Bijlage 22 Archeologisch onderzoek
Bijlage 22 Archeologisch onderzoek
Bijlage 22 Archeologisch onderzoek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BAAC bv<br />
IVO plangebied N261, gemeenten Waalwijk en Loon op Zand<br />
Figuur 3.4 Ligging van deelgebied Aansluiting Loon op Zand geprojecteerd op historische kaart uit ca. 1900<br />
(Robas Producties 1989).<br />
<strong>Archeologisch</strong>e Verwachting<br />
Volgens de CHW en IKAW ligt de planlocatie in een zone met lage tot hoge kans<br />
op het aantreffen van archeologische resten. Dit is gebaseerd op het feit dat de<br />
planlocatie op een lage dekzandrug ligt met zowel “droge” enkeerdgronden als<br />
“natte” veldpodzolgronden.<br />
Landschappelijk gezien ligt het deelgebied op de flank van een groot west-oost<br />
georiënteerd dekzandcomplex. Mogelijk dat de lagere delen van de dekzandrug<br />
met veen of klei afgedekt zijn geraakt als gevolg van de vernatting van het<br />
gebied ten zuiden van het dekzandcomplex vanaf het Holoceen.<br />
Het noordwestelijke deel van het deelgebied is zeer waarschijnlijk geëgaliseerd.<br />
De vele waarnemingen die bekend zijn en de bekende historische gegevens<br />
duiden erop dat de directe omgeving in ieder geval vanaf het Mesolithicum<br />
bewoond is geweest.<br />
Op basis van de ouderdom van het landschap kunnen in principe archeologische<br />
resten vanaf het Laat-Paleolithicum worden aangetroffen. Op basis van<br />
landschappelijke situering, hydrologische geschiedenis, bewoningsgeschiedenis<br />
en nabije waarnemingen geldt voor het deelgebied aansluiting D met<br />
uitzondering van het noordwestelijke deel vooralsnog een hoge specifieke<br />
verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de periode Laat<br />
Paleolithicum tot en met het Neolithicum (complextype: jachtkampement,<br />
nederzetting). Voor de periode Bronstijd tot en met de Nieuwe Tijd geldt<br />
vooralsnog een middelhoge tot hoge verwachting op het aantreffen van<br />
archeologische resten (complextype: nederzetting, boerderij met erf).<br />
Omdat zowel de verstoringsgraad als de diepteligging van een eventueel<br />
archeologisch niveau onbekend zijn, is het advies om een inventariserend<br />
veld<strong>onderzoek</strong>, verkennende fase, uit te voeren.<br />
29