11.12.2014 Views

15 jaar!

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>15</strong> <strong>jaar</strong>!<br />

Nummer 90<br />

Mei & Juni 2010<br />

Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN<br />

Hemelse machten<br />

Bijbel & wetenschap<br />

‘<strong>15</strong>’ - Feestelijk getal!<br />

Alles is ijdelheid - Studies in<br />

het boek Prediker<br />

In AMEN Actueel:<br />

- De NBV officiële Bijbelvertaling PKN<br />

- Buigen voor heidense goden<br />

- Doop van kind lesbische ouders in<br />

Nederlands Geref. Kerk<br />

- ´Ik bid en blijf lid´


LECTORI SALUTEM<br />

Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN<br />

Voor<strong>jaar</strong> 1995 verscheen het eerste nummer<br />

van AMEN. Dat betekent dat we nu het derde<br />

lustrum vieren van het blad. Niet dat vijftien <strong>jaar</strong><br />

nou zo'n hele lange tijd is, maar toch zijn we blij<br />

en dankbaar, dat er inmiddels 90 nummers van<br />

AMEN verschenen zijn en we zijn -wat ons betreft-<br />

nog lang niet uitgeschreven!<br />

Peter Slagter<br />

Doelstelling<br />

In het eerste nummer schreef ik over de reden om AMEN uit te<br />

geven het volgende: "Er worden vandaag, en laten wij dat toch<br />

vooral mogen zeggen, vele goede dingen uitgedragen in de diverse<br />

(christelijke) media. Toch moeten wij de laatste tijd constateren, dat<br />

er ook veel goede dingen niet of eenzijdig worden verkondigd.<br />

Wij hebben gemerkt, dat bij vele gelovigen (van verschillende 'richtingen')<br />

een verlangen aanwezig is naar goede, fundamentele Bijbelkennis,<br />

om de Here God beter te leren kennen vanuit Zijn eigen<br />

Woord." Welnu, dit is in de loop der jaren duidelijk bevestigd en het<br />

is nog steeds actueel. Vandaar ook dat de doelstelling nog steeds<br />

hetzelfde is: De bijbelse boodschap brengen onder het motto 'Gods<br />

Woord geeft antwoord', het Evangelie der genade verkondigen, en<br />

ook wijzen op 'het geheimenis van het Evangelie' (Efe. 6:19), dat<br />

met name door Goddelijke openbaring aan Paulus visie geeft voor<br />

Gods plan in deze tijd: de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam<br />

van Christus.<br />

“Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij<br />

een wijs hart bekomen.”<br />

Psalm 90:12<br />

Gezonde leer<br />

Paulus waarschuwde in zijn brief aan Timotheüs al dat er een tijd<br />

zou komen, waarin mensen de gezonde leer niet meer zouden verdragen<br />

(2 Tim. 4). En in plaats van dit maar berustend aan te zien,<br />

wekt hij hem juist krachtig op: "Verkondig het Woord, dring erop<br />

aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle<br />

lankmoedigheid en onderrichting" (vs. 2). Die oproep willen wij ook<br />

vandaag serieus nemen. Of beter: juist vandaag. Wie zo links en<br />

rechts leest en luistert wordt niet bepaald vrolijk van wat er allemaal<br />

te berde gebracht wordt in prediking en getuigenis. De apostel Paulus<br />

is aangesteld als de "leermeester der heidenen" (1 Tim. 2:7) en is<br />

de rentmeester van de bedeling der genade is (zoals Mozes dat was<br />

voor Israël in de tijd van de Wet). Aan hem is een geheimenis geopenbaard,<br />

waar we toch vooral aandacht aan moeten schenken,<br />

enzovoort. Het is jammer om te zien hoe de Paulinische boodschap<br />

door velen gewoon wordt genegeerd. Het is precies zoals Paulus<br />

zei: velen keren zich van de waarheid af en keren zich naar de verdichtsels.<br />

Om het heel kort samen te vatten signaleren we vandaag twee belangrijke<br />

zaken:<br />

1. Er wordt te weinig rekening gehouden met Gods plan. Dat<br />

werkt oneigenlijk Schriftgebruik in de hand. Teksten worden<br />

uit het verband gelicht en niet op de juiste wijze toegepast.<br />

2. Er is een enorme hang naar de gevoelskant van het geloven.<br />

Het beleven van het geloof overstijgt het bestuderen van<br />

Gods Woord. Daardoor ontbreekt een solide basis en wordt<br />

de deur opengezet voor allerlei wind van leer: zolang het<br />

maar 'goed voelt'!<br />

We zijn er van overtuigd dat AMEN nog een belangrijke missie<br />

te vervullen heeft, namelijk om vooral het Woord aan het<br />

woord te laten, zodat we daarop ons amen kunnen uitspreken.<br />

Jubileum<br />

We willen bij dit jubileum dan ook niet zozeer achterom zien, maar<br />

vooral vooruit kijken. De hand aan de ploeg slaan. En u kunt ons<br />

daarbij helpen. In de eerste plaats door gebed, dat we de rijke<br />

boodschap van genade mogen uitdragen, duidelijk mogen wijzen<br />

op Gods plan en onderscheid in het lezen van Gods Woord, en dat<br />

we het geheimenis verder bekend mogen maken (vgl. Efe. 6:18-19<br />

en Kol. 4:2-4). In de tweede plaats kunt u ons ook helpen met uw<br />

gaven. Er zijn veel middelen nodig om een blad als AMEN uit te<br />

geven, maar we beschouwen het nog steeds als een voorrecht en<br />

meer dan ooit (!) als een plicht om het te doen. U kunt ons daarbij<br />

heel concreet helpen door een jubileumgift over te maken. Weet<br />

wel dat uw bijdrage voor ons een enorme bemoediging zal zijn om<br />

door te gaan. Mogen we op u rekenen? Alvast zeer bedankt!<br />

Met vriendelijke groet, mede namens alle medewerkers.<br />

N.B. Op de pagina´s 20 t/m 23 kunt u nog wat notities lezen over<br />

het getal ´<strong>15</strong>´<br />

<br />

2 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


INHOUD<br />

Lectori Salutem - Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN 2<br />

Peter Slagter<br />

Hemelse machten - deel 3 4<br />

Peter Slagter<br />

Column: De pianist 5<br />

Maaike Neven<br />

Bijbel & wetenschap - deel 3 7<br />

Peter Slagter<br />

Het welbehagen van God - deel 3 10<br />

Arie Jongebreur<br />

Jeruzalem, de stad van de grote Koning - deel 3 12<br />

Jb. Klein Haneveld (1918-1988)<br />

Zoekt de dingen die boven zijn 14<br />

Peter Slagter<br />

In AMEN Actueel: 16<br />

- De NBV officiële Bijbelvertaling PKN<br />

- Buigen voor heidense goden<br />

- Doop van kind lesbische ouders in Nederlands<br />

Geref. Kerk<br />

- ‘Ik bid en blijf lid’<br />

Van Pinksteren tot de volle Waarheid 18<br />

Het getal <strong>15</strong> 20<br />

E.W. Bullinger (1837-1913)<br />

<strong>15</strong> Bedevaartsliederen 21<br />

Peter Slagter<br />

‘<strong>15</strong>’: Feestelijk getal! 22<br />

Hoite Slagter<br />

De heilige Geest in de Efeze-brief - deel 9 - slot 22<br />

Ronald Lammers<br />

Alles is ijdelheid! (Studies uit Prediker) 26<br />

Deel 3: Alles heeft Zijn tijd<br />

Sebastiaan de Graaf<br />

Let op de Knippagina’s 29 en 30<br />

Colofon en Bijbelstudieagenda 31<br />

Hemelse machten<br />

De satan komt in de Bijbel veelvuldig aan de orde als tegenspeler<br />

van God. Hij staat tegenover God en wordt zelf als<br />

'god' aangeduid. Satans invloed op de wereld en het mensdom<br />

is aanzienlijk. Hij is de overste van allerlei machten en<br />

krachten, van de ´wereldbeheersers dezer duisternis´.<br />

Bijbel & wetenschap<br />

De tegenstander heeft met behulp van de wetenschap grote<br />

invloed gehad op het denken en handelen van de mens(heid).<br />

In de afgelopen vijf eeuwen is er elke honderd <strong>jaar</strong> een wetenschapper<br />

opgestaan wiens bewering een kanteling in het denken<br />

van de mens heeft veroorzaakt.<br />

AMEN Actueel<br />

De Nieuwe Bijbelvertaling officiële Bijbelvertaling PKN, Buigen<br />

voor heidense goden, Doop van kind lesbische ouders in Nederlands<br />

Geref. Kerk, ´Ik bid en blijf lid´.<br />

´<strong>15</strong>´ - Feestelijk getal!<br />

Op Gods kalender begon op de <strong>15</strong>e dag van de eerste maand<br />

(Nissan) het Feest der ongezuurde broden; in de zevende<br />

maand begon het Loofhuttenfeest, ook op de <strong>15</strong>e. Blijdschap<br />

om het nieuwe leven en de goede afloop!<br />

pagina 4<br />

pagina 7<br />

pagina 16<br />

pagina 22<br />

Alles is ijdelheid - Studies in het boek Prediker<br />

Prediker spreekt over het leven ´onder de zon´ en leert ons dat<br />

de mens slechts tot zijn doel kan komen in afhankelijkheid van<br />

God. God stelde de tijd als raamwerk in waarbinnen een<br />

goede schepping naar volmaaktheid gebracht zou worden.<br />

pagina 26<br />

Als lezen te moeilijk wordt:<br />

AMEN wordt ten behoeve van iedereen, die niet op de gebruikelijke manier kan lezen, uitgegeven op Daisy CD-Rom. Info en opgave:<br />

CBB (Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden), Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel.: 0341-56 54 99.<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 3


Hemelse machten<br />

De Bijbel spreekt over geestelijke machten die hun domicilie hebben<br />

in de hemelse regionen.<br />

Zij zijn (nog) onzichtbaar voor ons, maar oefenen hun invloed wel<br />

degelijk uit op de gang van zaken in het leven van de mens(heid) op<br />

aarde!<br />

Deel 3<br />

Satan<br />

De satan komt in de Bijbel veelvuldig aan de orde als tegenspeler<br />

van God. Hij staat tegenover God en wordt zelf als 'god' aangeduid,<br />

bijvoorbeeld in 2 Korintiërs 4:4 waar Paulus hem de 'god<br />

dezer eeuw' noemt, de god van deze aioon. Satan is een belangrijk<br />

wezen met veel macht en autoriteit. Zijn invloed in de wereld en het<br />

mensdom is aanzienlijk. Hij is de overste van allerlei machten en<br />

krachten, de kosmokraten van deze aioon, oftewel: de "wereldbeheersers<br />

dezer duisternis" (Efe. 6:12).<br />

De naam ´satan´ betekent: tegenstander. In Jesaja 14:12-<strong>15</strong> wordt<br />

profetisch over hem gesproken:<br />

"Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads;<br />

hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken!<br />

En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de<br />

sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst<br />

ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten<br />

der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Integendeel,<br />

in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste<br />

der groeve".<br />

De naam 'morgenster', gebruikt voor satan, komt alleen hier voor.<br />

De morgenster kondigt niet alleen de morgen aan, de dageraad<br />

brengt hem als het ware voort. Vandaar ook: "zoon des dageraads".<br />

Wellicht is dit ook een verwijzing naar het getuigenis van Job 38:7<br />

waar staat dat “…de morgensterren tezamen juichten, en al de<br />

zonen Gods jubelden” toen God de aarde grondvestte.<br />

Voor de goede orde, het woord ´morgenster´ in Jesaja 14 komt van<br />

het Hebreeuwse ´heylel´: lichtdrager (Lucifer in het Latijn). In Job<br />

38:7 wordt een ander woord gebruikt en gaat het (letterlijk) over<br />

´de sterren van de morgen´.<br />

Peter Slagter<br />

Satans zonde<br />

Uit Jesaja 14 blijkt, dat deze zoon des dageraads niet tevreden was<br />

met de plaats die hem door God was toebedeeld en actie ondernam.<br />

Hij was niet tevreden met het wandelen te midden van de vurige<br />

stenen, op Gods heilige berg. Hij wilde ten hemel opklimmen<br />

en zijn troon hoger maken dan de sterren Gods, de andere engelen.<br />

Hij wilde opstijgen naar de “berg der samenkomst ver in het noorden”.<br />

De Statenvertaling zegt hier: aan de zijden van het Noorden;<br />

het kan allebei. Het gaat om de plaats/zetel van de Allerhoogste.<br />

Het ´noorden´ wordt in de Bijbel o.a. gezien als datgene wat boven<br />

is…<br />

Vgl. Job 26:7 Hij spant het Noorden uit over (Hebr. ´ol´) de baaierd<br />

(Hebr. ´tohu´)<br />

Hij hangt de aarde over (Hebr. ´ol´) wat-niets-is (Hebr.<br />

´beleema´ = leegheid)<br />

Dit stemt overeen met het bijbelse wereldbeeld: de hemelen zijn<br />

boven, daaronder is de aarde en daaronder, hetgeen ´onder de<br />

aarde´ is. Deze berg in het Noorden wijst op een bepaald centrum<br />

waar God Zijn tegenwoordigheid in de hemelen het meest openbaart.<br />

Dáár wilde hij zijn troon oprichten. Maar ook dat is hem nog<br />

niet genoeg: hij wilde zelfs aan de Allerhoogste gelijk worden!<br />

Hier vinden we in opklimmende reeks het proces van de zonde in<br />

satan. Hij wilde ten hemel opklimmen, dan zich boven de engelen<br />

verhogen en zich uiteindelijk aan God, de Allerhoogste, gelijk stellen.<br />

Hij wilde de grens tussen Schepper en schepsel uitwissen: hij<br />

wilde God gelijk worden. Hij, de dienaar, wilde heerser worden.<br />

Wat een tegenstelling is er tussen hem en Degene Die door de<br />

Vader uitgezonden was om het onheil, mede door satan veroorzaakt,<br />

te herstellen. Christus heeft Zich volkomen aan Gods wil onderworpen.<br />

Hij heeft Zich diep vernederd, tot de dood, ja de dood<br />

des kruises, maar week niet af van de opdracht Hem gegeven. Hij<br />

heeft Gods wil volbracht en daarmee een wereldheil bewerkt, dat<br />

het onheil verre overtreft. Daarom heeft God Hem ook uitermate<br />

verhoogd en Hem gezet in Zijn Rechterhand (Filipp. 2).<br />

Satan wilde de Allerhoogste gelijk worden en zich daarmee ongetwijfeld<br />

zetten op de troon van Christus. Dit was echter onbereikbaar<br />

voor hem. Aan Gods rechterhand zal hij nimmer plaats nemen,<br />

4 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

omdat dit niet voor hem is weggelegd. Het is de plaats die bestemd<br />

was en is voor de Here Jezus Christus. En… die ´zoonplaats´ (letterlijke<br />

vertaling van Efe. 1:5) is, zoals we in de vorige aflevering<br />

zagen, ook gegeven aan de Gemeente, het Lichaam van Christus.<br />

Zoals Christus gezet is aan Gods rechterhand (Efe. 1:20), zo is ook<br />

het Lichaam daar mede een plaats gegeven (Efe. 2:6). Dit alles<br />

wordt ons uit genade geschonken!<br />

Overdekkende cherub<br />

Zo wordt dezelfde engelmacht aangeduid in Ezechiël 28. We citeren<br />

hier een gedeelte uit een artikelenserie van G.J. Pauptit, die eerder<br />

in AMEN verscheen:<br />

“De verzen 1-11 handelen over de vorst van Tyrus. Hier staat duidelijk<br />

dat de vorst van Tyrus een mens is geweest. Hij verhief zijn hart;<br />

hij waande zich een god, omdat hij zo wijs en verstandig meende te<br />

zijn en zoveel vermogen van goud en zilver en schatten had verkregen,<br />

maar hij zou ter groeve nederdalen door in de strijd te sneuvelen.<br />

Zijn stad Tyrus werd, na 13 <strong>jaar</strong> belegerd te zijn, door Nebukadnezar<br />

verwoest. Later werd het op een eilandje gebouwde nieuwe<br />

Tyrus door Alexander de Grote ook verwoest (Ez. 26 en 27).<br />

De verzen 12-19 spreken over de koning van Tyrus. Hierin wordt<br />

een aantal markante dingen gezegd over deze persoon:<br />

- Vers 13 Deze koning is geschapen<br />

- Vers 14 Hij is een overdekkende cherub en verblijft op<br />

Gods heilige berg<br />

- Vers <strong>15</strong> Hij was onberispelijk in zijn wegen vanaf zijn<br />

schepping<br />

- Vers 17 Hij wordt op de aarde geworpen<br />

- Vers 18 Hij wordt tot as op de aarde<br />

Vers 2 zegt dat de vorst van Tyrus een mens is. Dat nemen we letterlijk.<br />

Vers 14 en 16 zeggen, dat de koning van Tyrus een cherub is.<br />

Waarom dit dan ook niet letterlijk aanvaarden? Vers 2 zegt dat de<br />

vorst een godenwoning bezit ´midden in de zee´ of Statenvertaling:<br />

"Hart der zeeën". Dit is een Hebreeuwse uitdrukking voor: 'midden<br />

in het water, geheel door water omgeven' (zie Spr. 30:19). Vóór de<br />

val van de oude stad hadden de Tyriërs het grootste deel van hun<br />

schatten overgebracht naar een eilandje dat een kleine kilometer<br />

van de kust lag. Daar werd het nieuwe Tyrus gebouwd, in het hart<br />

der zeeën. Van de cherub staat dat hij in Eden, Gods hof, was.<br />

De overdekkende cherub<br />

In Genesis 3 komen voor het eerst de cherubs voor. God stelde cherubs<br />

tegen het oosten van de hof van Eden, Genesis 3:24. Deze cherubs<br />

staan tegenover de nachash, de slang. Dit wordt nu begrijpelijk:<br />

de latere slang was eenmaal de overdekkende cherub. Hij was<br />

boven de andere. Dat zijn o.a. de vier dieren van Ezechiël 1:5. Dat<br />

blijkt uit hoofdstuk 10:1, 4. 'Dieren' moet zijn: 'levende (wezens)'.<br />

Het zijn wonderlijke wezens: elk had vier aangezichten, ook vier<br />

vleugels. Hun voeten glinsterden als de kleur van glad koper, vers 7.<br />

Hier vindt men de reden waarom de slang nachash heet, de glanzende.<br />

Hun aangezichten hadden de gelijkenis van dat van een<br />

mens, van een leeuw, van een os en van een arend. Zie ook 10:14.<br />

Het zijn dezelfde als de vier dieren van Openbaring 4:6, 7. Hier worden<br />

ze gezien met zes vleugels, vers 8. Ze riepen steeds: "Heilig,<br />

heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, Die was en Die is en Die<br />

komen zal." Dit vereenzelvigt hen naar ons inzicht met de serafs van<br />

Jesaja 6, de brandenden. Eén der serafs vloog tot Jesaja en had een<br />

gloeiende kool in zijn hand. In Ezechiël lezen we ook dat er vuur bij<br />

De pianist<br />

Column<br />

Van klassieke pianomuziek weet ik niet veel, maar elke<br />

werkdag word ik meegenomen in de wereld van wereldberoemde<br />

componisten en leer ik per rit een nieuwe<br />

klassieker kennen. Ik rij de voorstelling De Pianist over het<br />

verhaal van Wladyslaw Szpilman die het getto in Warschau<br />

overleefde mede dankzij zijn pianomuziek. De voorstelling<br />

wordt gespeeld door één acteur en één pianist. Eerst haal ik<br />

onze Wit-Russische pianist op. Nog voor we op snelweg<br />

zijn, haalt hij een cd uit zijn tas en zegt: 'Zullen wij een stukje<br />

muziek luisteren?' Terwijl hij de cd in de cd-speler laat glijden<br />

vertelt hij dat dit die en die meesterpianist is en dat we<br />

gaan luisteren naar Bach, Mozart of Schubert. Vanaf dat<br />

moment verstrijkt de tijd niet meer in minuten, maar in symfonieën.<br />

Van het huis van de pianist naar het huis van de<br />

acteur is, met file, één symfonie.<br />

Halverwege de voorstelling speelt de pianist een stuk dat<br />

mij elke keer weer ontroert, hoe vaak ik het ook hoor. Als<br />

we in het verre Leeuwarden een nacht verblijven, vraag ik<br />

hem de volgende ochtend bij het ontbijt hoe dat stuk heet.<br />

'Het gaat van; tadada dada, tadada dada,' probeer ik op<br />

mijn best pianomuziek na te zingen. Vreemd genoeg roept<br />

hij niet direct 'je bedoelt Bach met…' maar kijkt hij me fronsend<br />

aan en probeert iets te herkennen in mijn geneurie.<br />

'Wacht, ik zal wat spelen op die vleugel.' Een paar hotelgasten<br />

genieten nog van hun late ontbijt. De pianist neemt<br />

plaats achter de vleugel die in de eetzaal staat en produceert<br />

uit het niets prachtige melodieën, zijn handen<br />

zweven over de toetsen, alsof hij ze nauwelijks aanraakt. Ik<br />

sta naast de vleugel en zeg dingen als: 'Nee, nee, dat bedoel<br />

ik niet' en 'ehm..speel nog een klein stukje door' tot ik na 5<br />

minuten roep 'Ja! Ja! Dat bedoel ik!'. Het blijkt de tweede<br />

sonate van Chopin. Zo mooi.<br />

In de kerk hebben we ook een pianist. Hij speelt geen<br />

Johann Sebastian Bach, maar Johannes de Heer. Hij speelt<br />

niet op een Steinway vleugel, maar op een elektrische<br />

piano. Hij speelt niet onder theaterspots, maar onder gele<br />

tl-verlichting. Maar als hij begint te spelen vullen de eerste<br />

tonen van de lofliederen de kerk en bij het couplet zingt hij<br />

mee. De pianist zingt uit volle borst mee. Dát vind ik mooi.<br />

Maaike Neven<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 5


AMEN<br />

Agenda 2010<br />

vrij. 14 mei<br />

vrij. 28 t/m zon. 30 mei<br />

zat. 24 t/m vrij. 30 juli<br />

zat. 24 t/m vrij. 30 juli<br />

vrij. 30 juli t/m vrij. 6 augustus<br />

zat. 7 t/m vrij. 13 augustus<br />

zat. 18 september<br />

vrij. 26 t/m zon. 28 november<br />

b-leafit Nijkerk<br />

Jeugd-Bijbelstudieweekend<br />

Kinderkamp<br />

Juniorenkamp<br />

Bijbelvakantieweek Rehe<br />

Jeugdweek<br />

Contactdag Harderwijk<br />

Bijbelstudieweekend Vierhouten<br />

Kijk voor uitgebreide en actuele informatie ook op onze site:<br />

www.morgenrood.nl of bel 0343-480450.<br />

hen is (10:6, 7). Hieruit blijkt dat we ze wel voor identiek kunnen<br />

houden.<br />

De cherubs zijn de troondragers Gods: "En over de hoofden van<br />

deze vier dieren was de gelijkenis van een uitspansel. En boven het<br />

uitspansel hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis van<br />

eens troon en op de gelijkenis van de troon was de gedaante van<br />

een mens daarboven zijnde dit was de gedaante van de gelijkenis<br />

der heerlijkheid des HEREN" (Ez. 1:22-28 SV).<br />

"Daarna zag ik en zie, boven het uitspansel hetwelk was over het<br />

hoofd der cherubs, was de gedaante van de gelijkenis van een<br />

troon en Hij verscheen daarop" (Ez. 10:1 SV).<br />

Men ziet dat de cherubs de troon dragen. Om nu in het beeld te<br />

blijven, kan men satan als de overdekkende cherub,<br />

de figuurlijke baldakijn van de troon noemen, de<br />

symbolische troonhemel. Hij overdekte de troondragers<br />

en stond nog hoger dan de cherubs. Echter hij<br />

was dienaar, hij zat niet op de troon. De afstand tussen<br />

de Schepper en satan was die welke er is tussen<br />

meester en dienaar, tussen God en schepsel. Hij was<br />

wel een hoog schepsel, maar was niet de Allerhoogste!<br />

Deze overdekkende cherub was gezalfd, hij bekleedde<br />

een bepaald ambt. God had hem daarvoor<br />

aangesteld. In vers 18 is sprake van zijn 'heiligdommen'.<br />

Dit wijst er op, dat hij ook een priesterlijke bediening<br />

had: hij stond tussen God en het schepsel in<br />

en moest hen tot God leiden. Waar hij zo'n hoge<br />

plaats innam, mogen we in hem zeker ook wel een<br />

koning zien. Hij vertoefde toen op Gods heilige berg<br />

(Hebr.: Gods berg der heiligheid, vs. 14).<br />

God heeft satan volmaakt geschapen, althans wat<br />

zijn gestalte betreft. Hij was onberispelijk in zijn<br />

wegen van de dag dat hij geschapen werd, vers <strong>15</strong>.<br />

Zijn hart verhief zich in trots over zijn schoonheid. Zijn wijsheid<br />

werd bedorven vanwege zijn luister, vers 17. Hij werd hoogmoedig<br />

(vgl. 1 Tim. 3:6) en wilde aan God gelijk worden, zoals we uit Jesaja<br />

14:14 leren. Toen kwam er ongerechtigheid in hem en begon hij te<br />

zondigen, vers <strong>15</strong> en 16.<br />

De woorden "door uw uitgebreide handel" kunnen verwarrend<br />

werken. De vertaling is hier niet duidelijk. Het Hebreeuwse woord<br />

heeft twee betekenissen: koophandel en lastering. Het laatste betekent<br />

dan: 'als een koopman overal met laster te koop lopen'.<br />

Het gevolg is geweest dat deze laster, zeker omtrent God, bij anderen<br />

wortel heeft geschoten en er andere wezens meegetrokken zijn.<br />

Zij zijn de lasteraar gevolgd. Dat maakte hem nog hoogmoediger.<br />

Nu hij trawanten kreeg, wilde hij gaarne van zijn macht gebruik<br />

maken en de baas over hen blijven en begon hij te onderdrukken:<br />

geweld is onderdrukking, knevelarij gepaard gaande met wreedheid,<br />

valsheid, enz. Satans hoogmoed had uitwerking op anderen.<br />

Dit weerkaatste op hem en zo ontstond in zijn binnenste de gedachte<br />

aan geweld. We kunnen vers 16 dus ook zo lezen: "Door de<br />

veelheid van uw lastering is uw binnenste met geweld (hier: lust tot<br />

onderdrukking) vervuld en gij hebt gezondigd".<br />

We zien hier een soortgelijk proces als in de mens: als de begeerte<br />

bevrucht is, baart zij zonde (Jak. 1:<strong>15</strong>). Vers 18 kan men, in overeenstemming<br />

hiermee, aldus lezen: "Vanwege de veelheid van uw<br />

lastering hebt gij uw heiligdommen (= de heilige plaats waar hij<br />

woonde) ontheiligd" (Einde citaat)<br />

Oordeel<br />

Wat er verder staat in vers 17, 18 en 19 is toekomstig. Satan is nog<br />

niet op de aarde geworpen, dat gebeurt eerst in Openbaring 12:9,<br />

als Michaël tegen hem strijdt. Hij heeft de grenzen van Gods scheppingshierarchie<br />

overschreden. En wie zich verhoogt, zal vernederd<br />

worden. Toen hij zag, dat het toch niet werd zoals hij wilde, toen hij<br />

zag dat God Zich niet van Zijn troon liet verdringen, begon hij God<br />

tegen te staan: satan (tegenstander). Er ontstak een vuur in hem<br />

dat hem langzaam verteert, evenals de zon zichzelf letterlijk opbrandt,<br />

zo geschiedt dit met satan figuurlijk. Eenmaal wordt hij gebonden<br />

en in de afgrond geworpen om later terecht te komen in de<br />

poel des vuurs, leert het boek Openbaring.<br />

<br />

6 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


Bijbel & wetenschap<br />

Deel 3<br />

De Bijbel en de wetenschap staan dikwijls op<br />

gespannen voet met elkaar. Het Woord van God<br />

is te allen tijde betrouwbaar, maar hoe zit dat<br />

met de wetenschap?<br />

Peter Slagter<br />

In de zes nummers van de vorige <strong>jaar</strong>gang hebben we uitgebreid<br />

stilgestaan bij het bijbelse wereldbeeld versus het seculiere.<br />

Daarin kwam duidelijk naar voren, dat het beeld dat de<br />

aarde een zwevende planeet is, die om de zon heen draait,<br />

volstrekt vreemd is aan wat Gods Woord daarover zegt. Volgens<br />

de Bijbel is het andersom: de aarde beweegt niet en zon,<br />

maan en sterren leggen een (door God!) vastgestelde baan af<br />

in het hemelrond.<br />

In deze <strong>jaar</strong>gang willen we hierop aansluiten en aandacht besteden<br />

aan de controverse tussen Bijbel en wetenschap als het<br />

gaat om ontstaan en bestaan van hemelen en aarde. Op<br />

voorhand moet gezegd worden, dat we hierbij uit gaan<br />

van de overtuiging, dat de Bijbel het Woord van God is,<br />

voor gelovigen dus de absolute autoriteit!<br />

Zaken die o.a. aan de orde komen in deze serie zijn: Geloof en<br />

wetenschap, de kennis van de mens, de rol van de duivel, beweringen<br />

en bewijzen, en zo meer.<br />

Systeem<br />

De tegenstander heeft met behulp van de wetenschap grote invloed<br />

gehad op het denken en handelen van de mens(heid). De geschiedenis<br />

laat zien, dat het Bijbelse getuigenis systematisch onderuit<br />

gehaald is. In de afgelopen vijf eeuwen is er elke honderd <strong>jaar</strong><br />

een wetenschapper opgestaan wiens bewering een kanteling in het<br />

denken van de mens heeft veroorzaakt.<br />

Het begon met de verandering van het wereldbeeld in de tijd van<br />

Copernicus en via een aantal tussenstations komen we terecht in<br />

onze tijd, waarin het eind zo´n beetje zoek is als het gaat om de<br />

ontkrachting van het heilige Woord van God!<br />

Copernicus (1473-<strong>15</strong>43)<br />

In oude geschriften van Plato, Aristoteles en later Ptolomeüs<br />

(A.D.<strong>15</strong>0) is de aarde het middelpunt van het universum; zon, maan<br />

en sterren draaien er omheen (het zgn. geocentrische model).<br />

De uit Polen afkomstige Niklas Koppernigk (Copernicus) heeft andere<br />

ideeën gepubliceerd: de zon is middelpunt van het heelal en de<br />

aarde draait om de zon (het zgn. heliocentrische model). Vlak voor<br />

zijn dood gaf hij zijn ideeën in <strong>15</strong>42 prijs voor publicatie. Dat is dus<br />

zo´n 5500 <strong>jaar</strong> na de schepping van Adam en Eva volgens de bijbelse<br />

tijdrekening.<br />

De ideeën van Copernicus werden ruim een eeuw later ´bewezen´<br />

door de waarnemingen van Galileï. Dat leverde overigens wel een<br />

ernstig conflict op met de Kerk: Galileï werd veroordeeld tot levenslang<br />

huisarrest (van 1633-1642). Nog later heeft Isaäc Newton<br />

(1642-1727) het heliocentrische model behoorlijk dichtgetimmerd,<br />

zodat het als algemene waarheid werd aanvaard. In zijn in 1687<br />

verschenen boek ´Principia´ gaf hij echter wel toe dat het bewijzen<br />

van een onweerlegbare absolute beweging in de wirwar van bewegingen<br />

rondom ons ´een grote moeilijkheid is´<br />

De Duitse wis- en natuurkundige Max Born (1882-1970), die in<br />

1954 de Nobelprijs voor natuurkunde ontving, heeft gezegd: ´Ptolomeüs<br />

en Copernicus hebben allebei gelijk´. Hij bedoelde daarmee te<br />

zeggen, dat beide modellen niet onweerlegbaar te bewijzen zijn.<br />

In de reeks artikelen van vorig <strong>jaar</strong> (Het bijbelse wereldbeeld) hebben<br />

we gezien dat de Bijbel spreekt over de aarde die stilstaat en de<br />

zon, maan en sterren die bewegen. Dit sluit overigens ook naadloos<br />

aan bij onze eigen dagelijkse waarneming. Het Copernicaanse wereldbeeld<br />

staat daar dus lijnrecht tegenover!<br />

Descartes (<strong>15</strong>96-1650)<br />

Zo´n 100 <strong>jaar</strong> na de presentatie<br />

van Copernicus´ wereldbeeld<br />

publiceerde de mathematicus en<br />

filosoof René Descartes, die als<br />

de grondlegger van de moderne<br />

filosofie beschouwd kan worden,<br />

in 1644 zijn boek ´Principia<br />

Philosophiae´ (Beginselen van de<br />

filosofie). Daarin komt de bekende<br />

stelling ´Cogito ergo sum´<br />

(Ik denk, dus ik ben) voor. Vanuit<br />

deze stelling bouwde Descartes<br />

God en het wereldbeeld<br />

op basis van ´onbetwijfelbare´<br />

argumenten opnieuw op.<br />

Hij stelde de mens als denkend subject centraal, wantrouwde de<br />

traditie per definitie en aanvaardde de rede als het enige criterium<br />

voor de vaststelling van de waarheid. Daarmee maakte hij heftige<br />

discussies los over de menselijke rede en het gezag van de Schrift.<br />

En terecht, wie het menselijk verstand kiest als toetssteen van de<br />

waarheid loochent daarmee de autoriteit van Gods Woord. De Bijbel<br />

zegt, dat de mensen “…verduisterd zijn in hun verstand en vervreemd<br />

van het leven Gods om de onwetendheid die in hen heerst”<br />

(Efe. 4:18). Het is een bittere pil voor de mens te moeten toegeven<br />

dat hij -zonder God en Zijn Woord- wandelt in de “ijdelheid van zijn<br />

denken”. Dat heeft alles te maken met de zonde die sinds de val<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 7


AMEN<br />

van Adam in het menselijk geslacht heerst. We hebben al eens eerder<br />

gewezen op Romeinen 1, waar staat dat de mens(heid) zich van<br />

de Schepper heeft afgekeerd: “Immers, hoewel zij God kenden,<br />

hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen<br />

zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in<br />

hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden…”<br />

(vs. 21-22a).<br />

Deze gang van zaken heeft verregaande consequenties gehad voor<br />

de ontwikkeling van het mensdom. De periode na de dood van Descartes<br />

staat in de geschiedenis bekend als De Verlichting, waarin<br />

sterk de nadruk werd gelegd op de ontwikkeling van de menselijke<br />

rede (zie kader op pagina 9). Naast de voordelen die het Verlichtingsdenken<br />

heeft voortgebracht, is het grote manco dat men<br />

gaandeweg de autoriteit van God en Zijn Woord heeft losgelaten.<br />

En dat betekent dat men nog slechts op het eigen verstand is aangewezen,<br />

en dat is nu juist verduisterd en leeg volgens de Bijbel.<br />

Wordt hervormd!<br />

Wees gerust, we gaan op deze plaats geen reclame maken voor een<br />

kerkgenootschap. We citeren slechts woorden van Paulus in Romeinen<br />

12, vers 2:<br />

“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd<br />

door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt<br />

erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.”<br />

Het gaat hier om een vermaning van de apostel, waarbij het denken<br />

een rol speelt. Het woord voor ´wereld´ is in de grondtekst: aioon.<br />

Het begrip aioon duidt op de toestand waarin de wereld (Gr. kosmos)<br />

zich gedurende een bepaalde tijd bevindt. Het gaat dus specifiek<br />

om deze tegenwoordige wereld. Johannes zegt daarover dat<br />

“de gehele wereld (Gr. kosmos) in<br />

het boze ligt” (1 Joh. 5:19), terwijl<br />

Paulus in 2 Korinthiërs 4:4 spreekt<br />

over satan als de “god dezer eeuw<br />

(Gr. aioon)”.<br />

Satan is dus momenteel de autoriteit,<br />

die met hulp van zijn engelen<br />

de gang van zaken in de wereld beheerst.<br />

Samen vormen zij de “wereldbeheersers<br />

deze duisternis” (Efe.<br />

6:12). In de grondtekst staat: ´kosmokraten<br />

van deze aioon´. Zij beheersen<br />

dus de wereld gedurende<br />

deze aioon. Het mag duidelijk zijn,<br />

dat zij -als tegenstanders van God- de mens graag ´behulpzaam´ zijn<br />

in het zoeken naar zijn identiteit, het doel van zijn bestaan, het ontstaan<br />

en bestaan van deze wereld en dergelijke zaken. En daarbij<br />

kunnen we niet verwachten dat zij de waarheid proclameren. Dat<br />

druist in tegen het karakter van de satan, die door de Here Jezus genoemd<br />

wordt “…een leugenaar en de vader der leugen” (Joh.<br />

8:44).<br />

Welnu, tegen die achtergrond is het begrijpelijk dat de Bijbel waarschuwt<br />

om niet gelijkvormig te worden aan deze wereld, maar juist<br />

hervormd te worden door de vernieuwing van het denken.<br />

Letterlijk staat er dat we een metamorphose moeten ondergaan in<br />

ons denken. Het denken (Gr. nous) wijst met name op de zetel van<br />

de gedachten (in het Engels: mind), waaruit het vermogen voortkomt<br />

om te kunnen waarnemen en begrijpen, alsmede te kunnen<br />

voelen, (be)oordelen en onderscheiden.<br />

Het adagium van Descartes: Ik denk, dus ik ben, mag dan wel juist<br />

zijn, maar veel belangrijker is waar mijn denken en daaruit voortvloeiend<br />

mijn bestaan door bepaald wordt. De Bijbel geeft daarop<br />

het antwoord!<br />

Vernieuwing<br />

Als een mens in deze wereld verschijnt door geboorte, wordt hij of<br />

zij meegenomen in de opvoeding en traditie van de ouders. Later<br />

worden daar allerlei vormen van kennis aan toegevoegd door naar<br />

school te gaan, door het sociale leven, de religieuze omgeving en<br />

noem maar op.<br />

Daardoor wordt het denken gevormd. Op zichzelf niks mis mee,<br />

maar wat nu als dat alles niet in overeenstemming is met de waarheid?<br />

En met de waarheid bedoel ik dan: het Woord van God. De<br />

Here Jezus bad destijds voor Zijn discipelen: “Ik bid niet, dat Gij hen<br />

uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze.<br />

Zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Heilig hen<br />

in uw waarheid; uw woord is de waarheid.”<br />

Ik denk ook aan het gebed van David in Psalm 86: “Leer mij, HERE,<br />

uw weg, opdat ik in uw waarheid wandele; verenig mijn hart om<br />

uw naam te vrezen” (vs. 11). Het is essentiëel voor een mens dat<br />

zijn denken gefundeerd is in de waarheid, anders wordt het zicht op<br />

het bestaan ernstig belemmerd.<br />

Paulus zegt dat het denken vernieuwd moet worden; het moet een<br />

renovatie ondergaan, desnoods oude denkbeelden vervangen door<br />

nieuwe. En laten we eerlijk zijn, de apostel zelf heeft dat in zijn<br />

eigen leven meegemaakt, en hoe! Als hij in de Galatenbrief schrijft<br />

over zijn vroegere wandel in het Jodendom, zegt hij: “…en in het<br />

Jodendom heb ik het verder gebracht dan vele van (mijn) tijdgenoten<br />

onder mijn volk, als hartstochtelijk ijveraar voor mijn voorvaderlijke<br />

overleveringen “ (Gal. 1:14). Hij<br />

was een vooraanstaand man in zijn<br />

dagen, een Farizeeër met een puike<br />

opleiding, want opgeleid “aan de<br />

voeten van Gamaliël” (Hand. 22:3).<br />

En toch zegt hij in Filippenzen 3,<br />

vers 7: “Maar alles wat mij winst<br />

was, heb ik om Christus' wil schade<br />

geacht.” Er heeft een ommekeer in<br />

zijn leven plaatsgevonden door de<br />

ontmoeting met Jezus Christus! Zijn<br />

ogen gingen open voor de waarheid.<br />

En die waarheid lag klaarblijkelijk<br />

niet in de traditie van het Jodendom, maar in het onfeilbare<br />

spreken van God. Hij onderging een metamorfose door de vernieuwing<br />

van zijn denken!<br />

Het denken van ieder mens is bedorven door de onontkoombare<br />

invloed van de zonde en de misleiding van de satan. Het<br />

gevolg is dat hij eenvoudigweg niet kan komen tot een zuivere<br />

waarneming en begrip, tenzij hij het Woord van God in<br />

acht neemt.<br />

Het is de tegenstander er dus alles aan gelegen om dat Woord onderuit<br />

te halen en de aanzet daartoe is dan ook daadwerkelijk gegeven,<br />

opnieuw zo´n honderd <strong>jaar</strong> later! Volgende keer meer… <br />

8 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

De verlichting<br />

Deze naam wordt gebruikt om een politieke en filosofische beweging<br />

aan te duiden die de opvattingen over politiek, filosofie,<br />

wetenschap en religie binnen de westerse wereld grondig wijzigde.<br />

Het was een reactie op het dogmatische autoriteitsgeloof.<br />

De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De<br />

kritische zijde bekritiseert (geïnstitutionaliseerd) geloof en onredelijkheid.<br />

De constructieve kant gaat over het zoeken naar<br />

nieuwe kennis (wetenschap) en nieuwe samenlevingsvormen<br />

met als idealen rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten.<br />

Het is niet mogelijk om het exacte begin en einde ervan aan te<br />

duiden, maar ruwweg duurde De Verlichting van 1650 tot de<br />

Franse Revolutie (eind 18e eeuw). Men spreekt ook van de Eeuw<br />

van de Rede. Wanneer De Verlichting niet als een periode, maar<br />

als een proces wordt opgevat, strekt haar invloed zich ook na<br />

deze periode uit.<br />

Definitie<br />

De 18e-eeuwers zelf beschouwden<br />

de tijd waarin<br />

ze leefden als een verlichte<br />

tijd, een tijd waarin zij de<br />

duisternis en de achterlijkheid<br />

van het verleden achter<br />

zich lieten. De bekendste<br />

definitie van<br />

'verlichting' is die van de<br />

Duits-Joodse filosoof Immanuël<br />

Kant: “Verlichting is het uittreden van de mens uit de<br />

onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft. Onmondigheid<br />

is het onvermogen zich van zijn verstand te bedienen zonder de<br />

leiding van de ander.”<br />

Deze onmondigheid is niet te wijten aan een gebrek aan verstand,<br />

maar eerder aan een gebrek aan moed en vastberadenheid<br />

en het blind blijven vasthouden aan overgeleverde waarden.<br />

De zinspreuk van de verlichting is dan ook 'Sapere aude': durf je<br />

van je eigen verstand te bedienen!<br />

De rede<br />

Het belangrijkste principe van de aanhangers van De Verlichting<br />

was dat men de waarheid omtrent bepaalde zaken kon vinden<br />

met behulp van de ratio (de rede, het verstand), in plaats van wat<br />

bijvoorbeeld kerkelijke autoriteiten zeiden zonder meer voor<br />

waar aan te nemen. Men geloofde in een voortdurende toename<br />

van de rede.<br />

Wetenschap<br />

De eeuwenoude hegemonie van de theologie binnen de wetenschappen<br />

wordt doorbroken door de opkomst van andere wetenschappen.<br />

Het idee dat in de natuur wetmatigheden konden<br />

worden ontdekt, veroorzaakte een ware revolutie in de wetenschap.<br />

Zo meende Isaäc Newton dat in het heelal wetten golden<br />

die door de mens ontdekt konden worden. Meer wetenschap<br />

zou ook betekenen: meer macht over de werkelijkheid, meer mogelijkheden<br />

om de maatschappij ten goede te veranderen. Maatschappelijke<br />

vooruitgang door wetenschappelijk inzicht in natuur<br />

en technologische beheersing van de natuur wordt in De Verlichting<br />

tot een breed gedragen wens.<br />

Recht, kerk en staat<br />

Ook op het gebied van recht en staat werden ´onredelijke´ tradities<br />

bestreden en vergaande pogingen tot hervormingen ondernomen.<br />

Verlichtingsdenkers keerden zich tegen macht die alleen<br />

op traditie berust. De verlichting keerde zich tegen het bestaande<br />

systeem van aristocratie, monarchie en kerkelijk gezag,<br />

waarvan men vóór De Verlichting nog dacht dat ze door God<br />

waren ingesteld. Fundamenteel is de afwijzing van goddelijk<br />

en van God gegeven gezag. De scheiding tussen kerk en staat<br />

werd geïntroduceerd.<br />

De meeste verlichtingsdenkers bepleitten vervanging van de<br />

standenstaat door een democratische samenleving. Het gelijkheidsbeginsel,<br />

de mensenrechten en het concept van de burgerrechten<br />

hebben hun wortels in De Verlichting. De wetten werden<br />

meer gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel.<br />

Religie en theologie<br />

Religiekritiek is één van de pijlers van De Verlichting. Het is een<br />

proces van secularisering: religie wordt in verschillende gradaties<br />

buiten het domein van ethiek, politiek en wetenschap geplaatst.<br />

De rol van religie op het gebied van de moraal en wetenschap<br />

wordt teruggedrongen. ´Wetenschap´ neemt gaandeweg de<br />

plaats in van ´God´ als essentie der dingen.<br />

Hoewel de verlichtingsdenkers zware kritiek uitoefenden op religie,<br />

bleven de meesten van hen wel geloven in het bestaan van<br />

God. Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen de vroege,<br />

radicale verlichting, waar Spinoza de belangrijkste vertegenwoordiger<br />

van is, en de gematigde verlichting. In de gematigde<br />

versie is de religie gemoderniseerd, heeft zijn centrale plaats verloren,<br />

en wordt niet meer gezien als een direct obstakel voor<br />

vooruitgang, zoals bij de radicale verlichting.<br />

Invloed op langere termijn<br />

Tijdens het opkomen en overheersen van De Verlichting zelf<br />

werd ze niet gezien als een stroming of als een tijdperk, maar<br />

meer als een maatschappelijk proces waarvan de verdere ontwikkeling<br />

kon worden nagestreefd. Wanneer we De Verlichting<br />

aldus opvatten, zou men kunnen stellen dat het nog steeds niet<br />

ten einde is. De Verlichting heeft een enorme invloed gehad op<br />

de maatschappij en wordt wel gezien als één van de pijlers van<br />

de westerse beschaving. De Verlichting veranderde alle persoonlijke,<br />

sociale, culturele, economische en politieke realiteiten en<br />

had een doorslaggevende rol in de totstandkoming van de moderniteit.<br />

De Verlichting had invloed op alle terreinen van het denken.<br />

Zowel het socialisme als het liberalisme zijn op De Verlichting gebaseerd.<br />

Daarnaast zijn vele maatschappelijke processen zoals<br />

bijvoorbeeld individualisering, emancipatie, secularisering en<br />

globalisering mede door De Verlichting gestimuleerd.<br />

Bron: Wikipedia<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 9


Het welbehagen van God Deel 3<br />

In de oorspronkelijke tekst van het Oude Testament komen<br />

twee woorden voor, die vertaald (kunnen) worden met:<br />

behagen of welgevallen. In deze artikelenserie gaan we de<br />

plaatsen na waar de woorden in de grondtekst voorkomen,<br />

waarbij we ons dan richten op de vijf boeken van<br />

Mozes.<br />

WELGEVALLIG ZIJN VOOR HET AANGEZICHT VAN GOD<br />

Israël<br />

In de Bijbel wordt eerst drie maal gesproken over het behagen van<br />

mensen, over wat voor mensen welgevallig is. Er gaat, zo is gebleken,<br />

niets verheffends van uit, en het leidt niet tot resultaten, integendeel,<br />

er zit geen toekomst in. Uit een natuurlijk mens kan niets<br />

goeds voortkomen. De vierde keer dat het in de Bijbel over behagen<br />

gaat, is in Exodus 28:38. We citeren Exodus 28:36-38:<br />

“Ook zult gij een plaat van louter goud maken en daarop graveren<br />

als zegelgraveerwerk: De HERE heilig. Gij zult haar aan een<br />

blauwpurperen snoer bevestigen, en zij zal zich bevinden op de<br />

tulband, aan de voorkant van de tulband. Zij zal op het voorhoofd<br />

van Aäron zijn, en Aäron zal de schuld dragen, gelegen in<br />

de heilige dingen die de Israëlieten heiligen bij al de gaven van<br />

hun heilige dingen; ja, zij zal voortdurend op zijn voorhoofd<br />

wezen, zodat zij welgevallig zijn vóór het aangezicht des<br />

HEREN.”<br />

Het welgevallig zijn vóór het<br />

aangezicht des Heren, dus<br />

als een Israëliet voor God<br />

verschijnt, voor God genaderd<br />

is, hangt volledig af<br />

van het aanwezig zijn van<br />

een louter gouden plaat op<br />

het voorhoofd van Aäron,<br />

de hogepriester, met daarop<br />

het zegelgraveerwerk, de<br />

Here heilig. Zegelgraveerwerk<br />

wil zeggen: er zit een<br />

garantie op van God. Een<br />

wonderlijke zaak: het welgevallig<br />

zijn van Israëlieten<br />

vóór Gods aangezicht wordt<br />

gegarandeerd door God<br />

Arie Jongebreur<br />

zelf! Vóór het aangezicht des HEREN heeft te maken met: God zien,<br />

en toch in leven blijven, wat met Jacob gebeurde na Gods worsteling<br />

met hem: “Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en<br />

mijn leven is behouden gebleven”.<br />

Er wordt ook nog iets gezegd over de heilige dingen die de Israëlieten<br />

heiligen bij al de gaven van hun heilige dingen (driemaal heilig!).<br />

De Israëlieten brachten de offers, de Israëlieten mochten meewerken<br />

aan het bouwen van de tabernakel. Echter op basis van vrijwilligheid<br />

en naar dat ieders hart hem dat ingaf (Ex. 35:29). De beste<br />

kunstenaars deden mee. De gouden plaat met inscriptie was één<br />

van de heilige dingen. Echter, bij al die heilige dingen zat schuld (!),<br />

ze waren door mensen bewerkt. Bij de mooiste dingen, vrijwillig en<br />

van ganser harte gedaan of gemaakt voor God, zit schuld. Daarvan<br />

staat geschreven: Aäron zal de schuld dragen. Elders lezen we dat<br />

Aäron de zonden van hemzelf en van het volk op een offerdier zal<br />

leggen (zie Lev. 16, de grote verzoendag). Dat offerdier is weer een<br />

afbeelding van Christus: het Lam van God, dat de zonde van de wereld<br />

wegneemt. Daarin ligt de garantie van God verankerd.<br />

Heilig<br />

Op de gouden plaat staan de woorden: “De HERE heilig” (NBG ´51-<br />

vertaling); de Statenvertaling zegt: “De heiligheid des HEEREN”.<br />

Heiligheid voor (of aan) de Here. Er staat geen lidwoord voor heiligheid,<br />

en ´heiligheid´ is het zelfstandig naamwoord. Het is echter niet<br />

de heiligheid van God, maar voor God. Het gaat dus over de heiligheid<br />

van de Israëlieten.<br />

Het woord heilig betekent: afgezonderd, apart. God is heilig. Er is<br />

geen wezen zoals Hij. Hij is van niemand afhankelijk, Hij is zelfstandig,<br />

niemand kan hem adviseren, Hij spreekt en het is er, Zijn Woord<br />

geschiedt, Hij kan niet liegen. Hij is met niemand te vergelijken: Hij<br />

is heilig.<br />

In de boven geciteerde tekst wordt gesproken van de heiligheid van<br />

Israël. Als Israël na de uittocht uit Egypte in de Sinaï aangekomen is<br />

bij de berg, voor de sluiting van het verbond, lezen we in Exodus<br />

19:3-6:<br />

“Toen klom Mozes op tot God, en de HERE riep tot hem van de<br />

berg, en zeide: zó zult gij zeggen tot het huis van Jacob en meedelen<br />

aan de Israëlieten: gij hebt gezien wat Ik de Egyptenaren<br />

heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot<br />

Mij gebracht heb. Nu dan indien gij aandachtig naar Mij luistert<br />

en Mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom<br />

zijn, want de ganse aarde behoort Mij. En gij zult Mij<br />

een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de<br />

woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult.”<br />

Hier wordt gezegd dat Israël op voorwaarde van luisteren - dat is<br />

horen, en gehoorzamen, geloven, voor waar houden - en het bewa-<br />

10 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van<br />

zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. Want<br />

waarom zoudt gij sterven, huis Israëls?” (Ezech. 33:10,11).<br />

ren van het verbond (gesloten op het bloed van een offerdier, wat<br />

verwijst naar het bloed van Christus) uit alle volken een volk Gode<br />

ten eigendom zal zijn. Daarna wordt er aan toegevoegd: En gij zult<br />

Mij … zijn … een heilig volk. Heilig heeft dus met verkiezing te<br />

maken, én met geloof. De verkiezing van Israël is, naar de raad van<br />

God, vanaf de grondlegging van de wereld. De letterlijke betekenis<br />

van grondlegging is: ter aarde werping, en verwijst niet naar de<br />

schepping, zoals beschreven in Genesis 1, maar naar het woest en<br />

ledig zijn vermeld in Genesis 1:2. Vanaf die gebeurtenis werkt God<br />

dus Zijn plan met Israël uit, uitmondend in de komst van Zijn Eigen<br />

Zoon, slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls,<br />

Zijn uitverkoren volk (Matt. <strong>15</strong>:24). Hunner zijn de woorden Gods<br />

toevertrouwd (Rom. 3:2). ´Toevertrouwd´ is hier de vertaling van het<br />

Griekse werkwoord geloven, oftewel voor waar houden. Als we het<br />

zo vertalen, wordt de diepere betekenis duidelijk: Hunner zijn de<br />

woorden Gods voor waar gehouden!<br />

God heeft zich aan Zijn Woord gehouden! Israël heeft zijn verkiezing<br />

evenwel nog niet vastgemaakt, is niet tot geloof gekomen,<br />

zelfs niet in de opgestane Christus, zoals blijkt uit de geschiedenis<br />

vermeld in Handelingen. Aan het einde van Handelingen verklaart<br />

Paulus dat Israël horende doof en ziende blind is (Hand. 28). Gods<br />

handelen met Israël is tijdelijk tot stilstand gekomen. De prediking<br />

van het Koninkrijk der Hemelen, dat nabij was, is gestopt. Op dat<br />

moment komt God met een ander plan, van vóór de grondlegging<br />

van de wereld. Het werk van Christus blijkt van veel grotere waarde<br />

dan voor Israël alleen (en met en door Israël ook voor alle volken).<br />

Paulus maakt bekend: “Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan<br />

de heidenen gezonden is: die zullen dan ook horen!” (Hand 28:28).<br />

Dit is een eerdere verkiezing van God in Christus: “Hij heeft ons immers<br />

in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat<br />

wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht” (Efe.<br />

1:4). We vinden ook hier weer de bekende woorden ´heilig´ en ´voor<br />

Zijn aangezicht´. Het is evenwel een ander volk, pas geopenbaard<br />

na de Handelingenperiode, maar ook uitverkoren in Christus.<br />

Er wordt in deze twee verzen heel wat gezegd tot het huis Israëls!<br />

Eerst over hun positie: tengevolge van hun zonden en overtredingen<br />

is hun einde de dood. Zij zien en erkennen dat er geen mogelijkheid<br />

is om te leven. Dan vestigt God de aandacht op Zichzelf. Hij<br />

zegt: Ik leef, in Mij is leven. Hij is de Schepper van hemelen en<br />

aarde. Hij is de God van Abraham, Isaäk en Jacob, de God van levenden.<br />

Hij is de Here HERE, de eigenaar van alles, en de ´Ik ben,<br />

Die Ik ben´. Vervolgens zegt Hij: Ik heb geen behagen in de dood<br />

van de goddeloze. Het einde van de goddeloze, dat is de mens die<br />

buiten God is, die niet in Zijn gemeenschap verkeert, is de dood. Hij<br />

kent God niet, en God kent hem niet. Buiten God is geen leven. God<br />

heeft geen behagen in deze situatie, maar veeleer daarin, dat de<br />

goddeloze, belast door overtredingen en zonden, zich bekeert van<br />

zijn uitzichtloze weg. God heeft veel liever dat de goddeloze zijn<br />

weg verlaat en zijn toevlucht neemt tot Hem, de weg naar God opgaat,<br />

Hem zoekt en tot Hem nadert. De Weg, die leidt tot het leven,<br />

is er! Zij zijn op de verkeerde weg. Dan volgt tweemaal de oproep:<br />

bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. De laatste woorden, tenslotte,<br />

vormen een vraag, gericht weer tot het huis van Israël:<br />

waarom zoudt gij sterven? Daar is geen reden voor: het probleem<br />

van de zonden en overtredingen is opgelost. Christus is door Zijn<br />

offer het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt (zie<br />

Joh. 1:29), “Want Hij is het Die Zijn volk zal redden van hun zonden”<br />

(Matt. 1:17).<br />

Het gebruikte woord voor behagen toont aan dat het gaat om de<br />

Persoon van God: het is Zijn behagen dat Israël leeft voor Zijn aangezicht.<br />

Hij wil hen bij Zich hebben. Zie ook Psalm 89:16-18.<br />

De ultieme bevestiging, waarbij het dan niet over het welbehagen,<br />

maar over de liefde gaat, is dacht ik, Johannes 3:16: “Want alzo lief<br />

heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven<br />

heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar<br />

eeuwig leven hebbe.”<br />

Het gaat om geloven, behouden worden door Christus, en leven! <br />

Samenvatting en bevestiging<br />

Het gaat in de besproken tekst over het welgevallig zijn van de Israëlieten.<br />

Het gebruikte Hebreeuwse woord is echter gericht op de<br />

bedoeling: het vóór Gods aangezicht zijn, God zien en leven. We<br />

vinden dit bevestigd in twee teksten in het boek Ezechiël: “Gij nu,<br />

mensenkind, zeg tot het huis Israëls: Aldus zegt gij: onze overtredingen<br />

en onze zonden rusten op ons en daarom kwijnen wij weg -<br />

hoe zouden wij dan leven? Zeg tot hen: zowaar Ik leef, luidt het<br />

woord van de Here HERE, Ik heb geen behagen in de dood van de<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 11


Jeruzalem<br />

De stad van de grote Koning<br />

Deel 3<br />

De hoofdstad van Israël heeft een langere en meer bewogen<br />

geschiedenis achter de rug dan welke andere stad op aarde<br />

ook. De tegenstelling tussen wat Jeruzalem is geweest tot nu<br />

toe, en wat zij zal zijn in de toekomst, is onvoorstelbaar<br />

groot!<br />

Jb. Klein Haneveld (1918 -1988)<br />

Jeruzalem en de profetie<br />

De wereldpers houdt zich tegenwoordig intens bezig met het Midden-Oosten<br />

en met de gebeurtenissen, die zich daar afspelen.<br />

Namen als Sinaï, Gaza, Jeruzalem, Damascus, e.a. worden dikwijls<br />

als opschrift gebruikt voor artikelen betreffende buitengewoon gewichtige<br />

gebeurtenissen in en om de oude landen van de Bijbel.<br />

Hier, waar straaljagers gierden en tanks denderden, heeft Mozes<br />

zijn volk geleid, heeft Simson zich gekromd en met al zijn kracht het<br />

feesthuis van de Filistijnen doen instorten, heeft Jezus Zijn doodsstrijd<br />

gestreden, is Paulus door hemels licht verblind en heeft hij de<br />

profetenmantel opgenomen.<br />

Het volgende namen wij over uit een dagblad: "Hoe vreemd toch,<br />

dat de geschiedenis altijd weer terugkeert tot haar geboortegrond,<br />

tot de vruchtbare halve maan, die zich kromt van de oevers van de<br />

Nijl naar het dal van de Tigris en de Eufraat, waar de mens zijn eerste<br />

steden bouwde en waar hij God aanbad en zijn godsvrucht vastlegde<br />

op kleitabletten ten behoeve van volgende geslachten."<br />

Uit hetzelfde artikel nog het volgende: "Ondanks oorlogen en geruchten<br />

van oorlogen blijven de archeologen doorgaan met de<br />

stukjes van wat zij gevonden hebben aaneen te passen, om te ontdekken,<br />

dat de Bijbel een onvergelijkelijk historisch document is in<br />

de geschiedenis van de mens. Gebeurtenissen, in de Bijbel beschreven,<br />

worden nog steeds bevestigd door verbazingwekkende vondsten."<br />

Een vooraanstaande bijbelgelovige archeoloog zei eens: "Van<br />

alle wetenschappen van deze tijd zijn er twee, die het sterkst vooruitgaan,<br />

namelijk de kernfysica en de archeologie van Palestina."<br />

Herbouw van de tempel<br />

Een belangrijke vraag is: Zal Israël de tempel herbouwen? Het antwoord<br />

van de Schrift is: Ja. Om enige zeer duidelijke voorzeggingen<br />

in vervulling te doen gaan, moet de tempel herbouwd worden. Dat<br />

zal dan de derde tempel zijn. De tempel van Salomo is de eerste geweest<br />

en die van Zerubbabel de tweede. De laatste is door Herodes<br />

vergroot en verfraaid. Er zijn vele Schriftplaatsen, die de derde tempel<br />

voorzeggen, waarvan wij er enkele zullen noemen. Wij lezen in<br />

2 Tessalonicenzen 2: 3, 4: "Dat u niemand verleide op enigerlei<br />

wijze; want die (de dag des HEREN) komt niet, tenzij dat eerst de<br />

afval gekomen is, en dat geopenbaard is de mens der zonde, de<br />

zoon des verderfs, die zich tegenstelt en verheft boven al wat God<br />

genaamd of als God geëerd wordt, alzo, dat hij in de tempel Gods<br />

als een god zal zitten, zichzelf vertonende, dat hij God is" (St. Vertaling).<br />

Het is duidelijk, dat als deze profetie in vervulling moet gaan gedurende<br />

de grote verdrukking, er een Joodse tempel moet bestaan. De<br />

Here Jezus Zelf waarschuwt in Mattheüs 24:<strong>15</strong>: “Wanneer gij dan<br />

zult zien de gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël,<br />

de profeet, staande in de heilige plaats, dat alsdan die in Judea<br />

zijn, vlieden op de bergen.”.<br />

Om te begrijpen waar onze Heiland op doelt, moeten we het boek<br />

Daniël opslaan. In Daniël 9:27 vernemen wij, dat ´de vorst, die<br />

komen zal´ een verbond zal sluiten met Israël voor de tijd van één<br />

<strong>jaar</strong>week (dus zeven jaren), maar: "in de helft der week zal hij het<br />

slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden en op een vleugel van<br />

gruwelen zal een verwoester komen en wel tot de voleinding toe,<br />

en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest<br />

is".<br />

Hieruit vernemen wij, dat hij de Joodse eredienst in de tempel zal<br />

verstoren en er iets anders voor in de plaats zal stellen. Daniël 12<br />

geeft hier meer licht op: "En van de tijd af, dat het gedurig offer zal<br />

weggenomen worden en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn,<br />

zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen" (vs. 12).<br />

Dus na drie en een half <strong>jaar</strong> (1260 dagen) zal op de heilige plaats<br />

de, wat de Schrift noemt ´gruwel der verwoesting´ worden geplaatst<br />

en van het volk zal verwacht worden, dat het dit zal aanbidden.<br />

In het 13e hoofdstuk van Openbaring wordt dit duidelijker, als<br />

wij lezen, dat de valse profeet een (afgods)beeld zal maken en de<br />

mensen zal dwingen dit te aanbidden op straffe des doods.<br />

Uit dit alles blijkt toch duidelijk, dat er een tempel moet zijn (of op<br />

z´n minst een deel daarvan) om deze dingen in vervulling te doen<br />

gaan.<br />

Reeds in augustus 1967 publiceerde een blad het bericht, dat er<br />

kalksteen verscheept werd van Bedford in Indiana naar Israël voor<br />

12 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

Men zou kunnen vragen, waar de tempel in Jeruzalem gebouwd zal<br />

moeten worden. In ieder geval zal hij op de berg Moria moeten<br />

komen. Daar moest Abraham Izak offeren en daar was ook de dorsvloer<br />

van Arauna, die David kocht voor de tempelbouw.<br />

Hier is dus de eerste tempel geweest, die later verwoest is. Zerubbabel<br />

heeft daar de tweede tempel laten bouwen, omstreeks 5<strong>15</strong><br />

vóór Christus. Die was veel minder mooi en groot dan die van Salomo,<br />

maar later door Herodes vergroot en verfraaid. Het werk<br />

begon ongeveer in het <strong>jaar</strong> 19 vóór Christus en werd voortgezet tot<br />

na zijn dood tot het <strong>jaar</strong> 64 na Christus. Zes <strong>jaar</strong> later werd hij door<br />

de Romeinen verwoest in 70 na Christus. De westelijke muur daarvan<br />

is blijven staan en heet de Klaagmuur.<br />

de herbouw van de tempel. Eerst werd dit bericht door de kalksteenleveranciers<br />

ontkend; maar later zeiden zij, dat zij dit bericht<br />

niet konden ontkennen noch bevestigen. Of dit bericht juist is of<br />

niet, vast staat voor ons, dat de tempel herbouwd zal worden, al<br />

weten wij niet wanneer.<br />

Er ging in het <strong>jaar</strong> 1967 een schok door de hele wereld, toen bekend<br />

werd, dat de Israeli's het oude Jeruzalem hadden veroverd. Nu<br />

had men toegang tot de Klaagmuur, die zowat het enige is dat er<br />

nog over is van de oude tempel. Vele jaren lang konden de Joden<br />

niet bij deze muur komen. In een verslag over de verovering van Jeruzalem<br />

lezen wij: "Op de eerste dag, dat de toegang tot de muur<br />

geopend werd, kwamen 200.000 Joden de muur bezoeken, niet om<br />

die als nieuwsgierige toeristen te bekijken, maar om er als met eerbied<br />

vervulde pelgrims te bidden."<br />

In 2 Kronieken 6:5 en 6 vertelt Salomo, waarom Jeruzalem de enige<br />

bestemde plaats is voor de tempelbouw. Hij herhaalt Gods woorden<br />

aan David: "Van de dag aan, dat Ik Mijn volk uit het land Egypte<br />

leidde, heb Ik geen stad uit alle stammen van Israël verkoren, om er<br />

een huis te bouwen, opdat Mijn Naam daar zou zijn, en geen man<br />

verkoren, om vorst te zijn over Mijn volk Israël; maar nu heb Ik Jeruzalem<br />

verkoren, opdat Mijn Naam daar zijn zou, en heb Ik David<br />

verkoren, opdat hij over Mijn volk Israël heersen zou."<br />

God Zelf heeft Jeruzalem verkoren als zetel van de tempel!<br />

<br />

Joods verlangen naar de tempel<br />

Bijna twee duizend <strong>jaar</strong> hebben orthodoxe Joden driemaal per dag<br />

gebeden: "Dat het Uw wil mocht zijn, o Here onze God, de God van<br />

onze vaderen, dat de tempel nog in onze dagen wordt gebouwd.<br />

Dan zullen wij U dienen met eerbied zoals in de dagen van ouds,<br />

zoals in ver vervlogen jaren."<br />

In een ander gedeelte van dit verslag lezen wij: "Wij zijn nu in het<br />

stadium, waarin David was, toen hij Jeruzalem<br />

bevrijdde. Van die tijd af tot de<br />

bouw van de tempel door Salomo ging<br />

slechts één generatie voorbij. Zo zal het<br />

ook met ons gaan."<br />

Een andere veelbetekenende zin in dit<br />

verslag over de verovering van het oude<br />

Jeruzalem luidt aldus: "Deze derde tempel<br />

moet gebouwd worden, om Bijbelse profetie<br />

in vervulling te doen gaan; zo gaat<br />

deze bouw uit de sfeer van politieke mogelijkheid<br />

over naar de sfeer van Goddelijke<br />

beschikking."<br />

Het elfde hoofdstuk van de Openbaring<br />

verwijst naar dezelfde tempel. We zouden<br />

het de ´Verdrukkingstempel´ kunnen noemen.<br />

Hij zal een altaar hebben voor de<br />

Joodse aanbidders en een voorhof voor<br />

de heidenen. Misschien zal hij ook de<br />

plaats zijn, waar de twee geheimzinnige<br />

getuigen zullen optreden.<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 13


Zoekt de dingen die boven zijn<br />

De hemelvaart van Christus heeft voor ons, gelovigen,<br />

een geweldige betekenis.<br />

Wij zijn door het geloof in de Here Jezus één<br />

met Hem geworden zijn. Eén in Zijn dood, Zijn<br />

opstanding en ook in Zijn verhoging!<br />

Peter Slagter<br />

Hemelburgers<br />

In Efeze 2 lezen wij, dat God ons in Zijn liefde en genade mede levend<br />

gemaakt heeft met Christus... en ons mede opgewekt heeft...<br />

en ons mede een plaats gegeven heeft in de hemelse gewesten, in<br />

Christus Jezus (vers 4-6). Dat bepaalt ons bij de bijzondere positie<br />

waarin wij door het geloof zijn terechtgekomen. Wij mogen daar nu<br />

reeds van genieten, elke dag opnieuw. In de toekomst zal God die<br />

"...overweldigende rijkdom Zijner genade tonen naar Zijn goedertierenheid<br />

over ons in Christus Jezus" (Efe. 2:7).<br />

In het eerste hoofdstuk van de Efezebrief bejubelt Paulus deze rijkdom:<br />

"Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus,<br />

die ons met allerlei (beter: alle) geestelijke zegen in de hemelse gewesten<br />

gezegend heeft in Christus" (vers 3). Verderop bidt de apostel,<br />

dat gelovigen door (de) Geest van wijsheid en van openbaring<br />

Hem recht zullen kennen: "verlichte ogen des harten, zodat gij<br />

weet, welke hoop Zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is Zijner<br />

erfenis bij de heiligen, en hoe overweldigend de kracht is aan<br />

ons, die geloven..." (vers 17 ev.).<br />

Het is triest, dat er zoveel gelovigen zijn, die zich nauwelijks bewust<br />

zijn van de wonderbare positie, die zij nu in Christus mogen bezitten.<br />

Want het feit, dat Hij in de hemel is, betekent ook dat wij (in<br />

Hem) in de hemel zijn. Daarom: Wij zijn hemelburgers op aarde!<br />

God rekent, wat ons betreft, volledig met onze (hemelse) plaats in<br />

Christus, Zijn geliefde Zoon. En omdat Hij de Geliefde is, zijn wij<br />

"geliefden"! Omdat God in Hem een welbehagen heeft, heeft Hij<br />

een welbehagen in ons! Geen enkele roem in onszelf, het alles "uit<br />

Hem en door hem en tot Hem" en "wie roemt, roeme in de Here"!<br />

Het is wel zaak en van uitermate groot belang, dat wij deze dingen<br />

in geloof volledig aanvaarden, zodat ons hart gaat overvloeien van<br />

dankzegging aan onze hemelse Vader. Waar Christus reeds verheerlijkt<br />

is in de hemel, daar delen wij nu reeds (!) in Zijn verheerlijking.<br />

Nog niet lichamelijk, maar wel geestelijk. Onze verheerlijking met<br />

en in Christus is reeds een feit (vgl. Rom. 8:30) en dat betekent voor<br />

ons grote blijdschap!<br />

Het oog omhoog, het hart naar boven<br />

De apostel Paulus wil ons bewust maken van de betekenis van onze<br />

positie in Christus en de heerlijkheid daarvan. Hij wijst op de (praktische)<br />

consequentie van Christus' hemelvaart voor ons en schrijft in<br />

Kolossenzen 3: "Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de<br />

dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand<br />

Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn."<br />

De "dingen die boven zijn" komen tot ons door het Woord. De dingen<br />

zoeken die boven zijn is dan ook in de eerste plaats de Bijbel<br />

bestuderen om onderwezen te worden in de rijkdommen van Gods<br />

genade. Voor ons gaat het dan speciaal over het geheimenis, dat<br />

aan en via Paulus is bekendgemaakt. Over de roeping, het wezen,<br />

de positie en de toekomst van de Gemeente, het Lichaam van Christus.<br />

Belofte<br />

Uiteraard houdt de hemelvaartsdag ook een geweldige belofte in<br />

voor de toekomst: "Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de<br />

hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel<br />

hebt zien varen" (Hand.1:11).<br />

Dat het hierbij gaat om de lichamelijke wederkomst van de Heer op<br />

aarde mag duidelijk zijn. Elk kind van God, dat leeft in overgave en<br />

toewijding aan de Heer, ziet met grote verwachting uit naar de wederkomst<br />

van Christus. Dan zal alles wat wij nu reeds geloven en<br />

zien met een geestelijk oog, heerlijke, zichtbare, voelbare werkelijkheid<br />

worden. Dan zullen wij geopenbaard worden in de heerlijkheid,<br />

waaraan wij nu reeds deel gekregen hebben. De Gemeente<br />

zal dan gezien worden als een toonbeeld van Gods genade!<br />

En…op indrukwekkende wijze zal de HERE als Redder voor Israël<br />

verschijnen en vanaf dat moment zullen al Gods heerlijke beloften<br />

omtrent het herstel van Israël naar Zijn Goddelijke wil krachtig en<br />

definitief worden vervuld. Jeremia zegt: "De stad zal op haar puinheuvel<br />

herbouwd worden en de burcht op zijn rechte plaats tronen"<br />

(hs. 30:18).<br />

In Zacharia 14:9 staat: "En de HERE zal Koning worden over de gehele<br />

aarde; te dien dage zal de HERE de Enige zijn en Zijn Naam de<br />

enige". De Koning der Joden zal regeren "van zee tot zee en van de<br />

Rivier tot het uiterste der aarde" (Ps. 72). Heel de wereld, alle volkeren<br />

zullen de zegen van de Allerhoogste ontvangen!<br />

<br />

14 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


ACTUEEL<br />

De NBV officiële Bijbelvertaling PKN<br />

De NBV is aangewezen als een van de<br />

officiële vertalingen om te gebruiken in<br />

de eredienst op zondag, naast de Statenvertaling<br />

en de NBG-vertaling van<br />

1951.<br />

Dat heeft de generale synode van de Protestantse<br />

Kerk in Nederland (PKN) besloten.<br />

Het besluit om de NBV aan te wijzen als officiële<br />

vertaling in de kerkdiensten ging niet<br />

zonder kritiek gepaard. Sommige synodeleden<br />

vinden dat er te veel uitleg in de vertaling<br />

staat waardoor er te weinig ruimte<br />

over is voor een eigen interpretatie. Uiteindelijk waren slechts zestien<br />

synodeleden tegen. Een tegenvoorstel om besluitvorming over<br />

NBV uit te stellen kreeg 33 stemmen. Er waren 146 synodeleden<br />

aanwezig.<br />

Debat<br />

Tijdens een vier uur durend debat bleef het lange tijd spannend of<br />

de NBV het 'zou halen'. De voor- en tegenstanders leken elkaar in<br />

evenwicht te houden. Uiteindelijk stemden slechts zestien van de<br />

146 synodeleden tegen.<br />

Het voorstel van het synodebestuur was, de NBV als kanselbijbel<br />

aan te wijzen. Er lag echter een tegenvoorstel van een synodecommissie,<br />

om met een oordeel te wachten op een gereviseerde versie,<br />

die naar verwachting in 2016 verschijnt.<br />

Het tegenvoorstel kreeg bijval van diverse synodeleden, onder wie<br />

ds. Ad van Nieuwpoort. Hij noemde het vrijgeven van de NBV voor<br />

de eredienst “een onverantwoorde beslissing'' en “de kerk onwaardig''.<br />

Aan een officiële Bijbelvertaling mag de kerk “toch echt hoge<br />

eisen'' stellen. “De NBV is in uitleggende zin vertaald. Er is nauwelijks<br />

meer ruimte om zelf een tekst te interpreteren.''<br />

Er waren ook synodeleden die juist een vurig pleidooi voor de NBV<br />

hielden. Ouderling Gerben van Dijk stelde dat de vertaling in het<br />

missionaire werk niet meer weg te denken is. Ook jongeren hebben<br />

volgens hem veel baat bij de NBV.<br />

Hij relativeerde de kritiek van de ruim vierhonderd ondertekenaars -<br />

volgens hem niet meer dan “een stevig minderheidsstandpunt''.<br />

“Tussen hen en NBV zal het nooit wat worden.'' Dat betoogde ook<br />

prof. Klaas Spronk. Hij erkende dat de vertaling beter kan. Maar een<br />

revisie van de NBV lost de bezwaren van de critici niet op, omdat<br />

hun eisen niet passen binnen de vertaalmethode. ,,Het is een illusie<br />

te denken dat we ooit een vertaling zullen hebben waar we het allemaal<br />

mee eens zijn.''<br />

<br />

Bron: spitsnieuws.nl<br />

Buigen voor heidense goden<br />

Als christenen willen we graag in harmonie leven met onze<br />

omgeving. Dat lukte eeuwenlang, omdat die omgeving -<br />

vaak onbewust - uitging van onze christelijke waarden en<br />

normen. Nu die omgeving is veranderd, weten we daar<br />

niet mee om te gaan.<br />

We buigen voor de terreur van de moderne heidense cultuur en<br />

de inzichten van de seculiere psychologie. Of is het misschien zo<br />

dat we zó sterk door die moderne inzichten beïnvloed zijn, dat<br />

'lekker in je vel zitten' en zelfverwerkelijking ongemerkt ook ons<br />

hoogste doel zijn geworden?<br />

Want klinken deze zaken niet veel aangenamer dan dat ruwe<br />

Evangelie van zonde en kruis, van oordeel en verlossing? Als we<br />

kijken naar de ontwikkeling in het christelijke denken en die van<br />

de christelijke moraal, dan is de onvermijdelijke conclusie dat wij<br />

opgeschoven zijn in de richting van deze seculiere godsdienst.<br />

Die is zoveel vriendelijker, aannemelijker en menselijker dan 'the<br />

old time religion' van verlossing door het bloed van Jezus.<br />

Grove discriminatie<br />

Alles wat niet past in het denken en gevoelen van de heersende<br />

cultuur wordt moeilijk gevonden en velen proberen dat te 'herinterpreteren'.<br />

Zonde is zo erg niet meer. Straf voor de zonde is<br />

daarom niet nodig en zeker geen plaatsvervangend lijden van<br />

Christus als straf voor onze zonden. God is alleen nog liefdevol.<br />

Zijn heiligheid wordt aangepast aan de menselijke maat en Zijn<br />

toorn wil men helemaal niet meer erkennen. Een scheiding tussen<br />

hen die verloren gaan en hen die gered worden, vervaagt.<br />

Dat zou immers grove discriminatie zijn en schending van de<br />

mensenrechten. Gelijke behandeling voor iedereen.<br />

Onze boodschap<br />

Het Evangelie heeft altijd controverse gegeven. Het stelt een<br />

diagnose van het menselijk probleem dat tegen ons eergevoel ingaat.<br />

Het biedt een oplossing, die van het kruis, die aanstoot<br />

geeft. We kunnen het Evangelie nooit acceptabel maken voor de<br />

samenleving door het aan te passen. Dan verliest het Evangelie<br />

zijn kern en bestaansrecht. Dan heeft het geen boodschap meer.<br />

Gods boodschap is dat de mens zich moet bekeren. De gemeente<br />

moet de mensen oproepen zich te laten 'behouden uit<br />

dit verkeerde geslacht' (Hand. 2:40). Zulke woorden worden<br />

nooit op prijs gesteld door dat verkeerde geslacht, maar de<br />

boodschap is er te ernstig voor om dan maar te zwijgen. Het<br />

gaat om de eeuwige geestelijke gezondheid van de mensheid. <br />

Hans Frinsel - www.habakuk.nu<br />

16 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

Doop van kind lesbische ouders in Nederlands Geref. Kerk<br />

In de Nederlands Gereformeerde Kerk van Emmeloord is<br />

zondagmiddag 18 april j.l. een dochter gedoopt van een<br />

lesbisch paar.<br />

Dat bevestigt kerkenraadsvoorzitter Harold Ottens. Voor zover<br />

bekend is het de eerste keer dat in een van de kleine gereformeerde<br />

kerkgenootschappen een kind van een homopaar is gedoopt.<br />

Het paar is vorig <strong>jaar</strong> getrouwd. De kerk wilde het huwelijk niet<br />

inzegenen. De in januari geboren baby is verwekt door kunstmatige<br />

inseminatie met donorzaad. De kerkenraad - die zich heeft<br />

laten adviseren door een adviescommissie uit de kerkelijke regio -<br />

stemde volgens Ottens unaniem in met het besluit de doop te<br />

bedienen. “Een kind dat wordt geboren uit een of twee gelovige<br />

ouders, is bij de geboorte opgenomen in het verbond van de<br />

Heer. De doop is daarvan het teken en zegel. De moeder is een<br />

gelovige vrouw die belijdend lid is van onze gemeente. Daarom<br />

hebben wij besloten de doop te bedienen.'' “Een meerderheid''<br />

van de gemeenteleden is het daarmee eens, aldus Ottens.<br />

Reguliere doopvragen<br />

De moeder heeft de reguliere doopvragen beantwoord. De partner<br />

van de vrouw, dooplid van de gemeente, kreeg de vraag of<br />

ze steun wilde geven aan de geloofsopvoeding van het kind.<br />

In de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) wordt dit na<strong>jaar</strong><br />

het onderwerp homoseksualiteit landelijk besproken. Dat gebeurt<br />

mede op initiatief van Emmeloord, dat het besluit wil bespreken<br />

van de kerk in Utrecht om homoseksuelen met een relatie<br />

toe te laten tot het ambt. Volgens Ottens heeft Emmeloord<br />

hierover nog geen standpunt ingenomen. “Wij zijn over homoseksualiteit<br />

in gesprek met de gemeente. Er is een conceptdocument,<br />

maar dat moet nog worden vastgesteld.''<br />

De kerk in Emmeloord werkt samen met de plaatselijke Christelijke<br />

Gereformeerde Kerk.<br />

<br />

Bron: Ned. Dagblad - www.nd.nl<br />

´Ik bid en blijf lid´<br />

Dit is het credo van een groep mensen die de teloorgang van<br />

de Evangelische Omroep ter harte gaat.<br />

Op de gelijknamige website staat dat het leden-initiatief ontstaan is<br />

nadat ruim een <strong>jaar</strong> geleden (begin 2009) steeds duidelijker werd<br />

dat er in het ledenbestand van de EO sprake was van een smeulende<br />

veenbrand. Er was sprake van een groeiende groep leden die<br />

zich niet meer herkenden in het gevoerde programmabeleid en als<br />

gevolg daarvan hun lidmaatschap al hadden opgezegd. Vaak teleurgesteld<br />

doordat hun zorg over sommige programma-uitingen<br />

niet serieus genomen werd.<br />

EO-vernieuwing<br />

Tienduizenden hebben de afgelopen jaren een duidelijk signaal van<br />

teleurstelling aan de EO-leiding afgegeven door hun lidmaatschap<br />

op te zeggen. Duizenden anderen overwegen dat voorbeeld te volgen<br />

wanneer echte veranderingen uitblijven.<br />

Eens de grootste omroep van ons land en straks verschrompeld tot<br />

een weinigzeggende omroep met een christelijk sausje?<br />

De controversiële invulling van programma's staat volgens velen<br />

haaks op de missionaire doelstelling van de EO, een Woord voor de<br />

wereld te hebben.<br />

We roepen de EO op om het aan te durven wegen te zoeken om<br />

met kwaliteitsprogrammering tegen de stroom van de kijkcijferdruk<br />

in te zwemmen. Niet alleen om te voorzien in de maatschappelijke,<br />

geestelijke, godsdienstige behoeften van de dwarslaag die de EO<br />

vertegenwoordigt, maar ook om mensen daarbuiten getuigend tegemoet<br />

te treden met het Goede Nieuws over Jezus Christus. De<br />

Mediawet laat voor die doelstelling alle ruimte (art. 2.24.2c). Het is<br />

zelfs de voorwaarde waaronder de EO een zendmachtiging heeft<br />

gekregen.<br />

In de eerste helft van 2009 is er op diverse niveaus overleg geweest<br />

met de EO-leiding. Zowel met het hoogste verenigingsorgaan (de<br />

ledenraad) als de raad van toezicht als de raad van bestuur (de<br />

tweehoofdige directie). Het tweede half<strong>jaar</strong> was een periode van<br />

afwachten en uitzien naar veranderd beleid door de inzet van de<br />

kant van de ledenraad en de raad van toezicht. Er deden zich toch<br />

weer spraakmakende incidenten voor.<br />

Initiatiefnemende werkgroep:<br />

Johan Th. Bos, journalist; Helene Esmeijer, bekend van het z.g.<br />

Open Huis dat zij jarenlang met haar inmiddels overleden echtgenoot<br />

Nol leidde; Jo Koekkoek, een veteraan met betrekking tot het<br />

ontstaan van de EO; Marleen & Oswin Ramaker, kinderen van 2009<br />

overleden EO-pionier Albert Ramaker en Hin Talane, deskundig op<br />

het gebied van verandermanagement en mediatoepassingen. <br />

Bron: www.ikbidenblijflid.nl<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 17


Van Pinksteren tot de volle Waarheid<br />

In Handelingen 2 lezen we over de introductie<br />

van de 3e fase in het profetische plan met Israël<br />

en de volkeren: de bediening van de Heilige<br />

Geest.<br />

Oude Testament God sprak tot de vaderen door de profeten…<br />

Evangeliën God sprak 'tot ons' in (de) Zoon (zie Hebr. 1:1)<br />

Handelingen God spreekt door de Geest<br />

De Here Jezus had daar in Johannes 16 al over gesproken: “Nog<br />

veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch<br />

wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen<br />

tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al<br />

wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen”<br />

(vs.12-13).<br />

Op de pinksterdag wordt de belofte van de Vader werkelijkheid. De<br />

Geest manifesteert zich in een geluid als van een geweldige windvlaag<br />

(vgl. Joh. 3:8). Bij de doop van Jezus zei Johannes de Doper:<br />

“Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het,<br />

die met de heilige Geest doopt” (Joh. 1:33). Hier zien we de vervulling<br />

van die woorden.<br />

Joodse gelovigen werden gedoopt (ondergedompeld) in Geest en…<br />

de Geest nam bezit van een ieder van hen (vs. 3). Het gevolg was<br />

dat zij allen vervuld werden met de heilige Geest en zij begonnen<br />

met andere tongen (d.i. andere talen) te spreken, zoals de Geest het<br />

hun gaf uit te spreken (vs. 4).<br />

“Deze belangrijke bekendmaking markeert<br />

een nieuwe wending in de heilsgeschiedenis.<br />

In Jeruzalem waren 'vrome mannen' aanwezig ter gelegenheid van<br />

het Feest der weken (Lev. 23). Dit is één van de drie 'hoge feesten',<br />

waarop alle mannen “…voor het aangezicht van de Here HERE, de<br />

God van Israël” moesten verschijnen (zie Exod. 23:17 en 34:23 e.v.).<br />

Al deze 'buitenlanders' waren dus Joden: “mannen van Israël”<br />

1. Zij horen hen in hun eigen (bestaande) taal<br />

2. Zij horen hen spreken over de grote daden Gods<br />

Het kwam nogal vreemd over op de mensen. Sommigen spraken<br />

zelfs van dronkenschap (vs. 13).<br />

Petrus legt het uit: deze mensen zijn niet dronken, maar dit is het,<br />

waarvan gesproken is door de profeet Joël (niet: de vervulling van<br />

de profetie! Het gaat om het verklaren van dit verschijnsel). De profetie<br />

van Joël gaat over de 'laatste dagen'; dat heeft in het profetisch<br />

Woord betrekking op terugverzameling en het herstel van Israël<br />

in de toekomst. De tekenen, die Joël noemt (en Petrus hier)<br />

horen bij de beëindiging van de tegenwoordige eeuw en het begin<br />

van de toekomende.<br />

Verkondiging<br />

Petrus spreekt dus tot de inwoners van Jeruzalem en de mannen<br />

van Israël (vs. 14, 22, 29 en 36). De uitstorting van de Geest op de<br />

pinksterdag is het startsein voor de verkondiging van het Evangelie,<br />

met name aan Israël. De rest van het boek Handelingen beschrijft<br />

hoe het afloopt. Aanvankelijk staat de bediening van Petrus en de<br />

zijnen op de voorgrond. Later schakelt de Geest ook Paulus c.s. in.<br />

Hij gaat in het buitenland op zoek naar Joodse centra en verkondigt<br />

hen de blijde boodschap van de opgestane Heer Jezus.<br />

Al gauw blijkt, dat de Joodse leiders daar niet van gediend zijn en er<br />

ontstaat een soort klopjacht op de apostel. Waar hij geen gehoor<br />

vindt, wendt Paulus zich ook tot heidenen. Uiteindelijk wordt hij gevankelijk<br />

naar Rome vervoerd. Daar spreekt hij uitvoerig met een<br />

voorname Joodse delegatie. Het resultaat is teleurstellend. Op een<br />

minderheid na wijzen de Joden (opnieuw) de boodschap van het<br />

heil af.<br />

Vervolgens haalt Paulus de profetie van Jesaja 6 aan om hun ongeloof<br />

te benadrukken en zegt dan: “Het zij u dan bekend, dat dit heil<br />

Gods aan de heidenen gezonden is; die zullen dan ook horen!”<br />

(Hand. 28:28). Deze belangrijke bekendmaking markeert een<br />

nieuwe wending in de heilsgeschiedenis. Israël wordt als volk terzijdegezet<br />

en God richt zich tot alle volkeren, waaronder het Joodse<br />

volk enige jaren later wordt verstrooid.<br />

Geheimenis<br />

Het betekent voor Paulus een nieuwe bediening, waarover hij<br />

schrijft in zijn laatste (gevangenschaps)brieven. Het is zijn opdracht<br />

om “…in het licht te stellen de bediening (SV: bedeling) van het geheimenis,<br />

dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de<br />

Schepper van alle dingen…” (Efe. 3:9)<br />

In Kolossenzen 1 zegt hij over zijn (zware) taak ten behoeve van de<br />

Gemeente, het Lichaam van Christus: “Haar dienaar ben ik geworden<br />

krachtens de bediening, die mij door God is toevertrouwd, om<br />

onder u het woord van God tot zijn volle recht te doen komen, het<br />

geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest,<br />

maar thans geopenbaard aan zijn heiligen” (vs. 25-26).<br />

Zo heeft de Heilige Geest de dienaren van God geleid tot de volle<br />

waarheid, door het geheimenis te openbaren, dat “…dat de heidenen<br />

mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte<br />

in Christus Jezus door het evangelie…” (Efe. 3:6). Gezegend<br />

met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten in Christus<br />

Jezus mogen wij vandaag profiteren van de “overweldigende rijkdom<br />

Zijner genade” (Efe. 2:7)!<br />

<br />

18 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 19


Het getal <strong>15</strong><br />

Als veelvoud van het getal 5 draagt het getal <strong>15</strong><br />

iets van de betekenis in zich van 5 evenals van<br />

het getal 3. <strong>15</strong> is immers uit beide getallen opgebouwd<br />

(3 x 5). Zoals we gezien hebben 1 , is 5<br />

het getal van de genade en 3 het getal van<br />

Goddelijke volmaaktheid. Daarom verwijst het<br />

getal <strong>15</strong> in het bijzonder naar daden die tot<br />

stand gebracht zijn door de werking van de genade<br />

van God.<br />

E.W. Bullinger (1837-1913)<br />

Het getal <strong>15</strong> bepaalt ons ook bij de Godheid, want het is opgebouwd<br />

uit de Hebreeuwse letters jod (getalswaarde 10) en hee (getalswaarde<br />

5). Beide letters vormen de verkorte versie (Jah) van de<br />

onuitspreekbare Naam van God (Jahweh), Die de Bron is van alle<br />

Enkele voorbeelden van het gebruik van het getal <strong>15</strong> zijn:<br />

- De wateren waarop de ark dreef, stegen <strong>15</strong> el boven de hoge<br />

bergen (Gen. 7:19 en 20);<br />

- Hizkia kreeg <strong>15</strong> jaren aan zijn leven toegevoegd (2 Kon. 20:6);<br />

- in de geschiedenis van Ester, werden de Joden van de dood verlost<br />

op de <strong>15</strong>e dag van de maand (Est. 9:18 en 21). Dit is in het<br />

bijzonder opvallend omdat, zoals we eerder zagen1, hun doodsvonnis<br />

verbonden was met het getal 13;<br />

- Betanië, waar de opwekking van Lazarus plaatsvond en van<br />

waar onze Heer ten hemel voer, was ongeveer <strong>15</strong> stadiën<br />

verwijderd van Jeruzalem (Joh. 11:18);<br />

- na 13 dagen van getob en beproeving ging het schip waarop<br />

Paulus zich bevond veilig voor anker bij een diepte van <strong>15</strong><br />

vadem (Hand. 27:21 en 27-29);<br />

- op de <strong>15</strong>e dag van de eerste maand was het feest der ongezuurde<br />

broden (Lev. 23:6) en<br />

- op de <strong>15</strong>e dag van de zevende maand was het Loofhuttenfeest<br />

(Lev. 23:34).<br />

Dit artikel is de vertaling van de paragraaf 'Fifteen' uit het boek<br />

'Number in Scripture' van Dr. E.W. Bullinger. Dit boek is bij Everread<br />

Uitgevers in vertaling en zal D.V. begin volgend <strong>jaar</strong> worden uitgegeven.<br />

<br />

Voetnoot:<br />

1. Bullinger verwijst hier naar eerdere hoofdstukken van zijn boek<br />

'Number in Scripture'.<br />

genade. <strong>15</strong> bestaat dus uit de som van 10 + 5. Omdat de Joden<br />

Gods heilige Naam niet wilden schenden door het voortdurend gebruik<br />

van deze beide letters, gebruikten zij twee andere letters om<br />

daarmee het getal <strong>15</strong> aan te geven. Zo ontstond een andere en<br />

kunstmatige combinatie, die bestond uit de teth (getalswaarde 9)<br />

en de waw (getalswaarde 6). Zo werd het getal <strong>15</strong> dus aangegeven<br />

door middel van de som van 9 + 6; waarmee tegelijk de bijzondere<br />

betekenis die in <strong>15</strong> ligt opgesloten, verdween.<br />

Zien we het getal <strong>15</strong>, behalve als product van 3 x 5, als de som van<br />

8 + 7 dan zien we er ook een verwijzing in naar de opstanding als<br />

een bijzondere uiting van de werking van Gods genade in heerlijkheid.<br />

Wie nu al het één en ander wil<br />

weten over de bijzondere betekenis<br />

van getallen in de Bijbel, verwijzen<br />

we graag naar het Morgenroodboekje<br />

'Bijbelse getallen' van Peter<br />

Slagter (€ 5,50). Zie ook de bestelbon<br />

op de knippagina in deze AMEN<br />

op blz. 29.<br />

20 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


<strong>15</strong> Bedevaartsliederen<br />

In het (vijfde) boek der Psalmen treffen we een<br />

serie van <strong>15</strong> psalmen aan, die allemaal hetzelfde<br />

opschrift hebben: een bedevaartslied (120 t/m<br />

134).<br />

Deze vertaling vloeit voort uit de gedachte, dat<br />

deze liederen gezongen werden door de Israëlieten<br />

opgingen naar Jeruzalem om daar de grote<br />

feesten te vieren; een soort pelgrimsliederen dus.<br />

Peter Slagter<br />

Het woord ´bedevaart´ (Hebr. hama'aloth) wordt ook wel vertaald<br />

met "opgaan", "verhogen", "trappen" of "treden". Daarom is er ook<br />

een andere (traditionele) gedachte, namelijk dat deze <strong>15</strong> liederen<br />

gezongen werden als de mannen van Israël het tempelcomplex bereikt<br />

hadden. Zij gingen dan van de voorhof der vrouwen over een<br />

trap (met <strong>15</strong> treden) naar de voorhof der mannen, oftewel: van de<br />

buitenhof naar het binnenhof! Op elke trede werd dan een psalm<br />

gezongen.<br />

Hizkia´s ziekte en genezing<br />

Letterlijk vertaald luidt het opschrift Shir Hama'aloth: Lied van de<br />

graden of: de treden. Omdat het lidwoord ´de´ gebruikt wordt, rijst<br />

de vraag: welke graden of treden? Dat brengt ons bij een derde gedachte<br />

die waarschijnlijk (nog) dichter bij de waarheid ligt en dan<br />

komen wij terecht bij de geschiedenis van koning Hizkia. We vinden<br />

dan het antwoord in het Woord van God zelf en hoeven niet af te<br />

gaan op menselijke speculaties.<br />

Als de profeet Jesaja aangekondigd heeft, dat de koning zal gaan<br />

sterven, neemt Hizkia zijn toevlucht tot God in het gebed. En de<br />

HERE hoort! In 2 Koningen 20:5-6 lezen we: “…zo zegt de HERE, de<br />

God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord. Ik heb uw tranen<br />

gezien; zie, Ik zal u gezond maken, op de derde dag zult gij opgaan<br />

naar het huis des HEREN. Ik zal aan uw levensdagen vijftien<br />

<strong>jaar</strong> toevoegen…”<br />

De gedachte is nu, dat Hizkia naar aanleiding van deze gebeurtenis<br />

<strong>15</strong> liederen heeft samengebundeld in overeenstemming met het<br />

toegevoegde aantal jaren. Maar…er is meer!<br />

Tien treden<br />

In verband met zijn aangekondigde genezing vroeg Hizkia om een<br />

teken. Hij mocht kiezen: zal de schaduw 10 treden vooruit of achteruit<br />

gaan op de trap van Achaz? “En Hizkia zeide: Het is gemakkelijk<br />

voor de schaduw tien treden omlaag te gaan. Neen, de schaduw<br />

moet weer tien treden teruggaan. Toen riep de profeet Jesaja tot de<br />

HERE, en Hij deed de schaduw op de treden waarlangs zij afgedaald<br />

was op de trap van Achaz, weer tien treden teruggaan.” Let wel:<br />

dat betekent dus, dat de zon een stukje terug moest! We hadden al<br />

eens meegemaakt dat de zon stilstond ten tijde van Jozua (zie hs.<br />

10:12), maar hier gaat hij zelfs nog tien treden terug. Een onvoorstelbaar<br />

wonder van de Allerhoogste dus.<br />

Tien liederen<br />

Inderdaad een groot wonder, zowel het teken als de genezing zelf.<br />

Op de derde dag (!) zou Hizkia weer opgaan naar het huis des<br />

HEREN (vs. 5). Dezelfde geschiedenis vinden we ook in Jesaja 38<br />

(alsof het een profetische betekenis heeft!)<br />

Daar zegt Hizkia er nog bij: “De HERE is gereed om mij te verlossen.<br />

Daarom doen wij het snarenspel klinken al de dagen van ons leven<br />

in het huis des HEREN.”<br />

Op grond van deze uitspraak heeft men wel geconcludeerd, dat er<br />

zodoende <strong>15</strong> bedevaartsliederen in het Psalmenboek zijn opgenomen.<br />

Daarvan is er één van Salomo, zijn er vier van David en tien<br />

van Hizkia zelf. Vijftien dus voor het toegevoegde aantal jaren en<br />

tien voor de treden die de zon terugging.<br />

Hoe het ook zij, opmerkelijk is wel dat in deze <strong>15</strong> psalmen veel dingen<br />

zijn terug te vinden uit de geschiedenis van koning Hizkia en…<br />

niet onbelangrijk, uit de geschiedenis van Israël. En dan denken we<br />

niet alleen aan het verleden, maar ook aan de toekomst.<br />

Immers, de derde dag is de opstandingsdag, ook als het gaat om<br />

het volk Israël: “Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden<br />

dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht”<br />

(Hosea 6:2).<br />

Profetisch<br />

De ´bedevaartsliederen´ zijn psalmen, die spreken over de verlossing<br />

uit de benauwdheid; over vrede na verdrukking; over Jeruzalem als<br />

een gefundeerde stad; over de tempel als godsdienstig centrum;<br />

over de bescherming en de zegen van de HERE; over de goede<br />

dagen van Israël in gemeenschap met de HERE.<br />

En dat geeft al deze psalmen ook een diepe, profetische strekking.<br />

Het gelovig overblijfsel van Israël zal op wonderlijke wijze gered<br />

worden, genezing ontvangen door de HERE en in een nieuwe relatie<br />

met God komen te staan. Jeruzalem zal uit de macht der vijanden<br />

verlost worden (net als in de dagen van Hizkia - zie 2<br />

Kon.19:35!). Tegen die tijd zullen er (opnieuw) tekenen zijn aan zon,<br />

maan en sterren. Boven alles zal de Zon der gerechtigheid verschijnen,<br />

de Here Jezus Christus. In die tijd wordt de betekenis van Hizkia´s<br />

naam openbaar: kracht van de HERE! In Christus, de Zoon van<br />

de levende God, de kracht Gods en de wijsheid Gods!<br />

<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 21


´<strong>15</strong>´: feestelijk getal!<br />

Op Gods kalender begon op de <strong>15</strong>e dag van<br />

de eerste maand (Nissan) het Feest der ongezuurde<br />

broden; in de zevende maand<br />

begon het Loofhuttenfeest, ook op de <strong>15</strong>e.<br />

Blijdschap om het nieuwe leven en de goede<br />

afloop!<br />

Hoite Slagter<br />

DE <strong>15</strong>E DAG VAN DE EERSTE MAAND (NISSAN):<br />

HET FEEST DER ONGEZUURDE BRODEN<br />

In Leviticus 23:6-8 lezen we over de instelling van het feest der ongezuurde<br />

broden; het duurde zeven dagen. Het feest van ongezuurde<br />

broden volgde direct op het Pascha en is daar dan ook nauw<br />

aan verbonden. Zoals men met het Pascha stilstond bij de verlossing<br />

uit Egypte, de tijd van slavernij, zo mocht het volk daarna een week<br />

lang zijn vrijheid vieren, met op de eerste en de laatste dag van dat<br />

feest heilige samenkomsten. Op die dagen mocht "generlei slaafse<br />

arbeid" worden verricht.<br />

Het feest der ongezuurde broden was zo nauw verbonden aan het<br />

Pascha dat het doorgaans in één adem genoemd werd. Zie bijvoorbeeld<br />

Lucas 22:1, waar staat: "Het feest nu der ongezuurde broden,<br />

dat Pascha genoemd wordt, naderde". Het begon op de vijftiende<br />

dag, één dag na het Pascha. Zowel de eerste als de laatste dag van<br />

het feest moesten als een sabbat gevierd worden.<br />

Ongezuurd brood<br />

Dit is brood waar geen zuurdesem (gist) aan te pas gekomen is.<br />

Over het algemeen wordt zuurdesem in de Bijbel gezien als beeld<br />

van de zonde. Zuurdeeg was de Here niet welgevallig (Lev. 2:11).<br />

Het woord dat in Leviticus 23:6 vertaald is met ´ongezuurde broden´<br />

luidt matsooth (denk aan ons woord matzes). In het Nieuwe Testament<br />

vinden we zowel ´zuurdeeg´ als ´zuurdesem´, beide vertalingen<br />

van hetzelfde Griekse woord (zumee). Als beeld van zonde, dan wel<br />

van verkeerde invloeden vinden we het in de volgende teksten:<br />

"Jezus zeide tot hen: Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën<br />

en Sadduceeën" (Matt. 16:6). Uit vers 12 blijkt vervolgens<br />

dat de Heer het heeft over de leer van de Farizeeën en de Sadduceeën<br />

(zie ook Luc. 12:1; 1 Kor. 5: 6 en 7 en Gal. 5:9).<br />

Brood der verdrukking<br />

Het ongezuurd brood deed de Israëliet ook terugdenken aan de<br />

(haastige) verlossing uit de verdrukking in Egypte. In Deuteronomium<br />

16:3 wordt het ´brood der verdrukking´ genoemd (SV ´brood<br />

der ellende´). Verdrukking (ellende) is in het Hebreeuwse 'onie'.<br />

Dit woord komen we o.a. tegen in Genesis 35:16-19. Het gaat daar<br />

over een bijzondere gebeurtenis: de geboorte van Benjamin. De reis<br />

gaat van Betel (= huis Gods) naar Efrat (= vruchtbaarheid), dat is<br />

Betlehem (= broodhuis). Daar krijgt Rachel (= ooi, vrouwelijk<br />

schaap) een zoon, die ze Ben-Oni (= zoon van mijn ellende) noemt.<br />

Zijn vader noemt hem echter: Benjamin (zoon van voorspoed,<br />

geluk; zoon van de rechterhand).<br />

Het is niet moeilijk om hierin de weg te ontdekken die de Here Jezus<br />

ging, toen Hij in deze wereld kwam. Vanuit de hemel naar Betlehem.<br />

Hij, het Brood des levens, werd geboren in het broodhuis en<br />

door Zijn sterven, draagt Hij veel vrucht (vgl. Joh. 12:24). Toen Hij<br />

als Man van smarten stierf aan het kruishout, was Hij als het ware<br />

de Zoon der ellende. Daar bleef het echter niet bij: Hij stond op uit<br />

de dood en is nu gezeten aan (of eigenlijk: in) de rechterzijde van<br />

God. Hij is de Benjamin. Het is opvallend dat de naam Ben-Oni<br />

slechts eenmaal voorkomt in de Schrift. Voor de rest kennen wij<br />

deze zoon van Jakob alleen maar als Benjamin. Zo is het ook voor<br />

ons van belang dat wij Gods Zoon met name kennen als de Opgestane<br />

en Verheerlijkte en niet slechts blijven stilstaan bij Zijn komst<br />

in vernedering.<br />

In Johannes 11 komen we het oude woord voor 'ellende' ook tegen<br />

in de plaatsnaam 'Bethanië', huis van ellende. In het 'huis van ellende'<br />

(beeld van de geestelijke toestand van Israël) zijn Maria (=<br />

opstand, rebellie) en Marta (= bitter wordende), maar ook is daar<br />

Lazarus (= God helpt). En het is juist deze Lazarus in wie Gods<br />

kracht door dood en opstanding heen zichtbaar wordt. In zijn sterven<br />

wordt Lazarus als het ware één met al het negatieve dat in de<br />

naam 'Betanië' naar voren komt. En in die situatie kwam de Heer,<br />

toen Hij naar deze wereld afdaalde. Hij stierf in het huis van de ellende;<br />

Hij werd één met de ellende waarin Israël zich bevond, door<br />

22 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

haar opstand en bitterheid tegen God. Maar Hij stond op uit de<br />

doden tot eer van God. Immers: God helpt. En elke gelovige uit Israël<br />

mag delen in Zijn opstanding.<br />

Overigens was Bethanië <strong>15</strong> stadiën verwijderd van Jeruzalem. Dit<br />

maakt dus het verschil uit tussen Bethanië (ellende) en Jeruzalem<br />

(vrede).<br />

De vervulling<br />

Het feest der ongezuurde broden kan alleen gevierd worden op<br />

grond van het eerste feest. Op grond van de verlossing door het<br />

Paaslam, wordt de zonde weggedaan en is er nieuw leven. Zonder<br />

bloedstorting is er geen vergeving en is het dus ook niet mogelijk<br />

om een leven te leven waarin die vergeving centraal staat. Als we<br />

leven vanuit de rijkdom van Gods genade, zullen boosheid en<br />

slechtheid (zuurdeeg) steeds minder plaats innemen in ons leven en<br />

denken. In plaats daarvan zullen de eigenschappen zoals onder andere<br />

genoemd in Kolossenzen 3:12 de boventoon gaan voeren: innerlijke<br />

ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en<br />

geduld. En dat zorgt voor een feestelijk leven!<br />

DE <strong>15</strong>E DAG VAN DE ZEVENDE MAAND (TISHRI):<br />

HET LOOFHUTTENFEEST<br />

“Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest<br />

voor de HERE, zeven dagen lang…” (Lev. 23:34-36).<br />

Voor wat betreft de vervulling wijst dit feest ons op de zegenrijke<br />

periode die volgt op de Jubeldag (de blijdschap die de terugkeer tot<br />

Gods Woord met Zich meebrengt) en de afronding van de vervulling<br />

van de Verzoendag (de openbaring van de Hogepriester voor Zijn<br />

volk). Daarom wordt bij het Loofhuttenfeest doorgaans het verband<br />

gelegd met de tijd waarin onze Heiland als Koning zal regeren op<br />

aarde. De periode waarin Israël haar door God toebedachte positie<br />

in het verbond zal innemen en tevens als priestervolk een bediening<br />

zal hebben waarin de Heer geëerd wordt en waardoor de volkeren<br />

zegen zullen ontvangen.<br />

Herdenken<br />

Tijdens het Loofhuttenfeest stond het terugdenken aan wat de Here<br />

aan Israël deed centraal (Lev. 23:42 en 43). Zeven dagen lang moesten<br />

allen die in Israël geboren waren in loofhutten (Hebreeuws: soekooth)<br />

wonen, terugdenkend aan Egypte.<br />

Door het Loofhuttenfeest liet de Heer Zijn volk nog eens stilstaan bij<br />

hoe het was vlak ná hun verlossing toen het moest wonen in hutten<br />

en tenten (Lev. 23:43 en Hos. 12:10). Ze waren nog niet waar ze<br />

zijn moesten, maar ze waren bevrijd! Het tijdelijk in loofhutten<br />

wonen tijdens dit zevende feest bepaalde hen ook bij de zegeningen<br />

waarmee ze gezegend waren doordat ze in het land woonden,<br />

waar ze van de opbrengsten mochten genieten.<br />

Hosanna<br />

Toen de Here Jezus op aarde was, verwachtte een gedeelte van het<br />

volk al de vervulling van het Loofhuttenfeest te kunnen vieren. Het<br />

Loofhuttenfeest staat met name voor het Koninkrijk, zoals dat op<br />

de aarde gevestigd zal worden. De blijdschap die er zal zijn; de<br />

feestvreugde over de verlossing; de dankbaarheid voor de zegeningen<br />

waarin het volk dan gesteld zal zijn; het zijn allemaal aspecten<br />

die in het Loofhuttenfeest naar voren komen.<br />

Iets van de feestvreugde komt in Johannes 12:12 en 13 naar voren:<br />

"De volgende dag, toen de grote menigte, die voor het feest gekomen<br />

was, hoorde, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, namen zij palmtakken,<br />

gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna, gezegend<br />

Hij, Die komt in de naam des Heren! en: De koning van Israël!"<br />

Juist de palmtakken worden normaalgesproken gebruikt bij het<br />

Loofhuttenfeest. Maar…Zijn intocht in Jeruzalem werd Zijn aftocht<br />

naar Golgotha. De vreugde bij de intocht was voorbarig. Bovendien:<br />

het feest waarvan sprake is in Johannes 12:12 was niet het<br />

Loofhuttenfeest, maar het Pascha (Joh. 12:1); het laatste Pascha dat<br />

de Here Jezus zou vieren ... het Pascha ook waarbij de Here Jezus<br />

Zelf stierf als het Paaslam.<br />

Het was dus niet de tijd om palmtakken van de bomen te trekken<br />

en feest te vieren. Voordat er werkelijk Loofhuttenfeest gevierd kon<br />

worden - en dan met name de vervulling daarvan - moesten eerst<br />

de dood en de opstanding van onze Heiland plaatsvinden.<br />

Vreugde<br />

In Nehemia 8 zien we hoe de teruggekeerden uit Babel grote<br />

vreugde bedrijven en het Loofhuttenfeest vieren. Ook in de toekomst<br />

zal dat het geval zijn, maar dan niet meer in afwachting van<br />

de Koning, maar samen met de Koning!<br />

Elke dag las men voor uit het boek der wet Gods; zij vierden zeven<br />

dagen feest, en op de achtste dag was er een feestelijke vergadering…”<br />

Volgens het voorschrift in Leviticus 23:35 en 36 omvatte dit<br />

feest acht dagen.<br />

Die achtste dag komt ook nog aan de orde in Johannes 7: "En op de<br />

laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus ..." (vs. 37; vgl. vs.<br />

2). In het Johannes-evangelie wordt vaker over "de laatste dag" gesproken,<br />

dan wordt het vertaald met "de jongste dag", wijzend op<br />

de dag der opstanding. De opstanding strekt zich uit over een langere<br />

periode, waarvan het einde samenvalt met het einde van de<br />

vervulling van het Loofhuttenfeest.<br />

Zacharia 14 beschrijft de glorieuze wederkomst van de HERE aan<br />

het einde van een periode waarin Hij alle volken tegen Jeruzalem<br />

ten strijde zal vergaderen (vs. 1-3). Vers 4 vervolgt met: "Zijn voeten<br />

zullen te dien dage staan op de Olijfberg ...". De Here zal Koning<br />

worden over Israël en vervolgens zal Zijn Koninkrijk zich gedurende<br />

de duizend jaren uitbreiden tot alle dingen Hem onderworpen zijn.<br />

Gedurende die zegenrijke periode van Christus' koningschap zullen<br />

"allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem<br />

zijn opgerukt (...) van <strong>jaar</strong> tot <strong>jaar</strong> heentrekken om zich neer te buigen<br />

voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest<br />

te vieren" (Zach. 14:16).<br />

De heilsgeschiedenis van de Bijbel eindigt in één groot feest, tot eer<br />

van de levende God!<br />

<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 23


De heilige Geest<br />

in de Efeze-brief<br />

Deel 9 - slot<br />

In de Efeze-brief schrijft Paulus over het geheimenis dat<br />

hem is toevertrouwd. De heilige Geest wil ons inzicht<br />

geven in dat geheimenis en het (praktische) leven vanuit<br />

Gods kracht en wijsheid binnen het Lichaam van Christus,<br />

de Gemeente!<br />

Ronald Lammers<br />

In de eerste drie elementen (zie vorige AMEN) gaat het over het lichaam<br />

en de hoop van uw roeping: Eén lichaam, één Geest, één<br />

hoop (Efe. 4:4).<br />

Als Lichaam van Christus hebben wij een andere hoop, en een andere<br />

roeping dan bijv. het volk Israël. Paulus´gebed is dat wij wijsheid<br />

in onze geest zullen ontvangen om Christus op de juiste manier<br />

te leren kennen, opdat we zullen weten welke hoop onze<br />

roeping wekt (Efe. 1:17,18). Wanneer we ons als broeders en zusters<br />

in de Heer daarmee bezig houden, dan leren wij bijzaken van<br />

hoofdzaken te scheiden en zal de eenheid van de ene Geest, die wij<br />

mogen bewaren, worden versterkt.<br />

In de tweede groep van drie elementen gaat het om de Heer: Eén<br />

Heer, één geloof, één doop (Efe. 4:5)<br />

Deze Heer is onze Heer, de Zoon van God. Het ene geloof en de ene<br />

doop worden ook verbonden met de Heer. Het is opvallend dat hier<br />

wordt gesproken over één doop. Maar over welke doop spreekt<br />

Paulus hier? Er zijn twee visies die het meest worden genoemd.<br />

1. Paulus schrijft hier over de waterdoop. Dat is de letterlijke<br />

onderdompeling in water als een uiterlijke symbool van een<br />

innerlijke verandering.<br />

2. Paulus schrijft hier over de doop in de Geest. Dat is het ontvangen<br />

van de Geest op het moment van de wedergeboorte,<br />

waarbij de gelovige wordt toegevoegd aan het Lichaam<br />

van Christus. Of, zoals in charismatische theologie<br />

wordt geleerd, het overweldigd worden door de Geest van<br />

God in een aparte tweede ervaring na de wedergeboorte,<br />

na een handoplegging of na een periode van ernstig zoeken<br />

naar de werking van de Geest.<br />

Persoonlijk geloof ik dat Paulus met deze doop niet de waterdoop<br />

of de doop in de Geest bedoelt, maar de doop van gelovigen in de<br />

dood van Christus. Wij zijn als kinderen Gods één gemaakt met<br />

Christus in Zijn dood en opstanding. Het gaat over de doop zoals<br />

Paulus dit beschrijft in Romeinen 6:1-11 en Kolossenzen 2:11-12:<br />

“In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden<br />

is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes,<br />

in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in<br />

de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de<br />

werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.”<br />

Het geloof dat in deze tweede groep elementen wordt genoemd is<br />

het geloof van Christus waarover we lezen in Galaten 2:20 “Met<br />

Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik,<br />

maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef,<br />

leef ik door het geloof in (beter: van - St. Vert. is correct!) de Zoon<br />

van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.<br />

Het praktiseren van eenheid<br />

Tussen de eenheid van geloof (Efe. 4:13) en de eenheid van de<br />

Geest (vs. 3) schrijft Paulus over de gaven die Christus gegeven<br />

heeft. In dit verband zijn het de gaven die gegeven zijn aan Zijn Lichaam,<br />

de Gemeente. Paulus schrijft over twee soorten gaven:<br />

1. De gave van genade (vs. 7)<br />

2. Personen die als gaven de Gemeente gegeven zijn (vs. 11).<br />

1. De gave van genade<br />

De tekst in Efeziërs 4:7 “maar aan een ieder van ons afzonderlijk is<br />

de genade gegeven”, lijkt sterk op de tekst uit hs. 3:7 “hfet evangelie<br />

waarvan ik een dienaar geworden ben, naar de gave van de genade<br />

van God die mij geschonken is…”<br />

Paulus was in gevangenschap ter wille van zijn bediening om het<br />

geheimenis van Christus te openbaren. Binnen dit geheimenis<br />

wordt vooral duidelijk dat mensen die zonder God en zonder hoop<br />

in deze wereld waren (Efe.2:12) op grond van de meest intensieve<br />

vorm van verzoening (Efe. 2:16) deelhebben aan de grootst mogelijke<br />

zegen (Efe.1:3-14) door Gods genade. Paulus heeft bijzondere<br />

genade ontvangen zoals we ook lezen in Efeziërs 3:2,7,8. Maar aan<br />

een ieder van ons is afzonderlijk ook genade geschonken. Deze ge-<br />

24 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

nade is naar “de maat van de gave van Christus” (letterlijk). Deze<br />

maat verbindt ons met vers 13 waarin Paulus schrijft over de “maat<br />

van de volwassenheid (in de NBG vertaald met ´wasdom´) van de<br />

volheid van Christus. De aan Paulus gegeven genade stond in het<br />

licht van de openbaring van het geheimenis van Christus. Zou de<br />

genade die aan een ieder van ons gegeven is, ons ook niet brengen<br />

tot inzicht in dit geheimenis opdat wij volwassen worden in Christus?<br />

De boodschap van het geheimenis wordt niet door iedereen gekend.<br />

In deze boodschap gaat het om geestelijke waarheden die wij<br />

niet direct zien. Waarheden die alles te maken hebben met de<br />

unieke plaats die het Lichaam van Christus, de Gemeente, inneemt<br />

in het heilsplan van God. Om de eenheid van de Geest te kunnen<br />

bewaren, hebben wij inzicht nodig in het geheimenis. We hebben<br />

inzicht nodig hoe het Lichaam van Christus wordt gezien in Gods<br />

heilsplan. We hebben inzicht nodig hoe dit lichaam van gelovigen<br />

uit de Joden en de heidenen moet functioneren. We hebben inzicht<br />

nodig om als gelovigen naar 'ons hoofd', Christus, te groeien. We<br />

hebben inzicht nodig om de eenheid van de Geest te kunnen bewaren.<br />

In mijn observaties van vele gelovigen in verschillende kerken en<br />

kringen heb ik ontdekt dat wanneer dit inzicht in het geheimenis<br />

ontbreekt, men zich richt op de uiterlijke zaken van het geloof. Men<br />

komt tot verwarrende theorieën over de plaats van de gemeente in<br />

Gods plan. Sommigen zien de gemeente als voortzetting van Israël.<br />

Anderen zien de gemeente als het Koninkrijk van God in deze tijd.<br />

Dit alles verdeelt de gelovigen. Gelukkig hebben alle gelovigen de<br />

Geest van Christus ontvangen. Deze wekt ons op niet naar elkaar<br />

en alle verschillen te kijken en ze uit te vergroten, maar naar Christus<br />

die wij liefhebben. Als wij ons overgeven aan Christus´ liefde<br />

voor ons en ons verdiepen in de gezonde leer van het geheimenis,<br />

zijn wij in staat elkaar werkelijk te dienen en de eenheid te bewaren.<br />

2. Personen als gaven<br />

God heeft naast Zijn genade ons nog iets gegeven waardoor wij<br />

leren de eenheid te bewaren en te komen tot eenheid van geloof en<br />

de volle kennis van de Zoon van God. God heeft ons personen gegeven<br />

die als gaven gegeven zijn aan de gemeente. We onderscheiden<br />

binnen deze gaven twee soorten gaven naar hun functie:<br />

1. De fundamentleggende gaven : apostel en profeten.<br />

2. De opbouwende gaven: evangelist en herder/leraar.<br />

Waar de apostelen en de profeten aan het fundament hebben gewerkt<br />

van het Lichaam van Christus, geeft God in onze tijd aan de<br />

Gemeente: evangelisten en herders/leraars. Het evangelie dat de<br />

evangelisten tot opbouw van het Lichaam van Christus verkondigen<br />

is het 'evangelie van vrede' (Efe. 6:<strong>15</strong>) dat Paulus koppelt aan het<br />

geheimenis (6:19). Dit gaat over onze unieke positie in Christus. De<br />

herders/leraars (in het Grieks één woord (Didaskalos - vgl. ons<br />

woord didactiek)) zorgen ervoor dat aan de gelovigen goed voedsel<br />

wordt gegeven (herder) en dit goede voedsel is inzicht in het Woord<br />

van God (leraar), opdat de gelovigen volledig toegerust worden in<br />

een bediening dat het Lichaam van Christus opbouwt.<br />

del voortkomt. De gezonde leer zorgt ervoor dat de gelovigen stabiel<br />

worden in hun leven met God. De gezonde leer heeft alles te<br />

maken met het geheimenis van Christus.<br />

Het doel van eenheid<br />

Het doel van de eenheid van de Geest en het werk van de 'opbouwende<br />

gaven' van evangelisten en herders/leraars wordt omschreven<br />

in Efeziërs 4:13 (een letterlijke vertaling): “Totdat wij allen geheel<br />

komen tot in de eenheid van het geloof en de volledige kennis<br />

van de Zoon van God, tot in een volwassen man, tot in de maat van<br />

de volwassenheid van de volheid van Christus…”<br />

De eenheid van het geloof is de volledige kennis van de Zoon van<br />

God. De woorden 'volledige kennis' zijn de vertaling van het<br />

Griekse woord 'epignosis'. Dit is een kennen door een innige vorm<br />

van gemeenschap. Deze kennis is bijzonder belangrijk, want zonder<br />

deze kennis schrijft de profeet Hosea 'gaat het volk verloren'. De<br />

gelovigen zullen gaan dwalen zonder deze intieme kennis. Een Bijbelleraar<br />

schrijft: “Waarom zijn zo weinig gelovigen op de hoogte<br />

van hun werkelijke positie in Christus en de rijkdom die ons geschonken<br />

is in het kader van de boodschap van het geheimenis? Is<br />

het niet omdat de volledige kennis hieromtrent eenvoudigweg niet<br />

bekend is bij de meeste geestelijke leiders van vandaag en daarom<br />

ook niet gepredikt kan worden?”<br />

Deze kennis komt in Paulus´ brieven na de openbaring van het geheimenis<br />

zevenmaal voor:<br />

1. Efe. 1:17 …van wijsheid en openbaring in Zijn volledige<br />

kennis (letterlijk)<br />

2. Efe. 4:13 …totdat wij allen geheel komen tot… de volledige<br />

kennis van de Zoon van God .<br />

3. Filipp. 1:9 …Dit bid ik dat Uw liefde …meer overvloedig<br />

mogen zijn in …volledige kennis (NGB: 'helder<br />

inzicht').<br />

4. Kol. 1:9 …Daarom bidden wij…voor u… dat gij met de<br />

volledige kennis (NBG: 'rechte kennis') van Zijn<br />

wil vervuld moogt worden.<br />

5. Kol. 1:10 …en op te wassen in de volledige kennis (NBG:<br />

'rechte kennis') van God.<br />

6. Kol. 2:2 opdat zij… in liefde verenigd worden tot alle rijkdom<br />

van een volledige kennis en zij het geheimenis<br />

Gods mogen kennen…<br />

7. Kol. 3:10 en de nieuwe (mens) aangedaan hebt, die vernieuwd<br />

wordt tot volledige kennis (NBG: volle<br />

kennis) naar het beeld van zijn Schepper…<br />

In de tekst Kolossenzen 2:2 zien we ook de verbinding tussen eenheid,<br />

kennis en geheimenis. Dit heeft alles met elkaar te maken. En<br />

dit brengt ons weer bij de elementen van eenheid, zoals genoemd<br />

in Efeziërs 4:4-6<br />

Als wij zicht hebben op al deze waarheden zal het eenvoudiger zijn<br />

om de eenheid van de Geest te bewaren!<br />

<br />

De taak van deze personen ligt in het bewaren van de gezonde leer.<br />

Opdat vanuit de gezonde leer een gezonde geestelijke levenswan-<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 25


Alles is ijdelheid!<br />

Deel 3<br />

Studies uit Prediker<br />

Alles heeft Zijn tijd<br />

Pred. 3:1-<strong>15</strong><br />

Het boek Prediker spreekt over het leven<br />

´onder de zon´ en leert ons dat de mens<br />

slechts tot zijn doel kan komen in afhankelijkheid<br />

van God.<br />

Sebastiaan de Graaf<br />

Inleiding<br />

'Waar blijft de tijd?' is iets wat wij ons als mensen geregeld afvragen.<br />

Zeker met het ouder worden is dit het geval. Met het verstrijken<br />

van de jaren lijkt de tijd steeds sneller te gaan en als zand door<br />

onze vingers heen te glippen. Dit kan beangstigend zijn. Want eens<br />

houdt immers de tijd hier op aarde op en dan blijft er voor een<br />

mens niets anders over dan te sterven. Of zoals het in Prediker 12:5<br />

veelzeggend staat beschreven: "…want de mens gaat naar zijn eeuwig<br />

huis en de rouwklagers gaan rond op de straat…"<br />

Maar ook in het gedeelte dat in dit artikel centraal staat, wordt over<br />

het menselijk einde gesproken: "…er is een tijd om te baren en een<br />

tijd om te sterven…". Het is zowel het begin als het einde van het<br />

menselijk leven dat hier benoemd wordt. Alles wat zich daartussen<br />

afspeelt, valt onder de dimensie tijd. Een dimensie die voorbijgaat<br />

voordat je er als mens erg in hebt. Of zoals in Psalm 144:4 staat:<br />

"De mens is gelijk aan een ademtocht, zijn dagen zijn als een voorbijglijdende<br />

schaduw."<br />

Toch is die voorbijglijdende schaduw van essentieel belang voor ons<br />

mensen. Het is ons bestaan, ons zijn, ons verleden, ons heden, onze<br />

toekomst, ons alles. Het één loopt over in het ander en het ander<br />

leidt weer tot iets nieuws dat weer terug grijpt op het eerste. Wij<br />

zouden kunnen zeggen dat ons leven een boek vol herinneringen,<br />

gedachten, momenten, maar ook van onoplosbare puzzels en gebeurtenissen<br />

is. Een boek waarvan wij ons soms afvragen waarom<br />

het ooit begonnen is en hoe het ooit zal eindigen. Een boek waarover<br />

wij vaak meer vragen hebben dan dat wij er plezier van ondervinden.<br />

Of zoals Prediker in 3:10 zegt: "Ik heb in ogenschouw genomen<br />

de bezigheid, die God aan de mensenkinderen gegeven heeft<br />

om zich daarmee te kwellen.".<br />

Tijd en zondeval<br />

Wij kunnen als mensen genieten van tijden en momenten in ons<br />

leven. Maar wij kunnen er ook onder lijden. Sowieso roept het begrip<br />

'tijd' zelf al veel vragen en hoofdbrekens bij ons op. Want wanneer<br />

begon de tijd? Wat was er voor de tijd? Komt er ooit een einde<br />

aan de tijd? Hoe moeten wij 'altijd' opvatten en beseffen? Prediker<br />

laat ons in ieder geval zien dat wij onder de tijd geplaatst zijn en dat<br />

deze tijd mooie en minder mooie momenten met zich meebrengt:<br />

"…een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen, een tijd<br />

om te wenen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwklagen<br />

en een tijd om te dansen…" (Pred. 3:3-4).<br />

Ondanks dat God alles voortreffelijk en op Zijn tijd heeft gemaakt<br />

(Pred. 3:11), is toch ook de tijd onderhevig aan de zondeval geraakt.<br />

Doordat de mens at van de boom der kennis van goed en<br />

kwaad, kwam er niet alleen een tijd van baren, maar ook van sterven.<br />

De tijd was één van Gods voortreffelijke werken, maar werd na<br />

de zondeval een onzekere en niet te beheersen factor. De tijd<br />

bracht de mens niet meer dichter bij God en Zijn heerlijkheid, maar<br />

juist verder van God af, richting de dood.<br />

Prediker beschrijft dit gegeven op een tweetal plaatsen zeer<br />

treffend:<br />

"Want elk ding heeft zijn tijd en zijn wijze; immers het kwaad<br />

des mensen drukt zwaar op hem. Niemand toch weet wat er<br />

geschieden zal, want wie zal hem te kennen geven, hoe het<br />

gaan zal? Geen mens heeft macht over de wind om hem tegen<br />

26 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


AMEN<br />

te houden; en niemand heeft macht over de dag des doods en<br />

er is geen verlof tijdens de strijd; evenmin zal de goddeloosheid<br />

haar bedrijvers vrijlaten." (Pred. 8:6-9)<br />

"Wederom zag ik onder de zon, dat niet de snelsten de wedloop<br />

winnen, noch de sterksten de strijd, noch ook de wijzen het<br />

brood, noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen<br />

de gunst, want tijd en toeval treffen hen allen. Want<br />

ook de mens kent zijn tijd niet, evenmin als de vissen, die in het<br />

verraderlijke net gevangen worden, evenmin als de vogels, die<br />

in het klapnet gevangen worden. Evenals zij worden de mensenkinderen<br />

verstrikt ten tijde des kwaads, als dit hen plotseling<br />

overvalt." (Pred. 9:11-12)<br />

In het huidige tijdperk na de zondeval is tijd een onstabiele factor<br />

voor ons geworden. Wij weten niet wat het ons zal brengen en met<br />

wat het ons zal overvallen. Tijd en toeval treffen ons. Op een mooie<br />

dag kan een rampzalige volgen, zonder dat wij het aan zien komen.<br />

God als Schepper en Heerser over de tijd<br />

Toch moeten wij er voor waken om de tijd als slecht of negatief te<br />

betitelen. Of de tijd zien als een oorzaak van de zonde. Nogmaals,<br />

God heeft Zelf de tijd gemaakt en ingesteld. Het was daarbij in beginsel<br />

een voortreffelijk werk dat de mensheid en de gehele schepping<br />

moest leiden tot volmaaktheid. Niet voor niets wordt er in Efeziërs<br />

3:11 (letterlijk) gesproken over Gods 'voornemen der eeuwen'.<br />

Maar ook Genesis 1:14 toont ons de tijd als Gods scheppingswerk:<br />

"En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om<br />

scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot<br />

aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren" (Gen.<br />

1:14).<br />

maar sprake van tijd was, mee begonnen toen Hij Zich voornam om<br />

door het bloed van Zijn Zoon uiteindelijk alles met Zich te verzoenen<br />

(Kol. 1:19-20). Het is ook door Zijn Zoon dat God Zijn voornemen<br />

der eeuwen uitvoert (Efe. 3:11). Het is ook in de Zoon dat wij<br />

als gelovigen vóór de grondlegging der wereld uitverkoren zijn (Efe.<br />

1:4).<br />

Zo zal er aan het einde van het huidige tijdperk waarin wij leven,<br />

ondanks een toenemende mate van duisternis, uiteindelijk toch<br />

hoop en verlossing zijn. Of zoals in Zacharia 14:5-7 staat: "En de<br />

HERE, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. En op die dag<br />

zal er geen kostelijk licht zijn, noch verstijving; ja, het zal een dag<br />

zijn (die is bij de HERE bekend) geen dag en geen nacht; maar ten<br />

tijde van de avond zal er licht wezen."<br />

Hoe krijgen wij inzicht in God plannen?<br />

Wanneer God een voornemen of plan der eeuwen heeft, is het voor<br />

ons als gelovigen natuurlijk van belang om te weten hoe dit eruit<br />

ziet. Echter, vanuit Prediker leren wij dat wij ten aanzien van het<br />

overzien van de tijden een beperking hebben: "…ook heeft Hij de<br />

eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens van het werk dat God<br />

doet, van het begin tot het einde, iets kan ontdekken" (Pred. 3:11).<br />

Daarbij gebruikt God de tijd als een onwrikbaar raamwerk waarin<br />

de schepping zich verder mag ontwikkelen:<br />

"Kunt gij de banden der Pleiaden binden, of de boeien van de<br />

Orion slaken? Doet gij de tekens van de Dierenriem te rechter<br />

tijd opgaan, en bestuurt gij de Beer met zijn jongen? Kent gij de<br />

inzettingen des hemels, bepaalt gij zijn heerschappij over de<br />

aarde?" (Job 38:31-33)<br />

"Kent gij de tijd, waarop de gemzen werpen? Neemt gij het jongen<br />

der hinden waar? Kunt gij de maanden van haar dracht tel<br />

len, en kent gij de tijd, waarop zij werpen?" (Job 39:1-2)<br />

God stelde de tijd als raamwerk in waarbinnen een goede schepping<br />

naar volmaaktheid gebracht zou worden. Het uiteindelijke<br />

doel van God was dat Hij alles en in allen zal zijn (1 Kor. <strong>15</strong>:28). En<br />

nog steeds is dit Gods doel, ondanks de gevolgen van de zondeval.<br />

Ook in Prediker 3:14-<strong>15</strong> is dit duidelijk terug te zien: "Ik heb ingezien,<br />

dat al wat God doet, voor eeuwig is; daaraan kan men niet<br />

toedoen en daarvan kan men niet afdoen; en God doet het, opdat<br />

men voor zijn aangezicht vreze. Wat is, was er reeds lang, en wat<br />

zijn zal, is reeds lang geweest; en God zoekt weer op, wat voorbijgegaan<br />

is."<br />

Gods uiteindelijke doel is dat de mensheid Hem vreest en Zich aan<br />

hem onderwerpt. Hij is niet uit op een eindeloze dood voor de<br />

mensheid en de vernietiging van de schepping. God zoekt uiteindelijk<br />

weer op wat voorbijgegaan is. Daar is Hij al, voordat er ook<br />

De mens is onder het gezag van de dimensie ´tijd´ geplaatst en kan<br />

dan ook alleen maar daar binnen denken en redeneren. De mens<br />

kan niet boven de tijd denken en er ook niet bovenuit stijgen. Hij<br />

kan niet terug in de tijd en kan daarin ook niet vooruit. De mens<br />

verschilt daarin enorm ten opzichte van God, Die dit wel kan. De<br />

mens staat onder de tijd en wordt beheerst door de tijd, God staat<br />

er boven en regeert juist over de tijd. Het is daarom ook dat wij<br />

slechts de contouren van Gods plan kunnen zien en daarbij hebben<br />

wij Gods hulp ook nog eens heel hard nodig.<br />

Toch zijn die contouren voor ons als mens al meer dan genoeg om<br />

ons over te verwonderen. Het feit dat God ons al, voordat de tijd<br />

door Hem werd ingesteld en dus ook ver voordat de mensheid<br />

begon met bestaan, een toekomstig onvergankelijk leven beloofd<br />

heeft, is iets onbegrijpelijk moois (Tit. 1:1-3).<br />

Verder zien wij in de door God gegeven inzettingen van tijden zekerheden<br />

waar gelovigen zich aan vast kunnen klampen. Met name<br />

gaat het hier om Israël en hun aardse bediening. Wat te denken van<br />

de feesten des HEREN en de 70 <strong>jaar</strong>weken uit Daniël 9?Voor ons als<br />

gelovigen in deze tijd geldt dat wij boven de tijden geplaatst zijn,<br />

doordat ons leven met Christus verborgen is in God (Kol. 3:3). In<br />

geestelijk opzicht delen wij nu al in de zegen van na de voleinding<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 27


AMEN<br />

"…opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid,<br />

met kracht gesterkt te worden door zijn<br />

Geest in de inwendige mens, opdat Christus door<br />

het geloof in uw harten woning make. Geworteld<br />

en gegrond in de liefde, zult gij dan samen<br />

met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe<br />

groot de breedte en lengte en hoogte en diepte<br />

is, en te kennen de liefde van Christus, die de<br />

kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot<br />

alle volheid Gods."<br />

De vraag is echter wel aan ons of wij hier voor open<br />

staan en een andere waarheid willen aanvaarden, die<br />

ons van nature vreemd is. Willen wij tradities en eigen<br />

aspiraties opgeven? Zijn wij in dit opzicht gericht op<br />

onze plek onder de zon of juist op onze plek boven de<br />

zon in Christus?<br />

Gevolg van een juiste gerichtheid<br />

Wanneer wij bereid zijn om Gods waarheid boven de<br />

onze te stellen en de hemelse blik die de Bijbel ons<br />

biedt te kiezen boven onze eigen waarnemingen, krijgen<br />

wij hier veel voor terug. Wij mogen Gods plan<br />

beter gaan kennen en verstaan. Wij mogen ontdekken<br />

wat Gods einddoel met alles is. Ook mogen wij gaan<br />

zien wat onze plaats hierbinnen is en wat onze toekomst<br />

is. Dat mag ons eveneens leren om ons aardse<br />

leven in het juiste perspectief te plaatsen. Wij leren<br />

daarbij dat er niet alleen voor alles een tijd is, maar dat<br />

God ook aan de verschillende tijden en gebeurtenissen<br />

in ons leven betekenis wil geven (Rom. 8:28).<br />

Wat willen wij nog meer? Blijven wij onszelf kwellen<br />

door in 'eigen wijsheid' vruchteloos naar antwoorden<br />

te zoeken of vertrouwen wij eenvoudigweg op wat<br />

God in Zijn Woord openbaart?<br />

der tijden, wanneer God alles en in allen zal zijn.<br />

Ondanks dat God ons in Zijn Woord Zijn plannen openbaart en deze<br />

door de kracht van heilige geest aan ons bevestigt, blijft de 'tijdsblindheid'<br />

ons wel parten spelen. Wij zijn en blijven immers mensen<br />

van vlees en bloed die geboren zijn onder de tijd. Met name ten<br />

aanzien van de boodschap van het geheimenis kent de gelovige dit<br />

probleem. Deze boodschap stijgt boven schepping en zichtbare instellingen<br />

uit (Kol. 1:26) en vraagt daarom van de gelovige dat hij<br />

het onbegrijpelijke ervan beseft en accepteert. Dit is voor veel gelovigen<br />

moeilijk. Zeker als men erg hecht aan het aardse.<br />

Toch moeten wij in dit opzicht de kracht van Gods Woord en de<br />

kracht van Zijn Geest niet onderschatten. Niet voor niets spreekt<br />

Paulus in Kolossenzen 1:9 het volgende gebed uit: "Daarom houden<br />

ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te<br />

bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van Zijn wil vervuld<br />

moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht…"<br />

"Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen,<br />

maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God<br />

in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden,<br />

die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd<br />

zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Doch<br />

een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is,<br />

want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het<br />

slechts geestelijk te beoordelen is. Maar de geestelijke mens beoordeelt<br />

alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld.<br />

Want wie kent de zin des Heren, dat hij Hem zou voorlichten? Maar<br />

wij hebben de zin van Christus" (1 Kor. 2:12-16).<br />

<br />

Wanneer wij vervuld worden met de rechte kennis van Zijn wil en<br />

alle wijsheid en geestelijk inzicht ontvangen, dan mogen wij met<br />

geestelijk ogen gaan zien hoe God boven tijd en ruimte uit Zijn plan<br />

uitvoert. Of zoals Paulus in Efeziërs 3:16-19 zegt:<br />

28 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


nippagina<br />

opsturen naar: AMEN<br />

Postbus 363, 3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />

Telefoon 0343 594411 E-Mail: info@amen.nl<br />

Ik heb dit nummer van AMEN op de volgende wijze ontvangen:<br />

❏ van een familielid of bekende ❏ op een Bijbelstudie of andere ❏ op de volgende wijze:<br />

❏ via de kerk / gemeenschap<br />

❏ samenkomst meegenomen<br />

Deze pagina kan in z ‘n geheel langs de stippellijn worden uitgeknipt<br />

en wil het blad graag (blijven) ontvangen:<br />

Naam<br />

Adres<br />

Postcode + Woonplaats<br />

Eventueel telefoon E-Mail 90<br />

Stuur een proefnummer van AMEN aan:<br />

Naam<br />

Adres<br />

Postcode + Woonplaats<br />

Namens 90<br />

Bon<br />

Ik wil extra nummers van AMEN<br />

verspreiden<br />

☛ Stuur mij ........... exemplaren van dit<br />

nummer (90)<br />

Gratis en zolang de voorraad strekt!<br />

U kunt ook een vrije gift overmaken<br />

op giro 5272 ten name<br />

van Stichting AMEN 2000, o.v.v.<br />

‘nieuwe abonnee’.<br />

U ontvangt AMEN dan automatisch<br />

thuis.<br />

België: zie colofon op pagina 31.<br />

Wilt u nog meer adressen doorgeven,<br />

sluit dan een bijlage in.<br />

Bij voorbaat hartelijk dank!<br />

Everread / Morgenrood boekenbon<br />

❏ Stuur mij .... ex. van 'De Geliefde'<br />

❏ Stuur mij .... ex. van 'Adam & Eva'<br />

❏ Stuur mij .... ex. van 'Bijbelse getallen'<br />

❏ Stuur mij .... ex. van 'Heimwee naar morgen'<br />

❏ Stuur mij .... ex. van 'Feesten des HEREN'<br />

❏ Stuur mij .... ex. van 'Brieven van Salóme'<br />

U ontvangt deze zending franco bij u thuis per<br />

post of bezorging.<br />

Naam<br />

Adres<br />

Postcode<br />

Woonplaats<br />

Tel.<br />

Opm.<br />

Kruis - zo nodig - één van onderstaande hokjes aan:<br />

❏ Ik ben Morgenroodreeks-abonnee.<br />

❏ Ik word Morgenroodreeks-abonnee. Zie voor meer<br />

informatie de achterzijde van deze AMEN.<br />

Als (nieuwe) Morgenroodreeksabonnee ontvangt u<br />

20% korting op Nederlandstalige Everreadboeken.<br />

Naam<br />

Adres<br />

Postcode<br />

Woonplaats<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 29


nippagina<br />

opsturen naar: AMEN<br />

Postbus 363, 3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />

Telefoon 0343 594411 E-Mail: info@amen.nl<br />

Als AMEN abonnee kunt u de artikelen<br />

ook op internet lezen!<br />

Kijk op: www.amen.nl<br />

Deze pagina kan in z ‘n geheel langs de stippellijn worden uitgeknipt<br />

✂<br />

Naam<br />

Adres<br />

Postcode + Woonplaats<br />

Ik machtig AMEN om per ❏ maand, ❏ kwartaal, ❏ half<strong>jaar</strong>, ❏ alleen voor de huidige <strong>jaar</strong>gang<br />

een bedrag van € _________ van mijn rekening af te schrijven als bijdrage voor AMEN.<br />

Giro- of bankrekening:<br />

Datum:<br />

<br />

Handtekening:<br />

Indien u achteraf niet accoord gaat met deze incasso, geldt een weigeringstermijn van 56 dagen.<br />

Bij opzegging van uw abonnement vervalt de incasso automatisch.<br />

Opsturen naar: AMEN, Postbus 363, 3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />

30 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010


PROGRAMMA BIJBELSTUDIES & COLOFON<br />

ASSEN<br />

Peter Slagter<br />

Thema: Christus in de Psalmen<br />

Dinsdag 11/5 om 20.00 uur<br />

Adres: De Bron, Einthovenstraat 28 (hoek Nobellaan-Einthovenstraat)<br />

EINDHOVEN Peter & Hoite Slagter<br />

Thema: Het heilsplan van God<br />

Donderdag 20/5 om 20.00 uur<br />

Adres: Johanneskerk, Jan van der Wegestraat 2 / hoek Barrierweg<br />

JOURE<br />

Peter & Hoite Slagter<br />

Thema: Het boek Richteren<br />

Donderdag 27/5 om 20.00 uur<br />

Adres: Evang. Centrum De Brug, Brugstraat 3<br />

Colofon<br />

AMEN Bijbelmagazine is een<br />

uitgave van Everread<br />

Uitgevers in samenwerking<br />

met stichting AMEN 2000<br />

Postbus 363<br />

3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />

T 0343 594411<br />

E info@amen.nl<br />

I www.amen.nl<br />

Postbank: 5272<br />

Rabobank: <strong>15</strong> 87 35 374<br />

T.n.v. Stichting AMEN 2000<br />

Wijk bij Duurstede<br />

LEEK<br />

Denijs van Zuijlekom<br />

Thema: De Romeinenbrief<br />

Zaterdag 29 mei, 11 sept., 30 okt. en 18 dec. om 10.00 uur<br />

Adres: Dorpshuis De Til, Tolberterstraat 36. Info: 050-5019789<br />

NAALDWIJK Hoite Slagter<br />

Thema: Romeinen-brief<br />

Donderdag 20/5 om 20.00 uur.<br />

Adres: Bijbelstudiegroep Westland; Info tel. 0174-629799<br />

ZEIST<br />

Hoite Slagter<br />

Thema: Studies in het Lucas-evangelie<br />

Woensdag 12/5 om 20.00 uur<br />

Adres: Vrije Evangelische Maranathakerk, J.P. Heijelaan 2 (Hoek Van Reenenweg)<br />

Postchequenummer (België):<br />

000-1739731-36<br />

T.n.v. Stichting AMEN 2000<br />

Wijk bij Duurstede NL<br />

Verschijnt 6x per <strong>jaar</strong><br />

Redactie / Medewerkers<br />

B. Boersma<br />

N.S. de Graaf<br />

A.A. Jongebreur<br />

R. Lammers<br />

M. Neven<br />

H.B. Slagter<br />

P.A. Slagter (eindredactie)<br />

O. Vossema<br />

Opmaak<br />

P. B. Slagter<br />

Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN<br />

Bedankt voor uw jubileumgift!<br />

Druk<br />

GBU grafici B.V. Urk<br />

Copyright<br />

Overname (ongeacht op welke wijze)<br />

alleen na toestemming.<br />

Abonnement<br />

AMEN Bijbelmagazine verschijnt tweemaandelijks.<br />

Abonnementsprijs: minimaal 1x per <strong>jaar</strong> een gift. De hoogte ervan bepaalt u zelf. We vertrouwen erop dat ieder naar<br />

draagkracht bijdraagt om de uitgave van AMEN mogelijk te maken.<br />

© Zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever of redactie mag niets van deze uitgave op enigerlei wijze worden overgenomen.<br />

Copyright Stichting AMEN 2000<br />

Stichting AMEN 2000, de redactie en de bij deze uitgave betrokken medewerkers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid<br />

voor de mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie,<br />

evenals de inhoud van advertenties, aanbiedingen, arrangementen, etc.<br />

EVER READ<br />

U I T G E V E R S<br />

Kijk ook op<br />

www.amen.nl<br />

NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 31


Elke AMEN-lezer zou Morgenroodreeks-abonnee moeten zijn.<br />

ADAM EN EVA<br />

In Genesis 1 staat hoe God in zeven dagen de 'woeste, ledige<br />

en duistere' aarde bewoonbaar maakte voor de mens. Het is<br />

een ordening die tot stand komt door Zijn Woord! Telkens<br />

staan er die bekende woorden: "En God zeide ...". Zo herschiep<br />

God wat verloren (woest en ledig) was, uitlopend op de schepping<br />

van Adam en Eva; waarbij met name Adam tot hoofd<br />

over de herstelde schepping werd gesteld.<br />

In Genesis 3 is er opnieuw sprake van een situatie van woestheid,<br />

ledigheid en duisternis in de wereld. Paulus schrijft: "...<br />

gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen<br />

en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen<br />

doorgegaan ..." (Rom. 5:12). Opnieuw was (en is) herstel<br />

nodig! En opnieuw maakt God in zeven dagen - maar ditmaal<br />

zeven dagen van duizend <strong>jaar</strong> - de wereld bewoonbaar voor ...<br />

de Mens, Christus, Die inmiddels tot Hoofd boven alle dingen,<br />

is gesteld. Ook alles wat God in deze tweede 'week' tot stand<br />

brengt, gebeurt door Zijn Woord, Christus. In dit boekje<br />

beschrijft de auteur de overeenstemming tussen deze twee<br />

weken van zeven 'dagen.<br />

Met een register van de gebruikte Bijbelteksten.<br />

Voordelen van een abonnement<br />

- Elk kwartaal automatisch een nieuw bijbelstudieboekje in huis<br />

- U hebt als Morgenroodreeks-abonnee recht op een vaste korting<br />

van 20% op boeken en brochures van Everread Uitgevers en Het<br />

Morgenrood.<br />

- U kunt zonder extra kosten een Morgenrood PLUS abonnement<br />

nemen, waarmee u met de hoogste voorintekenkorting (25%)<br />

automatisch nieuwe bijbelstudieuitgaven naast de<br />

Morgenroodreeks ontvangt.<br />

Abonnee worden gaat heel gemakkelijk<br />

Door middel van het storten van minimaal één abonnementsgift per<br />

<strong>jaar</strong> bent u abonnee! Gebruik de bon op de knippagina (blz. 29) om<br />

u als abonnee aan te melden. De richtprijs voor de abonnementsgift<br />

in 2010 bedraagt € 18,70 (de richtprijs voor abonnees in het buitenland<br />

bedraagt € 23,00). Let wel: dit zijn richtprijzen; meer of minder<br />

geven mag ook! Zie voor meer informatie www.morgenrood.nl of<br />

www.everread.nl.<br />

Wie nu abonnee wordt ontvangt dit boekje én het boekje 'De<br />

Geliefde' als welkomstgeschenk. De volgende Morgenroodboekjes<br />

worden u toegezonden, zodra ze verschijnen.<br />

Als Morgenroodreeks-abonnee<br />

heeft u recht op een<br />

vaste korting van 20% op alle<br />

boeken van Everread<br />

Uitgevers en Het Morgenrood.<br />

Auteur: Arie Jongebreur<br />

64 pagina's<br />

ISBN: 978-90-6694-289-9<br />

Prijs: € 5,50 (excl. portokosten)<br />

EVER READ<br />

U I T G E V E R S<br />

Het volgende<br />

nummer<br />

van AMEN (91)<br />

verschijnt D.V.<br />

in juli a.s.<br />

Losse verkoopprijs AMEN: € 3,95<br />

U kunt verder lezen op:<br />

www.amen.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!