaan heeft<br />
informatica een lage status. Die status moet veranderen. Want in de huidige informatiesamenleving,<br />
het gebruik van ict in het bedrijfsleven, in het onderwijs, door de overheid<br />
en door de burgers moeten alle mensen ten minste weten hoe die ict in elkaar steekt, zodat<br />
ze mede vorm aan de ontwikkeling van ict moeten kunnen geven (denk bijvoorbeeld aan<br />
het elektronisch patiëntendossier of de ov-chipkaart). Wat ons betreft is informatica, het<br />
vak dat gaat over de concepten achter de ict, dan ook een basisvak.<br />
Wat betekent het als informatica inderdaad als zo’n basisvak wordt gezien Informatica<br />
verdient dan een doorlopende leerlijn en een plaats vergelijkbaar met taal en rekenen in<br />
het basisonderwijs en met Nederlands, wiskunde en Engels in het voortgezet onderwijs:<br />
vanaf de brugklas en niet pas in de bovenbouw; en niet alleen in havo en vwo, maar ook<br />
in het vmbo.<br />
3 Onderzoek<br />
In 2009/2010 is onderzocht onder stake-holders, met name leraren informatica in het<br />
voortgezet onderwijs, maar ook lerarenopleiders en docenten informatica in het hoger<br />
onderwijs, in welke richting informatica zich moet ontwikkelen (zie Van Diepen,<br />
Perrenet, & Zwaneveld, 2011).<br />
Op basis van de reacties kunnen we vier typen onderscheiden, die we hier heel kort<br />
karakteriseren:<br />
– Negatief-kritisch: het vak heeft niet voldoende kwaliteit, er moet geen centraal<br />
examen komen (vooral onder ho-docenten)<br />
– Positief-realistisch: geen centraal examen, wel moet iedere school het aanbieden<br />
(ho- en vo-docenten)<br />
– No-nonsense: de huidige breedte van het vak is een sterkte, maar er moet gedifferentieerd<br />
worden naar inhoud om verschillende doelgroepen leerlingen beter tegemoet te<br />
komen en beter op een eventueel vervolg voor te bereiden (vooral vo-docenten); te<br />
denken valt aan een differentiatie in administratief/technisch.<br />
– Innovatief: het vak verder ontwikkelen: door een theoretische module toe te voegen en<br />
door een verplicht centraal examen in te stellen; want er is twijfel over de kwaliteit van<br />
de zittende leraren (lerarenopleiders en vo-docenten).<br />
101