24.12.2014 Views

Bijlage 22 Archeologisch onderzoek

Bijlage 22 Archeologisch onderzoek

Bijlage 22 Archeologisch onderzoek

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BAAC bv<br />

IVO plangebied N261, gemeenten Waalwijk en Loon op Zand<br />

6 Beantwoording <strong>onderzoek</strong>svragen en<br />

aanbevelingen<br />

6.1 Deelgebied A: aansluiting PKO-weg<br />

Onderzoeksvragen<br />

Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact<br />

Het deelgebied A is zowel tijdens de veenontginningen als recentelijk verstoord.<br />

Alle bodemprofielen laten een AC-profiel zien, waarbij gesproken kan worden van<br />

zogenaamde dalgronden. Deze zijn het resultaat van het ontginnen van het<br />

aanwezige veen vanaf de 10 de eeuw n. Chr. Recente infrastructurele maatregelen<br />

hebben er toe geleid dat een deel van het deelgebied is opgehoogd met 6 m en<br />

een deel recentelijk is verstoord tot onder het niveau waarop archeologische<br />

resten verwacht zouden kunnen worden.<br />

Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting<br />

Er geldt een lage verwachting op het aantreffen van archeologische resten voor<br />

alle perioden vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met het heden (<strong>Bijlage</strong> 9).<br />

Aanbevelingen<br />

Op basis van de lage specifieke verwachting op het aantreffen van<br />

archeologische waarden uit alle perioden ter plaatse van het gehele terrein is een<br />

vervolg<strong>onderzoek</strong> voor deelgebied “aansluiting PKO-weg” niet noodzakelijk.<br />

6.2 Deelgebied B: aansluiting Bevrijdingsweg<br />

Onderzoeksvragen<br />

Aangezien er geen toestemming was verleend voor het plaatsen van boringen in<br />

dit deelgebied zijn de <strong>onderzoek</strong>svragen alleen beantwoord op basis van het<br />

bureau<strong>onderzoek</strong>.<br />

Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact<br />

Het noordelijke deel van het deelgebied is volgens de ontgrondingenkaart van de<br />

provincie Noord-Brabant (2007) een ontgrondingsvergunning verleend. Uit het<br />

AHN (2007) blijkt dat dit deel van het plangebied inderdaad is ontgraven. Het<br />

zuidelijke deel ligt op een lage dekzandrug en wordt gekenmerkt door<br />

veenontginningsverkaveling. Het is zeer aannemelijk dat er in dit deelgebied ook<br />

sprake is van dalgronden. Het is niet uit te sluiten dat in dit deel de<br />

oorspronkelijke dekzandbodem nog intact aanwezig is, zodat ook eventuele<br />

archeologische resten nog gaaf aanwezig kunnen zijn..<br />

Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting<br />

Op basis van de historische gegevens, landschappelijke context, bodemtype en<br />

waarnemingen in de nabije omgeving gecombineerd met de aanwijzingen voor<br />

ontgronding / afgraving geldt een lage archeologische verwachting voor het<br />

noordelijke deel van het plangebied (<strong>Bijlage</strong> 4). Het zuidelijke deel krijgt een<br />

middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische<br />

resten uit het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum, een lage verwachting voor de<br />

periode Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen en een hoge verwachting<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!