Art. 1 het bezwaar is onontvankelijk in zoverre ... - Vlaanderen Kiest

DE RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN VAN DE PROVINCIE
WEST-VLAANDEREN
Beslissing in de zaak RVV nr. 2012.17
Inzake de Gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 in de gemeente Zedelgem.
1. verloop van de procedure
1.1. De heren Gunter Boffel, lijsttrekker en verkozene van de lijst nr. 4 Sp.a-Groen en Ivan
Lahousse, 4 de kandidaat van diezelfde lijst en 2 de opvolger, (hierna: de verzoekers) bij de
gemeenteraadsverkiezingen in de gemeente Zedelgem, hebben met een aangetekend schrijven
van 12 november 2012, ingekomen op 14 december 2012, een bezwaar ingediend bij de Raad
voor Verkiezingsbetwistingen.
Met een brief van 6 december 2012, ontvangen op 7 december 2012, hebben de verzoekers een
“aanvullende memorie van toelichting” ingediend.
1.2. De heer Lahousse heeft het verkiezingsdossier ingezien.
1.3. Met een schrijven tegen ontvangstbewijs van 28 november 2012 heeft mevrouw
Dominiek Spinnewyn-Sneppe, lijsttrekker en verkozene voor de lijst nr. 3 Vlaams Belang, “een
memorie van antwoord” ingediend.
1.4. De partijen zijn opgeroepen voor de openbare zitting, die heeft plaatsgevonden op 10
december 2012.
Luc Vermeiren, plaatsvervangend lid van de Raad, heeft verslag uitgebracht.
Mevrouw Dominiek Spinnewyn-Sneppe verschijnt in persoon en is gehoord.
2. nadere omschrijving van het voorwerp van het beroep
De verzoekers omschrijven in hun initieel bezwaar het voorwerp van hun beroep als
volgt: “Aangezien de laatste zetel (zetel 27) op een 20-tal stemmen bepaald is geweest, vragen wij
de hertelling van de stemmen van de gemeenteraadsverkiezingen in Zedelgem”. Zijvragen niet
uitdrukkelijk de ongeldigheid van de verkiezingen. Uit het geheel van de door de verzoekers
aangevoerde grieven en feitelijkheden blijkt evenwel duidelijk dat zij met hun bezwaren de
geldigheid van de verkiezing betwisten. Het komt aan de Raad voor Verkiezingsbetwistingen toe
het voorwerp van het gevorderde nader te bepalen aan de hand van de inhoud van het
bezwaarschrift (zie RvS, 14 februari 2007, nr. 167.820).
RVV. 2012.017 1/5

3. ontvankelijkheid
3.1. Ontvankelijkheid van het bezwaar
3.1.1. Het proces-verbaal van het hoofdbureau werd afgesloten op 14 oktober 2012. Het
verzoekschrift werd aangetekend verstuurd op 12 november 2012.
3.1.2. Verzoekers waren kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen op lijst 4 Sp.a-Groen en
respectievelijk verkozen en 2 de opvolger en dienden hun bezwaarschrift in binnen de door artikel
208, §1, van het Kiesdecreet bepaalde termijn van dertig dagen te rekenen van de dagtekening
van het proces-verbaal.
3.1.3. Wie tegen de gemeenteraadsverkiezingen bezwaar indient, moet daarvoor niet alleen de
door de wet vereiste hoedanigheid van kandidaat hebben maar moet ook laten blijken van een
voldoende belang. Dat belang wordt geacht te bestaan indien de bezwaarindiener op zijn minst
tot tweede opvolger werd verkozen, tenzij hij onregelmatigheden aanvoert die tot gevolg kunnen
hebben gehad dat hij precies niet minstens tot tweede opvolger werd verkozen (RvS 14 februari
1995, nr. 51.620; RvS 7 maart 1995, nr 51.999; RvS 12 maart 2001, nr. 93.846; RvS 12 maart
2001, nr. 93.859). Ten deze zijn de verzoekers respectievelijk verkozen en tweede opvolger, zodat
zij over een voldoende belang beschikken.
3.1.4. Het bezwaarschrift is gedagtekend en vermeldt de naam en woonplaats van de verzoekers
en het voorwerp van de klacht en voldoet dus eveneens aan de overige vereisten van de artikelen
207 en 208 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet.
3.1.5. De klacht van verzoekers strekken ertoe een hertelling te bekomen. Vermits dit een
bezwaar betreft inzake de geldigheid van de verkiezingen, inzonderheid de zetelverdeling en de
rangorde van de kandidaten, is de Raad bijgevolg bevoegd het aldus geformuleerde bezwaar te
behandelen.
3.2. De ontvankelijkheid van het verzoek in de aanvullende memorie van toelichting
3.2.1. De verzoeker bezorgt op 7 december 2012, één werkdag vóór de sluiting van de debatten,
nog een aanvullende memorie van toelichting i.v.m. zijn bezwaar. Volgens art. 210 van het Lokaal
en Provinciaal Kiesdecreet kan een verzoeker enkel aanvullende overtuigingsstukken aan het
dossier laten toevoegen als die de verzoeker nog niet bekend waren bij de opmaak van het
verzoekschrift.
3.2.2. De verzoeker vraagt in dit aanvullend stuk de getuigen en de voorzitter van het
gemeentelijk hoofdbureau te horen in het kader van hun klacht : “Alhoewel onze getuige in het
hoofdbureau, Roger Rogiers, aandrong op vermeldingen in het PV, moeten wij vasstellen dat de
voorzitter van het telbureau de opmerkingen van onze getuige niet heeft opgenomen in het PV”.
Deze klacht en deze vraag komen niet voor in het oorspronkelijk verzoekschrift.
3.2.3. De verzoeker vermeldt in dit aanvullend stuk bijgevolg een bijkomende argumentatie die
afwijkt van de inhoud van zijn oorspronkelijke bezwaar. De verwerende partij heeft geen
RVV. 2012.017 2/5

mogelijkheid meer om nuttig te repliceren op deze aanvulling van verzoeker, ofschoon het
secretariaat een kopie aan die partij bezorgde, zodat de rechten van verdediging geschonden
zouden worden indien de Raad deze aanvulling aanvaardt.
3.2.4. Het huishoudelijk reglement van de Raad bepaalt overigens in artikel 5 dat iedere
memorie op straffe van wering uit de debatten ten laatste op de twaalfde dag voor de
terechtzitting dient bezorgd of neergelegd.
3.2.5. Met dit stuk kan de Raad dan ook geen rekening houden bij de beoordeling van het
bezwaar.
3.3. onderzoek van de mogelijke weerslag op de zetelverdeling
3.3.1. Het behaalde stemcijfer van de lijst Sp.a-Groen bedraagt 2.350. De laatst toegekende zetel
wordt door de lijst Vlaams Belang behaald aan de kiesdeler 1 en kiesquotiënt 954. Dit betekent
dat, om een zetelverschuiving te veroorzaken, de lijst Sp.a-Groen die aan de kiesdeler 4 en met de
kiesquotiënt 940 een vierde zetel niet haalt, een stemcijfer van 2.385 dient te behalen. Een
verschil van 35 stemmen is dus nodig om een zetelverschuiving te veroorzaken.
3.3.2. In het verzoekschrift meldt verzoeker dat er in het telbureau 7 eerst 334 stemmen waren
geteld voor Sp.a-Groen en nadien slechts 262 en nog later 252. Een verschil van 35 stemmen is
kleiner dan het door verzoekers aangevoerde verschil en noopt tot een onderzoek van de door de
verzoekers aangevoerde middelen.
4. ten gronde
Standpunten van de partijen
4.1. De verzoekers brengen tegen de geldigheid van de verkiezingen in essentie het volgend
middel in: “Op zondag 14 oktober werden tijdens het tellen van de uitgebrachte stemmen in de
stemopnemingsbureau’s, regelmatig fouten vastgesteld die leidden tot nieuwe tellingen in de
stemopnemingsbureau’s”.
Als voorbeeld wordt het stemopnemingsbureau 7 aangehaald waar eerst 334 stemmen waren
geteld voor Sp.a-Groen en nadien slechts 262 en nog later 252. Verzoekers vullen aan : “Er werd
uiteindelijk nogmaals geteld, waar opnieuw een ander stemmenaantal werd vastgesteld” en
“Aangezien het hoofdbureau deze gang van zaken eigenaardig vond, besliste het hoofdbureau
uiteindelijk om nog maar eens, ditmaal zelf, het aantal stembiljetten van bureau 7 te gaan tellen.
Uiteindelijk werd beslist deze telling, die nog maar eens een kleine afwijking had, definitief vast te
leggen als eindtelling.” Zij voegen daar nog het volgende aan toe: “Aangezien de laatste zetel
(zetel 27) op een 20-tal stemmen bepaald is geweest, vragen verzoekers “de hertelling van de
stemmen van de gemeenteraadsverkiezingen in Zedelgem”.
4.2. Het voormeld schrijven van 28 november 2012 van mevrouw Dominiek Spinnewyn-Sneppe,
lijsttrekker en verkozene voor de lijst nr. 3 Vlaams Belang, dat als een memorie dient te worden
RVV. 2012.017 3/5

eschouwd, stelt dat de telling correct is verlopen, dat er geen reden tot hertelling kan zijn
aangezien in genoemd bureau tevens een getuige van de partij Groen aanwezig was en dat dit
bezwaar eerder een politiek spel lijkt dat de gemeenschap onnodig kan belasten.
Beoordeling
4.3. De Raad stelt vast dat er geen enkele opmerking op het proces-verbaal van stembureau
nr. 7 is terug te vinden, hoewel een getuige van Sp.a-Groen, de heer Dirk Ghyoot het procesverbaal
mede heeft ondertekend.
Uit geen enkel van de processen-verbaal van de telbureaus blijkt dat er zich bij het tellen
onregelmatigheden hebben voorgedaan, op enkele bemerkingen na in de telbureaus 5 en 8 over
in totaal 8 stemmen die echter nog niet noodzakelijk een onregelmatigheid inhouden, maar
integendeel eerder op een correcte tellingwijzen.
4.4. Daarenboven blijkt dat de optelsom van alle getelde stemmen van de verschillende
telbureaus samen, uitgebracht op Sp.a-Groen, overeenstemt met het stemcijfer zoals vastgesteld
door het gemeentelijk hoofdbureau en dat geen doorhalingen voorkomen op de formulieren G62
en G 61a van telbureau 7 zodat, in tegenstelling tot wat de verzoekers aanvoeren, niet bewezen is
dat “het hoofdbureau [besliste] …zelf, het aantal stembiljetten van telbureau 7 te gaan tellen…
deze telling, die nog maar eens een kleine afwijking had, definitief vast te leggen als eindtelling”.
4.5. Ten overvloede merkt de Raad op dat het aantal stembiljetten in het telbureau nr. 7
overeenstemt met de som van het aantal stembiljetten vermeld in formulier G51 van de
stembureaus 5, 11 en 19, zoals aangeduid op de voormelde processen-verbaal.
4.6. Het vermoeden van regelmatigheid dat normaliter kleeft aan de vaststellingen van de
processen-verbaal wordt door de verzoeker derhalve niet weerlegd door voldoende concrete
elementen (zie in dit verband: RvS, 12 februari 2007, nr. 167.712; RvS, 7 maart 2001, nr. 93.768),
temeer daar de voormelde bemerkingen in de processen-verbaal van de telbureaus 5 en 8, zelfs
gesteld dat deze alle onregelmatigheden zouden betreffen, niet het benodigd aantal stemmen
betreffen om een zetelverschuiving te kunnen veroorzaken (vgl. RvS, 8 maart 2007, nr. 168.591).
4.7. Bijgevolg zijn er geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van de getelde stemmen in de
onderscheiden telbureaus en aan de door het hoofdbureau vastgestelde uitslag.
Het middel is niet gegrond.
BESLISSING
Artikel 1 : Het bezwaar wordt verworpen.
Artikel 2 : Tegen deze beslissing kan binnen de acht dagen na kennisgeving per
aangetekend schrijven beroep worden ingediend bij de Raad van State,
Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel.
RVV. 2012.017 4/5

Deze beslissing is uitgesproken te Brugge, tijdens de openbare zitting van 21 december 2012,
door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen van de Provincie West-Vlaanderen, die was
samengesteld uit:
Vicky Boerjan, voorzitter
Koen Muylle, lid
Luc Vermeiren, plaatsvervangend lid
bijgestaan door:
Caroline Dumoulin, secretaris
Vicky Boerjan,
Koen Muylle,
Luc Vermeiren,
Caroline Dumoulin,
RVV. 2012.017 5/5