Art. 1 het bezwaar is onontvankelijk in zoverre ... - Vlaanderen Kiest

eschouwd, stelt dat de telling correct is verlopen, dat er geen reden tot hertelling kan zijn
aangezien in genoemd bureau tevens een getuige van de partij Groen aanwezig was en dat dit
bezwaar eerder een politiek spel lijkt dat de gemeenschap onnodig kan belasten.
Beoordeling
4.3. De Raad stelt vast dat er geen enkele opmerking op het proces-verbaal van stembureau
nr. 7 is terug te vinden, hoewel een getuige van Sp.a-Groen, de heer Dirk Ghyoot het procesverbaal
mede heeft ondertekend.
Uit geen enkel van de processen-verbaal van de telbureaus blijkt dat er zich bij het tellen
onregelmatigheden hebben voorgedaan, op enkele bemerkingen na in de telbureaus 5 en 8 over
in totaal 8 stemmen die echter nog niet noodzakelijk een onregelmatigheid inhouden, maar
integendeel eerder op een correcte tellingwijzen.
4.4. Daarenboven blijkt dat de optelsom van alle getelde stemmen van de verschillende
telbureaus samen, uitgebracht op Sp.a-Groen, overeenstemt met het stemcijfer zoals vastgesteld
door het gemeentelijk hoofdbureau en dat geen doorhalingen voorkomen op de formulieren G62
en G 61a van telbureau 7 zodat, in tegenstelling tot wat de verzoekers aanvoeren, niet bewezen is
dat “het hoofdbureau [besliste] …zelf, het aantal stembiljetten van telbureau 7 te gaan tellen…
deze telling, die nog maar eens een kleine afwijking had, definitief vast te leggen als eindtelling”.
4.5. Ten overvloede merkt de Raad op dat het aantal stembiljetten in het telbureau nr. 7
overeenstemt met de som van het aantal stembiljetten vermeld in formulier G51 van de
stembureaus 5, 11 en 19, zoals aangeduid op de voormelde processen-verbaal.
4.6. Het vermoeden van regelmatigheid dat normaliter kleeft aan de vaststellingen van de
processen-verbaal wordt door de verzoeker derhalve niet weerlegd door voldoende concrete
elementen (zie in dit verband: RvS, 12 februari 2007, nr. 167.712; RvS, 7 maart 2001, nr. 93.768),
temeer daar de voormelde bemerkingen in de processen-verbaal van de telbureaus 5 en 8, zelfs
gesteld dat deze alle onregelmatigheden zouden betreffen, niet het benodigd aantal stemmen
betreffen om een zetelverschuiving te kunnen veroorzaken (vgl. RvS, 8 maart 2007, nr. 168.591).
4.7. Bijgevolg zijn er geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van de getelde stemmen in de
onderscheiden telbureaus en aan de door het hoofdbureau vastgestelde uitslag.
Het middel is niet gegrond.
BESLISSING
Artikel 1 : Het bezwaar wordt verworpen.
Artikel 2 : Tegen deze beslissing kan binnen de acht dagen na kennisgeving per
aangetekend schrijven beroep worden ingediend bij de Raad van State,
Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.
RVV. 2012.017 4/5