De lichtbundels van een vuurtoren leveren bij ... - Kees Floor
De lichtbundels van een vuurtoren leveren bij ... - Kees Floor
De lichtbundels van een vuurtoren leveren bij ... - Kees Floor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong> <strong>lichtbundels</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong> <strong>leveren</strong><br />
<strong>bij</strong> duisternis <strong>een</strong> indrukwekkend schouwspel.<br />
Wie na zonsondergang <strong>bij</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>vuurtoren</strong><br />
gaat kijken kan, ongeacht de weersomstandigheden,<br />
<strong>een</strong> aantal interessante<br />
verschijnselen zien. Sommige berusten op<br />
optisch bedrog; andere kunnen op dezelfde<br />
manier worden verklaard als de optische<br />
verschijnselen in de atmosfeer.<br />
Langs onze noordzeekust vinden we op <strong>een</strong><br />
groot aantal plaatsen <strong>vuurtoren</strong>s. Bovenin<br />
bevindt zich <strong>een</strong> sterke lamp, meestal <strong>een</strong><br />
gasdruklamp (<strong>bij</strong>voorbeeld <strong>een</strong> kwiklamp),<br />
soms <strong>een</strong> gloeilamp. Het licht daar<strong>van</strong><br />
wordt gewoonlijk gebundeld tot één of enkele<br />
min of meer evenwijdige rechtlijnige<br />
<strong>lichtbundels</strong>. <strong>De</strong> bundels draaien rond in<br />
het horizontale vlak door- het lichthuis <strong>van</strong><br />
de <strong>vuurtoren</strong>. Ondanks dat kunnen we ons<br />
niet aan de indruk onttrekken dat het vlak<br />
waarin de <strong>lichtbundels</strong> draaien niet horizontaal<br />
is. Als we met het gezicht naar <strong>een</strong><br />
<strong>vuurtoren</strong> staan maakt het verschil of we<br />
<strong>een</strong> lichtbundel die loodrecht over ons h<strong>een</strong>gaat<br />
bekijken, dan wel <strong>een</strong> lichtbundel<br />
dwars op de kijkrichting.<br />
Een bundel aan de andere zijde <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong><br />
lijk,t op geringe afstand <strong>van</strong> de toren<br />
het aardoppervlak te snijden (fig. la); hij<br />
lijkt zich zeker niet in <strong>een</strong> horizontaal vlak te<br />
bevinden. Datzelfde geldt voor de bundels<br />
loodrecht op de verbindingslijn met de<br />
<strong>vuurtoren</strong>. Zowel links als rechts <strong>van</strong> de<br />
toren buigen ze naar beneden (fig. lb). Het<br />
hoogste punt bevindt zich in het lichthuis<br />
<strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong>. Als de duinen vlak <strong>bij</strong> de<br />
<strong>vuurtoren</strong> <strong>bij</strong>na even hoog zijn als de toren<br />
zelf gaat dit niet helemaal op. We zien de<br />
lichtbundel dan achter <strong>een</strong> duin verdwijnen-<br />
Het hoogste punt lijkt zich in dat geval in de<br />
buurt <strong>van</strong> het duin te bevinden, dus niet in<br />
de lichtbron (fig, lc).<br />
Ook als we <strong>een</strong> kijkrichting kiezen loodrecht<br />
op de verbindingslijn met de <strong>vuurtoren</strong> valt<br />
de 'kromming' <strong>van</strong> de <strong>lichtbundels</strong> op. Aan<br />
beide zijden zien we de bundels dalen tot<br />
aan de horizon (fig. ld). Pas als we <strong>een</strong> recht<br />
stokje voor het oog houden merken we dat<br />
de <strong>lichtbundels</strong> inderdaad rechtlijnig zijn.<br />
<strong>De</strong> kromming wordt veroorzaakt doordat<br />
we de bundels, die we links en rechts zien<br />
dalen naar de horizon, in <strong>een</strong> plat vlak denken.<br />
Daar<strong>bij</strong> vergeten we dat we <strong>van</strong> kijk-<br />
<strong>De</strong> Eyerlander toren op de noordpunt <strong>van</strong><br />
Texel.<br />
richting veranderen, als we de bundel volgen<br />
(lit. la). Bovendien laat de werking <strong>van</strong><br />
het perspektief het horizontale zeeoppervlak<br />
en de horizontale bundel elkaar naderen.<br />
<strong>De</strong> invloed <strong>van</strong> het perspektief blijkt het<br />
sterkst als we ons op enige afstand <strong>van</strong> de<br />
toren bevinden en met de rug naar de toren<br />
staan. Een bundel die over ons h<strong>een</strong> draait<br />
lijkt steeds te wijzen in de richting <strong>van</strong> het<br />
tegenpunt <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong>. Vooral als <strong>een</strong><br />
huis, <strong>een</strong> duin of wat bomen het lichthuis<br />
<strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong> achter ons afschermen,<br />
wordt deze suggestie zeer sterk gewekt (fig.<br />
Ie). Het hindert ons niet dat we de schijnbare<br />
lichtbron of het snijpunt <strong>van</strong> de <strong>lichtbundels</strong><br />
niet zien. Voor ons gevoel horen de<br />
konvergerende <strong>lichtbundels</strong> <strong>bij</strong> elkaar; we<br />
verlengen ze onwillekeurig tot in het snijpunt<br />
(lit. lb).<br />
Wisselende lengte <strong>van</strong> de bundel<br />
Wanneer we kijken naar <strong>een</strong> lichtbundel in<br />
<strong>een</strong> bepaalde stand, valt het op dat deze<br />
meestal vrij plotseling eindigt. Dit plotselinge<br />
einde kunnen we verklaren met behulp<br />
<strong>van</strong>fig. 2 (lit. Ic). Wezienlichtkomen uit de<br />
richtingen A W, BW, CW en alle verder<br />
gelegen punten <strong>van</strong> de bundel, maar niet uit<br />
DW (DW loopt altijd evenwijdig aan de<br />
lichtbundel). <strong>De</strong> richting WD, waarin we de<br />
bundel zien eindigen, geeft dus de richting<br />
<strong>van</strong> de bundel zelf-<br />
<strong>De</strong>lichtsterkte <strong>van</strong> de bundel neemt aan het<br />
einde vrij plotseling af, dus niet geleidelijk.<br />
Datkomtdoordat we in de richting WC zeer<br />
schuin door de bundel h<strong>een</strong>kijken. Stof -<br />
deeltjes en waterdruppeltjes uit <strong>een</strong> vrij dikke<br />
laag dragen dan <strong>bij</strong> aan de verstrooiing<br />
<strong>van</strong> het licht <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong>. Daardoor is<br />
de waargenomen lichtsterkte in de richting<br />
waarin de bundel eindigt nog redelijk<br />
groot.<br />
Tijdens het ronddraaien <strong>van</strong> de bundel zien<br />
we zijn lengte voortdurend veranderen. <strong>De</strong><br />
bundel is het langst als hij recht overkomt;<br />
daarna wordt hij korter. <strong>De</strong> bundel is het<br />
kortst als hij achter de <strong>vuurtoren</strong> verdwijnt-<br />
Als maat voor de lengte <strong>van</strong> de bundel kiezen<br />
we onwillekeurig de hoek a tussen de<br />
verbindingslijn met het lichthuis <strong>van</strong> de<br />
<strong>vuurtoren</strong> en de richting waarin we de bundel<br />
zien eindigen (fig. 3); <strong>een</strong> ander houvast<br />
voor de lengte ontbreekt in deze situatie.<br />
Van<strong>een</strong> gebouw dat we schuin <strong>van</strong> opzij<br />
zien denken we niet dat het korter is dan<br />
wanneer we het <strong>van</strong> voren bekijken. l-iier<br />
zijn voldoende details (ramen, deuren, e.d.)<br />
aanwezig, waannee we de juiste afmetingen<br />
kunnen schatten. Als in de bundel <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>vuurtoren</strong> om de lOOmeter <strong>een</strong> afstandmarkering<br />
zichtbaar was, zou de ware lengte<br />
duidelijker worden. Nu ervaren we hetkleiner<br />
worden <strong>van</strong> de hoek a echter op als het<br />
korter worden <strong>van</strong> de bundel.<br />
Verstrooiing<br />
<strong>De</strong> <strong>lichtbundels</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong> zijn<br />
zichtbaar doordat luchtmolekulen, stofdeeltjes<br />
en waterdruppeltjes die zich in de<br />
bundel bevinden, het licht in alle richtingen<br />
verstrooien. Allerlei verschijnselen die we<br />
<strong>bij</strong> <strong>vuurtoren</strong>s opmerken zijn met behulp<br />
<strong>van</strong> die verstrooiing te verklaren. Zo is de<br />
helderheid <strong>van</strong> de bundel afhankelijk <strong>van</strong> de<br />
zuiverheid <strong>van</strong> de lucht. Hoe meer stof-<br />
246
Fig. 1. Voor <strong>een</strong> waarnemer na<strong>bij</strong> de <strong>vuurtoren</strong><br />
bevinden de <strong>lichtbundels</strong> zich niet in <strong>een</strong><br />
horizontaal vlak.<br />
deeltjes of waterdruppeltjes zich in de bundel<br />
bevinden, des te lichtsterker is de lichtbundeI.<br />
Verder is de verstrooiing in voorwaardse<br />
richting groter dan <strong>van</strong> opzij of<br />
naar achteren. Dat is <strong>bij</strong> de <strong>vuurtoren</strong> goed<br />
te zien. <strong>De</strong> lichtsterkte <strong>van</strong> <strong>een</strong> bundel die<br />
schuin naar ons toe loopt is groter dan die<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> bundel die schuin <strong>van</strong> ons af loopt.<br />
(lit. Ic)<br />
<strong>De</strong> verstrooiing is het sterkst voor licht met<br />
korte golflengte (blauw). Hierdoor lijkt de<br />
lichtbron op enige afstand roder. Verder is<br />
het licht <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong>s met <strong>een</strong> gloeilamp<br />
als lichtbron (<strong>bij</strong>voorbeeld de Brandaris<br />
op Terschelling) roder dan dat <strong>van</strong><br />
torens met <strong>een</strong> gasdruklamp (slechts één of<br />
enkele spektrale kleuren; <strong>bij</strong>voorbeeld Vlieland<br />
en Schiermonnikoog). Het verschil was<br />
zeer duidelijk zichtbaar varend <strong>van</strong> West-<br />
Terschelling naar Harlingen tijdens invallende<br />
duisternis. Vanaf de boot waren de<br />
<strong>vuurtoren</strong>s <strong>van</strong> Vlieland (gasdruklamp) en<br />
Terschelling (gloeilamp) duidelijk zichtbaar.<br />
Het kleurverschil tussen het licht <strong>van</strong><br />
de beide torens werd groter naarmate de<br />
afstand tot de eilanden groter werd. <strong>De</strong><br />
kleur <strong>van</strong> het licht <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong> <strong>van</strong><br />
Vlieland bleef konstant 'wit'; dat <strong>van</strong> de<br />
Brandaris op Terschelling werd steedsroder<br />
als gevolg <strong>van</strong> de toenemende verstrooiing<br />
<strong>van</strong> het blauwe deel <strong>van</strong> het spectrum.<br />
Een andere maal naderde ik <strong>bij</strong> nevelig weer<br />
<strong>van</strong>af Midsland op Terschelling de Brandaris.<br />
Te Midsland (op circa 6 kilometer<br />
afstand hemelsbreed) leek de <strong>vuurtoren</strong> <strong>een</strong><br />
zwak rood licht uit te stralen. Naarmate de<br />
afstand kleiner werd, werd het licht feller en<br />
witter-<br />
Vanaf de noordpunt <strong>van</strong> Texel na<strong>bij</strong> de<br />
Eyerlander Toren kunnen we als de weersomstandigheden<br />
het toelaten de <strong>vuurtoren</strong>s<br />
<strong>van</strong> Vlieland en Terschelling waarnemen.<br />
Direkt valt de rodere kleur <strong>van</strong> de Brandaris<br />
op. Helemaal eerlijk is deze vergelijking<br />
natuurlijk niet, omdat Vlieland dichter<strong>bij</strong><br />
ligt dan Terschelling. Daardoor zou het licht<br />
<strong>van</strong> de Brandaris ook roder zijn als beide<br />
<strong>vuurtoren</strong>s <strong>een</strong> gloeilamp als lichtbron hadden.<br />
Het kleurverschil wisselt met de weersomstandigheden<br />
en is dus <strong>een</strong> aanwijzing<br />
voor de zuiverheid <strong>van</strong> de lucht. Bij zuivere<br />
lucht is het kleurverschil het kleinst.<br />
Licht dat over <strong>een</strong> hoek <strong>van</strong> 90° verstrooid<br />
wordt, is sterk gepolariseerd loodrecht op<br />
het vlak <strong>van</strong> inval (in ons geval het vlak door<br />
de lichtbundel en ons oog). Met <strong>een</strong> polaroid<br />
zonnebril op is <strong>een</strong> lichtbundel <strong>van</strong><br />
opzij goed zichtbaar. Draaien we de bril <strong>een</strong><br />
kwartslag ( dus loodrecht op de stand waarin<br />
hij normaal gedragen wordt), dan blijkt de<br />
bundel <strong>van</strong> opzij moeilijk zichtbaar.<br />
Verschillende andere optische verschijnselen<br />
in de atmosfeer hebben hun analogon <strong>bij</strong><br />
<strong>vuurtoren</strong>licht. Wanneer we <strong>bij</strong> nevelig weer<br />
<strong>van</strong>af enige afstand naar het lichthuis <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong> kijken is het omgeven door<br />
<strong>een</strong> helder aureool. Dit verschijnsel is .hetzelfde<br />
als de krans (zie <strong>bij</strong>voorbeeld lit. Id),<br />
die geregeld om de zon en om de maan kan<br />
worden waargenomen. Ook de heiligenschijn<br />
(zie <strong>bij</strong>voorbeeld lit. Id) kan in de<br />
buurt <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong> worden waargenomen.<br />
We zoeken dan <strong>een</strong> duin op, waarover<br />
we de lichtbundel <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong> zien<br />
strijken en laten onze schaduw op de be- ..<br />
247
~<br />
Fig. 2. Waarnemer W ziet de lichtbundel<br />
<strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong> plotseling eindigen in de<br />
richting WD. WD is evenwijdig aan de richting<br />
<strong>van</strong> de lichtbundel.<br />
groeiing vallen. Vanrond de schaduw <strong>van</strong><br />
ons hoofd op de begroeiing zien we meer<br />
licht terugkomen dan <strong>van</strong> andere plaatsen<br />
op het duin. Het is hier<strong>bij</strong> niet noodzakelijk<br />
dat de begroeiing bedauwd is. Op de droge<br />
begroeiing en zelfs op ruwe grond kon het<br />
verschijnsel goed worden waargenomen<br />
(vergelijk lit. lf}.<br />
Tijdens regen kan in de lichtbundel <strong>een</strong> lichte<br />
vlek worden waargenomen (lit. 2) (fig. 4).<br />
<strong>De</strong>ze vormt zich op dezelfde manier als de<br />
regenboog (zie <strong>bij</strong>v. lit. 19). <strong>De</strong> lichtvlek is<br />
wit op <strong>een</strong> rode rand na. <strong>De</strong> rode vlek kan<br />
echter all<strong>een</strong> gezien worden <strong>bij</strong> <strong>vuurtoren</strong>s<br />
met <strong>een</strong> gloeilamp als lichtbron (<strong>bij</strong>voorbeeld<br />
de Brandaris). Als de lichtbundelover<br />
ons h<strong>een</strong> gericht is, is de lichtvlek zichtbaar<br />
<strong>bij</strong> <strong>een</strong> kijkrichting schuin omhoog, onder<br />
<strong>een</strong> hoek <strong>van</strong> 42° met de horizon. Tijdens<br />
het ronddraaien <strong>van</strong> <strong>een</strong> lichtbundel kunnen<br />
we de lichtvlek over de bundel h<strong>een</strong> en<br />
weer zien bewegen. <strong>De</strong> afstand regenbooglichtbron<br />
verandert hierbii voortdurend. <strong>De</strong><br />
vlek beweegt zich langs <strong>een</strong> baan in het<br />
horizontale vlak door het lichthuis <strong>van</strong> de<br />
<strong>vuurtoren</strong> en is op te vatten als <strong>een</strong> punt <strong>van</strong><br />
die baan. Bij sterk divergerende <strong>lichtbundels</strong><br />
zien we <strong>een</strong> groter deel <strong>van</strong> de baan als<br />
regenboog. Dit is goed te zien op Vlieland,<br />
waar de bundels de vorm hebben <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
waaier met <strong>een</strong> tophoek <strong>van</strong> 90°.<br />
<strong>De</strong> hierboven beschreven lichtvlekken en<br />
-krommen komen over<strong>een</strong> met de hoofdregenboog.<br />
Ook de <strong>bij</strong>regenboog (lichtzwakke<br />
vlek, kijkrichting 51 ° boven de horizon) en<br />
de donkere band tussen de bogen (donker<br />
Fig. 3. <strong>De</strong> waarnemer ziet lichtbundel J onder <strong>een</strong> hoek al en lichtbundel2 onder <strong>een</strong> hoek al;<br />
~>al. <strong>De</strong> lichtbundel J lijkt langer dan lichtbundel2.<br />
248
Astronomische<br />
excursie naar de<br />
Fig. 4. Regenboog in de lichtbundel <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong>. Een waarnemer met de rug naar de<br />
<strong>vuurtoren</strong> ziet tijdens regen <strong>een</strong> lichte vlek in de bundelonder <strong>een</strong> hoek <strong>van</strong> 42° met de horizon<br />
als de bundel zich rechtsboven hem bevindt.<br />
Fig. 5. Kleine kring in de lichtbundel <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong>. Een waarnemer ziet kijkend in de<br />
richting <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong> tijdens ijsmist of lichte sneeuwval <strong>bij</strong> temperatuur ver onder nul<br />
waarschijnlijk <strong>een</strong> lichte vlek in de bundelonder <strong>een</strong> hoek <strong>van</strong> 22° met de horizon als de bundel<br />
zich rechtboven hem bevindt.<br />
gedeelte <strong>van</strong> de bundel tussen de genoemde<br />
lichtvlekken in) kunnen in de lichtbundel<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong> worden gezien. Het is<br />
waarschijnlijk dat ook halo's (zie <strong>bij</strong>voorbeeld<br />
lit. lh) kunnen worden waargenomen<br />
in de <strong>lichtbundels</strong> <strong>van</strong> de <strong>vuurtoren</strong>s (lit. 3)<br />
en wel tijdens ijsmist (mist die niet uit waterdruppeltjes<br />
bestaat, maar uit ijskristalletjes )<br />
of lichte sneeuwval <strong>bij</strong> temperaturen ver<br />
onder nul. <strong>De</strong> waarnemer moet in de richting<br />
<strong>van</strong> de toren kijken en zich op <strong>een</strong><br />
afstand bevinden <strong>van</strong> de voet <strong>van</strong> de toren<br />
die minstens 2 X de vertikale kortste af -<br />
stand tot <strong>een</strong> lichtbundel bedraagt. Zowel<br />
de kring <strong>van</strong> 22° als die <strong>van</strong> 46° kan dan<br />
zichtbaar zijn als lichtvlek <strong>bij</strong> kijkrichtingen<br />
onder <strong>een</strong> hoek <strong>van</strong> 22° resp. 46° met het<br />
horizontale vlak (fig. 5). Een dergelijk verschijnsel<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> sterke zaklantaarn (lit. 4).<br />
<strong>De</strong> beide 'halo's' bewegen zich even snel als<br />
de 'regenboog' over de lichtbundel. Ze zijn<br />
echter slechts <strong>een</strong> klein gedeelte <strong>van</strong> elke<br />
omwenteling zichtbaar. Aan de torenzijde<br />
<strong>van</strong> de halo's is de lichtbundel donkerder<br />
dan aan de andere zijde, evenals de hemel<br />
binnen de kringen donkerder is dan daarbuiten.<br />
Literatuur<br />
I. Minnaert, M. '<strong>De</strong> natuurkunde <strong>van</strong> 't vrije<br />
veld 1 " Zutphen 1968.<br />
a. bIz. 181<br />
b. blz. 182<br />
c. bIz. 301<br />
d. blz. 249<br />
e. blz. 267<br />
f. blz. 269<br />
g. bIz.19ge.v.<br />
h. blz. 221 e.v.<br />
2. <strong>Floor</strong>, C., 'Regenboog in de lichtbundel <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> <strong>vuurtoren</strong>', Zenit 5, 274 (juli/aug. 1978)<br />
3. <strong>Floor</strong>, C., 'Halo's in de lichtbundel <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>vuurtoren</strong>', Weerspiegel5 (11),27 (nov. 1978)<br />
4. Hattinga Verschure, P. P., 'Waarnemingen<br />
<strong>van</strong> optische verschijnselen in februari 1979',<br />
Weerspiegel 6, 147 (maart 1979)<br />
U.S.A.<br />
Voor de tweede keer organiseert de Volkssterrewacht<br />
Sirnon Stevin <strong>een</strong> 15-daagse reis<br />
naar de Westkust <strong>van</strong> de Verenigde Staten,<br />
waar<strong>bij</strong> de grootste Amerikaanse Sterrewachten<br />
bezocht worden. Oe excursie<br />
neemt <strong>een</strong> aan<strong>van</strong>g op zaterdag II april<br />
1981 <strong>van</strong>uit Amsterdam. Op het programma<br />
staan excursies naar de Mount Wilson<br />
en Palomar Sterrewachten, het Kit t Peak<br />
National Observatory en het Lowell Observatorium.<br />
Tijdens de reis zullen we ook <strong>een</strong><br />
bezoek brengen aan de Space Oivision <strong>van</strong><br />
de Rockwell fabrieken, waar we de constructie-faciliteiten<br />
<strong>van</strong> de Space Shuttle<br />
Orbiter bezichtigen. Ook staat <strong>een</strong> bezoek<br />
aan de bekende Barringer-meteoorkrater op<br />
het programma. Gedurende de reis bezoeken<br />
we de Grand Canyon, Oeath Valley, de<br />
Sierra Nevada, Oak Creek Canyon en de<br />
Navajo en Papago Indianenreservaten. Bekende<br />
grote steden die we bezoeken zijn o.a.<br />
Los Angeles, San Oiego, Las Vegas, de<br />
Mexicaanse grensstad Tijuana, Tucson en<br />
San Francisco. Oe terugreis is op zaterdag<br />
25 april.<br />
Oe kosten per persoon: f 2750,- voor <strong>een</strong><br />
tweepersoonskamer. In de prijs is inbegrepen:<br />
-Retourvlucht <strong>van</strong> Amsterdam naar Los<br />
Angeles met maaltijden aan boord;<br />
-Het vervoer met air-conditioned bussen<br />
voor de gehele reis en aangekondigde excursies;<br />
-Hotel- en Motel-accommodatie tijdens<br />
de gehele tour en kamers met privé bad;<br />
-Vrije toegang in alle genoemde instellingen<br />
en Sterrewachten die in de reisopgave<br />
worden beschreven.<br />
Oe maaltijden zijn niet in de prijs inbegrepen.<br />
Enige richtlijnen hiervoor zijn: ont<strong>bij</strong>t<br />
ca. $ 2.00, lunch (Amerikaanse sandwich)<br />
ca. $ 2.00, diner ca. $ 4.00. Oeze prijzen zijn<br />
vastgesteld op 15 april 1980 en kunnen in<br />
1981 enigszins gewijzigd zijn.<br />
Voor deze astronomische excursie kunnen<br />
maximaal 55 personen worden ingeschreven.<br />
Belangstellenden kunnen zich aanmelden<br />
<strong>bij</strong> de Volkssterrewacht Sirnon Stevin,<br />
astronomische excursies, Bovenstraat 89,<br />
4741 SK Hoeven (tel. 01659-2439). Men<br />
ont<strong>van</strong>gt daarna meer uitgebreide gegevens<br />
en <strong>een</strong> programma <strong>van</strong> de reis.<br />
249