Bijlage 22 Archeologisch onderzoek
Bijlage 22 Archeologisch onderzoek
Bijlage 22 Archeologisch onderzoek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv<br />
IVO plangebied N261, gemeenten Waalwijk en Loon op Zand<br />
Laat-Neolithicum en de Bronstijd (complextype: jachtkampement) en uit de Late<br />
Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd (complextype: nederzetting met in het<br />
bijzonder oude huisplaatsen, waterputten, afvalkuilen en aardewerkstrooiing).<br />
<strong>Archeologisch</strong>e resten kunnen in een haarpodzolgrond bij een intact<br />
bodemprofiel worden verwacht binnen 60 cm beneden maaiveld.<br />
Bewoningssporen kunnen worden verwacht vanaf de onderzijde van de Ahhorizont.<br />
5.3 Deelgebied D: aansluiting Loon op Zand<br />
Het deelgebied “aansluiting Loon op Zand” ligt aan de zuidwestkant van het grote<br />
oost-west georiënteerde dek/stuifzandcomplex de Loonse en Drunense Duinen.<br />
Landschappelijk gezien ligt het gebied op de overgang van het hoge en droge<br />
dekzandcomplex naar het moerasachtige Brabantse dekzandplateau. Vanwege<br />
de blokkade door de oost-west georiënteerde dekzandrug vernatten vanaf het<br />
Holoceen de lagere delen van het oorspronkelijke dekzandreliëf geleidelijk,<br />
aangezien de afwateringsbeken vanaf het dekzandplateau niet meer gemakkelijk<br />
konden afwateren op de Maas. Het noordelijke deel van het deelgebied gelegen<br />
langs zo’n afwateringsbeek is dan ook deels verspoeld geraakt en mogelijk zelfs<br />
bedekt met veen geweest. Het hoger gelegen zuidelijke deel ligt op een<br />
dekzandrug en is vermoedelijk altijd droog geweest.<br />
Feitelijk ligt het gehele plangebied in het esdekken complex van Venloon<br />
(voormalig Loon op Zand). Aangezien er bodemkundig sprake is van een<br />
enkeerdgrond, die gevormd is onder hoge en droge omstandigheden en gelegen<br />
is nabij een oude nederzetting is de kans op het aantreffen van vindplaatsen zeer<br />
hoog.<br />
Door regelmatig afplaggen en uitputting van de bodem zijn sommige<br />
dekzandgebieden in de Loonse en Drunense Duinen vanaf de 14 de eeuw gaan<br />
verstuiven. In de zuidelijkste punt van het westelijke deel zijn bovenop het<br />
dekzand stuifzandafzettingen aangetroffen. Onder deze stuifzanden bevindt zich<br />
nog een intacte bewoningshorizont waarin/waarop zich mogelijk archeologische<br />
resten kunnen bevinden.<br />
Op basis van de ouderdom van het dekzand kunnen er in principe<br />
archeologische resten worden aangetroffen vanaf het Laat-Paleolithicum tot<br />
heden. Op basis van de verstoringen tot 70 cm -mv in het C-materiaal, waardoor<br />
het archeologisch relevante laagniveau niet meer “in situ” aanwezig is, geldt er<br />
echter een lage verwachting op het aantreffen van archeologische resten in de<br />
geel gekleurde gebieden, voornamelijk langs de Klokkenlaan en in het uiterst<br />
noordelijke en zuidelijke deel (<strong>Bijlage</strong> 11). Op basis van historische gegevens en<br />
waarnemingen uit de nabije omgeving geldt er een specifiek hoge verwachting<br />
op het aantreffen van archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met de<br />
Bronstijd (complextype: jachtkampement, nederzetting), uit de Bronstijd tot en<br />
met de Romeinse Tijd (complextype: nederzetting met in het bijzonder oude<br />
huisplaatsen met waterputten, afvalkuilen en aardewerkstrooiing) en uit de<br />
Vroege en Volle Middeleeuwen (complextype: nederzetting met in het bijzonder<br />
oude huisplaatsen/boerderijen, waterputten, afvalkuilen en aardewerkstrooiing).<br />
<strong>Archeologisch</strong>e vondsten en bewoningssporen kunnen bij een intact<br />
bodemprofiel worden verwacht aan de basis van het esdek en in de top (Ah-, E-,<br />
Bh- en Bs-horizonten) van een eventueel daar onder begraven bodemprofiel<br />
(meestal een humuspodzol).<br />
41