Duurzaam herstel - VNO-NCW

Duurzaam herstel - VNO-NCW Duurzaam herstel - VNO-NCW

02.12.2014 Views

adres Postbus 93002, 2509 aa Den Haag Telefoon 070 349 03 49 Fax 070 349 03 00 Ledennummer 070 349 03 66 (telefonische vraagbaak voor leden) E-mail informatie@vno-ncw.nl Internet www.vno-ncw.nl duurzaam herstel VNO-NCW Bilderbergconferentie 2010 vno-NCW bilderbergconferentie 2010

adres<br />

Postbus 93002, 2509 aa Den Haag<br />

Telefoon 070 349 03 49<br />

Fax 070 349 03 00<br />

Ledennummer 070 349 03 66 (telefonische vraagbaak voor leden)<br />

E-mail<br />

informatie@vno-ncw.nl<br />

Internet www.vno-ncw.nl<br />

duurzaam <strong>herstel</strong><br />

<strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> Bilderbergconferentie 2010<br />

vno-<strong>NCW</strong> bilderbergconferentie 2010


duurzaam <strong>herstel</strong><br />

vno-ncw bilderbergconferentie 2010


Deze uitgave is verschenen onder auspiciën van:<br />

Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen Vereniging <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong><br />

Malietoren, Bezuidenhoutseweg 12<br />

Postbus 93002, 2509 AA Den Haag<br />

Telefoon 070 349 04 70<br />

www.vno-ncw.nl (zie onder dossiers: Levensbeschouwing en ondernemen)<br />

Redactie en interviews:<br />

Huib Klamer, secretaris Levensbeschouwing en Maatschappelijk<br />

Ondernemen, <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong>;<br />

e-mail: klamer@vno-ncw.nl<br />

Corien Lambregtse, tekst, speeches en communicatie, Bartlehiem;<br />

e-mail : corien@lambregtse.com<br />

Fotografie:<br />

Jeroen Poortvliet, Den Haag;<br />

e-mail: info@jeroenpoortvliet.com<br />

Illustratie omslag:<br />

Martin Ruegner, Photographer’s Choice, Getty Images<br />

Ontwerp:<br />

Lone Aarup Poulsen, visual communication, Amsterdam;<br />

e-mail: info@lapoulsen.nl<br />

© 2009 <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong>, Den Haag<br />

5<br />

7<br />

15<br />

23<br />

33<br />

41<br />

49<br />

57<br />

67<br />

inhoud<br />

Voorwoord<br />

Bernard Wientjes<br />

Inleiding<br />

Jan-Willem van den Braak:<br />

Zingeving en globalisering; een geschiedenis van de Bilderbergconferentie<br />

Interviews<br />

Jan Hommen: ‘Back to basics’<br />

Donald Kalff: ‘Ik vecht niet tegen windmolens’<br />

Meiny Prins: ‘Het kan morgen al een stuk duurzamer’<br />

Peter de Wit: ‘Tijd creëren voor duurzame oplossingen’<br />

Anne Jan Zwart: ‘Een nieuwe economische orde’<br />

Syvia Borren: ‘Een andere wereld is mogelijk’<br />

Wim van de Donk: ‘Een tijd van grote verwarring’<br />

75<br />

Essay<br />

Lans Bovenberg:<br />

Herstel van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven<br />

Slotbeschouwing<br />

89<br />

Huib Klamer & Corien Lambregtse:<br />

Vragen op weg naar duurzaam <strong>herstel</strong>


voorwoord<br />

2009 is het jaar van de wereldwijde financiële crisis en een zware economische<br />

recessie. Maar 2009 is ook het jaar van de klimaatconferentie van Kopenhagen<br />

(december), waarin afspraken moeten worden gemaakt over wereldwijde<br />

CO 2 -reductie. En 2009 is het jaar waarin Europa zich eindelijk heeft herpakt<br />

met de aanvaarding van het Verdrag van Lissabon. Het jaar 2010 kan een<br />

keerpunt betekenen, zoals eerder in de afgelopen eeuw 1919, 1929, 1945,<br />

1968 en 1989 nieuwe tijdperken inluidden.<br />

Van de huidige crisis zullen we hopelijk allen leren. We zullen het vertrouwen in<br />

ons financiële systeem moeten <strong>herstel</strong>len. We zullen de economie moeten verduurzamen.<br />

Door meer met minder te doen, nieuwe stimulansen in de markt te<br />

introduceren en nieuwe businessconcepten toe te passen. Hier ligt een grote<br />

verantwoordelijkheid voor het bedrijfsleven, maar ook overheden, nationaal en<br />

internationaal, hebben een cruciale rol te vervullen. De crisis heeft ontegenzeglijk<br />

een morele dimensie, doordat zij het belang aantoont van waarden als<br />

vertrouwen en rentmeesterschap, en deugden als verstandigheid, moed en<br />

maat houden.<br />

De centrale vraag waarvoor wij staan - bedrijfsleven, politiek, maatschappij - is:<br />

hoe kunnen we duurzaam <strong>herstel</strong> bereiken? Deze vraag staat centraal op de<br />

komende Bilderbergconferentie van <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong>, op 5 en 6 februari 2010.<br />

‘<strong>Duurzaam</strong>’ heeft hier meerdere betekenissen en staat bovendien in een<br />

globaal perspectief. Het thema ligt in het verlengde van de vorige Bilderbergconferenties<br />

<strong>Duurzaam</strong> succes (2009), Duurzame globalisering (2008),<br />

Ondernemen in het Europa van morgen (2007) en Leiderschap is meesterschap<br />

(2006).<br />

Deze bundel vormt de opmaat voor de Bilderbergconferentie 2010. In een<br />

inleidende beschouwing wordt ingegaan op de ontwikkeling van de zingevingsfunctie<br />

van de conferentie in haar geschiedenis sinds 1961. In zeven interviews<br />

en een essay geven vooraanstaande ondernemers en anderen hun visie op<br />

duurzaam <strong>herstel</strong>. De slotbeschouwing vat enkele hoofdpunten uit de interviews<br />

samen en formuleert de vragen die essentieel zijn in de discussie over<br />

duurzaam <strong>herstel</strong>.<br />

Ik wens u veel inspiratie!<br />

Bernard Wientjes,<br />

voorzitter <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong><br />

November 2009


Jan-Willem van den Braak<br />

Hoofd Stafgroep levensbeschouwing en Ondernemen <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong><br />

Zingeving<br />

en globalisering<br />

Een geschiedenis van<br />

de bilderbergconferentie<br />

(1961-2010)<br />

inleiding


Geschiedenis van de conferentie<br />

Aan de oorsprong van de jaarlijkse Bilderbergconferentie van <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> staat<br />

één van de rechtsvoorgangers van <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong>: het Verbond van Protestants-<br />

Christelijke Werkgevers. Het VPCW hield in 1949 een bezinningsconferentie over<br />

‘zedelijk-maatschappelijke’ vraagstukken in Hotel Dreyeroord in Oosterbeek. In<br />

de jaren daarna vond deze plaats in Hotel Ittman in Nunspeet (geen van beide<br />

hotels bestaat nog).<br />

Vanaf 1961 werd ook tijdens de reguliere algemene ledenvergaderingen van<br />

het VPCW de nodige ruimte aan bezinning gegeven. Deze vonden plaats in Hotel<br />

de Bilderberg in Oosterbeek, zodat 1961 als het geboortejaar van de huidige<br />

conferentie kan gelden (de separate bezinningsconferenties werden in 1966<br />

beëindigd).<br />

Van 1970-1996 vonden de jaarlijkse bezinningsconferenties (voortaan los<br />

van de reguliere ledenvergaderingen) plaats onder de vlag van het Nederlands<br />

Christelijk Werkgeversverbond (<strong>NCW</strong>), een fusie van het VPCW en de katholieke<br />

werkgeversorganisatie NKWV.<br />

Per 1 januari 1997 kwam de fusie <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> tot stand. Tevens werd een<br />

aparte rechtspersoon (Vereniging <strong>NCW</strong>, later Stichting <strong>NCW</strong>) opgericht voor de<br />

bezinningsactiviteiten, waaronder uiteraard de Bilderbergconferentie. In 2005<br />

werd de Stichting <strong>NCW</strong> geïncorporeerd binnen <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong>, zodat de conferentie<br />

sinds 2006 formeel van <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> is. Sindsdien is in artikel 2 van de statuten<br />

van <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> de bepaling opgenomen dat bezinning ‘een integraal onderdeel<br />

van de belangenbehartiging’ vormt. Expliciet wordt vermeld dat het daarbij ook<br />

gaat om bezinning op de vraag naar een ‘rechtvaardige sociaal-economische<br />

ordening’.<br />

Door een verschuiving van het jaarlijkse tijdstip vond er in 1980 geen conferentie<br />

plaats. 1 Daardoor zal de 50e conferentie plaatsvinden in februari 2012.<br />

Systematisch overzicht van conferentiethema’s<br />

Sinds het begin van de Bilderbergconferentie in 1961 gaat het, wat het precieze<br />

thema ook was, eigenlijk altijd om de vraag naar de maatschappelijke dimensie<br />

van het ondernemen, hoe onderneming en ondernemer hun rol kunnen spelen<br />

in de samenleving en wat hun bijdrage daaraan kan zijn. En dit uiteraard ook<br />

omgekeerd: wat kan of moet de bijdrage van de samenleving aan een goed ondernemingsklimaat<br />

zijn. ➞<br />

Kerk en religie<br />

1963 Christelijk geloof en ondernemerspraktijk<br />

1965 Vermogensaanwasdeling in het licht van de christelijke levensbeschouwing<br />

1966 Samenwerking met de Rooms-Katholieken<br />

1968 Kerk en bedrijfsleven<br />

1974 Confessionele organisaties in deze tijd<br />

1981 Het spreken van de kerken in de samenleving<br />

Arbeid en inkomen<br />

1961 De groeiende onderneming<br />

1964 Loonpolitiek, sociaal-ethische kanttekeningen<br />

1975 De thematiek van de inkomensverdeling<br />

1977 Arbeid, werkgelegenheid en vooruitgang<br />

1979 Werkgelegenheid nu en straks<br />

1982 Anders werken<br />

1984 Naar volledige werkgelegenheid<br />

1986 Bouwen aan onderwijs<br />

1985 Arbeid, economie en technologie<br />

1991 Twee gezichten van de arbeidsmarkt<br />

1993 Onze kleurrijke toekomst; allochtonen in het bedrijfsleven<br />

Ondernemers- en ondernemingsverantwoordelijkheid<br />

(bedrijfsethiek)<br />

1962 Verantwoording en positiebepaling<br />

1967 De ethiek van macht, gezag en eigendom in de economische verhoudingen<br />

1970 De ethiek van het ondernemen<br />

1971 Zuiver van hart en vuil van handen<br />

1972 Besturen en verantwoordelijkheid<br />

1973 Welvaart, verantwoordelijkheid en versobering<br />

1976 Verantwoordelijkheden voor onderneming en ondernemer<br />

1983 Onderneming? Present!; start van een systematisch omgevingsbeleid<br />

1996 De ondernemer als persoon<br />

1997 Ondernemen is meer; over maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven<br />

1998 Bedrijfscultuur, het hart van de zaak<br />

1999 Een goede buur(t) is beter<br />

2000 Alles heeft zijn tijd; over het managen van ambities in werk en privé-sfeer<br />

2002 De integere manager<br />

<br />

duurzaam hersteL<br />

Zingeving en globalisering


Arbeidsverhoudingen en overlegeconomie<br />

1978 Verdeling van verantwoordelijkheden in de overlegeconomie<br />

1988 Veranderende arbeidsverhoudingen<br />

2001 Arbeidsverhoudingen op een keerpunt?<br />

Inrichting van de samenleving<br />

1987 Kijken naar de toekomst<br />

1992 Tussen markt en macht<br />

1994 Markt en moraal; voorwaarden voor vooruitgang<br />

1995 Naar een ondernemende samenleving<br />

2003 Een (on)gezonde afkeer van de politiek?<br />

2004 Werken aan vertrouwen<br />

2005 Op eigen kracht; van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij<br />

2006 Leiderschap is meesterschap<br />

Globalisering<br />

1989 Hoe schoon is de toekomst?<br />

1990 Zakenwereld – wereldzaken<br />

2007 Ondernemen in het Europa van morgen<br />

2008 Duurzame globalisering; over het kwetsbare evenwicht van profit,<br />

prosperity, people en planet<br />

2009 <strong>Duurzaam</strong> succes; over ondernemen in de wereldeconomie<br />

2010 <strong>Duurzaam</strong> <strong>herstel</strong><br />

De thema’s reflecteren de vraagstukken die in de betrokken<br />

periode sterk speelden<br />

●<br />

●<br />

●<br />

●<br />

●<br />

●<br />

de specifiek christelijke onderwerpen staan vooral in de jaren zestig<br />

op de agenda;<br />

werkgelegenheid vooral in de periode 1975-1985, na 1993 niet meer;<br />

de verantwoordelijkheid van de onderneming/ondernemer komt met<br />

vaste regelmaat terug;<br />

de arbeidsverhoudingen komen eens per decennium aan de orde;<br />

de inrichting van de samenleving komt vanaf begin jaren negentig<br />

frequent op de agenda;<br />

het globaliseringsperspectief staat sinds 2007 centraal.<br />

De maatschappelijke bezinningsfunctie van<br />

de conferentie tot 2007<br />

Het besef van de wederzijdse betrokkenheid van onderneming/ondernemer en<br />

samenleving is er vanaf het begin van de conferentie geweest. Dat was eigenlijk<br />

vanzelfsprekend voor de christelijke werkgeversorganisaties, waaruit de conferentie<br />

voortkwam. De algemene ondernemingsorganisaties waren statutair<br />

‘neutraal’ en beperkten hun missie tot het bevorderen van een goed ondernemingsklimaat.<br />

Maar ook zij werden uiteraard geconfronteerd met de veelvuldige<br />

relaties tussen onderneming en samenleving. De lobbyactiviteit als zodanig,<br />

met al haar instrumenten van overleg, publicaties en contact met de media, was<br />

immers al een erkenning van het feit dat het ondernemen een ondernemingsvriendelijke<br />

samenleving nodig heeft.<br />

In de jaren zeventig werden die betrekkingen maar al te zeer op de proef gesteld<br />

door de voorstanders van ideologische maatschappijhervorming, waarbij<br />

de ondernemersorganisaties soms zelfs in ‘gevecht’ moesten met die samenleving.<br />

Aan het ondernemen werd daarbij door sommigen de eis gesteld van een<br />

‘vermaatschappelijking van de produktie’, wat dat ook in concreto zou moeten<br />

opleveren.<br />

In de forse economische neergang eind jaren zeventig ging dat soort ideeën<br />

letterlijk en figuurlijk failliet, waarna zich vanaf ‘1989’ een meer realistische explicitering<br />

van de maatschappelijke betekenis van ondernemen en van hun organisaties<br />

ontwikkelde. Nu wordt door sommigen wegwerpend gesproken over<br />

‘de neo-liberale agenda’ van de jaren negentig maar in dat decennium kwam<br />

ook de notie op van de belangrijke rol, die de civil society (eerst nog ‘verantwoordelijke<br />

samenleving’ of ‘maatschappelijk middenveld’ geheten) heeft te spelen<br />

in een zich steeds meer differentiërende en individualiserende samenleving. In<br />

verband daarmee ontstonden ook de eerste leerstoelen in bedrijfsethiek.<br />

Dat alles mondde rond de eeuwwisseling uit in het concept ‘maatschappelijk<br />

verantwoord ondernemen’ (MVO), nu niet meer als een eenzijdige ideologische<br />

eis richting ondernemingen maar als uitdrukking van het besef dat maatschappij<br />

en onderneming per definitie op elkaar betrokken zijn. Ondernemen is inherent<br />

een maatschappelijke activiteit, waarbij omgekeerd ook vanzelfsprekend is<br />

dat de samenleving de nodige levensruimte aan ondernemingen geeft.<br />

Deze maatschappelijke ontwikkelingen worden gereflecteerd in de thematiek<br />

van de Bilderbergconferentie. Vanaf het begin van de conferentie in 1961 was,<br />

zoals uit het overzicht in de vorige paragraaf blijkt, sprake van duidelijk verschillende<br />

thema’s, doorgaans ontleend aan de nationale politieke en sociaal-economische<br />

agenda. De conferentie was er voor om zich als (christelijke) ondernemer<br />

te bezinnen op de morele dimensie daarvan.<br />

De maatschappij werd weliswaar in de praktijk aanvaard als ‘gevestigde<br />

orde’, maar tegelijk was er ook een behoefte om aan te geven – als het ware van<br />

buitenaf – hoe deze idealiter zou moeten zijn vanuit de (christelijke) moraal. ➞<br />

10 duurzaam hersteL<br />

Zingeving en globalisering 11


Er was in die zin een gevoel dat de wereld toch niet echt was zoals zij zou moeten<br />

zijn, ook al bleek ieder jaar weer dat het ideaal niet vervuld werd.<br />

Zingeving en globalisering<br />

In 2007 begon de onontkoombaarheid van de globalisering definitief door te<br />

dringen tot het bewustzijn van politiek en samenleving, onder meer door de razendsnelle<br />

opkomst van de BRIC-landen, het klimaat- en energievraagstuk en<br />

de groeiende noodzaak van een sterke Europese Unie. De belangrijke vraagstukken<br />

spelen steeds meer wereldwijd en kunnen alleen in internationaal<br />

verband worden opgelost. Daarbij kunnen oplossingen ook niet langer van de<br />

overheid alleen komen. Steeds duidelijker is dat het bedrijfsleven een bijzondere<br />

verantwoordelijkheid heeft. Niet alleen zijn de bedrijven onverminderd de bron<br />

van welvaart en werkgelegenheid, maar ook zijn zij in toenemende mate betrokken<br />

bij vraagstukken rondom bijvoorbeeld milieu, energie en internationale<br />

arbeidsnormen. Het MVO-thema heeft daardoor steeds meer vanzelfsprekendheid<br />

gekregen (ook al is de invulling van de internationale dimensie daarvan niet<br />

eenvoudig en kan deze geen substituut zijn voor falende overheden in derdewereldlanden).<br />

Het besef groeit, ook door bijvoorbeeld het klimaatvraagstuk, dat er een<br />

wereldwijde samenhang is tussen alle ontwikkelingen. Landen, noch bedrijven,<br />

noch burgers en hun verbanden kunnen zich daarvan afscheiden, omdat ze hoe<br />

dan ook een onderdeel van dit geheel vormen. Daarmee heeft ieders individuele<br />

verantwoordelijkheid een sterke lading gekregen, die zelfs verder gaat dan een<br />

verantwoordelijkheid gebaseerd op een belangenethiek (‘verlicht eigenbelang’).<br />

Globalisering en individualisering zijn zo bezien twee kanten van dezelfde medaille.<br />

De wereldwijde vraagstukken kunnen niet meer vanuit een ‘centraal punt<br />

van buitenaf’ worden opgelost, want globalisering en individualisering zijn beide<br />

uitdrukking van de ondeelbaarheid van het geheel – zoals in beide woorden al<br />

taalkundig opgesloten is 2 .<br />

Het gaat nu over een bewustzijnsproces van de wereldwijde samenhang van<br />

alle vraagstukken en de daaruit onontkoombaar voortkomende verantwoordelijkheden,<br />

ook van ondernemers en ondernemingen (‘responsability’ als ‘ability<br />

to respond’).<br />

Vanaf 2007 zijn de conferentiethema’s dan ook nog slechts in schijn verschillend,<br />

zoals eigenlijk ook al blijkt uit de diverse titels: het gaat telkens om bezinning<br />

op de noodzaak en mogelijkheden van een duurzame ontwikkeling van de<br />

wereld en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden. Door de globalisering<br />

wordt duidelijker dan ooit dat we er allemaal een onderdeel van zijn (‘We<br />

are the world’). Het gaat niet meer om een ideologische/ideale invulling ‘van<br />

buitenaf’ maar primair om een verdieping van inzicht in de wereld, zoals deze is.<br />

Daaruit alleen kan wezenlijke verandering voortvloeien.<br />

Onder de diverse sociaal-economische crises van deze tijd ligt naar veler gevoel<br />

een morele crisis. Tijdens de kabinetten-Balkenende is het debat over waarden<br />

en normen niet verstomd, maar er is wel het gevoel dat dit nog niet zoveel heeft<br />

opgeleverd.<br />

Misschien moeten we vaststellen dat er nog een derde laag onder ligt, namelijk<br />

die van een zingevingscrisis. In deze complexe wereld met open grenzen,<br />

met een permanent bombardement van de vele media en de oeverloze keuzevrijheid<br />

voor de burger op alle terreinen, ontbreekt het toenemend aan richting:<br />

waar gaat het nu ten diepste allemaal over?<br />

Maar iedereen voelt ook dat (mede daardoor) het tijdperk waarin de klassieke<br />

hiërarchische leiding – of deze nu komt van kerken, partijen, gezinshoofden of<br />

‘bazen’ op het werk op basis van collectieve overtuigingen, waarden of ideologieën<br />

– niet meer werkt. Dat lijkt de ware aard van de leiderschapscrisis, die in<br />

die zin wel aan moet houden en niet tot een ‘oplossing’ te brengen is.<br />

Dat zijn allemaal de vruchten – rijp, groen en rot – van de individualiseringsrevolutie<br />

die in de jaren zestig startte en die eigenlijk ook al voortkwam uit een<br />

zingevingscrisis bij de jongere generatie. Een revolutie, die niet terug te draaien<br />

is, iedere poging daartoe zou futiel zijn. Wij zullen onontkoombaar zelf tot betekenisgeving<br />

moeten komen, tot bezinning op onszelf en daarmee de ware aard<br />

van de wereld, die daarvan een reflectie is.<br />

Zoals op de Griekse tempel al stond: ‘Ken Uzelf’. Of zoals de Boeddha sprak:<br />

‘Wees Uzelf een lamp’. Inzichten, die door alle leermeesters in eigen woorden<br />

gesproken zijn en worden, daarmee telkens verwijzend naar de ware Oorsprong,<br />

Grond, Bron of hoe ook genaamd, van de wereldverschijnselen.<br />

De wereldvraagstukken spitsen zich steeds meer toe – maar parallel daaraan<br />

ook het besef dat een werkelijke samen-hang, een werkelijke samen-leving<br />

alleen kan (blijven) bestaan als deze bezield is, anders gezegd: als deze<br />

gebaseerd is op het doorleefde inzicht van de diepere (zo men wil spirituele of<br />

religieuze) Eenheid, waarvan de diversiteit van de onderdelen in hun samenhang<br />

uitdrukking is. Een Eenheid die wij zelf belichamen 3 .<br />

1 De conferentie vond tot en met 1979 plaats in het najaar. Vanaf 1981 werd dat het laatste<br />

weekend van januari, sinds 2006 het eerste weekend van februari.<br />

2 Globaal o.a. als ‘alle relevante facetten en onderdelen omvattend’ (Van Dale 1999).<br />

Het woord individu is afgeleid van het Latijnse individuum: ‘hetgeen ondeelbaar is’.<br />

3 Zie van dezelfde auteur ook de epiloog van Europa begint pas; beschouwingen en herinneringen<br />

(Van Gorcum 2009) onder de titel: Over het einde van de ideologieën en de bewustzijnsrevolutie.<br />

12 duurzaam hersteL<br />

Zingeving en globalisering 13


Jan Hommen<br />

bestuursvoorzitter ING<br />

‘ Back<br />

to basics’<br />

INTERVIEW<br />

Net voor zijn 66ste verjaardag, in april 2009, begon hij officieel aan misschien wel<br />

zijn grootste klus: het bestuursvoorzitterschap van ING. Brabander Jan Hommen<br />

moet de bank met de oranje leeuw een nieuwe fase inleiden. Opvallend genoeg<br />

is hij geen echte bankman, al heeft hij de bank sinds 2005 als commissaris en<br />

sinds 2008 als president-commissaris goed leren kennen. Zijn roots liggen in de<br />

industrie. Van 1996 tot 2005 was hij de financiële man in de raad van bestuur<br />

van Philips. En voor hij bij Philips kwam, werkte hij meer dan twintig jaar bij de<br />

Amerikaanse aluminiumgigant Alcoa.<br />

Hij staat bekend als een bescheiden, zeer hard werkend mens en een wat technocratisch<br />

bestuurder. Iemand die toen hij commissaris werd, gelijk twee weken<br />

op het ING hoofdkantoor ging zitten en iedereen het hemd van het lijf vroeg.<br />

Een gesprek in ‘het ING House’ ofwel de Kruimeldief aan de Amsterdamse Zuidas.<br />

Over wat er mis ging met de banken, het <strong>herstel</strong> van vertrouwen en de relatie<br />

met de klant.<br />

15


Een crisis in vertrouwen<br />

‘De klimaat-, voedsel- en energiecrises zijn aan de ene kant uitingen van ons<br />

succes. Maar voor dat succes hebben we aan de andere kant ook heel veel van<br />

onze grondstoffen en materialen verbruikt. We beginnen tegen de randen van<br />

ons economisch model aan te lopen, misschien gaan we er zelfs al overheen.<br />

De financiële crisis is van een andere orde. Die is ontstaan uit een complex<br />

van factoren, inclusief onevenwichtigheden in betalingsbalansen en valutakoersen,<br />

een overvloedige liquiditeit en de lagerentepolitiek van Centrale Banken.<br />

Dat leidde gedurende enige tijd tot buitengewoon aantrekkelijke omstandigheden<br />

voor onder meer banken. Daar werd erg veel geld verdiend. Op zo’n moment<br />

gaat het beloningsaspect meespelen. Als mensen geld ruiken, willen ze er zoveel<br />

mogelijk van binnenhalen. Ik denk niet dat die beloningen direct de oorzaak zijn<br />

geweest van de crisis, maar ze hebben waarschijnlijk wel versterkend gewerkt.<br />

De samenloop van verschillende crises heeft ook een psychologisch effect.<br />

Mensen vragen zich af of de ordening die we nu kennen, wel de juiste ordening is.<br />

De samenleving is enorm complex geworden. Individuen, bedrijven en markten,<br />

alles is geliberaliseerd. Er is heel veel vrijheid gecreëerd, wat natuurlijk geweldig<br />

is uit het oogpunt van democratie, maar daarmee zijn we ook de controle kwijtgeraakt.<br />

We kunnen tegenwoordig over alle mogelijke informatie beschikken,<br />

maar juist daardoor weten we het niet meer precies.<br />

Daarnaast hebben we het proces van individualisering. Mensen zijn erg op<br />

zichzelf komen te staan en zijn erg op zichzelf gericht. Dat heeft in sommige<br />

gevallen tot excessen geleid.<br />

C.V. Jan Hommen<br />

1943 Geboren in Den Bosch<br />

1961 Gymnasium-B, Den Bosch<br />

Doctoraal Bedrijfseconomie Universiteit van Tilburg<br />

1970-1975 Controller Lips Aluminium<br />

1975-1978 Vicepresident Finance Alcoa Nederland<br />

1978-1986 Assistent treasurer Alcoa USA<br />

1986-1991 Vicepresident en treasurer Alcoa USA<br />

1991-1996 Chief financial officer Alcoa<br />

1996-2005 Chief financial officer Philips<br />

2005-2009 Voorzitter raad van commissarissen Reed Elsevier<br />

(tot 22 april 2009)<br />

2005-2009 Voorzitter raad van commissarissen TNT (tot 8 april 2009)<br />

2006-heden Voorzitter raad van commissarissen Campina<br />

2005-2008 Lid raad van commissarissen ING Group<br />

2008-2009 President-commissaris ING Group (tot 27 april 2009)<br />

2009-heden Bestuursvoorzitter ING Group<br />

Ik weet niet of de overheid in de komende periode een veel zwaardere rol moet<br />

krijgen, maar we moeten als samenleving wel gaan bepalen wat onze nieuwe<br />

doelstellingen zijn. We moeten opnieuw gaan bedenken hoe we dingen bij elkaar<br />

brengen, hoe er meer gemeenschappelijkheid kan ontstaan. We zijn ‘gedoemd’<br />

met onze vrijheid te leven. Dat betekent ook dat we van tijd tot tijd onvermijdelijk<br />

een crisis zullen hebben. Crises zijn niet te voorkomen. Maar hopelijk niet altijd<br />

zo diep als deze.’<br />

Vertrouwen <strong>herstel</strong>len<br />

‘Als banken zullen wij ons best moeten doen om het vertrouwen te <strong>herstel</strong>len.<br />

Klanten moeten erop kunnen rekenen dat ze de producten en diensten die ze<br />

nodig hebben tegen behoorlijke prijzen kunnen kopen. Wij mogen daar wel iets<br />

aan verdienen, maar we moeten de klant niet het vel over de oren trekken.<br />

Ik vind dat we ook meer moeten kijken of onze processen wel goed zijn afgestemd<br />

op de klant. We waren als bank te veel naar binnen gericht. We moeten<br />

ons meer op de klant richten. Kijken hoe die onze processen ervaart. Veel transacties<br />

kunnen anoniem, per internet worden gedaan, maar soms is persoonlijke<br />

aandacht nodig. Bij een overlijden bijvoorbeeld – waar veel bij komt kijken – is het<br />

prettig wanneer de klant contact krijgt met iemand van de bank die aandacht<br />

heeft en de nodige bankzaken regelt. Daarom hebben onze nieuwe bankkantoren<br />

in Nederland ruimere openingstijden en zijn ze zo ingericht dat mensen weer<br />

gewoon naar binnen kunnen komen met hun vragen.<br />

De klant staat dus weer centraal. Dat klinkt misschien niet anders dan wat<br />

mijn voorgangers zeiden. Maar terugkijkend hebben we als banken producten<br />

geleverd waarvan je je nu in sommige gevallen moet afvragen of het producten<br />

waren die de klant nodig had. Groeiversnellers, vermogensversnellers, het was<br />

allemaal zeer speculatief. Interessant misschien als het goed uitvalt, maar het<br />

kan ook de andere kant opgaan. Het is de vraag of mensen goed wisten waar ze<br />

aan begonnen, of ze ermee konden omgaan en het geld hadden om dat soort<br />

dingen te doen.<br />

Er zijn in de samenleving op bepaalde momenten excessen geweest. Het leek<br />

wel of iedereen van die hele grote geldberg een stukje wilde meenemen. Het<br />

leidde tot hogere huizenprijzen en een forse stijging van de aandelenkoersen.<br />

Sommige mensen namen zelfs leningen op om daarin mee te kunnen doen. De<br />

hele wereld heeft op schulden geleefd.<br />

Ik zie dat er op dit moment bij de banken een bezinning plaatsvindt, als reactie<br />

op de crisis. Neem bijvoorbeeld de nieuwe code van de Nederlandse Vereniging<br />

van Banken en de afspraken van de G20 over restricties op bonussen.<br />

Ik weet niet of het wantrouwen tegenover de banken ooit weer weg zal gaan.<br />

Maar op het moment zit het vertrouwen op een dieptepunt. Er is heel wat gebeurd,<br />

dat moeilijk uit te leggen is. Als je niet helemaal in deze wereld zit, kan ik<br />

me voorstellen dat het moeilijk te begrijpen is hoe het zo uit de hand kon lopen. ➞<br />

16 duurzaam hersteL<br />

back to basics 17


Maar toch kunnen we niet uitsluiten dat het ooit weer zal gebeuren. Er is gewoon<br />

geen systeem dat altijd goed werkt.<br />

Als bank, als financiële instelling, kun je het eigenlijk nooit helemaal goed<br />

doen. Als het heel goed gaat in de economie, dan leveren de creativiteit en innovaties<br />

van de financiële wereld daaraan een grote bijdrage. Dat kan echter tot<br />

excessen leiden en dat is de afgelopen jaren inderdaad gebeurd. Als het slecht<br />

gaat in de economie, dan moeten de banken de touwtjes aantrekken en voorzichtiger<br />

zijn met leningen. Dan is het net alsof de banken degene zijn die de<br />

economie niet omhoog willen trekken.<br />

We zitten als banken in een spagaat. Wij moeten er op dit moment bijvoorbeeld<br />

voor zorgen dat we minder risico lopen en dat we onze balans weer gezond<br />

maken, terwijl we ook meer leningen moeten verschaffen. Die twee dingen zijn<br />

eigenlijk niet te combineren. We zijn voortdurend aan het schipperen met onze<br />

prioriteiten.’<br />

Veranderingen in de economie<br />

‘Ik denk dat er echt veranderingen gaan komen in de economie. We moeten alleen<br />

oppassen dat we niet zoveel keurslijven om ons financiële systeem bouwen<br />

dat er niks meer kan. Regeltjes, toezicht, nóg meer regeltjes. Ik ben ervan overtuigd<br />

dat de omslag vanuit organisaties en bedrijven zelf moet komen.<br />

Wij moeten als ING bedenken wat onze taak is, wat ons bestaansrecht is en<br />

hoe we dat het best kunnen invullen. We moeten ‘back to basics’. Terug naar:<br />

kunnen we uitleggen wat we doen en hoe we het doen. Daar zijn we nu in een heel<br />

intensief proces mee bezig.<br />

In eerste instantie door de kosten naar beneden te brengen. Door de zaak<br />

beter in proportie te brengen, onderdelen te verkopen en de verkeerde groei eruit<br />

te halen. In tweede instantie door te kijken naar wat we nu zijn en wat we<br />

willen zijn, met welke producten, portefeuilles, in welke landen, en hoe we dat<br />

moeten organiseren. En daarna gaan we kijken of we het zodanig kunnen optimaliseren<br />

dat we leidersposities op markten kunnen verwerven. We hebben in<br />

oktober van dit jaar een duidelijke strategische keuze gemaakt. We gaan de bank<br />

en verzekeraar splitsen, waardoor beide bedrijven kunnen bouwen aan een eigen<br />

toekomst, op eigen benen en met sterke marktposities.<br />

We kijken ook naar nieuwe producten, gerelateerd aan duurzaamheid. Maar<br />

als wij een grote organisatie als de onze willen ombuigen naar een meer duurzaam<br />

beleid, dan lopen we altijd achter de feiten aan. We kunnen nooit zo hard<br />

als maatschappelijke organisaties zouden wensen. We zitten met een vertragingsfactor:<br />

110.000 mensen, die allemaal geïnstrueerd en overtuigd moeten<br />

worden, voor wie systemen moeten worden opgezet. Op het moment dat<br />

we met het ene project klaar zijn, zijn ngo’s alweer een heel stuk verder. We<br />

lopen dus altijd achter de ontwikkelingen aan. Op zichzelf is dat niet slecht,<br />

zolang je maar in gesprek blijft en feedback krijgt. Daarom organiseren we ➞<br />

‘ Al ben ik van<br />

oorspong geen<br />

bankman,<br />

ik ben wel een klant.<br />

Ik redeneer vanuit<br />

de klant’<br />

18<br />

duurzaam hersteL


discussiebijeenkomsten met ngo’s en houden we informatieavonden voor onze<br />

klanten in het land.<br />

Op die avonden kijken we onze klanten in de ogen. Daar ben ik zelf ook bij<br />

geweest. Dat was een buitengewone ervaring. Mensen zeggen wat ze denken;<br />

van hele belangrijke dingen tot futiliteiten. Ja, natuurlijk ook dat wij graaiers zijn.<br />

En al ben ik nog niet zo lang bestuursvoorzitter van ING, ik was de afgelopen<br />

jaren wel commissaris. En als je erbij was, dan was je erbij. Maar ik zeg wel: alles<br />

is relatief. Er zijn grote en kleine bonussen. In Nederland valt het, vergeleken<br />

met de rest van de wereld, mee. Maar als ik ING vergelijk met kleinere bedrijven,<br />

dan moeten we erkennen dat bij ons in het verleden aantrekkelijke bonussen zijn<br />

betaald. En die waren verdiend, gegeven de structuur die we toen hadden en de<br />

door de aandeelhouders goedgekeurde beloningsregels. Maar op het moment<br />

dat het slecht gaat, heeft iedereen er een probleem mee. En dat kan ik me ook<br />

goed voorstellen.<br />

Er zal zeker matiging komen in de beloningen en bonussen. Wereldwijd trouwens.<br />

We gaan de bonussen voortaan koppelen aan prestaties op het gebied van<br />

duurzaamheid, op hoe we omgaan met klanten en met de maatschappij. Dat<br />

gaan we echt meetbaar maken.’<br />

Wat meer soberheid<br />

als we zijn. En we zitten voortaan achterin het vliegtuig als we vliegen. Ik vind<br />

inderdaad dat het zo moet. Als je geld van de samenleving hebt gekregen, dan<br />

kun je dat niet zomaar uitgeven, daar moet je heel voorzichtig mee zijn.’<br />

Echte oplossingen<br />

‘Ik ben niet zo somber over de problemen waar we als samenleving en in de<br />

wereld voor staan. We mogen niet onderschatten hoe knap we zijn. Ik ben niet<br />

van het doemdenken. De wereld weet zich voortdurend aan te passen en nieuwe<br />

technologische mogelijkheden te vinden. Kijk eens hoe we nu omgaan met producten<br />

die we nog niet zo lang geleden weggooiden, wat we daar tegenwoordig<br />

mee doen en hoeveel energie we daar uit halen, hoeveel recycling er plaatsvindt.<br />

Ik geloof dat de technologie heel veel dingen kan oplossen.<br />

CO 2 is echt een probleem. Het klimaatprobleem ook. Maar volgens deskundigen<br />

kunnen we die problemen oplossen. Op korte termijn is het misschien nog<br />

moeilijk, maar op de langere termijn gaat het ons zeker lukken.<br />

Dat schept voor ons als banken ook weer nieuwe kansen. We moeten niet<br />

alleen kijken naar de technologie van vandaag, maar ook naar die van morgen;<br />

technologie die een onderdeel zal zijn van de oplossing van de problemen van<br />

vandaag. Zonne-energie bijvoorbeeld. Die vorm van energie is nu nog heel erg<br />

duur en niet volmaakt, maar we zullen ongetwijfeld technologie ontdekken en<br />

die dusdanig goedkoop weten te maken dat zonne-energie voor ons gaat werken.<br />

En ik ben er heilig van overtuigd dat het nog op tijd zal zijn, voordat de problemen<br />

ons boven het hoofd groeien.’<br />

Interview: 8 oktober 2009<br />

‘Deze operatie is voor mij niet anders dan destijds een operatie bij Philips. Het<br />

gaat om dezelfde principes. Al ben ik van mezelf geen bankman, ik ben wel een<br />

klant. Ik redeneer vanuit de klant. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat we de klant<br />

voor ons winnen. Als je de klant en de maatschappij voor je wint, dan kun je succesvol<br />

zijn.<br />

Ik heb De Prooi gelezen ja, over de ondergang van ABN Amro. Heel frappant.<br />

De ruzies, de intriges. Het verschil tussen een bank en de twee industriële bedrijven<br />

die ik heel goed ken, is dat in die industriële bedrijven teams veel belangrijker<br />

waren dan bij banken. Daar was heel weinig politiek gedoe. Er was wel<br />

rivaliteit, maar gezonde rivaliteit. Mensen hadden dezelfde doelen. Ik denk dat<br />

de financiële wereld een bijzonder soort van mensen aantrekt. In deze sector<br />

zijn personen vaak belangrijk in het behalen van succes en dat maakt de cultuur<br />

individualistischer.<br />

In mijn ogen moet ING één bank zijn. In de ‘back to basics’- strategie leg ik<br />

daar ook de nadruk op. We zijn één bank, één organisatie, één managementteam<br />

en we hebben één balans. En we gaan samen proberen om daar een sterke<br />

bank van te maken. Daar zijn we sinds april mee bezig en dat begint heel leuk<br />

te werken. Ik zie een verandering komen in de manier van werken, in teamwork,<br />

in het kijken naar de mogelijkheden om dingen gezamenlijk te doen. We werken<br />

aan een nieuwe cultuur. Daarin houden we het allemaal wat soberder. Ook op dat<br />

punt: back to basics. Op een vergadering met onze managers geen luxe diners,<br />

geen celebraties voor lezingen en evenementen, maar gewoon ons: simpel, zo-<br />

20 duurzaam hersteL<br />

back to basics 21


Donald Kalff<br />

ondernemer en publicist<br />

‘ Ik vecht<br />

niet tegen<br />

windmolens’<br />

INTERVIEW<br />

Hij heeft iets van het type wetenschapper. Is niet voor niets gepromoveerd. Toch<br />

is hij ook een man van het bedrijfsleven. Hij werkte als manager voor Shell en was<br />

lid van de Groepsraad van KLM. Tegenwoordig is hij ondernemer, investeerder,<br />

adviseur en publicist. Maar misschien is Donald Kalff vooral een profeet. In 2004<br />

verkondigde Kalff in zijn boek ‘Onafhankelijkheid voor Europa’ het einde van het<br />

Amerikaanse ondernemingsmodel. Al vond hij een breed gehoor, feitelijk bleef<br />

hij een roepende in de woestijn. Nog geen vier jaar daarna brak de wereldwijde<br />

financieel-economische crisis uit, die vele banken en ondernemingen in haar val<br />

meesleepte.<br />

Kalff is niet iemand van alleen kritiek. Hij weet ook hoe het beter kan. En dat is<br />

niet de terugkeer naar het Rijnlandse model. In juni 2009 publiceerde hij zijn<br />

tweede boek: ‘Modern kapitalisme, alternatieve grondslagen voor grote ondernemingen’,<br />

waarin hij een nieuw ondernemingsmodel presenteert.<br />

Een interview op zijn kantoor in een klassiek pand aan een Haarlems park. De<br />

zon die de hoge ramen van de erker naar binnenvalt, geeft een zwaar gesprek<br />

toch iets lichts.<br />

23


De Angelsaksische crisis<br />

‘Het is verbazingwekkend dat zo weinig mensen de afgelopen jaren vraagtekens<br />

hebben gezet bij het Amerikaanse ondernemingsmodel. Die eenzijdige focus<br />

op aandeelhoudersrendement, winst per aandeel, ceo’s die veel te veel macht<br />

kregen en commissarissen die hun macht niet gebruikten, dat kon nooit goed<br />

aflopen.<br />

Mijn eerste boek was een aanval op het Angelsaksische model. Ik zag dat de<br />

grote beursgenoteerde bedrijven, die de trekkers van de economische ontwikkeling<br />

zouden moeten zijn, helemaal niet goed functioneren. Ze mogen in het verleden<br />

buitengewoon succesvolle formules hebben ontdekt, ze zijn niet in staat<br />

zichzelf te vernieuwen en heel slecht in het ontwikkelen van nieuwe producten.<br />

Shell bijvoorbeeld heeft het geprobeerd met zon, elektriciteit en windenergie,<br />

maar het is allemaal op niets uitgelopen. Efficiëntieverhoging, kostenbesparing<br />

en uitstoot van arbeid zijn synoniemen geworden.<br />

De enige manier waarop veel bedrijven nieuwe producten aan hun portefeuille<br />

kunnen toevoegen en kosten kunnen besparen, is door fusies en overnames.<br />

Althans, dat denken veel raden van bestuur. Maar 80 procent van de fusies leidt<br />

tot geen enkele meerwaarde, integendeel: juist tot verlies. Fusies gaan ten koste<br />

van toekomstige positieve kasstromen.<br />

Het probleem is dat beursgenoteerde bedrijven geen andere kant op kunnen.<br />

Ondernemingen kunnen niet aan het keurslijf van Angelsaksische bedrijfsvoering<br />

ontsnappen, omdat ze zijn overgeleverd aan Angelsaksische adviseurs,<br />

bankiers en analisten. Het Angelsaksische model is de absolute norm. En daar<br />

heeft deze crisis niets aan veranderd. Het begint allemaal gewoon weer opnieuw.<br />

De paradox is dat in naam van de aandeelhouder vele miljarden aan economische<br />

waarde worden vernietigd.’<br />

C.V. DONald kalff<br />

1949 Geboren te Zandvoort<br />

Opleiding:<br />

Doctoraal Bedrijfskunde, Interfaculteit Bedrijfskunde Delft;<br />

gepromoveerd aan de Wharton School, Universiteit van<br />

Pennsylvanië<br />

1974-1980 Wetenschappelijk medewerker prof. Harry ter Heide<br />

1980-1990 Verschillende managementposities, Koninklijke/Shell<br />

1990-1997 Lid Groepsraad KLM<br />

1997-2000 Hoofdonderhandelaar KLM, fusies en allianties<br />

2001-heden<br />

Ondernemer en investeerder in biotechnologie, adviseur<br />

en publicist<br />

De Rijnlandse onmacht<br />

‘Het Rijnlandse model kan dat probleem niet oplossen. Het zou vreselijk zijn als<br />

we nu met ons allen onze toevlucht zouden zoeken bij een benadering die niet<br />

bestand is gebleken tegen het zwakke Angelsaksische model. Bovendien: het<br />

Rijnlandse model heeft ook perverse trekjes.<br />

Het Rijnlandse model draait om een evenwichtige afweging van de uiteenlopende<br />

belangen van verschillende partijen, zoals aandeelhouders, werknemers<br />

en maatschappelijke organisaties, en niet te vergeten de bestuurders en managers,<br />

die ook zo hun eigen belangen bij de bedrijfsvoering hebben. Gevolg is<br />

dat het bestuur van een op Rijnlandse leest geschoeid bedrijf zich bij belangrijke<br />

besluitvormingsprocessen, bijvoorbeeld een investeringbeslissing, van het ene<br />

compromis naar het andere worstelt. De raad van bestuur doet overal concessies<br />

en moet ieders belang meenemen, ook als die belangen niets met de onderneming<br />

zelf te maken hebben. Intern sneuvelen goede ideeën omdat met<br />

de belangen van allerlei bedrijfsonderdelen rekening moet worden gehouden,<br />

extern moet het bestuur onderhandelen met bijvoorbeeld milieuorganisaties die<br />

willen scoren ten opzichte van hun achterban. Dat zorgt ervoor dat de uiteindelijk<br />

genomen beslissingen veel zwakker zijn dan ze kúnnen zijn. Ook daardoor<br />

wordt waarde vernietigd. Die eindeloze compromissen leiden ertoe dat eigenlijk<br />

niemand tevreden is.<br />

Het probleem van het Rijnlandse model is dat het een onderneming als een<br />

belangen-gemeenschap ziet. Dat is onjuist. Een bedrijf is een werk-gemeenschap.’<br />

De almachtige bestuurder<br />

‘In beide modellen – het Angelsaksische en het Rijnlandse – hebben de bestuurders<br />

van ondernemingen veel te veel macht gekregen. De bestuursvoorzitter is<br />

niet langer de primus inter pares van een college dat gezamenlijk verantwoordelijk<br />

is, maar de zeer zichtbare leider, de ceo, de enige functionaris die met gezag<br />

de onderneming kan vertegenwoordigen.<br />

In samenspraak met de president-commissaris speelt de topbestuurder een<br />

actieve rol bij de selectie van nieuwe commissarissen. Door de agenda van de<br />

commissarissenvergadering vast te stellen en de informatievoorziening aan de<br />

commissarissen te orkestreren, heeft hij alle mogelijkheden om discussies te<br />

beïnvloeden. De ceo regeert, vaak met on<strong>herstel</strong>bare beschadiging van de onderneming<br />

tot gevolg.<br />

De commissarissen zijn daar op geen enkele manier tegen opgewassen. Het<br />

navrante is dat commissarissen wel over de bevoegdheden beschikken, maar<br />

die niet uitoefenen. Ze nemen hun vak niet serieus. Het is een keuze: óf je beperkt<br />

je tot financiële en operationele kengetallen en je koestert de illusie dat<br />

die een getrouwe weergave van de werkelijkheid zijn, óf je gaat je werkelijk ➞<br />

24 duurzaam hersteL<br />

ik vecht niet tegen windmolens 25


verdiepen in die onderneming. Maar niemand kan mij vertellen dat je met tien<br />

vergaderingen per jaar in enig opzicht greep kunt krijgen op de complexiteit van<br />

een onderneming. Als je kijkt naar de grote drama’s binnen grote ondernemingen<br />

in de laatste tien jaar, dan hebben de commissarissen als het erop aan<br />

kwam, steeds gefaald.<br />

Organisatiedeskundige Henry Mintzberg heeft al in 1992 een boek geschreven<br />

waarin hij laat zien hoeveel verschillende taken een ceo te vervullen heeft. Zijn<br />

dagen zijn gevuld met vergaderingen en daartussendoor moet hij een overmaat<br />

aan vragen beantwoorden en kleine en grote crises bezweren. Hij kan onmogelijk<br />

alle rapporten en mededelingen tot zich door laten dringen. Hij schiet tegenover<br />

alles en iedereen die zijn aandacht en steun verdienen, tekort en wordt voortdurend<br />

fysiek, intellectueel en emotioneel overvraagd. Onder die omstandigheden<br />

is het uitgesloten dat een bestuurder voldoende leiding kan geven aan de groei<br />

en ontwikkeling van de onderneming. Uiteraard blijft dit alles onbesproken; de<br />

mythe van de almachtige bestuurder mag niet worden ontzenuwd.’<br />

Perverse prikkels<br />

‘Natuurlijk: er zijn uitzonderingen. Iemand als Ad Scheepbouwer heeft bij KPN<br />

werkelijk een verschil gemaakt en het bedrijf van de ondergang gered. Maar<br />

meestal wordt de betekenis van bestuurders zwaar overschat.<br />

Elke bestuurder erft een groot aantal beslissingen van zijn voorganger, die<br />

samen van grote invloed zijn op de resultaten van de onderneming. Als je als<br />

bestuurder je uiterste best doet, kun je er misschien drie of vier goede beslissingen<br />

aan toevoegen en er een paar herzien in het licht van nieuwe ontwikkelingen.<br />

Dan ben je al een tópbestuurder. Er is mijns inziens geen direct causaal<br />

verband tussen de beslissingen die een bestuurder geacht wordt te nemen, en<br />

de resultaten van het bedrijf over vier of acht jaar. Het koppelen van de beloning<br />

aan ondernemingsprestaties op de lange termijn is daarom tot mislukken gedoemd.<br />

Bestuurders en managers staan bloot aan perverse prikkels. Dat zijn vaak<br />

zeer aanzienlijke financiële prikkels, die erop gericht zijn de koers van het aandeel<br />

te verhogen. In combinatie met een contract voor beperkte tijd werkt dat<br />

pervers. Een bestuurder probeert de winst per aandeel op te voeren, ten onrechte<br />

denkend dat de koersontwikkeling daarmee gediend is. Hij steekt dus niet<br />

veel geld in onderzoek en ontwikkeling, want dat gaat allemaal ten koste van de<br />

winst. Wat heb je eraan om als bestuurder economische waarde voor de toekomst<br />

te creëren, als je op de kortetermijnwinst wordt afgerekend? Als je voor<br />

vier jaar bent aangenomen, dan ga je als rationeel manager aandelen inkopen,<br />

zodat de beurskoers stijgt. Dat is dan ook op grote schaal gebeurd. Veel ondernemingen<br />

hebben zich suf geleend om aandelen terug te kopen. Ze hebben nul<br />

waarde toegevoegd, maar wel hun solvabiliteit in gevaar gebracht en de risico’s<br />

voor de onderneming vergroot.<br />

Ook dieper in de organisatie spelen persoonlijke financiële belangen een significante<br />

rol. Van niemand mag worden verwacht dat hij beslissingen steunt die zijn<br />

financiële positie ondergraven, hoe wenselijk die beslissingen voor de onderneming<br />

als geheel ook mogen zijn.<br />

Het ergste is dat verhoging van de beurskoers een louter illusoir doel is. Er<br />

is geen enkele relatie tussen de beurskoers en de werkelijke waarde van het<br />

bedrijf. Als je kapitaal en mensen opoffert om de beurskoers op te voeren, zit je<br />

als bestuurder helemaal verkeerd. Je kunt net zo goed een geblinddoekte aap<br />

ezeltje-prik laten spelen.’<br />

Het Europese model als oplossing<br />

‘De oplossing is dat we een model creëren waarin de onderneming centraal staat<br />

en alle besluiten gericht zijn op het creëren van meerwaarde door en voor de onderneming.<br />

Daar gaat mijn boek ‘Modern kapitalisme’ over. Ik pleit voor juridisch<br />

maatwerk. Het toezicht, het bestuur, de organisatiestructuur en de besluitvormingsprocessen<br />

moeten worden afgestemd op de aard van de onderneming,<br />

de gebruikte technologie, de structuur van de markten waarop de onderneming<br />

opereert, en haar vooruitzichten op die markten.<br />

In het Angelsaksische model verschaft de aandeelhouder, als enige risicodrager,<br />

de onderneming legitimiteit. In het Rijnlandse model zijn dat de partijen<br />

die bij de onderneming betrokken zijn. In mijn model is de enige bron van legitimatie<br />

de onderneming zelf. Een onderneming is werkelijk iets heel bijzonders.<br />

Het is een vorm van samenwerking tussen vele specialisten die het mogelijk<br />

maakt op duurzame wijze economische waarde toe te voegen. Het enige doel<br />

van de onderneming is: waarde toevoegen.<br />

Een belangrijk onderdeel van mijn model is een uitvoerende, Statutaire Raad<br />

die zich richt op de ondernemingstaken: de nodige vernieuwing, de aanpassing<br />

van de organisatie daaraan, de benoeming van bestuurders en management,<br />

het ontwikkelen en bewaken van de wijze van bedrijfsvoering en de financiering<br />

van de onderneming. De raad is ondergeschikt aan de onderneming. De leden<br />

laten zich niet leiden door deelbelangen, noch door eigen belangen. Zij zijn in alle<br />

opzichten onafhankelijk. Ze worden voor een lange periode benoemd en hebben<br />

geen nevenfuncties. Hun omvangrijke takenpakket vergt volledige inzet en daar<br />

staat een hoog, vast salaris tegenover.<br />

De statutaire raad wordt gecontroleerd door de zogeheten ‘Werkgemeenschap’,<br />

een ondernemingsorgaan dat louter ten dienste staat van de onderneming.<br />

De werkgemeenschap bestaat alleen uit medewerkers van de onderneming.<br />

Zij gaat niet over de beslissingen van de raad, maar wel over de goedkeuring<br />

van voorstellen voor benoemingen van leden van de raad. Zij spreekt de raad aan<br />

op eventuele afwijkingen in de bedrijfsvoering, zoals overschrijdingen van gedragsnormen<br />

door managers of het negeren van de criteria voor goede besluitvorming.<br />

➞<br />

26 duurzaam hersteL<br />

ik vecht niet tegen windmolens 27


In dit model is geen plaats voor een raad van commissarissen. De kracht ervan<br />

is dat beslissingen binnen de onderneming zelf worden gehouden, zonder ruis<br />

van buiten, in de vorm van externe belangen.’<br />

De toepasbaarheid van het Europese model<br />

‘Het Europese model is heel geschikt voor nieuwe ondernemingen, want die zijn<br />

vrij om de besluitvorming geheel naar nieuwe inzichten te organiseren. En ook<br />

voor banken en voor directeuren-grootaandeelhouders, die een geschikte vorm<br />

zoeken voor de overdracht van hun bedrijf, zonder dat het karakter van dat bedrijf<br />

wordt gewijzigd.<br />

Ik weet zeker dat mensen om zo’n baan in een statutaire raad zullen vechten.<br />

Veel van de huidige bestuurders en commissarissen, maar ook veel talent dat<br />

de laatste jaren is verspild. Er is een kunstmatige schaarste aan bestuurders<br />

gecreëerd. Mensen die het nooit tot ceo konden of wilden schoppen, kunnen in<br />

een statutaire raad een grote bijdrage leveren.<br />

Ik verwacht overigens niet dat de grote beursgenoteerde bedrijven mijn model<br />

zullen overnemen. Ik ben geen Don Quichot. Ik ga geen windmolens bestrijden.<br />

Die beursgenoteerde bedrijven zitten in een keurslijf waar ze niet uit kunnen.<br />

Het enige dat ik kan zeggen is dat er in mijn model elementen zitten, die<br />

breed toepasbaar zijn. Ook binnen beursgenoteerde ondernemingen. Niets hoeft<br />

hen ervan te weerhouden om de economische waarde van hun onderneming<br />

centraal te gaan stellen. Niets hoeft raden van commissarissen ervan te weerhouden<br />

hun wettelijke bevoegdheden te gebruiken. Ze moeten hun taak veel serieuzer<br />

nemen. Je zou toch hopen dat zo’n raad van commissarissen zich een<br />

goed beeld verwerft van de managers die voor bestuursfuncties in aanmerking<br />

zouden kunnen komen. Je mag hopen dat ze diep inzicht hebben in de concurrentiepositie<br />

van het bedrijf, als ze een investering van honderden miljoenen<br />

moeten goedkeuren. Dat ze de risico’s van een overname goed kunnen inschatten.<br />

Allemaal zeer tijdrovende taken. Een raad zou drie tot vijf leden moeten<br />

hebben, die deze functie fulltime gaan vervullen. En de ceo kan met groot gemak<br />

vervangen worden door collegiaal bestuur.’<br />

‘ Ik geloof niet in<br />

de manier waarop<br />

bedrijven nu<br />

met verantwoord<br />

maatschappelijk<br />

ondernemen omgaan’<br />

Maatschappelijk verantwoord ondernemen<br />

‘Het enige doel van een onderneming is het creëren van economische meerwaarde.<br />

Duurzame waarde. Dat klinkt misschien eenzijdig, maar in de praktijk<br />

valt dat reuze mee. Dit doel dwingt de organisatie namelijk om jaren vooruit te<br />

kijken, om haar positieve kasstromen te beschermen en op te voeren. En dat<br />

betekent een geweldige sprong voorwaarts op het gebied van maatschappelijk<br />

verantwoord handelen. ➞<br />

28 duurzaam hersteL<br />

29


Een oriëntatie op de toekomst betekent automatisch dat je ook kijkt naar maatschappelijke<br />

en andere invloeden. Het is geen toeval dat alle goede, grote ondernemers<br />

een heel goed gevoel hebben of hadden voor hun tijdsgewricht. Een<br />

goede ondernemer weet ook hoezeer hij van zijn medewerkers afhankelijk is.<br />

Medewerkers die door de technologische vooruitgang steeds meer specialisaties<br />

ontwikkelen en daardoor steeds meer van elkaar afhankelijk worden. De<br />

goede ondernemer creëert de voorwaarden voor samenwerking.<br />

Dat hele leerstuk van maatschappelijk verantwoord ondernemen – ik weet<br />

dat ik tegen schenen schop –, daar geloof ik niet in. Ik geloof niet in de manier<br />

waarop bedrijven er nu mee omgaan. MVO speelt absoluut geen rol op het moment<br />

dat budgetten worden vastgesteld. Het speelt geen rol op het moment dat<br />

een bedrijf wordt overgenomen, een investering wordt gepleegd of een manager<br />

wordt benoemd. Forget it. MVO is nog steeds een vijgenblad.<br />

Het Angelsaksische ondernemingsmodel woekert door, tot in het onderwijs<br />

en de gezondheidszorg. Politieke en maatschappelijke tegenkrachten schieten<br />

schromelijk tekort. De paradepaarden van dit model, de financiële instellingen,<br />

gaan al weer over tot de orde van de dag en hernemen hun bonusbeleid. Het<br />

enige dat een dam kan opwerpen tegen de financiële economie, is de reële economie.<br />

Bedrijven die werkelijk meerwaarde creëren voor de toekomst. Alleen dat<br />

leidt tot duurzaamheid.’<br />

Interview: 22 september 2009<br />

30 duurzaam hersteL<br />

ik vecht niet tegen windmolens 31


Meiny Prins<br />

algemeen directeur Priva<br />

‘ Het kan<br />

morgen al<br />

een stuk<br />

duurzamer’<br />

INTERVIEW<br />

Meiny Prins is sinds 2003 directeur van Priva, een familiebedrijf met 400 werknemers,<br />

dat al vijftig jaar duurzame oplossingen biedt op het gebied van klimaatbeheersing<br />

en procesbeheer voor de glastuinbouw en utiliteitsbouw. Ze trad<br />

daarmee in de voetsporen van haar vader.<br />

Dat lag helemaal niet zo voor de hand, want ze volgde de pedagogische academie<br />

en de academie voor beeldende kunst, werkte een tijd in het onderwijs en<br />

richtte daarna een eigen ontwerp- en communicatiebureau op. Duidelijk was wel<br />

dat ze een ondernemend type is, en dat komt er ook meer en meer uit. In 2009<br />

werd ze uitgeroepen tot Zakenvrouw van het Jaar. Meiny Prins is een vrouw met<br />

een grote passie en een geweldige drive om de wereld stapje voor stapje duurzamer<br />

te maken. Te beginnen bij vandaag.<br />

Met de Priva-Campus, het eigen hoofdkantoor van Priva in De Lier, laat het bedrijf<br />

zien welke kant het op moet: het pand is innovatief, mensvriendelijk, kleurrijk,<br />

licht en bovenal: klimaatneutraal. Een gesprek in een kantoor met het prettigste<br />

werkklimaat van Nederland.<br />

33


Het kan stukken duurzamer<br />

‘Nederland zou morgen al een stuk duurzamer kunnen zijn. Weet je hoeveel megawatt<br />

energie en miljarden euro’s we zouden kunnen besparen als we er morgen<br />

mee zouden beginnen om de installaties van gebouwen beter af te stemmen op<br />

het gedrag van de gebruikers? Dat gaat over 20 tot 30 procent energiebesparing<br />

in zo’n 60.000 kantoren.<br />

Ons eigen kantoor is een van de eerste klimaatneutrale kantoren in Nederland.<br />

Het pand sluit helemaal aan bij onze activiteiten en doeleinden, maar kan<br />

later even gemakkelijk worden omgebouwd tot seniorenwoningen of bedrijfsverzamelgebouw.<br />

Met dit gebouw willen we laten zien dat het kan: duurzaam<br />

bouwen. De kale bouwkosten bedroegen 14 miljoen euro, inclusief de installaties<br />

van 4 miljoen. We gingen er vanuit dat we die installatiekosten in vijf tot zeven<br />

jaar met energiebesparing terug zouden verdienen, maar het blijkt al in drie tot<br />

vijf jaar te kunnen. Geen ondernemer die daar niet voor wil gaan, tenminste,<br />

niet als hij zelf eigenaar is van het gebouw. Veel projectontwikkelaars vinden de<br />

risico’s nog te groot. Zij willen de investering sneller terugverdienen, omdat ze<br />

vooral naar de korte termijn kijken.<br />

De nationale doelstelling is om in 2020 30 procent CO 2 -reductie te behalen<br />

ten opzichte van 1990. Als we in het huidige tempo doorgaan, gaan we dat<br />

absoluut niet halen. Terwijl het geen enkel probleem hoeft op te leveren om die<br />

doelstelling wel te halen. Daar zouden we zelfs business van kunnen maken in<br />

Nederland. Het halen van dat doel heeft nog steeds geen prioriteit. Het wordt<br />

blijkbaar pas urgent als de energieprijzen weer omhoog gaan.<br />

We doen veel te weinig om duurzaamheid te stimuleren binnen Nederland. Je<br />

ziet het bijvoorbeeld ook bij de voedselproductie. Een glastuinbouwer produceert<br />

tomaten en paprika’s in kassen. Dat gebeurt optimaal duurzaam. We mogen het<br />

C.V. Meiny prins<br />

1962 Geboren in Delft<br />

1975 Havo Christelijk Lyceum Delft<br />

1980 Pedagogische Academie<br />

1983 Pedagogiek Universiteit Leiden<br />

1984 Leerkracht in het basisonderwijs<br />

1985 Leerkracht aan de mavo<br />

1988 Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten<br />

1990 Freelance grafisch ontwerper<br />

1995 Start eigen ontwerpbureau De Stal<br />

2000 Studie bedrijfskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

2004 Lid van de directie van Priva<br />

2007 Algemeen directeur Priva<br />

2009 Winnares Prix Veuve Clicquot 2009, Zakenvrouw van het Jaar<br />

nog net niet biologisch noemen, want de wortels staan in watergoten in plaats<br />

van in de volle grond, maar op die manier kan het water juist worden hergebruikt.<br />

Zo’n kas vraagt een aardige investering. Dat maakt die tomaten iets duurder dan<br />

tomaten die in het buitenland op de volle grond worden geteeld, maar wel zwaar<br />

bespoten worden. En die hogere prijs is een probleem. Want supermarkten gaan<br />

voor de laagste prijs. De consumenten moeten beter geïnformeerd worden zodat<br />

zij zelf de keuze kunnen maken tussen duurzaam geproduceerd of niet.’<br />

<strong>Duurzaam</strong>heid als missie<br />

‘De missie van Priva heeft alles te maken met duurzaamheid. Onze slogan is:<br />

creating a climate for growth. Groeien is een prachtig woord. Planten groeien,<br />

mensen groeien. Het gaat allemaal om ontplooiing. Dat geldt voor medewerkers,<br />

voor klanten en voor het bedrijf zelf. Door te groeien, kan Priva zijn missie<br />

uitvoeren.<br />

Sinds ik hier zes jaar geleden ben ingestapt, is Priva enorm gegroeid. We zijn<br />

bijna klaar om het bedrijf verder internationaal uit te bouwen. De kern van het<br />

bedrijf is intussen absoluut niet veranderd. Onze kernwaarden zijn integriteit en<br />

betrokkenheid. Daar hebben we er nog eentje aan toegevoegd: waarmaken. Het<br />

mag niet bij ideeën en woorden blijven, zorg ervoor dat het gebeurt. Het komt<br />

aan op de resultaten, zeker bij een onderneming.<br />

Wij zijn ontzettend gericht op ontwikkeling en innovatie. We hebben er een<br />

aparte afdeling voor: innovation & research. Daar zijn mensen bezig met echt<br />

creatieve, soms gekke en innovatieve dingen. Zo mogelijk in samenwerking met<br />

anderen. Het mooie van innovatie is dat het altijd ‘op de grens’ gebeurt. Let<br />

maar op: innovaties zijn vaak grensoverschrijdend tussen sectoren of vakgebieden.<br />

We kunnen de warmte uit de kassen bijvoorbeeld gebruiken voor de verwarming<br />

van woningen. We telen tomaten op water waar we ook vis mee kweken. We<br />

ontwikkelen een slimme robot die tomaten kan plukken.<br />

Wij zijn altijd op zoek naar baanbrekende projecten, gericht op duurzaamheid.<br />

Onze klanten in de tuinbouwsector produceren meer tomaten en gebruiken daarbij<br />

minder energie en water. Daar bouwen wij computersystemen voor, die ook bij<br />

nieuwe klanten heel snel in gebruik kunnen worden gesteld. Wij zetten duurzaamheid<br />

om in een rendementsdoelstelling, en dat spreekt ondernemers aan.’<br />

Maak het waar<br />

‘Er zijn heel veel bruikbare ideeën op het gebied van duurzaamheid. Vooral in<br />

het mkb. Technisch is veel mogelijk. We kunnen het energiegebruik in Nederland<br />

werkelijk enorm terugdringen en de CO 2 -uitstoot en de vervuiling fors verminderen.<br />

Maar we willen het niet. De ambities zijn te laag of er zijn te veel andere<br />

belangen. ➞<br />

34 duurzaam hersteL<br />

het kan morgen al een stuk duurzamer 35


Waarom bouwen we nieuwe kolencentrales in de Maasvlakte? Waarom willen<br />

we CO 2 opslaan in de bodem, terwijl we bij de bron moeten zijn? Dat begrijp ik<br />

niet. We moeten het probleem bij de bron aanpakken. We moeten op een andere<br />

manier gaan denken. Er is een mentaliteitsverandering nodig.<br />

<strong>Duurzaam</strong>heid vraagt om een langere termijn visie, maar ook om handelen<br />

op de korte termijn. Er zijn dingen die je vandaag kunt doen en die je ook móet<br />

doen om je doelstellingen te behalen. Neem het Westland: een prachtige omgeving<br />

om de warmte uit de kassen te koppelen aan een warmtevoorziening in<br />

woonwijken. Er is geen gemeente in Nederland waar kassen en huizen zo dicht<br />

op elkaar staan. Eén hectare kassen kan 1200 woningen verwarmen. We hebben<br />

hier 2770 hectare kassen, dus reken maar uit: we hebben genoeg energie, zelfs<br />

voor de randgemeenten. Technisch kunnen we het, en we kunnen er vandaag<br />

mee beginnen. Maar dan komt Den Haag. De overheid is meester in het heroverwegen,<br />

in plaats van gewoon aanpakken. Ze hebben nu hun hoop gesteld op geothermie:<br />

aardwarmte. Ze denken dat die vorm van energieopwekking nog meer<br />

oplevert dan het benutten van de warmte uit de kassen, en daarom hebben ze<br />

besloten daar toch nog maar even op te wachten. En dus gebeurt er voorlopig<br />

niets.<br />

Een kernwaarde van Priva is: maak het waar! Doe de dingen die je vandaag<br />

kunt doen. Daar zou Nederland al een stuk beter van worden.’<br />

Overheid als aanjager<br />

‘We maken ons drukker om de 500 euro die we straks misschien allemaal extra<br />

moeten betalen in verband met de kredietcrisis dan om de 40 procent verlies<br />

aan biodiversiteit op de wereld en de enorme problemen met bruikbaar water die<br />

eraan gaan komen. Daar sluiten we nog steeds onze ogen voor.<br />

Het frustrerende is dat in Nederland alles zo lang duurt. Dat zou ik willen<br />

veranderen. Dat is mijn drive. Maar het kan niet zonder de overheid. De overheid<br />

moet veel meer een aanjaagrol vervullen, zodat de ambities worden opgeschroefd.<br />

Er is vooral ook bestuurlijke innovatie nodig. Te beginnen bij de departementen.<br />

Er zou één ministerie van Energie en Milieu moeten komen, in plaats van de<br />

huidige drie die er zijdelings mee bezig zijn. Zo’n ministerie heeft het vermogen<br />

om processen bij elkaar te brengen en dynamiek los te maken. Het stimuleert<br />

investeringen in duurzaamheid in plaats van die te belasten of af te remmen,<br />

en houdt eenmaal ingezet beleid een tijd vol in plaats van het na een tijdje af te<br />

breken.<br />

Wij beginnen bij Priva niet eens meer aan het aanvragen van subsidies voor<br />

projecten. Het zijn alleen maar eindeloze, tijd- en energievretende procedures.<br />

Wat ik het liefst zou willen, is dat dit kabinet ons een regelvrij stukje Nederland<br />

geeft, zodat we kunnen laten zien wat er allemaal mogelijk is en dat het werkt. Ik<br />

zou dolgraag gewoon ergens in Nederland met een proefstukje beginnen. ➞<br />

‘ Laat dit kabinet<br />

ons een regelvrij<br />

stukje Nederland<br />

geven, zodat we<br />

kunnen laten zien<br />

wat er allemaal<br />

mogelijk is<br />

en dat het werkt’<br />

36<br />

duurzaam hersteL


Leren door crises<br />

‘Deze crisis heeft voor veel mensen vreselijke gevolgen, maar toch zit er ook<br />

een positieve kant aan. De crisis geeft impulsen om bepaalde stappen te zetten.<br />

Stimuleert bedrijven om anders naar hun processen te kijken en zich anders te<br />

organiseren, zodat ze met minder mensen meer kunnen doen.<br />

Ik geloof dat zich altijd weer crises zullen voordoen. We zitten nu met de<br />

kredietcrisis, daarna komt de energiecrisis, die komt straks absoluut met extra<br />

kracht terug. Daarna krijgen we de watercrisis. En daarna komen er vast nog een<br />

paar. De wereld wordt zo vloeibaar, dat er voortdurend dingen veranderen en zich<br />

continu nieuwe crises kunnen voordoen.<br />

Het lijkt wel of we drama’s nodig hebben om nieuwe dingen te beginnen, om<br />

doorbraken te forceren. We hebben blijkbaar giga olieprijzen nodig om ervoor<br />

te zorgen dat we elektrische auto’s, batterijen en zonnepanelen gaan produceren.<br />

We hebben crises nodig om oplossingen te bedenken voor het water- en<br />

voedselprobleem en de voedselveiligheid. Het schijnt dat we juist op die manier<br />

leren.<br />

Bedrijven kunnen zich maar beter op crises voorbereiden. Bijvoorbeeld door<br />

dynamische organisaties te vormen met een flexibele schil, waardoor je gemakkelijk<br />

20 procent kunt terugvallen of groeien. Die dynamische, flexibele schil stimuleert<br />

ook om meer samenwerking te zoeken met andere bedrijven, in flexibele<br />

en tijdelijke verbanden. Je zoekt partners om iets te ontwikkelen en als de samenwerking<br />

is uitgewerkt, begin je de volgende liefdesrelatie. Met universiteiten,<br />

bedrijven of andere organisaties. Je bent als bedrijf maar een heel klein deeltje<br />

van een groter geheel. Je hebt elkaar nodig om echt iets te bereiken.’<br />

deel hun eigen toekomst. De wereld is nog niet af. In de taal van het geloof zou ik<br />

zeggen: we zijn bezig met de voleinding, de voltooiing van de wereld. We hebben<br />

nog heel wat te doen voor de wereld in haar perfecte staat is.<br />

Als we met z’n allen denken dat de wereld ten onder gaat, dan gaat dat vast<br />

en zeker gebeuren. Dan creëren we onze eigen ondergang. Maar als we het anders<br />

willen, dan gaat het anders. Er is in de wereld al heel veel veranderd, er zijn<br />

al heel wat goede initiatieven genomen sinds de film van Al Gore. Het klimaat<br />

staat op de agenda, ook op de agenda van ontwikkelingslanden. Dat zijn dingen<br />

die mij hoop geven. We zijn nog niet te laat, maar we moeten wel ontzettend<br />

tempo gaan maken.’<br />

Interview: 10 augustus 2009<br />

Alles begint bij voedsel<br />

‘Mijn passie ligt bij innovatie en duurzaamheid, speciaal op het vlak van duurzame<br />

voedselproductie- en voorziening. Alles begint bij voedsel, heb ik ooit iemand<br />

horen zeggen. Of misschien bij water. Water is de basis van voedsel. En voedsel<br />

is de basis van kennis. Als je geen voedsel hebt, kun je ook niet leren.<br />

Er is in de wereld nog zoveel te doen. Daarom richten wij ons ook op China en<br />

het Verre Oosten. Als we daar beginnen met lokale voedselproductie in kassen,<br />

midden in de woestijn of andere droge gebieden, dan mogen we geen energie en<br />

water verspillen, maar moeten we het gelijk goed doen.<br />

Ons bedrijf, ons hele land kan in dat soort landen en in ontwikkelingslanden<br />

qua kennis een enorme bijdrage leveren. Ik ben ervan overtuigd dat onze toekomstige<br />

economische kracht in de export van kennis ligt, bijvoorbeeld op het<br />

gebied van waterzuivering en watertechnologie.<br />

Mijn glas is altijd halfvol. Ik geloof erin dat mensen een groot vermogen hebben<br />

om iets te creëren, ten goede of ten kwade. Wij hebben zelf de financiële crisis<br />

gecreëerd, en die kunnen we ook zelf oplossen. Mensen bepalen voor een groot<br />

38 duurzaam hersteL<br />

het kan morgen al een stuk duurzamer 39


Peter de Wit<br />

president-directeur Shell Nederland<br />

‘ Tijd creëren<br />

voor<br />

duurzame<br />

oplossingen’<br />

INTERVIEW<br />

Er is bijna geen bedrijf dat zich meer verdiept in de klimaatproblematiek dan<br />

Shell, de op een na grootste energieproducent in de wereld. Er gaat bijna geen<br />

dag voorbij of Peter de Wit, president-directeur van Shell Nederland, heeft het<br />

erover. Met medewerkers, met politici, bedrijven, maatschappelijke organisaties<br />

en relaties. En soms ligt hij er wakker van. Hij is een echte Shell-man: in 1970 bij<br />

Shell begonnen. Sindsdien heeft hij voor Shell tal van functies vervuld in buitenen<br />

binnenland. Een man met een stemgeluid dat de gesprekspartner vraagt om<br />

op het puntje van de stoel te gaan zitten.<br />

Een gesprek over de keuzes die Shell maakt als het gaat om misschien wel de<br />

grootste opgave in deze tijd: een radicale energietransitie. Van olie en gas naar<br />

hernieuwbare brandstoffen. En dat bij een verdubbeling van de energievraag in<br />

de komende veertig jaar.<br />

41


Een ‘hick-up’ in de tijd<br />

‘Deze financiële crisis is een moeilijke tijd. Maar als we hier over tien, vijftien<br />

jaar op terugkijken, dan zeggen we: dat was een ernstige hick-up in de economie.<br />

Deze crisis zal geen blijvende gevolgen hebben. De crises op het gebied van<br />

energie, voedsel en water zijn voor de lange termijn veel ernstiger.<br />

Financiële cycli horen er bij, met alle ups and downs. Daar moet je je als bedrijf<br />

en als maatschappij zo goed mogelijk op voorbereiden. Het grootste gevaar is<br />

dat we nu zo worden opgeslokt door de financiële crisis, dat we de grote problemen<br />

die op de langere termijn spelen voor ons uitschuiven.<br />

De crisis geeft ons enig respijt, maar niet veel. Dit jaar produceren we voor<br />

het eerst in tientallen jaren minder CO 2 , over twee jaar gaat die uitstoot gewoon<br />

weer omhoog. De komende veertig jaar groeit de energievraag in de wereld met<br />

zo’n 100 procent, dankzij opkomende economieën zoals China en India en de<br />

groei van de wereldbevolking – die rond de 50 procent zal zijn. Dat betekent dat<br />

de energieproductie ook verdubbeld moet worden.<br />

Als we niet uitkijken, missen we de kans om nu echte oplossingen te realiseren.<br />

Het is ontzettend belangrijk dat we de periode 2010–2020 goed benutten.’<br />

Veranderen kost tijd<br />

‘Uiteindelijk moet de wereld naar een CO 2 -arm energiesysteem. Maar het gaat<br />

nog wel 50 tot 80 jaar duren voor we dat redelijk voor elkaar hebben. Het aandeel<br />

hernieuwbare energie in het totale energieverbruik in de wereld is momenteel<br />

zo’n 1 procent. In Nederland zitten we op 2 of 3 procent. Het is onmogelijk om<br />

die 1 procent in veertig jaar uit te bouwen tot veel meer dan 30 procent. Daar<br />

moet je ongelooflijk veel voor doen, zeker als de energievraag ook nog eens verdubbelt.<br />

C.V. Peter de wit<br />

1949 Geboren in Amstelveen<br />

1971 Afgestudeerd in Economie en Politieke wetenschappen<br />

aan het Trinity College van Dublin University<br />

1971 In dienst bij Shell, diverse functies in Australië, Londen,<br />

hong Kong, Maleisië<br />

1999 Verantwoordelijk voor de regio Azië/Pacific bij Shell Gas and<br />

Power in Singapore<br />

2006 Executive vice president voor Global Business bij Gas and<br />

Power, met de verantwoordelijkheden LNG, elektriciteitsopwekking<br />

en ‘Clean Coal Energy’<br />

2007-heden President-directeur van Shell Nederland B.V.<br />

Bij Shell verwachten we dat het aandeel hernieuwbare energie pas aan het eind<br />

van de eeuw aanmerkelijk groter zal zijn dan het aandeel gas en olie. Daarbij wil<br />

ik overigens benadrukken dat gas de schoonste fossiele brandstof is. Daar zetten<br />

we bij Shell sterk op in. We produceren al bijna evenveel gas als olie.<br />

Het punt is: de komende tien, twintig jaar zal hernieuwbare energie onze problemen<br />

nog niet oplossen, maar we blijven in die periode wel enorm veel CO 2<br />

produceren. We kunnen ons domweg niet veroorloven daar niets aan te doen. Als<br />

we blijven wachten, redden we het niet meer. Daarom wil Shell nu investeren in<br />

de opslag van CO 2 . Er zijn in Nederland enorme ondergrondse gasvelden, zowel<br />

in de Noordzee als op het land, die daar heel geschikt voor zijn. Daarmee kunnen<br />

we de grootste problemen voorlopig oplossen. En het is ook commercieel<br />

interessant: we krijgen de kans om in de ontwikkeling van CO 2 -opslag als land<br />

redelijk vooraan te staan.<br />

Tegelijkertijd moeten we doorgaan met het ontwikkelen van hernieuwbare<br />

energie. Maar dan wel zo efficiënt mogelijk. We moeten alle zeilen bijzetten en<br />

iedereen moet meedoen, maar de vraag is wie op welk gebied een belangrijke<br />

bijdrage kan leveren.<br />

In Nederland ligt veel nadruk op wind en zon. Shell heeft dit jaar besloten<br />

voorlopig niet meer te investeren in windenergie. Die beslissing hebben we weloverwogen<br />

genomen. Het belangrijkste argument voor ons is dat wij op het gebied<br />

van zon- en windenergie qua technologie niet veel hebben toe te voegen.<br />

Wij zijn bijvoorbeeld geen turbinebouwer en ook geen elektronicaproducent.<br />

Onze filosofie is dat wij ons het best kunnen concentreren op dingen waar wij<br />

goed in zijn. Biobrandstoffen liggen als vakgebied dichter bij onze expertise. We<br />

kunnen er beter mee werken als we kijken naar de investeringen die we al gepleegd<br />

hebben. Onze netwerken van benzinestations kunnen bijvoorbeeld redelijk<br />

gemakkelijk omgebouwd worden voor de levering van biobrandstoffen.’<br />

Prikkels voor vernieuwing<br />

‘Er zijn mensen die hadden gehoopt dat Shell ook zou blijven investeren in zonen<br />

windenergie. Maar voor ons is dat vooralsnog geen logische keuze.<br />

We zijn in de jaren negentig begonnen met de zoektocht naar hernieuwbare<br />

energie. Niemand wist toen nog welke richting het op zou gaan. Wij hebben de<br />

laatste vijftien jaar 2 miljard dollar uitgegeven aan renewables: windmolens bijvoorbeeld,<br />

zowel op zee als op land, en we zijn ook bezig geweest met zon. Van<br />

die projecten hebben we de laatste jaren veel geleerd, maar het gaat in onze<br />

ogen nog heel lang duren voordat die ontwikkelingen commerciële potentie<br />

hebben.<br />

Als je kijkt wat het kost om windenergie op zee op te wekken, dan gaat het<br />

niet alleen om de torens die je neerzet, maar ook om het netwerk dat nodig is<br />

om die energie op te vangen en de in te bouwen extra capaciteit voor windstille<br />

dagen. Je moet die kosten eerlijk en over de hele linie bekijken. Onze conclusie ➞<br />

42 duurzaam hersteL<br />

tijd creëren voor duurzame oplossingen 43


is dat offshore windenergie zonder subsidie op dit moment geen renderende<br />

investering is. Je kunt wel 6000 MW neerzetten, zoals het kabinet nu besloten<br />

heeft, maar laten we maar hopen dat dit gepaard gaat met een almaar verbeterende<br />

technologie.<br />

Laten we leren van Duitsland: de productie van zonne-energie. Producenten<br />

krijgen daar een garantie op afname van zonne-energie. Dat is absoluut geen<br />

prikkel voor vernieuwing en verbetering van technologie. Wie een afnamegarantie<br />

krijgt, neemt geen risico en blijft gewoon bezig met bestaande technologie.<br />

En aan het eind van het liedje is het de burger die ervoor betaalt.<br />

Bij Shell vinden wij investeringen in industrieën die op termijn alleen met subsidies<br />

overeind kunnen blijven, niet duurzaam. Wat ons betreft, zou de overheid<br />

zo veel mogelijk moeten investeren in research & development. Ze kan helpen de<br />

productiekosten van hernieuwbare energie dusdanig te verlagen dat subsidies<br />

uiteindelijk niet meer nodig zijn.<br />

Het beproeven van nieuwe dingen kost veel tijd en geld. Wij zien het elke keer<br />

als we iets nieuws uitvinden. Iemand komt op een idee, we maken er een project<br />

van, we doen er in de operationele sfeer ervaring mee op, vervolgens stellen we<br />

de techniek bij en dan gaan we opnieuw kijken. Een gemiddeld onderzoeksproces<br />

duurt jaren, maar uiteindelijk komen we dan wel met een goede oplossing.<br />

Het is belangrijk dat er meer geld komt om technieken uit te proberen, die oplossingen<br />

bieden voor de langere termijn.<br />

Wij zijn nu met diverse partners in verschillende projecten bezig met technologie<br />

ontwikkeling. We doen bijvoorbeeld onderzoek naar de productie van algen<br />

voor biobrandstof. Het grote voordeel is dat je dat op zee kunt doen. Er zijn wel<br />

400 verschillende soorten algen, we kijken welke soorten het meest productief<br />

zijn. Vermoedelijk hebben we nog zo’n tien, vijftien jaar nodig om tot het punt te<br />

komen waarop we een beslissing kunnen nemen om al of niet op grote schaal te<br />

investeren.’<br />

‘ Er is de neiging om<br />

op dit moment<br />

vooral aan korte<br />

termijn oplossingen<br />

te werken’<br />

Politieke verleiding<br />

‘Het de hoogste tijd om op wereldniveau actie te nemen om zo spoedig mogelijk<br />

tot CO 2 -reductie te komen. Maar we moeten wel de juiste beslissingen nemen<br />

voor de langere termijn. Het gaat mij te ver om het symboolpolitiek te noemen,<br />

maar ik vind dat Nederland geobsedeerd is door windenergie.<br />

Als je wereldwijd aan mensen vraagt: wat zou in 2030 het aandeel zijn van<br />

hernieuwbare energie in het totaal van het aanbod van energiedragers? Dan<br />

zijn de verwachtingen in de rest van de wereld veel lager dan in Nederland. In<br />

Nederland denken we dat we op korte termijn heel veel kunnen veranderen. Er is<br />

dus een enorme druk op de regering om dingen te verwezenlijken, terwijl we in<br />

de realisatie juist achterlopen ten opzichte van de beleidsdoelstellingen.<br />

De verleiding is groot om dan met kortetermijnoplossingen komen. Heel begrijpelijk<br />

voor politici, die rekening moeten houden met verkiezingen. Maar als ➞<br />

44<br />

duurzaam hersteL


je het klimaat wilt verbeteren op lange termijn, dan moet je zorgen dat je met de<br />

juiste oplossingen komt, en die hebben vaak tijd nodig.<br />

Neem de elektrische auto. Over veertig jaar zullen elektrische auto’s zeer<br />

waarschijnlijk een belangrijk deel van de mobiliteit voor hun rekening nemen.<br />

Ministers spreken al over een miljoen auto’s in 2020. Maar de technologie is er<br />

op dit moment nog niet. We zitten allemaal te wachten op een oplossing voor<br />

de batterij, zodat zo’n auto veel meer kilometers kan maken. Daar wordt al lang<br />

aan gewerkt, maar de technische oplossing loopt niet altijd gelijk met wat de<br />

publieke opinie wil. Iedereen hoopt op een doorbraak, maar niemand weet wanneer<br />

die komt.<br />

En vergeet niet: als het hele wagenpark, 10 miljoen auto’s, wordt omgezet<br />

in elektrische auto’s, dan hebben we dertig nieuwe energiecentrales nodig. En<br />

waar gaan we die op stoken? Als dat kolen zijn, zijn we niet beter af dan met<br />

benzine-auto’s. En wat doen we met de enorme bel CO 2 die dan ontstaat? Die<br />

moeten we opslaan.’<br />

Hoge bomen vangen veel wind<br />

‘Shell staat over het algemeen in Nederland bekend als een verantwoorde operator<br />

die over een breed scala van dingen duurzaam bezig is. Natuurlijk krijgen<br />

we ook nogal eens kritiek te verduren. De beslissing om niet verder te investeren<br />

in windenergie, heeft met name bij milieuorganisaties tot veel onbegrip geleid.<br />

Het hoort er bij. Hoge bomen vangen veel wind. Iedereen denkt dat wij onbeperkt<br />

geld hebben om te investeren, maar dat is niet zo. We hebben dit jaar zo’n<br />

28 miljard dollar om te investeren. Dat lijkt en is veel, maar onderzoek en projectontwikkeling<br />

in onze industrie kosten ook heel veel geld. Wij zijn de op één na<br />

grootste particuliere energiebusiness in de wereld. Wij hebben onze rol te spelen<br />

in de wereldwijde energieproductie. We praten hier niet over een incidenteel<br />

project waarvoor een oplossing moet komen, maar over de energiebehoefte over<br />

vijftig jaar. Hoe kunnen we die oplossen op de beste manier, met zo min mogelijk<br />

CO 2 -uitstoot.<br />

Daar moeten meerdere partijen een bijdrage aan leveren. Wij zijn daar een<br />

van. Maar intussen hebben we wel een bedrijf te runnen. We moeten investeren<br />

op een basis die zo goed en duurzaam is dat we over vijftig jaar nog bestaan.<br />

Daarom moeten we keuzes maken. Als we kijken naar de lange termijn, dan kunnen<br />

we beter onze bijdrage leveren op gebieden waar we veel van af weten. En<br />

dat blijven we in Nederland uitleggen. Misschien moeten we het nóg beter uitleggen.<br />

Daarom houden we ook openbare energiedebatten in het land. Daar is iedereen<br />

welkom. We willen het debat aangaan over de toekomst van de energievoorziening:<br />

wat zijn de oplossingen, wat zijn de alternatieven, en wie kan het best<br />

aan welke oplossing werken. Daar willen we graag met mensen over spreken,<br />

want niemand heeft alle antwoorden.’<br />

Een wereldwijde aanpak<br />

‘Onze huidige manier van leven is niet houdbaar. Dat weet iedereen. Of we op<br />

tijd zullen zijn om de planeet te redden? Ik ben geen klimaatexpert, maar ik<br />

heb begrepen dat we een gemiddeld 2 graden hogere temperatuur kunnen tolereren,<br />

al levert dat ook al grote problemen op. Als we daarboven komen, dan<br />

zit de wereld in een enorme problematiek. Dit is de tijd waarin de beslissingen<br />

genomen moeten worden. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik met mensen<br />

over dit onderwerp praat. En soms lig ik daar ook wakker van.<br />

Alleen: het moet niet iets zijn waar slechts een deel van de wereld aan mee<br />

doet en de rest niet, want dan krijg je een enorme onbalans in bijvoorbeeld investeringen<br />

en handel. Dan riskeren wij het verlies van onze hele industrie in<br />

Europa. Dit probleem moet wereldwijd geëntameerd worden. Wij willen dat er<br />

een level playing field komt.<br />

De vraag is: hoe krijgen we de ontwikkelingslanden zo ver dat ze meedoen?<br />

Zij hebben nog niet veel CO 2 geproduceerd – behalve misschien China – terwijl<br />

wij al jarenlang te veel uitstoten. Het hangt van de rest van de wereld af óf en op<br />

welke manier de ontwikkelingslanden hierin mee willen en kunnen doen.<br />

Gelukkig neemt het gevoel voor urgentie toe. Als je kijkt waar de discussie nu<br />

staat in vergelijking met vijf jaar geleden, dan zijn we een heel stuk verder. Maar<br />

we moeten niet nog vijf jaar wachten voor er beslissingen worden genomen,<br />

bijvoorbeeld over het opvangen van CO 2 . Natuurlijk, het is een tussenoplossing,<br />

maar als we er binnen een redelijke periode, tien tot vijftien jaar, op grote schaal<br />

in slagen om CO 2 op te slaan, dan geeft ons dat een hoop breathing space om<br />

met nieuwe oplossingen te komen, op basis van nieuwe technologie.<br />

Er intussen kan een scala van dingen bijdragen aan een veel lagere ecologische<br />

footprint. We kunnen enorm veel energie besparen, bijvoorbeeld door een<br />

nieuwe manier van bouwen. We kunnen de efficiëntie van de motor verbeteren,<br />

we moeten allemaal ons gedrag veranderen, we kunnen duizend andere dingen<br />

doen. Dat moeten we allemaal niet nalaten. Maar we moeten er rekening mee<br />

houden dat het nog tientallen jaren gaat duren voor we hernieuwbare energie<br />

grootschalig kunnen inzetten.<br />

Wij maken als concern een enorme transitie door. We moeten wel, als we over<br />

tachtig jaar nog willen bestaan. Een ding is zeker: over 50 jaar zal biobrandstof<br />

een belangrijk deel van het energieaanbod vormen. Ook zon- en windenergie<br />

en elektrische auto’s zullen dan een belangrijke rol spelen, maar alleen dankzij<br />

substantiële technologie verbetering, zonder subsidies.’<br />

Interview: 24 september 2009<br />

46 duurzaam hersteL<br />

tijd creëren voor duurzame oplossingen 47


Anne Jan Zwart<br />

directeur Ecostyle<br />

‘ Een nieuwe<br />

economische<br />

orde’<br />

INTERVIEW<br />

Anne Jan Zwart, directeur van Ecostyle, is een van de honderd invloedrijkste<br />

Nederlanders op het gebied van duurzaamheid. Dagblad Trouw en omroep Llink<br />

plaatsten hem op de 52e plaats op de ranglijst die in het voorjaar van 2009 werd<br />

gepubliceerd.<br />

Het 42-jaar oude familiebedrijf Ecostyle produceert biologische mest- en bestrijdingsstoffen,<br />

hondenbrokken en kattenvoer, is actief in tien Europese landen,<br />

en heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Het hoofdkantoor staat<br />

in het Friese Appelscha, maar er zijn vergevorderde plannen om te verhuizen<br />

naar een nieuw bedrijvenpark (17 hectare) in het nabijgelegen Oosterwolde. Dat<br />

park is mede door Ecostyle geïnitieerd: het Eco-Munity Park. ‘Een plek waar economie<br />

en ecologie met elkaar in evenwicht zijn.’<br />

Anne Jan Zwart is onder meer bestuurslid van MVO Nederland en voorzitter van<br />

de taskforce Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) van Tuinbranche<br />

Nederland. Een gesprek met een aimabele, bevlogen Friese mkb-ondernemer.<br />

Radicaal, maar niet veroordelend.<br />

49


De crisis als ‘reset’<br />

‘Als de crisis íets heeft opgeleverd, dan is het dat er meer dan ooit aandacht is<br />

voor planet en people. We hebben het afgelopen jaar veel geleerd. Er heeft een<br />

soort ‘reset’ plaats gevonden. Ineens zijn er dingen gebeurd die geleid hebben<br />

tot de ineenstorting van een economisch systeem. Dat heeft veel partijen aan<br />

het denken gezet.<br />

Mensen beseffen dat de planet wel eens bepalend zou kunnen zijn voor<br />

people en profit. Zoals bij een regenton met duigen: de laagste duig bepaalt de<br />

inhoud van de ton.<br />

Het bruto binnenlands product bijvoorbeeld was altijd dé thermometer van<br />

de economie, maar nu hoor ik steeds meer mensen zeggen dat er ook andere<br />

waarden zijn dan alleen de economische productie. Dat vind ik heel bijzonder.<br />

Het echte probleem van de crisis is het verlies van vertrouwen. De vertrouwenscrisis<br />

is nog fundamenteler dan de economische crisis. Het begon natuurlijk<br />

met de banken en die enorme bonussen. Bestuurders zeiden het een en deden<br />

het ander. Daardoor is het vertrouwen ondermijnd. Dat zie je bijvoorbeeld<br />

terug op de huizenmarkt: heel veel mensen hebben geen cent minder dan vorig<br />

jaar, toch is met een ruk die hele huizenmarkt tot stilstand gekomen. Met alle<br />

consequenties van dien voor de bouw en de financiële wereld.<br />

C.V. ANNE JAN ZWART<br />

1955 Geboren te Assen<br />

1975 Medewerker bedrijfsbureau bij Fri-Ki, dochtermaatschappij<br />

van Cebeco Handelsraad<br />

1977 Indiensttreding bij Europlant BV<br />

1987 50 procent aandeelhouder van Europlant BV te Appelscha,<br />

opgericht door onder meer zijn vader<br />

1989 100 procent aandeelhouder Europlant<br />

1993 Oprichting Ecostyle BV voor ontwikkeling, verkoop en export<br />

van milieuveilige producten voor huis en tuin<br />

1996 Oprichting Ecostyle in België<br />

1997 Ecostyle in Denemarken<br />

2004-2007 Voorzitter Kamer van Koophandel Friesland<br />

2005 Oprichting Ecobiotica<br />

2005 Ecobiotica in Moskou<br />

2008 Overname Florissa Groep in Salzburg<br />

2000 Ecostyle uitgeroepen tot MKB-Onderneming van het Jaar<br />

2007 Verkozen tot Accelerating Entrepreneur of the Year<br />

2009 Tuinbranche Excellence Award<br />

We weten nu dat economie niet alleen iets is van de harde cijfers. Economie is<br />

geen wetenschap, economie is emotie.<br />

De schrik dat er blijkbaar niet zoveel hoeft te gebeuren om een heel systeem<br />

omver te krijgen, die schrik moeten we absoluut gebruiken om het voortaan anders<br />

te doen. Ook voor de crisis werd veel over maatschappelijk verantwoord<br />

ondernemen gesproken. Bij grote bedrijven gebeurde er best veel op dat vlak.<br />

Maar je moet je afvragen hoe eerlijk dat was: wat was windowdressing en greenwashing,<br />

en wat was echt gemeend? Uiteindelijk heeft de profit toch in veel<br />

gevallen boven planet en people gestaan.<br />

Natuurlijk moeten bedrijven en banken financieel gezond zijn, maar de keuzen<br />

die je maakt, moeten niet uitsluitend worden gemaakt op basis van de profit-gedachte.<br />

Je moet allereerst kijken wat de impact op natuur en milieu is.<br />

Gewoon maar doorgaan, het systeem houdt het wel - dat ís dus niet zo. Er zal<br />

echt iets moeten gebeuren. En anders zal de wal het schip keren.’<br />

<strong>Duurzaam</strong> produceren en inkopen<br />

‘Wat duurzaamheid is? In feite dat wij op zo’n manier in onze behoeften voorzien,<br />

dat we de komende generaties de gelegenheid geven om dat ook te doen.<br />

Als we zo doorgaan als nu, halen we dat niet. Dan hebben we de komende tien<br />

jaar niet één maar twee planeten nodig.<br />

De trend is gelukkig dat bedrijven verplicht worden om duurzaam in te kopen<br />

en te produceren. Steeds meer supermarktketens in binnen- en buitenland<br />

gaan knalharde eisen stellen. Wanneer je niet kunt garanderen dat jouw producten<br />

zonder kinderarbeid en op een milieuveilige manier worden geproduceerd,<br />

ook qua transport, dan hoef je die gewoon niet meer aan te bieden. En al heb je<br />

honderd keer de laagste prijs, dan mag je niet leveren. De eisen worden steeds<br />

harder en dat is goed.<br />

De overheid wil in 2010 voor 100 procent duurzaam inkopen, gemeenten voor<br />

75 procent. Het was misschien verstandiger geweest om niet meteen zo’n hoog<br />

percentage te noemen. Het zou makkelijker zijn om naar zo’n percentage toe te<br />

groeien en in de tussentijd meer voorlichting te geven en richtlijnen en criteria<br />

op te stellen, want er is veel onduidelijkheid over wat precies onder ‘duurzaam’<br />

moeten worden verstaan. Maar het is toch een beweging in de goede richting.<br />

Op mijn vakgebied betekent het bijvoorbeeld dat gemeenten ervoor kunnen<br />

kiezen om onkruid op een organische manier te bestrijden. Dat is veel beter voor<br />

het milieu, al moeten ze dan wel accepteren dat er ook meer geschoffeld moet<br />

worden. En ze kunnen in plaats van minerale kunstmest, organische meststoffen<br />

gaan gebruiken voor de bemesting van sportvelden.<br />

De productie van minerale mest is namelijk zeer vervuilend en kost enorm<br />

veel energie; 9 procent van de totale uitstoot van CO 2 in de wereld wordt veroorzaakt<br />

door de productie van kunstmest. Vroeger was het een uitkomst, maar in<br />

deze tijd hebben we echt geen kunstmest meer nodig. We weten waarom de ➞<br />

50 duurzaam hersteL<br />

een nieuwe economische orde 51


ene plant ziek wordt en de andere niet. Je kunt met organische teeltmethoden<br />

net zoveel produceren als met kunstmest. En het is veel beter voor de plant, de<br />

bodem en het watersysteem.<br />

Het zou het beste zijn om helemaal te stoppen met de productie van kunstmest,<br />

maar ja, wie gaat dat betalen? Kunstmestfabrikanten zullen niet uit zichzelf<br />

zeggen: ons product is zo belastend, we stoppen met de productie. En ze<br />

kunnen ook niet zomaar overgaan op organische meststoffen, want dan moeten<br />

ze een compleet nieuw bedrijf beginnen. Dat zijn ingewikkelde vraagstukken.<br />

Toch denk ik dat de kunstmestfabrieken over vijftien jaar wel verdwenen zullen<br />

zijn, omdat ze maatschappelijk niet meer geaccepteerd worden. Tenzij ze heel<br />

nieuwe productiemethoden uitvinden, maar die zullen het product dan wel twee<br />

keer zo duur maken.<br />

Organische middelen worden gelukkig steeds belangrijker op de markt. Alle<br />

kassen in binnen- en buitenland, in Europa en zelfs in Afrika, gebruiken biologische<br />

bestrijdingsmiddelen. Dertig jaar geleden stond dat in de kinderschoenen<br />

en werd er een beetje om gelachen. Nu wordt meer dan de helft van de bestrijding<br />

van ziekten en plagen onder glas door nuttige insecten en organismen gedaan.<br />

Die ontwikkeling is razendsnel gegaan.’<br />

‘ Mensen beseffen<br />

dat de planet<br />

wel eens bepalend<br />

zou kunnen zijn<br />

voor people en<br />

profit’<br />

Noodzaak tot optimisme<br />

‘Ik heb geen idee of we het op tijd gaan redden om de wereld duurzaam te maken.<br />

We kunnen niet in de toekomst kijken. Er zijn twee scenario’s: een optimistisch<br />

en een pessimistisch scenario en daartussen zit eigenlijk niks. De pessimistische<br />

visie is: we zijn gewoon te laat. We hebben al zo’n roofbouw op de<br />

aarde gepleegd dat die zich niet meer kan <strong>herstel</strong>len. De optimistische is: de<br />

aarde is nog te redden. Ook al is 85 procent van de biodiversiteit verdwenen en<br />

nooit meer terug te halen, en al weten we niet wat de impact daarvan op langere<br />

termijn zal zijn, de verwachting is dat we het met de huidige biodiversiteit wel<br />

kunnen redden.<br />

Ik ben van het optimistische scenario. Maar ook dat scenario vraagt om een<br />

aantal belangrijke keuzes en daar kunnen we niet lang meer mee wachten. Het<br />

roer moet radicaal om. Zachte maatregelen zullen niet helpen. Waarom heffen<br />

we niet een belasting op CO 2 ? Waarom zeggen we niet dat iedere ton CO 2 200<br />

of 300 euro kost? Als dat gebeurt, zullen we anders omgaan met mobiliteit en<br />

zullen we anders gaan produceren. Je kunt keuzes afdwingen door zaken te beprijzen.<br />

Ik weet dat de veerkracht van ecosystemen buitengewoon groot is. Ook<br />

daarom ben ik optimistisch. In de zeeën rond Canada waren gebieden waar heel<br />

veel kabeljauw voorkwam. Daar is zo veel gevist, dat er uiteindelijk nog maar<br />

3 procent kabeljauw over was. De vrees was dat er minimaal 12 procent over<br />

zou moeten zijn om de kabeljauwstand op een termijn van twintig jaar weer te<br />

<strong>herstel</strong>len. Nu blijkt die 3 procent, als we even helemaal niet vissen, toch ook ➞<br />

52<br />

duurzaam hersteL


voldoende om de stand weer te <strong>herstel</strong>len. Je kunt er alleen niet op rekenen dat<br />

dit bij alles wel zo zal zijn.<br />

Ik ben vooral optimistisch, omdat het heel triest wordt als je het opgeeft.<br />

Toen onze kleinkinderen geboren werden, vooral de eerste, had dat op mij een<br />

enorme impact. Het was een meisje en ik had toen net gelezen dat meisjes die<br />

nu geboren worden 50 procent kans hebben om honderd jaar te worden. Over<br />

honderd jaar zal de wereld er heel anders bijliggen. Maar de vraag is of we dat<br />

überhaupt redden. Dat geeft ons in deze tijd een grote verantwoordelijkheid.<br />

We moeten niet alleen optimistisch, we moeten ook realistisch zijn. Ik denk<br />

dat we met de huidige technologie heel veel kunnen oplossen. We kunnen de CO 2<br />

bijvoorbeeld beperken. Maar ook dat vraagt heel fundamentele keuzes. Als ik het<br />

geknoei rond de Milieutop in Kopenhagen zie, dan word ik daar niet blij van. Ze<br />

moeten radicaler zijn. Enerzijds om ervoor te zorgen dat er nu echt wat gebeurt.<br />

En anderzijds om niet een soort stemming te krijgen van: als ze het op dat niveau<br />

al niet met elkaar eens worden, wat zullen wij als consumenten dan nog.<br />

We moeten voorkomen dat er een gevoel van onmacht ontstaat.’<br />

Voorbeeld van duurzaamheid<br />

‘Soms word ik neergezet als een voorbeeld van duurzaamheid, maar daar heb<br />

ik het toch moeilijk mee. Ten eerste: je bent nooit klaar met duurzaamheid. Ten<br />

tweede: wie bepaalt dat ik het beter doe, vooroploop of koploper ben?<br />

Mijn doel is om te laten zien dat je met duurzaamheid succesvol kunt zijn. Ik<br />

vind het leuk om mijn ervaringen te delen. Maar dan niet vanuit: dit hebben wij<br />

goed gedaan en kijk ons het eens goed doen. <strong>Duurzaam</strong>heid is een zoektocht.<br />

Wij hebben vaak dingen gedaan waarvan we dachten dat ze heel goed waren,<br />

en later bleken ze gewoon niet goed genoeg te zijn. Dat is wel jammer, maar het<br />

hoort ook bij een proces van innoveren. Soms zit het mee en soms zit het tegen.<br />

Soms doe je het goed, en soms niet. Wij hebben keuzes gemaakt die op korte<br />

termijn ten koste gingen van de profit, maar ons op lange termijn in een positie<br />

brachten die dat meer dan goed maakte. Het is belangrijk om in deze dingen<br />

transparant te zijn.<br />

MVO gaat over verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. Dat<br />

moet ieder bedrijf voor zichzelf en op zijn eigen manier doen.<br />

We gebruiken tegenwoordig bijvoorbeeld veel genetisch gemodificeerde organismen<br />

in de landbouw en voedselindustrie. Genetische manipulatie van gewassen<br />

zou de enige manier zijn om voldoende voedsel voor de wereldbevolking<br />

te kunnen produceren. Maar daar geloof ik niets van. Het probleem van genetische<br />

modificatie is dat we de effecten ervan op lange termijn absoluut niet<br />

overzien. Niemand weet wat er met de gewassen gebeurt die zich in het wild met<br />

andere soorten kruisen. Het is een risico wat ik niet zou willen nemen, omdat we<br />

niet weten wat de consequenties ervan zijn.<br />

Een bedrijf dat maatschappelijk verantwoord wil ondernemen, moet ook durven<br />

zeggen: we kunnen niet overzien wat de impact van bepaalde productiemethoden<br />

of ingrepen zal zijn op de natuur, daarom doen we het nu in ieder geval<br />

nog niet. Maar die keuze moet elk bedrijf zelf maken. Ik oordeel niet graag over<br />

anderen.’<br />

Klein is beter<br />

‘Veel mkb’ers voelen zich enorm verantwoordelijk voor hun omgeving. Soms<br />

zelfs tot hun eigen schade. Als het slecht gaat, zijn ze er bijvoorbeeld niet goed<br />

in om op tijd mensen te ontslaan. Het gaat vaak om medewerkers die al heel<br />

lang bij zo’n bedrijf werken. Mkb’ers hopen te lang dat het wel weer goed zal<br />

komen, maar dan kan het soms helemaal fout gaan.<br />

Over het algemeen vind ik het mkb toch een voorbeeld voor andere bedrijven.<br />

Niet omdat ze het over maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben, maar<br />

omdat het in de genen van zo’n bedrijf zit. Je ziet mkb’ers over het algemeen<br />

niet zoveel rare dingen doen. Ze nemen verantwoordelijkheid voor hun omgeving<br />

en ze leggen verantwoording af, omdat ze aanspreekbare klanten en relaties in<br />

hun omgeving hebben.<br />

Om nog even terug te komen op de kredietcrisis: ik denk dat we de tijden van<br />

fusies nu wel hebben gehad, in de zorg, bij scholen en bij bedrijven. Het gaat<br />

weer terug naar kleinere eenheden, omdat die gewoon beter functioneren. In<br />

kleine eenheden is er een grotere betrokkenheid en meer verantwoordelijkheid,<br />

over en weer. Dat is nodig om bijvoorbeeld scholen en zorginstellingen beter te<br />

laten functioneren. We raken er steeds meer vanaf dat groot goed is. Het is beter<br />

om klein, slagvaardig, transparant en vooral ook betrokken te zijn. Dat wordt een<br />

van de sleutels van een nieuwe economische orde.’<br />

Interview: 28 september 2009<br />

54 duurzaam hersteL<br />

een nieuwe economische orde 55


Sylvia Borren<br />

Worldconnector, oud-directeur Oxfam Novib<br />

‘ Een andere<br />

wereld is<br />

mogelijk’<br />

INTERVIEW<br />

Ze was jarenlang het gezicht van Oxfam Novib. In 2008 nam ze afscheid, maar<br />

ze is bepaald niet opgehouden met werken. Sylvia Borren is co-voorzitter van de<br />

Worldconnectors, een onafhankelijke Nederlandse denktank voor internationale<br />

vraagstukken, van de wereldwijde burgerbeweging Global Call to Action Against<br />

Poverty (GCAP), en van EEN, het Nederlandse platform van ruim 50 ontwikkelingsorganisaties<br />

voor de millenniumdoelstellingen van de Verenigde naties. Ze<br />

is lid van de Adviesraad Internationale Vraagstukken van het ministerie van Buitenlandse<br />

Zaken en doet nog vele andere dingen. Een markante, gedreven vrouw<br />

die nooit de moed zal opgeven voor een betere wereld.<br />

57


Achttien duizend miljard dollar<br />

‘Het maakt niet meer uit van welke kant je het benadert, vanuit financiën, klimaat,<br />

voedsel, water of energie, er is een grote, wereldwijde crisis.<br />

Eén op de zes mensen in de wereld gaat met honger naar bed. De honger<br />

treft vooral vrouwen, kinderen, zieken en ouderen. VN-secretaris-generaal Ban<br />

Ki-moon heeft in 2008 op de Voedseltop in Rome 30 miljard dollar gevraagd om<br />

de voedselcrisis te bestrijden. Daarvan is inmiddels nog maar 3 miljard binnengekomen<br />

en uitgegeven.<br />

Laten we dat bedrag eens neerzetten tegen de bedragen die zijn uitgegeven<br />

om banken en bedrijven in de lucht te houden: 18 triljoen, ofwel 18.000 miljard<br />

dollar. Ook in Nederland zijn miljarden voor de redding van de banken betaald.<br />

Het bittere grapje gaat dat als mensen auto’s waren, ze eerder geholpen zouden<br />

worden.<br />

Ontwikkelingsorganisatie Oxfam heeft berekend dat er 100 miljard nodig is<br />

om serieus werk te maken van de klimaatproblematiek, inclusief aanpassingen<br />

en verzachtende maatregelen. Om de millenniumdoelstellingen te halen, hebben<br />

we 50 miljard nodig. In totaal gaat het dus om 150 miljard dollar.<br />

Wij dachten dat dit een enorm bedrag was en we hadden er begrip voor dat<br />

het moeilijk was om al dat geld bij elkaar te krijgen. Daarover ben ik nu in één klap<br />

anders gaan denken. Vergeleken met die 18.000 miljard is 150 miljard minder<br />

dan één procent. Een schijntje.<br />

Het geld is het probleem dus niet. Tot nu toe is er gewoon niet voor gekozen<br />

om de armoede en het klimaatprobleem aan te pakken. En dat zie ik als de échte<br />

crisis in de wereld: een enorme morele crisis.’<br />

De armste vrouwen zijn de dupe<br />

‘Het is niet nodig dat één kind op de wereld met honger naar bed gaat. Het<br />

hoeft echt niet. We kunnen iets tegen de honger doen. De voedselcrisis is deels<br />

veroorzaakt door speculatie met voedsel en door te weinig investeringen in de<br />

landbouw. De financiële crisis en de klimaatcrisis zijn allebei veroorzaakt in het<br />

C.V. sylvia borren<br />

1950 Geboren te Eindhoven<br />

1976-1980 Schooladviesdienst Haarlem<br />

1980-1985 Gemeente Haarlem, projectleider gezondheidsvoorlichting<br />

en opvoeding<br />

1985-1994 Organisatieadviesbureau De Beuk, consultant<br />

1994-1999 Novib, directeur projecten<br />

1999-2008 Oxfam Novib, algemeen directeur<br />

rijke Westen. Daar heeft de rest van de wereld geen aandeel gehad. Maar de<br />

gevolgen van deze crises treffen vooral de arme landen en de armste mensen:<br />

arbeidsmigranten, informele werkers en werksters met baantjes zoals huiskok<br />

en huishoudelijke hulp, en alle mensen die het zware en vuile werk doen. Op hun<br />

loon wordt bezuinigd of ze worden er het eerst uitbezuinigd.<br />

Wij in het Westen zullen aan den lijve nauwelijks iets van de crises merken. We<br />

eten er niet minder om. En als het water stijgt, verhogen we de dijken. Natuurrampen<br />

treffen die mensen het hardst die zichzelf en hun kinderen het minst<br />

kunnen beschermen en zich het slechtst kunnen verzekeren.<br />

Mensen die in armoede leven, besteden 80 procent van hun inkomen aan<br />

voedsel, en hebben geen reserves. Als je de verhalen hoort, die zijn hartverscheurend.<br />

Van de mensen die het het minst hebben in de wereld, was al 70<br />

procent vrouw – en dat percentage zal snel oplopen. Met alle ellende die daarvan<br />

komt: huiselijk geweld, prostitutie, illegale migratie, vrouwenhandel… omdat<br />

vrouwen vechten voor de toekomst van hun kinderen.<br />

Dat maakt deze crisis ook nog eens tot een enorme gender-crisis. De mensen<br />

die de financiële crisis hebben veroorzaakt, degenen die de banken hebben<br />

geleid, zijn hoofdzakelijk mannen. Degene die de prijs betalen in en met hun<br />

leven zijn vooral vrouwen.<br />

De crisis heeft niets veranderd. We gaan gewoon op het oude spoor verder<br />

– kijk maar naar de bonuscultuur. En we worden daartoe ook aangespoord<br />

door minister van Financiën Wouter Bos: we moeten als burgers vooral blijven<br />

consumeren. En als het gaat om de politieke zeggenschap in wereldwijde verbanden,<br />

zoals het Internationale Monetair Fonds, dan geldt volgens Bos nog<br />

steeds: wie betaalt bepaalt. De arme landen krijgen nauwelijks zeggenschap in<br />

besturen van internationale organisaties. De economische macht geldt ook als<br />

de morele macht. Dat is desastreus voor elke minderheid, voor immigranten,<br />

voor dieren, en ook voor natuur en milieu. Wie geen geld heeft of opbrengt, krijgt<br />

geen stem.<br />

Het IMF is sowieso weer teruggevallen in zijn oude patroon. Het verstrekt<br />

leningen aan landen, op voorwaarde dat ze de overheidsuitgaven omlaag brengen.<br />

Met als gevolg dat er wordt bezuinigd op gezondheidszorg en onderwijs,<br />

waardoor het talent van jongeren in ontwikkelingslanden wordt verspild en een<br />

enorme wissel op hun en onze toekomst wordt getrokken. Welke keuzes hebben<br />

zij nog? Als zij overleven zonder onderwijs, kunnen ze huis- of seksslaven worden,<br />

criminelen of kindsoldaten – of extremisten.’<br />

Er zijn oplossingen<br />

Alle oplossingen wijzen in dezelfde richting: het is van het grootste belang dat<br />

elke regio zelf voor onderwijs, gezondheidszorg en voedselzekerheid zorgt. Begin<br />

landbouw in lokale situaties en zorg ervoor dat vrouwen meebeslissen over wat<br />

er gebeurt. Kijk welke lokale mogelijkheden er zijn, wat er op het land verbouwd ➞<br />

58 duurzaam hersteL<br />

een andere wereld is mogelijk 59


kan worden en hoe we dat kunnen stimuleren. Van daaruit komen productieprocessen,<br />

kleine industrie en handel op gang. Regel dat zo lokaal mogelijk met<br />

microfinanciering en microverzekeringen en bouw dat langzaam uit van lokaal<br />

naar regionaal, nationaal en internationaal niveau. En vooral: bescherm lokale<br />

boeren en boerinnen tegen dumping van westerse goederen, zoals kippenpoten,<br />

melkpoeder en katoen, die de lokale markt totaal verpesten en door hun<br />

productiewijze en transport bovendien veel belastender zijn voor het milieu dan<br />

lokale productie.<br />

Als er in deze crisistijd een les geleerd had moeten worden, dan is het dat we<br />

naar de werkelijke kosten van producten moeten kijken: milieukosten, energiekosten<br />

en transportkosten. Dan zou het dumpen van goederen stoppen en zouden<br />

boeren en vooral boerinnen in ontwikkelingslanden een eerlijke kans krijgen<br />

om een eigen bestaan op te bouwen.<br />

De katoenboeren in Amerika krijgen kapitale subsidies van de Amerikaanse<br />

overheid, en blijven daardoor veel te veel produceren. Een groot deel van de katoen<br />

wordt gedumpt in Azië en Afrika, ten koste van katoenboerinnen, die hun<br />

bestaanszekerheid verliezen en hun kleine leningen niet meer kunnen terugbetalen.<br />

Daardoor hebben al vele duizenden Indiase boeren en boerinnen zelfmoord<br />

gepleegd.<br />

Het is een voorbeeld van hoe het vrije handelssysteem vals speelt. Het zogeheten<br />

vrije handelssysteem zorgt ervoor dat het rijke Westen vrij in arme landen<br />

kan dumpen, terwijl het andersom tariefmuren handhaaft. We horen altijd dat de<br />

vrijhandel ons gigantisch veel rijkdom heeft gebracht. Ja, ONS, het rijke Westen.<br />

Maar die vrijhandel heeft ook gigantisch veel armoede gebracht – vooral in ontwikkelingslanden.<br />

De oplossing begint bij investeringen in mensen en in lokale economieën.<br />

Door sociale vangnetten, onderwijs en gezondheidszorg, groene infrastructuur<br />

en eerlijke banen creëren we een basis voor duurzame economische groei en<br />

bestrijden we ook meteen de honger.’<br />

‘ Vergeleken met die<br />

18.000 miljard<br />

dollar voor<br />

de redding van banken<br />

en bedrijven is<br />

150 miljard voor<br />

het klimaat- en<br />

voedselprobleem<br />

een schijntje’<br />

De crisis was voorspeld<br />

‘Ontwikkelingswerk is voor mij niet zozeer een daad van solidariteit. Elk mens<br />

heeft het récht op onderwijs, eten en drinken, dat hebben we internationaal<br />

met elkaar afgesproken. Nederland geeft 0,8 procent van het bruto nationaal<br />

product uit aan ontwikkelingshulp. Als we daar ook 20 procent op moeten bezuinigen,<br />

zoals het kabinet als algemene maatregel heeft aangekondigd, dan<br />

zakken we onder de 0,7 procent en daarmee onder de internationale afspraak.<br />

Het navrante is: de hulp die wij in ontwikkelingslanden geven, weegt niet op<br />

tegen wat we verdienen aan het valse spel van de zogenaamde vrije wereldhandel.<br />

Het World Social Forum, de tegenhanger van het World Economic Social<br />

Forum in Davos, heeft al jarenlang gewaarschuwd dat er een financiële crisis ➞<br />

60<br />

duurzaam hersteL


zat aan te komen. Er is gewaarschuwd dat deze bubbel ging barsten, er is aangegeven<br />

hoe het anders zou kunnen, er zijn oplossingen beschreven én uitgeprobeerd,<br />

maar toch roepen alle wereldleiders en economen: niemand had deze<br />

crisis kunnen voorspellen. Zij wilden ons niet horen de afgelopen jaren.<br />

Daar word ik niet wanhopig van, daar word ik heel kwaad van. Het gekke is:<br />

de bedragen van het afgelopen jaar bewijzen alleen maar dat het mogelijk is<br />

dit allemaal op te lossen. Beste regeringsleiders, als jullie 18.000 miljard dollar<br />

over hebben voor de bestrijding van de financiële crisis, zullen we dan slechts 1<br />

procent daarvan besteden aan de millenniumdoelstellingen en het klimaat?’<br />

<strong>Duurzaam</strong>heid gaat over alle kosten<br />

‘Soms denk ik dat bedrijven nu echt door beginnen te krijgen wat duurzaamheid<br />

is, en dat het meer is dan PR, alleen erover práten. Waarom zouden wij ons<br />

rechtssysteem alleen toepassen binnen Nederland, en niet op Nederlanders die<br />

handelen in het buitenland? De internationale verdragen zouden daarvoor bepalend<br />

moeten zijn. Shell zou het heus niet in zijn hoofd halen om in Nederland<br />

gas af te fakkelen zoals het in Nigeria doet. Dat zou niemand hier accepteren.<br />

En niemand zou het accepteren als een bedrijf in Nederland aan kinderarbeid<br />

deed. We hebben een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Nergens<br />

staat dat die niet van toepassing is op het bedrijfsleven.<br />

Het bedrijfsleven erkent dat zelf ook. Bedrijven zien het als hun taak om<br />

mensenrechten te ‘respecteren’. De overheid heeft volgens hen de taak om<br />

mensenrechten te ‘beschermen’ en de civil society te ‘stimuleren’. Bewijst dit<br />

onderscheid in begrippen niet dat het bedrijfsleven nog steeds wegduikt voor<br />

de eigen verantwoordelijkheid? Zou het bedrijfsleven er niet samen met de vakbonden<br />

voor moeten zorgen dat mensenrechten ‘beschermd’ worden – overal,<br />

in iedere branche?<br />

Over de definitie van duurzaamheid kunnen we heel lang praten. Maar ik denk<br />

dat we allemaal heel goed weten wat duurzaam is. Kijk naar een product, naar<br />

waar het vandaan komt, hoe de productie- en handelsketen verloopt, wat de<br />

milieu-, energie- en transportkosten zijn, en wie welke winst maakt. Als je bijvoorbeeld<br />

gympies koopt, zou je moeten weten wat de kosten van materiaal en<br />

arbeid zijn geweest. De productieprijs is meestal maar 2 tot 3 procent van wat je<br />

in de winkel betaalt. Dat lijkt mij geen nette prijs voor een net product.<br />

Als de consument over informatie over de productieprijs beschikt, zal hij wellicht<br />

andere keuzes maken, zonder de hele keten te hoeven kennen. Hij kan zien<br />

hoeveel winst er wordt gemaakt in een korte of lange productieketen en bedenken<br />

hoe rechtvaardig dat is.’<br />

Moed en verantwoordelijkheid<br />

‘De overheid is burgers steeds meer gaan aanspreken als consumenten en als<br />

kinderen, niet als burgers met een gezonde eigen verantwoordelijkheid. Het<br />

wordt tijd dat de burgers zich nu laten horen en het ambt van burgerschap serieus<br />

gaan nemen.<br />

Laten we niet op leiders in de politiek, van bedrijven of organisaties wachten.<br />

We moeten als burgers het voortouw nemen. De meesten van ons hebben het<br />

gevoel dat we bezig zijn onze wereld kapot te draaien. De motor raakt oververhit.<br />

En iedereen weet wel iets wat hij kan doen om de wereld te verbeteren. Het enige<br />

wat ervoor nodig is, is burgerlijke moed en verantwoordelijkheid.<br />

Aan de internationale manifestatie Stand-up-and-Take-Action-against-<br />

Poverty hebben eind oktober 2009 173 miljoen mensen meegedaan in meer dan<br />

120 landen. Dat is 56 miljoen mensen meer dan in het jaar daarvoor. Elk jaar zijn<br />

er weer meer mensen die zich ervan bewust zijn dat het anders moet. Dat vind<br />

ik een hoopvol teken.<br />

Ik denk wel eens na over de Tweede Wereldoorlog, en vraag me dan af: waar<br />

zou ik gestaan hebben? Zou ik gedoken hebben, zou ik verzetsdaden hebben<br />

gepleegd of zou ik NSB’er zijn geworden? Je weet niet hoe moedig je zou zijn in<br />

zo’n situatie. Bij een dreiging van marteling heb ik over mijn eigen moed niet al<br />

te veel illusies.<br />

Die vraag: hoe moedig zou je zijn, die vraag speelt voor mij nu. We zitten in<br />

een van de grootste crises ooit. Juist nu gaat het erom: hoe betrokken zijn we,<br />

hoe moedig zijn we ten aanzien van de verandering die er moet komen. En hoe<br />

spreken we elkaar daarop aan?<br />

Een andere levensstijl kan ons best iets gaan kosten. Minder reizen, minder<br />

consumeren, minder vlees, minder benzine. Maar onderschat niet dat je er iets<br />

belangrijks voor terug krijgt: kwaliteit van leven. Minder kwantiteit misschien,<br />

maar meer kwaliteit.<br />

Ik ben zelden zo gelukkig als wanneer ik in het weekend in mijn caravan zit,<br />

met uitzicht op weilanden en paardjes. Met een zelfgemaakt vuurtje en sinds<br />

kort ook elektriciteit. Die rust helpt mij om in mijn leven in balans te blijven. Als<br />

tegenwicht tegen alle drukte.’<br />

Opgeven is geen keuze<br />

‘We leven in een cruciale tijd. Als we het niet radicaal anders gaan doen, maken<br />

we de wereld in een paar jaar kapot. Als de temperatuur met 2 procent stijgt,<br />

dan zal de opwarming van de aarde daarna vanzelf versnellen. We zijn allemaal<br />

met elkaar verbonden. Herman Wijffels, covoorzitter van de Worldconnectors,<br />

zegt altijd: ‘We zijn toch niet op de aarde gekomen om elkaar een poot uit te<br />

draaien en de aarde kapot te maken? Dat kan niet de bedoeling van de schepping<br />

zijn.’ ➞<br />

62 duurzaam hersteL<br />

een andere wereld is mogelijk 63


Mijn echte inschatting of het goed of mis zal gaan, hangt af van mijn bui. Soms<br />

denk ik: we blazen onszelf op. Al zal het fort Europa het misschien net iets langer<br />

volhouden dan de arme landen. Maar gelukkig ben ik meestal vechtlustig. Ik ben<br />

ervan overtuigd dat niet de politiek, maar de burgers het verschil gaan maken.<br />

Another world is possible.<br />

Ik kom veel moedige mensen tegen in mijn werk. In de akeligste en armste<br />

situaties heb ik de mooiste mensen ontmoet. Daarop is mijn optimisme gefundeerd.<br />

Vrouwen die na de grootste klappen opstaan en weer doorgaan, zich<br />

organiseren, andere vrouwen helpen en dingen op gang brengen. Dat soort ontmoetingen<br />

heeft mij enorm geïnspireerd. Als zíj de moed hebben om door te<br />

gaan, dan is opgeven voor mij geen keuze. Ik denk niet dat ik ooit kan stoppen.<br />

Het is een levensmissie. Mijn optimistische kant denkt: we gaan als mensen de<br />

les wel leren. We zijn nog net op tijd.’<br />

Interview: 30 september 2009<br />

64 duurzaam hersteL<br />

een andere wereld is mogelijk 65


Wim van de Donk<br />

oud-voorzitter WRR<br />

‘ Een tijd<br />

van grote<br />

verwarring’<br />

INTERVIEW<br />

Hij is welbespraakt en veelbelezen. Een man die het openbaar bestuur liefheeft,<br />

maar ook op vele wetenschappelijke terreinen zijn partij meeblaast. Zijn betogen<br />

zijn doorspekt met namen en uitspraken van internationale wetenschappers.<br />

Toch is Wim van de Donk, een bekend en toegewijd CDA’er, heel toegankelijk. Een<br />

echte Brabander, die met beide benen op de grond staat. Hij verbaasde vriend<br />

en vijand (maar vijanden heeft hij vermoedelijk niet) door commissaris van de<br />

koningin te worden van Noord-Brabant. Toch vooral een ceremoniële functie.<br />

Maar niet in Van de Donk’s ogen. Hij wil aanjager zijn van ondernemerschap, van<br />

publiek-private samenwerking en gemeenschapszin, en ziet het provinciehuis<br />

als goede uitvalsbasis om zijn persoonlijke missie te vervullen.<br />

Dit interview vindt plaats tijdens een van zijn laatste dagen als voorzitter van<br />

de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Gevestigd in een markant<br />

pand aan de Lange Vijverberg, met uitzicht op het Binnenhof en het torentje van<br />

de minister-president.<br />

67


Een morele crisis<br />

‘We leven in een turbulente tijd. Op de rand van een breukvlak. Decennialang is<br />

alles redelijk stabiel geweest, maar nu is alles fluïde. We zitten in een transitie<br />

tussen twee tijdvakken. De crisis is het signaal om die onvermijdelijke discontinuïteit<br />

onder ogen te zien. Iedereen die zegt te weten hoe het precies zit en<br />

hoe het nu moet, die moeten we vooral wantrouwen. Wat we hadden, komt niet<br />

terug. Waar we naar toe gaan, weten we nog niet. Alles beweegt, alles is onzeker.<br />

We dachten lang dat ontwikkelingen zich geleidelijk en lineair voltrekken, maar<br />

we zien nu veel meer sprongsgewijze, plotselinge veranderingen.<br />

Iedereen voelt dat er iets aan het veranderen is. We lopen vast langs de<br />

ecologische en de economische lijnen. We leven op een planeet waar alles met<br />

elkaar verbonden is en waar zelfs kleine oorzaken ver weg grote gevolgen kunnen<br />

hebben voor de kwaliteit en de toekomst van onze samenleving hier. Onder<br />

invloed van de technologie is iedereen van elkaar afhankelijk geworden en die<br />

interdependentie neemt alleen maar toe. Volgens de Britse politiek filosoof John<br />

Gray hebben we op veel terreinen grote vooruitgang geboekt, maar op andere<br />

was er ook achteruitgang. Vooral de kunst van het samenleven zijn we een beetje<br />

verleerd.<br />

Er ontstaat een nieuwe geopolitiek. Europa is niet meer wat het de afgelopen<br />

twee eeuwen was. Europa is onzeker, Amerika is in een crisis, Azië optimistisch.<br />

C.V. wim van de donk<br />

1962 Geboren in Veghel<br />

1980 VWO, Monseigneur Zwijsencollege Veghel<br />

1987 Doctoraalexamen Bestuurskunde Katholieke Universiteit<br />

nijmegen<br />

1997 Promotie doctor in de bestuurswetenschappen<br />

1995-1999 Universitair Docent Vakgroep Staatsrecht, Bestuursrecht<br />

en Bestuurskunde van de Katholieke Universiteit Brabant<br />

1999 Universitair Hoofddocent Bestuurskunde, Vakgroep<br />

bestuurskunde, Faculteit der Rechtsgeleerdheid,<br />

katholieke Universiteit Brabant<br />

2000 Bijzonder hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde,<br />

universiteit van Tilburg<br />

2002-heden Gewoon hoogleraar bestuurskunde, Universiteit van Tilburg<br />

2001-2003 Lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur<br />

2003 Lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />

2004-2009 Voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het<br />

regeringsbeleid<br />

2009- heden Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant<br />

Intussen eisen grote economieën als China en India hun plaats op. Er ontstaan<br />

nieuwe economische machtsverhoudingen in de wereld. Tektonische platen die<br />

aan het buigen zijn. Een fascinerend gezicht, maar ook ontzettend spannend.<br />

De grote vraag is of we deze transities zonder oorlog kunnen volbrengen.<br />

Daar ben ik echt ongerust over. Tot op heden zijn grote verliezen altijd opgelost<br />

via de weg van de oorlog. In de geschiedenis hebben oorlogen telkens voor<br />

een loutering gezorgd en de overgang naar een nieuwe tijd gemarkeerd. Sommige<br />

mensen zien achter de huidige crises de vier apocalyptische ruiters van<br />

de voedselcrisis, de klimaatcrisis, de ecologische crisis en de financiële crisis<br />

opdoemen.’<br />

Optimisme of pessimisme<br />

‘Ik geloof dat er in onze tijd een enorme opdracht ligt, die wij mee vorm moeten<br />

geven. Die opdacht maakt mij soms optimistisch, soms juist pessimistisch.<br />

Na het rapport van de Club van Rome heb ik geleerd dat er veel meer mogelijk<br />

is dan we denken. In de jaren zeventig kwam die club van wetenschappers met<br />

zeer pessimistische scenario’s over het milieu en de wereldvoedselproblematiek.<br />

Sindsdien zijn we erachter gekomen dat we met de huidige landbouwgronden,<br />

als we die goed exploiteren en nieuwe technieken toepassen, toch vele miljarden<br />

mensen kunnen voeden.<br />

We gaan inmiddels naar een wereldbevolking van 9 miljard. Het zal een gigantische<br />

toer worden om al die mensen te voeden op een manier die de planeet<br />

duurzaam kan dragen, maar hopelijk gaat dat toch lukken. We moeten goed<br />

uitrekenen wat er nodig is en wat er mogelijk is, rekening houdend met productiviteitsverbeteringen<br />

in de landbouw.<br />

Deze tijd zit vol bedreigingen, maar er zijn gelukkig ook steeds weer nieuwe<br />

technologische ontwikkelingen die het mogelijk maken om de uitdagingen van<br />

deze tijd het hoofd te bieden.<br />

We moeten echter blijven opletten. Niemand weet bijvoorbeeld precies wat<br />

de status van genetisch gemodificeerde gewassen is, of genetische modificatie<br />

goed of slecht zal zijn voor de natuur. We weten wel dat gen-tech maïs schadelijk<br />

kan zijn voor vlinders en insecten rond maïsvelden. Op sommige plekken is<br />

een bepaalde vlindersoort haast verdwenen. De afnemende biodiversiteit is op<br />

zichzelf een ernstig probleem. De bijencrisis is er een voorbeeld van. Als hele bijenvolken<br />

uitsterven, wordt de kruisbestuiving in bomen een groot probleem wat<br />

aanzienlijke gevolgen heeft voor de voedselproductie. Want die bijen brengen<br />

het stuifmeel over.<br />

Ik ben er niet gerust op. Ik vrees dat per saldo de echte crisis nog moet<br />

komen. Soms denk ik dat de huidige crisis nog niet hard en diep genoeg is geweest.<br />

Mijn intuïtie zegt dat we er nog niet zijn. Mensen zijn nog niet genoeg<br />

veranderd.’ ➞<br />

68 duurzaam hersteL<br />

een tijd van grote verwarring 69


Ons gedrag moet veranderen<br />

‘Gaan wij ons gedrag op tijd veranderen, zodat wij de mogelijkheden die de wereld<br />

ons biedt, niet beperken voor komende generaties? En willen we dat ook<br />

opbrengen? Gedrag veranderen is moeilijk. Op mijn voorstel zijn we binnen de<br />

WRR gaan onderzoeken of en hoe menselijk gedrag eigenlijk te beïnvloeden is.<br />

De overheid gaat er impliciet of expliciet vanuit dat het gedrag van mensen door<br />

allerlei regels, voorschriften en wetten te veranderen is. Maar de vraag is essentieel<br />

of en onder welke condities mensen bereid zijn hun gedrag te veranderen.<br />

Doorgaans zijn mensen korte termijn wezens. We kijken niet langer dan een<br />

paar jaar vooruit en zijn maar heel moeilijk te bewegen om naar de lange termijn<br />

te kijken. Daarom is de gedragsverandering op het gebied van roken toch wel indrukwekkend<br />

te noemen. Het is moeilijk om mensen af te brengen van gewoontes<br />

die op de lange termijn slecht zijn, maar op de korte termijn leuk en lekker.<br />

Neem de consumptie van vlees: tegenover 1 kilo rundvlees staat 9 kilo plantaardig<br />

veevoer; tegenover 1 kilo kip 2 kilo. Het eten van vlees is zeer belastend voor<br />

het milieu. Het zou veel opleveren als we allemaal wat minder vlees aten.<br />

Als de groeiende Chinese middenklasse hetzelfde wil als wij: stromend water,<br />

een koelkast, een auto en vliegvakanties, dan hebben we nog een aantal planeten<br />

extra nodig. Maar waarom zouden de Chinezen niet mogen krijgen wat wij<br />

voor onszelf heel gewoon vinden? Daar moeten we het over hebben. En dat zal<br />

ongetwijfeld ook gevolgen hebben voor ons gedrag.<br />

Een van de motieven van ontwikkelingssamenwerking was altijd: goed doen.<br />

Maar tegenwoordig wordt het steeds meer een kwestie van wederzijds eigenbelang,<br />

ook met het oog op de oplossing van het klimaatvraagstuk. We zullen het<br />

samen moeten doen. Solidariteit vraagt om pijnlijke keuzes aan onze kant. Wij<br />

moeten de ontwikkelingslanden helpen om zich niet te ontwikkelen ten koste<br />

van natuur en milieu zoals dat bij ons is gegaan.’<br />

‘ De grote vraag<br />

is of we<br />

deze transities<br />

zonder oorlog<br />

kunnen volbrengen’<br />

De overheid moet de regie nemen<br />

‘De overheid krijgt de komende tijd een belangrijke regierol. Dat zal nodig zijn om<br />

de komende jaren 40 miljard te bezuinigen. Maar als de overheid haar doelen wil<br />

bereiken, is zij voor een deel afhankelijk van het gedrag van mensen. En als ze<br />

dat wil veranderen, moet ze aansluiten bij wat in de samenleving zelf als noodzaak<br />

wordt gevoeld. De overheid kan de dingen niet in haar eentje veranderen. Zij<br />

zal de markt daarbij hard nodig hebben.<br />

Markten kunnen niet zonder sterke overheden. Ondernemers zijn fraai volk.<br />

Ze zeggen altijd: we willen competitie, alleen niet op hun eigen markt. De helft<br />

van de lobbyisten in Brussel wordt door het bedrijfsleven betaald om regels te<br />

maken die hun markt beschermen. De markt heeft een marktmeester nodig die<br />

spelregels maakt en handhaaft. Dat is altijd zo geweest, maar het is een tijd lang<br />

ideologisch verdacht gemaakt. ➞<br />

70<br />

duurzaam hersteL


In de afgelopen jaren hadden Nederlandse ondernemingen vooral als doel om<br />

aandeelhouderswaarde te creëren. Daar is op zichzelf niets mis mee. Maar als<br />

de belangen van aandeelhouders dominant worden, heb je toch een groot probleem.<br />

Dat is gebeurd met de Angelsaksische wind die hier waaide. Hele delen<br />

van het systeem zijn geleid door mensen die voor hun eigen belangen gingen,<br />

op de korte termijn. En daarin zit een existentiële crisis, die zijn oorsprong heeft<br />

in de jaren zeventig. Daar liggen de wortels van het extreme individualisme, de<br />

autonome individu die zich losmaakt van de gemeenschap.<br />

We staan op dit moment met z’n allen voor de vraag welke maatschappelijke<br />

ordening wij willen. Laten we niet doorslaan door óf de staat óf de markt heilig<br />

te verklaren. Het gaat uiteindelijk om de goede balans tussen overheid en markt.<br />

Ze kunnen niet zonder elkaar. En een boek als De Prooi van Jeroen Smit heeft<br />

wel laten zien dat besluitvormingsprocessen in het bedrijfsleven niet veel beter<br />

verlopen dan bij de overheid.<br />

Ik denk dat de nieuwe pauselijke encycliek Caritas in Veritate ons allemaal op<br />

dit punt wat te zeggen heeft. Die tekst is nu al een monument, ze begint bij het<br />

mensbeeld, en redeneert van daaruit naar de maatschappelijke ordening. Het<br />

gaat in een samenleving altijd om de menselijke waardigheid. Er is een spannende<br />

verhouding tussen het feit dat je als mens individu bent én lid bent van de<br />

gemeenschap. Beide aspecten moeten we voortdurend met elkaar in evenwicht<br />

brengen. Dan houden we het goede voor allen in het oog.<br />

Het gaat om de balans tussen het vrije en verantwoordelijke individu en het<br />

lid zijn van een gemeenschap. Daar zit een spanning in, die je mee moet nemen<br />

in de vertaling naar beleid op het gebied van bijvoorbeeld arbeidsmarkt, gezondheidszorg<br />

en onderwijs. De overheid heeft de opdracht om het algemene welzijn<br />

te bevorderen en om individuele mensen zo sterk mogelijk te maken.<br />

Ik mocht vorig jaar de 5-meilezing houden. Die gaf ik de titel mee De bedoeling<br />

van de bevrijding. Vrijheid wordt beleefd in verbondenheid met anderen en<br />

veronderstelt dus ook verantwoordelijkheid, al is het maar omdat de vrijheid van<br />

de een ten koste kan gaan van die van een ander. In deze tijd worden we vooral<br />

aangesproken als burger-consumenten die voor hun eigen welzijn tal van vrijheidsrechten<br />

kunnen inroepen en zich op vrije markten kunnen bewegen. We<br />

hebben wellicht wat minder leren zien dat die persoonlijke vrijheid soms moet<br />

worden begrensd ten behoeve van het algemene welzijn, het bonum commune,<br />

in onze samenleving.’<br />

Minder markt, meer gemeenschap<br />

‘Gelukkig zijn we na de tijd van nadruk op marktwerking weer terug bij gemeenschapswerking.<br />

De mens is niet primair een homo economicus, maar ook een sociaal-relationeel<br />

wezen. Ieder mens heeft behoefte aan verbinding met anderen.<br />

Je bent niet een autonoom zelf zonder een ander. Dat is de paradox. Je identiteit,<br />

je eigen zelf wordt gevormd, door de voortdurende dialoog met andere zelven.<br />

In de economie is het mis gegaan. De extreme bonuscultuur heeft ertoe geleid<br />

dat mensen voor het eigen ik gingen, en bereid waren te sjoemelen met de cijfers,<br />

om de eigen resultaten rooskleuriger voor te stellen, om de bonus maar<br />

binnen te halen. Op die manier raak je ver weg van de reële verhoudingen in de<br />

economie. Er is een virtuele, technologische economie ontstaan, waarin geld<br />

wordt verdiend met aandelen, opties en derivaten. Mijn intuïtie zegt dat dit soort<br />

dingen niet deugt, maar we zien het in deze tijd gewoon weer gebeuren.<br />

Dat maakt me somber. We zijn er nog niet. We hebben de rock bottom nog<br />

niet bereikt. Ik zie het ook in de politiek. Er dreigt een opschudding van verhoudingen.<br />

Er is een man die in het parlement zegt dat hij het vuil uit de straten wil<br />

spuiten, en daar bedoelt hij vrouwen met hoofddoeken mee. De andere partijen<br />

zijn in verwarring of ze die uitspraken moeten kritiseren – en die daarmee ongewild<br />

belangrijker maken – of ze juist moeten negeren. De Kamervoorzitter heeft<br />

ook niet gereageerd. Er gebeuren dingen waar ik niet gerust op ben. In de hele<br />

wereld en ook in Nederland. Het hoort, vrees, ik allemaal bij de grote verwarring.’<br />

De agenda van morgen<br />

‘We moeten voorkomen dat we nu goed zijn in wat gisteren van belang was. Je<br />

moet nu agenderen wat morgen belangrijk is. Dat doen we nu onvoldoende. Dat<br />

is een van de zorgen die ik heb. Zo’n pensioendebat over 65 of 67 jaar, is poetsen<br />

op de vierkante meter. Heldhaftige symboolpolitiek. Waar het echt om gaat,<br />

is om de hele levensloop, de ontwikkeling van de arbeidsmarkt, de kansen voor<br />

mensen om eigen keuzes te maken, zich te ontwikkelen, in zichzelf te investeren.<br />

Die fixatie op de laatste twee jaar is in dat perspectief heel merkwaardig.<br />

We moeten het erover hebben wat de belangrijke punten voor Nederland zijn.<br />

Het is prima om werkgroepen na te laten denken over de vraag hoe en waar we<br />

20 procent kunnen bezuinigen, maar het kabinet moet vooral investeren in een<br />

wenkend toekomstperspectief, waarin plaats is voor alle Nederlanders.<br />

Never waste a good crisis. Een ineenstorting van het economisch systeem<br />

kan ook heel vruchtbaar zijn, als je er iets goeds mee doet. Mijn angst is dat we<br />

bij de kleinste economische opleving al weer terugkeren naar business as usual.<br />

Deze tijd vraagt om een fundamentele herbezinning op waar we mee bezig zijn.<br />

Gelukkig zien heel veel mensen aan de basis dat ook. Ook heel veel jonge ondernemers.<br />

Die willen het anders doen. Ze willen de ecologische agenda verbinden<br />

met de innovatieagenda. De wereld sustainable maken.<br />

Mensen zijn niet gek. Onderschat de wisdom of the crowd niet. Er zit een<br />

enorme drive in de samenleving om het beter te doen. Maar we zullen al die initiatieven<br />

en ideeën beter zichtbaar moeten maken, articuleren, stimuleren, en<br />

soms ook lostrekken. Dat is wat ik in Brabant ga doen. Samen met ondernemers,<br />

die soms veel radicalere wegen op willen gaan dan we voorheen dachten.’<br />

Interview: 23 september 2009<br />

72 duurzaam hersteL<br />

een tijd van grote verwarring 73


lans bovenberg<br />

oprichter Netspar, hoogleraar Universiteit van Tilburg<br />

Herstel van<br />

vertrouwen<br />

in samenleving<br />

en bedrijfsleven<br />

essay<br />

De kredietcrisis is een vertrouwenscrisis. Banken geven minder krediet – minder<br />

vertrouwen aan elkaar en aan bedrijven. Maar de vertrouwenscrisis beperkt<br />

zich niet tot de economie. Een gebrek aan vertrouwen tast ook de kwaliteit van<br />

relaties aan. Het resulteert in een samenleving waarin mensen op zichzelf zijn<br />

aangewezen. Het sociale leven en de economie komen tot stilstand.<br />

Vertrouwen wordt steeds belangrijker in een complexere samenleving. We begrijpen<br />

als beperkte mensen maar weinig van de ingewikkelde processen die we<br />

tegen komen. Vertrouwen maakt een complexe werkelijkheid die we niet goed<br />

doorzien toch hanteerbaar. De Duitse systeem-theoreticus Nikolas Luhman 1 zei<br />

het zo: ‘Vertrouwen is de reductie van complexiteit.’<br />

Deze bijdrage bevat drie onderdelen. Het begint met een diagnose van het gebrek<br />

aan vertrouwen. Het tweede deel is een therapie voor <strong>herstel</strong> van vertrouwen<br />

op het niveau van de samenleving als geheel. Het derde deel beziet de consequenties<br />

van deze therapie voor het bedrijfsleven.<br />

75


1. Diagnose<br />

Eerst de diagnose voor het gebrek aan vertrouwen. De crisis die we nu beleven, is<br />

niet alleen de crisis van Wall Street maar ook van Main Street. De westerse cultuur<br />

beleeft een crisis. Paradoxaal genoeg vindt de vertrouwenscrisis haar oorsprong<br />

in te veel vertrouwen – van te hoge, utopische verwachtingen over wat de<br />

mens vermag. Geloof in te grote beloften resulteert uiteindelijk in wantrouwen<br />

en cynisme. Het zaad voor recessies wordt gezaaid in overspannen tijden van<br />

hoogconjunctuur als mensen in hun overmoed risico’s onderschatten en te veel<br />

lenen en investeren. De financiële crisis is mede veroorzaakt omdat we dachten<br />

dat de bomen tot in de hemel zouden groeien.<br />

Financiële, ecologische en cognitieve grenzen<br />

Deze hoogmoed komt voor de val. Niet alleen financiële, maar ook ecologische<br />

grenzen werden in de aanloop tot de kredietcrisis genegeerd. De schaarste aan<br />

energie en grondstoffen vergrootte in de afgelopen periode de scheefgroei en de<br />

onevenwichtigheden. Een oplopende schuldenlast resulteerde uiteindelijk in de<br />

financiële crisis. Beloften kunnen daardoor nu niet meer worden waargemaakt.<br />

Verlies aan vertrouwen is het gevolg.<br />

Ook respecteren we de grenzen van ons eigen intellect onvoldoende. We hebben<br />

een te hoge dunk van ons inzicht in maatschappelijke processen. Zo denken<br />

we met financiële prikkels, wetgeving en toezicht het gedrag van mensen volledig<br />

te kunnen sturen. Dat blijkt een illusie. Financiële prikkels en wettelijke voorschriften<br />

zijn onvoldoende om mensen te motiveren anderen te dienen. Door het<br />

overschatten van de maakbaarheid van de maatschappij onderschatten we de<br />

fundamentele risico’s die eigen zijn aan onze samenleving. 2<br />

C.V. lans bovenberg<br />

1958 Geboren te Oosterbeek<br />

1976-1981 Econometrie Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />

1981-1984 Promotie Universiteit van Californië - Berkeley<br />

1990 Hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg<br />

1998 Wetenschappelijk directeur van het Center for Economic<br />

research (CentER) aan de Universiteit van Tilburg<br />

2003 Winnaar Spinozaprijs<br />

2004 Wetenschappelijk directeur van het onderzoeksinstituut<br />

netspar<br />

2009 Lid Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen<br />

(KNAW)<br />

Morele beperkingen<br />

Verder beleven we de crisis van de ego-economie. Door vooral oog te hebben<br />

voor de korte termijn, slaat de hebzucht toe: men probeert zelf beter te worden<br />

ten koste van anderen. In plaats van dat het bedrijf de klant dient, is de klant er<br />

voor het bedrijf. Zo’n organisatiemodel is niet duurzaam en vernietigt uiteindelijk<br />

ook organisaties zelf, als een slang die in de eigen staart bijt. En dat is zonde.<br />

Kijk maar naar het gedrag van de financiële sector in de aanloop tot de kredietcrisis.<br />

In deze sector lopen ook veel grote ego’s rond die het moeilijk vinden<br />

misstappen toe te geven en daarvan te leren. Niet alleen hun bonussen, ook hun<br />

identiteit is gebaseerd op hun prestaties. Daarom rechtvaardigt men zich door<br />

de verantwoordelijkheid voor fouten af te schuiven op anderen.<br />

Maar wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. We leven allemaal in een<br />

cultuur waarin het individuele geluk wordt losgekoppeld van het welzijn van de<br />

ander en waarin we snel oordelen over anderen. En laten we eerlijk zijn: we zijn<br />

zelf ook behelpt met het virus van het kortetermijndenken. Economie, politiek en<br />

cultuur worden omlaag getrokken door de zwaartekracht van kortetermijnwinst,<br />

de korte electorale cyclus, korte soundbites en vluchtige verpozing. We kijken allemaal<br />

in een spiegel waardoor we de wereld omgekeerd zien: de ander is er voor<br />

ons, in plaats van dat wij er ook mogen zijn voor de ander. En we weten heel snel<br />

wat anderen fout doen in plaats van dat we ons eigen handelen onderzoeken.<br />

Dit verwrongen egocentrische beeld erodeert uiteindelijk ook ons eigen geluk,<br />

alsmede het vertrouwen in elkaar en in de toekomst.<br />

2. Therapie<br />

Tot zover de diagnose. Nu de therapie. De economische crisis is een historisch<br />

kruispunt – een tweesprong tussen heilloze en heilzame wegen. Laten we eerst<br />

de heilloze wegen bezien.<br />

Heilloze wegen<br />

Daar is in de eerste plaats wetticisme: de verleiding om alle risico’s te voorkomen<br />

door de samenleving dicht te timmeren met wet- en regelgeving. Maar hoe<br />

meer regels van bovenop worden opgelegd, hoe minder mensen zich verantwoordelijk<br />

voelen voor hun gedrag. Het gaat dan immers om het naleven van<br />

regels in plaats van bewust moreel te handelen en morele dilemma’s zelf te<br />

doordenken. Wie mensen van hun verantwoordelijkheid berooft, stimuleert onverantwoordelijk<br />

gedrag, omdat mensen hun verantwoordelijkheid uitbesteden<br />

aan de regelgevers. ➞<br />

76 duurzaam hersteL<br />

<strong>herstel</strong> van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven 77


Rigide wettelijke voorschriften kunnen ook niet goed doordringen tot het hart<br />

van een dynamische kennis- en diensteneconomie waarin het gaat om bezielde<br />

creativiteit en dienstbaarheid – zaken die niet top-down zijn te verordonneren.<br />

De overheid kan steeds minder de verantwoordelijkheid overnemen van private<br />

partijen – simpelweg omdat zij de informatie ontbeert. Daarbij komt dat mensen<br />

in het overheidsapparaat niet alleen cognitief, maar ook moreel beperkt zijn.<br />

Juist de beperktheid van de mens vraagt dat we verantwoordelijkheden zoveel<br />

mogelijk spreiden over alle mensen. Want zo kunnen feilbare mensen van elkaar<br />

leren en elkaar corrigeren en disciplineren.<br />

Een tweede heilloze weg is het geloof in de autonome vrijheid van het individu<br />

dat zichzelf tot wet is en niemand verantwoording schuldig is. Losbandigheid<br />

en anoniem individualisme zijn het gevolg. Vrijheid is alleen duurzaam als we er<br />

op kunnen vertrouwen dat mensen verantwoordelijkheid nemen voor anderen.<br />

Vrijheid vraagt zelfbeheersing en zelfbeperking. Ook Adam Smith wist dat de onzichtbare<br />

hand van de markt een morele inbedding nodig heeft. Zonder waarden<br />

wordt de markt waardenloos en verliest zij haar legitimiteit.<br />

Volledige autonomie bestaat trouwens niet. Beperkte mensen zijn afhankelijk<br />

van anderen om te weten wat het goede leven is. We hebben elkaar nodig om<br />

te weten wat verstandig is in een complexe wereld die we zelf niet goed kunnen<br />

doorgronden. We kunnen niet zonder reductie van complexiteit; zonder vertrouwen<br />

in anderen vaart niemand wel. Onze voorkeuren en waarden worden mede<br />

gevormd door onze omgeving.<br />

biedt aan gebroken mensen die gefaald hebben, teleurgesteld zijn in anderen<br />

of getroffen worden door tegenslagen. We zijn allemaal feilbare mensen die niet<br />

zonder genade en troost kunnen. Dat bewustzijn zorgt voor een warme, menselijke<br />

samenleving. Daarin durven mensen verantwoordelijkheid te nemen en<br />

te geven en kunnen mensen leren van uitglijders. Zo groeit morele wijsheid en<br />

bloeit veelkleurige creativiteit.<br />

Onze wettische afreken- of wegwerpcultuur daarentegen, kan niet goed omgaan<br />

met het kwaad en imperfecties. Mensen moeten direct vertrekken als er<br />

iets fout gaat. Zo ontnemen we mensen de kans om te leren. Dat doen we ook als<br />

we fouten gedogen of goed praten. Laten we fouten helder benoemen, maar betrokken<br />

individuen mogelijkheden gunnen om te leren en zich te bekeren. Want<br />

als je de zondaar ontziet, kun je de zonden helder benoemen. Mensen kunnen<br />

dan verantwoordelijkheid nemen voor hun fouten.<br />

Wat betekent dit nu na de crisis?<br />

Het vermogen om van scheefgroei te leren, biedt ook na de kredietcrisis hoop op<br />

vernieuwing en bekering. De vertrouwenscrisis is een leermoment – een kans op<br />

bekering. We krijgen de kans een nieuwe heilzame weg in te slaan: never waste a<br />

good crisis. Herstel van vertrouwen in de toekomst, in de ander en onszelf vraagt<br />

dat we zelf verantwoordelijkheid nemen voor zowel verleden als toekomst.<br />

De heilzame weg<br />

Tussen de Scylla van het wetticisme en de Charybdis van de bandeloze vrijheid<br />

van het individualisme ligt de derde, smalle koers van genade en dienstbaarheid.<br />

Het gaat daarbij in de eerste plaats om het genadig kunnen omgaan met gebrokenheid<br />

en feilbaarheid. En in de tweede plaats om het verlangen om dienstbaar<br />

te zijn omdat je beseft dat jouw geluk uiteindelijk verborgen ligt in dat van<br />

de ander. Je begint te beseffen waar de ware schatten liggen. Ons verwrongen<br />

egocentrische beeld draait om: in plaats van dat we ons concentreren op wat<br />

anderen beter kunnen doen voor ons, onderzoeken we hoe wij zelf meer voor<br />

anderen kunnen betekenen.<br />

We kunnen mensen dienen door hen en hun organisaties verantwoordelijkheid<br />

te gunnen. Want zo geven we mensen de kans te leren en te groeien in<br />

verantwoordelijkheid. Maar wanneer mensen die verantwoordelijkheid nemen,<br />

zullen ze zich niet altijd gedragen conform onze verwachtingen en onvermijdelijk<br />

fouten maken. De samenleving is maar beperkt maakbaar. Risico’s horen bij<br />

het leven. Het zoeken naar absolute zekerheid is de doodlopende weg van een<br />

kinderlijke, utopische wensdroom. We zijn en blijven afhankelijk van elkaar.<br />

De kwaliteit van een samenleving kunnen we afmeten aan hoe zij omgaat<br />

met risico’s, teleurgestelde verwachtingen en morele missers – hoe ze troost<br />

Stap 1: bij jezelf te rade gaan<br />

Dat houdt als eerste in dat we bij onszelf te rade gaan – te beginnen met de<br />

elite die zich dagelijks bezighoudt met de economische structuur van onze<br />

samenleving. Dan gaat het dus ook om mijn eigen beroepsgroep: economen.<br />

Ook bij economen is er te veel blind vertrouwen geweest – te veel vertrouwen<br />

in markten, toezichthouders, mensen die wel in hun welbegrepen eigenbelang<br />

zouden handelen. Economen doen er goed aan meer oog te krijgen voor de<br />

beperkingen van de mens en het belang van waarden en normen bij het sturen<br />

van gedrag. 3<br />

Maar ook de financiële sector, de politiek, de sociale partners, de toezichthouders,<br />

de pensioenfondsen en de media die van alles verslag doen; we waren<br />

er in de aanloop tot de kredietcrisis allemaal bij en toch heeft de crisis zich voltrokken.<br />

Laten we in alle eerlijkheid nagaan wat we beter hadden kunnen doen<br />

en wat dat betekent voor ons handelen in de toekomst.<br />

En laat ieder bij zichzelf nagaan of onze bron niet vervuild is – of we een balk<br />

in ons oog hebben – als we op zoek gaan naar zondebokken. Willen we mensen<br />

genezen en bevrijden of juist veroordelen om ons te wreken? En zouden wij in<br />

hun positie anders gehandeld hebben? Zijn ook wij niet beïnvloed door de egocultuur?<br />

➞<br />

78 duurzaam hersteL<br />

<strong>herstel</strong> van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven 79


Stap 2: schuld overnemen en verdelen<br />

Terug naar de therapie voor de crisis. De geschiedenis leert dat het financiële<br />

systeem om de ongeveer 50 tot 75 jaar crasht. Als in een jubeljaar moet de<br />

financiële sector dan weer een nieuwe start kunnen maken. Daarom moeten<br />

we het bankwezen verlossen van slechte leningen. De daarmee gepaard gaande<br />

stijging van de overheidsschuld is uiteindelijk minder kostbaar dan een langdurige<br />

recessie als gevolg van een ziek financieel systeem. En laten we die groeiende<br />

overheidsschuld eerlijk verdelen. Dat geldt ook voor de maatregelen die<br />

nodig zijn om het structurele financieringstekort van de overheid te verminderen.<br />

Als we nu daarover maatschappelijke overeenstemming bereiken, vergroot<br />

dat het vertrouwen in een betrouwbare overheid – en daarmee uiteindelijk ook<br />

in elkaar. De overheid belooft dan namelijk niet meer dan ze kan waarmaken.<br />

Koopkrachtgaranties zijn in deze tijd alleen te geven ten koste van anderen. Het<br />

enige zinnige alternatief in de risicovolle wereld waarin we leven is een garantie<br />

op solidariteit: op het eerlijk delen in voor- en tegenspoed.<br />

Stap 3: eigen verantwoordelijkheid nemen<br />

Een derde uitdaging is het afleggen van de slachtofferrol door verantwoordelijkheid<br />

te nemen voor de toekomst. Laten we afrekenen met het afschuiven van<br />

verantwoordelijkheden, dat deze crisis heeft veroorzaakt. Wie nu niet bijdraagt<br />

aan de oplossing, wordt deel van het probleem. Ask not what your country can<br />

do for you, but ask what you can do for your country. Deze befaamde uitspraak<br />

van John F. Kennedy is meer dan ooit actueel. Want er staan ons de komende<br />

jaren heel wat uitdagingen te wachten in de vorm van klimaatverandering, vergrijzing<br />

en schaarste aan energie en krediet. Dat vraagt een nieuwe manier van<br />

denken en produceren, waarbij maatschappelijke groeperingen het aandurven<br />

om de verworvenheden uit het verleden die niet meer passen bij deze tijd, ter<br />

discussie te stellen.<br />

Identiteit als belofte<br />

Een correctie op de ego-economie vraagt om een heldere identiteit: wie zijn we,<br />

waarom zijn we waardevol en waartoe zijn we op aarde? Verantwoordelijkheid<br />

nemen voor een gezondere samenleving vraagt dat mensen en organisaties niet<br />

anoniem zijn, maar aanspreekbaar op hun identiteit. Want een herkenbare identiteit<br />

is een belofte waardoor we weten wat we van elkaar kunnen verwachten.<br />

Ten diepste is de vertrouwenscrisis een identiteitscrisis. De combinatie van<br />

individualisering en globalisering maakt dat velen op zoek zijn naar hun identiteit.<br />

In de jaren zestig hebben velen zich vrijgevochten uit beklemmende sociale<br />

verbanden. Dit proces van individualisering heeft positieve kanten omdat mensen<br />

meer vrijheid genieten om hun eigen leven vorm te geven. Maar individualisering<br />

kan ook doorschieten in een ego-cultuur waarin mensen op zichzelf<br />

aangewezen raken omdat het belang van duurzame relaties buiten beeld raakt.<br />

Het gaat er nu om dat mensen het belang van beperkingen en relaties inzien en<br />

daarom vrijwillig kiezen voor gemeenschappen.<br />

Laten we daarom ruimte scheppen voor veelkleurige maatschappelijke verbanden<br />

die pluriforme, authentieke identiteiten vormgeven alsmede de morele<br />

sentimenten, deugden en waarden die daaruit voortkomen. Het gaat hierbij<br />

bijvoorbeeld om het gezin, de media, de school, verenigingen, bedrijven, netwerken,<br />

buurten, sport, kunst en kerken. Een sterke, globaliserende economie<br />

kan niet zonder gezonde lokale gemeenschappen waarin mensen leren elkaar te<br />

vergeven en rekening te houden met elkaar. Mensen moeten daar zelf ontdekken<br />

dat hun geluk en eigenwaarde mede verborgen liggen in de ander. Deugdzaamheid<br />

kun je niet opleggen.<br />

Intrinsieke motivatie om te dienen<br />

Intrinsieke motivatie om te dienen, authentieke bezieling en beroepstrots zijn<br />

essentieel bij het vormgeven van de markteconomie 2.0 waarin mensen elkaar<br />

kunnen vertrouwen en verantwoordelijkheid gunnen. In een schijnbaar maakbare<br />

wereld die gestuurd werd met financiële prikkels, regulering en streng toezicht,<br />

zijn we het belang van intrinsieke motivatie om anderen te dienen uit het oog<br />

verloren. Maar naast professionaliteit gaat het bij het opbouwen, koesteren en<br />

benutten van talent steeds meer om het inspireren en bezielen van mensen. Dit<br />

opdat mensen zich graag inzetten voor anderen in plaats van slaafs wettische<br />

regels te volgen die geen recht kunnen doen aan een complexe, dynamische<br />

economie.<br />

Mensen dienen door ze uit te dagen<br />

Mensen dienen betekent ook dat we ze uitdagen om verantwoordelijkheid te<br />

dragen en mee te doen in de samenleving – ook op de arbeidsmarkt. Want als<br />

grote bevolkingsgroepen – zoals allochtonen en ouderen – buiten spel komen<br />

te staan, afhankelijk worden van eenzijdige inkomensoverdrachten en zich opsluiten<br />

in hun eigen wereld, erodeert het vertrouwen in elkaar. Want velen voelen<br />

zich dan slachtoffer; anderen gaan op zoek naar zondebokken. Laten we daarom<br />

meer van ouderen en allochtonen verwachten. Laten we mensen verheffen door<br />

ze uit te dagen zich met anderen te verbinden. In een gezonde samenleving is<br />

iedereen nodig en wordt van iedereen ook wat verwacht. ➞<br />

80 duurzaam hersteL<br />

<strong>herstel</strong> van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven 81


3. Het bedrijfsleven<br />

Herstel van vertrouwen vraagt om mensen en organisaties met een heldere<br />

identiteit. Het belang van een identiteit speelt ook bij ondernemingen en ondernemers.<br />

Elk bedrijf dient zich dezelfde zijnsvraag te stellen: wie dienen we en<br />

hoe kunnen we dat duurzaam waarmaken? Het bedrijf is er niet voor zichzelf;<br />

het is er voor de ander. Duurzame winst is alleen mogelijk als bedrijven anderen<br />

dienen door maatschappelijk toegevoegde waarde te leveren. Het welbegrepen<br />

eigenbelang vereist dat ondernemers zich richten op de belangen van de klant,<br />

de kapitaalverschaffers en andere belanghebbenden.<br />

Naarmate we meer leren onze eigen belangen op de wat langere termijn te<br />

beschouwen in plaats van ons blind te staren op onze korte termijn behoeften,<br />

komt het welbegrepen eigenbelang meer op één lijn met het belang van anderen.<br />

Hebzucht waarbij het belang van anderen wordt geofferd voor het eigen<br />

korte termijn belang is niet alleen verkeerd, maar uiteindelijk ook dom. Ook voor<br />

het bedrijf, het management en de andere belanghebbenden geldt dat het welbegrepen<br />

eigenbelang verborgen ligt in het dienen van de ander.<br />

Indicatoren voor duurzame winst<br />

Ondernemingen doen er daarom goed aan hun bijdragen aan de samenleving<br />

niet alleen te meten met hun kortetermijnwinst, maar ook andere indicatoren te<br />

ontwikkelen voor de waarde die zij toevoegen aan de samenleving. Op die manier<br />

krijgt een bedrijf een beter beeld van de bijdrage aan de samenleving en daarmee<br />

van de kwaliteit en de duurzaamheid van de winst. De kortetermijnwinst is<br />

een imperfecte maatstaf in een complexe, dynamische samenleving. De score<br />

op meerdere indicatoren is medebepalend voor de lange termijn winstgevendheid<br />

– een belangrijke randvoorwaarde voor de duurzaamheid van het bedrijf.<br />

Door het verder vormgeven van maatschappelijk verantwoord ondernemen<br />

wordt het verschil tussen for-profit en non-profit ondernemingen kleiner. Forprofit<br />

bedrijven krijgen meer oog voor hun maatschappelijke verantwoordelijkheden<br />

en non-profit bedrijven stellen zich zakelijker op omdat ze worden afgerekend<br />

op heldere criteria voor hun maatschappelijke bijdragen. In markten<br />

concurreren deze verschillende soorten ondernemingen met elkaar en leren ze<br />

van elkaar.<br />

Koesteren van intrinsieke motivatie<br />

Intrinsieke motivatie, bezieling en beroepstrots worden steeds belangrijker in<br />

een diensten- en kenniseconomie waarin het draait om gepassioneerd ondernemerschap,<br />

geïnspireerde creativiteit en bezielde dienstbaarheid. Een optimale<br />

inzet van talent binnen een bedrijf vraagt eerder om het inspireren en bezielen<br />

van mensen dan om het sturen met alleen formele regels en financiële prikkels.<br />

Formele regels kunnen geen recht doen aan de dynamiek en de informatievoorsprong<br />

waar mensen op decentraal niveau over beschikken, en ze inspireren ook<br />

niet. Bovendien: de onvoorspelbaarheid van de ethische dilemma’s beperkt de<br />

reikwijdte van formele regels.<br />

Bedrijven doen er daarom goed aan intrinsieke motivatie, morele sentimenten<br />

en deugdzaamheid te koesteren. Werkenden vinden een deel van hun ‘beloning’<br />

in het inzetten en ontwikkelen van hun talenten ten behoeve van het dienen<br />

van de ander – ook als ze in betaald werk daarvoor een geldelijke beloning<br />

ontvangen. Intrinsieke motivatie helpt mensen om weerstand te bieden aan de<br />

immer aanwezige verleiding om voor het eigen kortetermijnbelang te gaan ten<br />

koste van anderen; top down-sturing stimuleert die verleiding juist, zeker als de<br />

top zelf ook voor deze verleiding valt.<br />

Een goed functionerende markt staat of valt met de waarden die richtinggevend<br />

zijn voor de keuzen die mensen binnen bedrijven maken. Het gaat dus<br />

vooral om de deugdzaamheid van de bedrijfsgenoten, niet slechts om de deugdzaamheid<br />

van de regels. Zonder moreel kapitaal kan de overheid alleen met<br />

regelgeving die het gevaar loopt elke creativiteit te verstikken, het individuele<br />

belang parallel laten lopen met het belang van de samenleving als geheel. Vrije<br />

marktwerking waarbij private partijen zelf kunnen experimenteren is dan niet of<br />

nauwelijks mogelijk.<br />

Sociale vernieuwing: duurzaam talent<br />

Het koesteren van intrinsieke motivatie vraagt dat mensen hun talenten voldoende<br />

kunnen onderhouden en aanpassen aan de steeds veranderende behoeften<br />

en omstandigheden. Als werkenden de mogelijkheid krijgen om tijdig<br />

van functie, baan of zelfs beroep te wisselen en zich daarvoor toe te rusten, blijft<br />

werken een uitdaging die beter is afgestemd op individuele talenten, drijfveren,<br />

omstandigheden en beperkingen. Op die manier kunnen mensen zich langere<br />

tijd blijven inzetten voor anderen op een plaats waar ze voldoening blijven vinden<br />

in hun werk.<br />

Maar dit aanpassingsvermogen gaat niet vanzelf. Een dynamische economie<br />

vraagt om nieuwe zekerheden waardoor mensen het vertrouwen krijgen dat<br />

ze hun vaardigheden voortdurend kunnen blijven aanpassen aan de noden van<br />

de samenleving. Verantwoordelijkheden en middelen dienen daarom te worden<br />

herschikt ten behoeve van een duurzaam inzetbare beroepsbevolking. Het ➞<br />

82 duurzaam hersteL<br />

<strong>herstel</strong> van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven 83


gaat er daarbij om dat het bedrijfsleven zijn ketenverantwoordelijkheid voor<br />

menselijk talent nog beter gaat waarmaken. Zo kan het bedrijfsleven samen<br />

met de onderwijssector meer modulair onderwijs van de grond trekken, waarbij<br />

werkenden bijscholing ontvangen gericht op de specifieke behoeften van het<br />

bedrijfsleven. Daarbij passen nieuwe curricula gericht op volwassenen die op een<br />

andere manier leren dan jongeren en hooggeschoolden. Periodieke zogenaamde<br />

‘APK-keuringen’ voor werknemers kunnen nuttig zijn, waarbij de vaardigheden<br />

en competenties van mensen worden vergeleken met de competenties die de<br />

samenleving vraagt.<br />

Ook is sociale innovatie geboden met nieuwe loopbaanpatronen die beter<br />

aansluiten bij zorgende werknemers. De werknemers van de toekomst zullen<br />

hun werk combineren met zorg aan kinderen en ouden van dagen. Mensen willen<br />

zelf zorg verlenen aan degenen die hen dierbaar zijn. Het pensioen zal eveneens<br />

opnieuw worden uitgevonden. Veel ouderen zullen in de toekomst niet alleen van<br />

hun vrije tijd genieten, maar zich ook inzetten voor anderen door te werken in<br />

deeltijd – vaak ook in de arbeidsintensieve lokale zorg- en kringloopeconomie.<br />

Ze ontvangen een deeltijdpensioen, zodat een arbeidsinkomen en een pensioeninkomen<br />

elkaar aanvullen. Verder zullen pensioensystemen en arbeidscontracten<br />

zo moeten worden ingericht dat mensen het tijdstip en de snelheid van<br />

het geleidelijk terugtrekken uit het betaalde arbeidsproces zelf kunnen kiezen op<br />

basis van hun persoonlijke voorkeuren en omstandigheden.<br />

Werknemers zullen bij dit alles meer verantwoordelijkheid dienen te nemen<br />

voor hun loopbaan. Vakbonden zijn door hun kennis en ervaring ook geschikt<br />

om te fungeren als transitieorganisaties die mensen helpen bij de juiste keuzes<br />

en overgangen op de arbeidsmarkt. Verder moeten ze met werkgevers<br />

concrete afspraken maken over de ketenverantwoordelijkheid van werkgevers.<br />

Dan gaat het bijvoorbeeld om investeringen in scholing en het vergroten van<br />

de inzetbaarheid, de werkzekerheid en het aanpassingsvermogen van oudere<br />

werknemers, zodat deze langer met plezier en op productieve wijze kunnen<br />

doorwerken.<br />

Ecologische vernieuwing<br />

Vertrouwen in de toekomst vereist dat we onze manier van produceren en consumeren<br />

zo inrichten dat we binnen het draagvermogen van de aarde blijven.<br />

Dat vraagt dat we onze op lineaire processen en verbruik van fossiele grondstoffen<br />

gebaseerde economie ombouwen tot een kringloopeconomie waarin het<br />

uitputten van voorraden sterk wordt beperkt. Een transitie naar een kringloopeconomie<br />

vraagt de komende jaren veel en grote innovaties.<br />

De technologie daarvoor komt nu beschikbaar, maar moet verder ontwikkeld<br />

en toegepast worden. Een kringloopeconomie vraagt ook dat producten zo<br />

ontworpen worden dat ze aan het eind daarvan kunnen worden hergebruikt als<br />

grondstof voor een volgende productiecyclus. Op al deze terreinen ligt een enorme<br />

uitdaging voor ondernemerschap om onze economie aanmerkelijk duurzamer<br />

in te richten.<br />

Privaat-publieke samenwerking<br />

Veel van de grote maatschappelijke uitdagingen van deze boeiende tijd hebben<br />

een publiek karakter maar vereisen ook innovatie, creativiteit en ondernemerschap.<br />

Deze elementen zijn ook vereist bij het vormgeven van de belangrijke,<br />

complexe publieke infrastructuur: de fysieke (vervoers)infrastructuur en ook de<br />

financiële, elektronische en energie-infrastructuur. Samenwerking tussen de<br />

overheid en private partijen is daarom vaker geboden. Het gemengde karakter<br />

van onze economische orde zal daardoor nog verder worden geaccentueerd.<br />

Concurrentie blijft belangrijk, maar daarnaast moet het ook mogelijk zijn voor<br />

bedrijven om tijdelijk samen te werken in joint ventures en netwerken om zo<br />

publieke belangen te kunnen dienen.<br />

Ook op lokaal niveau lijkt meer samenwerking tussen overheid en het lokale<br />

bedrijfsleven geboden bij het aangaan van lokale uitdagingen: de vergrijzing,<br />

scholing van de jeugd, het activeren van achterstandsgroepen, het bieden van<br />

stageplaatsen aan jongeren en het vormgeven van een lokale kringloopeconomie<br />

en decentrale opwekking van energie.<br />

Slot<br />

De crisis is ontstaan door overmoed – een misplaatst geloof in het eigen ego. De<br />

crisis is een kans voor inkeer waarbij we ons vertrouwen herzien. Geen restauratie<br />

van oude wegen dus, maar de moed om nieuwe wegen in te slaan.<br />

Herstel van vertrouwen vraagt om een minder naïeve visie op de maakbaarheid<br />

van de samenleving, en de markt en de overheid als leveranciers van levensgeluk.<br />

Het vraagt vooral een realistischer mensbeeld. Daarbij is de crux dat we<br />

leren omgaan met onze feilbaarheid in zowel cognitief als moreel opzicht en de<br />

daarmee gepaard gaande risico’s op tegenslagen en pijn. Alleen dan durven we<br />

beperkte mensen verantwoordelijkheid te geven en durven we zelf verantwoordelijkheid<br />

te nemen. En dat is belangrijk voor een gezonde economische ontwikkeling.<br />

Empirische studies geven aan dat het vermogen en de bereidheid om verantwoordelijkheid<br />

te nemen en te geven de economische groei ten goede komt. 4<br />

Een verantwoordelijke samenleving waarin we elkaar vertrouwen gunnen<br />

vraagt verder dat mensen en hun organisaties niet anoniem blijven, maar aanspreekbaar<br />

zijn op hun identiteit. Een herkenbare identiteit is een belofte. Herstel<br />

van vertrouwen vraagt dus veelkleurige, heldere identiteiten zodat we weten<br />

wat we aan elkaar hebben.<br />

Laten bedrijven daarbij het voortouw nemen. We bevinden ons in een uitdagende<br />

fase van de ontwikkeling van onze samenleving. Deze fase vraagt om ➞<br />

84 duurzaam hersteL<br />

<strong>herstel</strong> van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven 85


maatschappelijk ondernemerschap dat het aandurft verantwoordelijkheid te<br />

nemen en te geven. Nieuwe inzichten, kennis en technologie scheppen de mogelijkheden<br />

om beter in onze behoeften te voorzien. Maatschappelijk ondernemerschap<br />

gebaseerd op morele uitgangspunten en een heldere identiteit kan de<br />

basis vormen voor een duurzame, vitale economie waarin mensen vertrouwen<br />

hebben in elkaar en de toekomst.<br />

1 Zie N. Luhmann (1979), Trust and power, Chichester: Wiley.<br />

2 Henry David Thoreau erkende het beperkte inzicht van de mens met de volgende bekende<br />

uitspraak: “To know that we know what we know, and that we do not know what we do not know,<br />

that is true knowledge.” Donald Rumsfeld bouwde daar op voort: “There are known knowns.<br />

There are things we know that we know. There are known unknowns. That is to say, there are<br />

things that we now know we don’t know. But there are also unknown unknowns. There are things<br />

we do not know we don’t know.”<br />

3 Zie ook hoofdstukken 6 en 7 uit Tjerk de Reus, De balans van Bovenberg, uitgeverij Kok (2009).<br />

4 Zie bijvoorbeeld G. Tabellini (2008), Culture and institutions, CEPR Discussion Paper No. 6589.<br />

86 duurzaam hersteL<br />

<strong>herstel</strong> van vertrouwen in samenleving en bedrijfsleven 87


huib klamer & corien lambregtse<br />

Vragen<br />

op weg naar<br />

duurzaam<br />

<strong>herstel</strong><br />

slotbeschouwing<br />

Wat leren we van de crises? Gaan we verder zoals eerder, business as usual, of<br />

gaan we onze inzichten, gedrag en instituties veranderen? De vraag is wat er<br />

nodig is om het vertrouwen in de financiële sector te <strong>herstel</strong>len en of er regels en<br />

stimulansen moeten komen die de economie bewegen tot meer duurzaamheid.<br />

Kunnen we grote sprongen voorwaarts maken of moeten we tevreden zijn met<br />

kleine stappen vooruit?<br />

Deze slotbeschouwing geeft een aantal hoofdlijnen weer uit de interviews en het<br />

essay, aan de hand van vragen die tijdens de Bilderbergconferentie ‘<strong>Duurzaam</strong><br />

<strong>herstel</strong>’ zeker aan de orde zullen komen.<br />

89


Op dit moment in de geschiedenis komen ineens meerdere crises samen. De<br />

financiële crisis is er één van. In de interviews en bijdragen in deze bundel wordt<br />

deze crisis toch vooral gezien als iets van tijdelijke aard, hoe ernstig die ook is<br />

voor de mensen die er slachtoffer van worden. In de woorden van Peter de Wit,<br />

president-directeur van Shell Nederland: ‘Als we hier over tien, vijftien jaar op terugkijken,<br />

dan zeggen we: dat was een ernstige hick-up in de economie. Maar de<br />

crisis zal geen blijvende gevolgen hebben. De crises op het gebied van energie,<br />

voedsel en water zijn voor de lange termijn veel ernstiger.’<br />

Die mening wordt gedeeld door Jan Hommen, CEO van ING en eerder CFO bij<br />

Philips: ‘We beginnen tegen de randjes van ons economisch model aan te lopen,<br />

misschien gaan we er zelfs al overheen. Maar de financiële crisis is van een andere<br />

orde.’<br />

Wat worden we wijzer van de crises?<br />

Crises, ups and downs, komen vaker voor. Macro-econoom Lans Bovenberg<br />

constateert nuchter: ‘De geschiedenis leert dat het financiële systeem om de<br />

ongeveer 50 tot 75 jaar crasht. Als in een jubeljaar moet de financiële sector<br />

dan weer een nieuwe start kunnen maken. Daarom moeten we het bankwezen<br />

nu verlossen van slechte leningen. De daarmee gepaard gaande stijging van de<br />

overheidsschuld is uiteindelijk minder kostbaar dan een langdurige recessie als<br />

gevolg van een ziek financieel systeem.’<br />

Juist de ondernemers zien ook de positieve kanten van de crises. Meiny<br />

Prins, algemeen directeur van Priva: ‘De crisis stimuleert bedrijven om anders<br />

naar hun processen te kijken en zich anders te organiseren, zodat ze met minder<br />

mensen meer kunnen doen. We hebben blijkbaar giga olieprijzen nodig om<br />

ervoor te zorgen dat we elektrische auto’s, batterijen en zonnepanelen produceren.<br />

We hebben crises nodig om oplossingen te bedenken voor het water- en<br />

voedselprobleem en de voedselveiligheid. Het schijnt dat we juist op die manier<br />

leren.’<br />

Anne Jan Zwart, directeur van Ecostyle: ‘Mensen beseffen dat de planet wel<br />

eens bepalend zou kunnen zijn voor people en profit. Zoals bij een regenton met<br />

duigen: de laatste duig bepaalt de inhoud van de ton. De schrik dat er blijkbaar<br />

niet zoveel hoeft te gebeuren om een heel systeem omver te krijgen, die schrik<br />

moeten we absoluut gebruiken om het voortaan anders te doen. Ook voor de crisis<br />

werd wel over maatschappelijk verantwoord ondernemen gesproken. Maar je<br />

moet je afvragen hoe eerlijk dat was: wat was windowdressing en greenwashing,<br />

en wat was echt gemeend? Uiteindelijk heeft de profit toch altijd boven planet<br />

en people gestaan. Er zal echt iets moeten gebeuren. En anders zal de wal het<br />

schip keren.’<br />

Maar zal er echt verandering komen als de financiële crisis voorbij is? Wim van<br />

de Donk, tot voor kort voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid<br />

en nu commissaris van de koningin in Brabant, is pessimistisch:<br />

‘Mijn angst is dat we bij de kleinste economische opleving al weer terugkeren<br />

naar business as usual. Ik vrees dat per saldo de echte crisis nog moet komen.<br />

Mijn intuïtie zegt dat we er nog niet zijn. Mensen zijn nog niet genoeg veranderd.<br />

‘En hij gaat nog een stap verder: ‘In het verleden zijn grote verliezen altijd met<br />

oorlogen uitgevochten. De grote vraag is of we deze transities zonder oorlogen<br />

kunnen volbrengen.’<br />

Zijn we op tijd, kunnen we een breakdown voorkomen?<br />

Ondanks zijn bezorgdheid, is Wim van de Donk wel optimistisch over de mogelijkheden<br />

van de technologie; er is meer mogelijk dan we vaak denken: ‘In de<br />

jaren tachtig kwam de Club van Rome met zeer pessimistische scenario’s over<br />

het milieu en de wereldvoedselproblematiek. Sindsdien zijn we erachter gekomen<br />

dat we met de huidige landbouwgronden, als we die goed exploiteren, toch<br />

wel vele miljarden mensen kunnen voeden. Deze tijd zit vol bedreigingen, maar<br />

er zijn gelukkig ook steeds weer nieuwe technologische ontwikkelingen die het<br />

mogelijk maken om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden.’<br />

Sylvia Borren, Worldconnector en oud-directeur van Oxfam-Novib, is aan de<br />

ene kant uiterst kritisch, maar ziet toch ook weer reden tot optimisme: ‘Er is<br />

wereldwijd 18 triljoen, ofwel 18.000 miljard dollar betaald voor de redding van de<br />

banken en bedrijven. Ontwikkelingsorganisatie Oxfam heeft berekend dat er 100<br />

miljard nodig is om serieus werk te maken van de klimaatproblematiek, inclusief<br />

aanpassingen en verzachtende maatregelen. Om de millenniumdoelstellingen<br />

te halen, hebben we 50 miljard nodig. In totaal dus 150 miljard dollar. Wij dachten<br />

dat dit een enorm bedrag was en we hadden er begrip voor dat het moeilijk<br />

was om al dat geld bij elkaar te krijgen. Daar ben ik nu met één klap anders over<br />

gaan denken. Vergeleken met die 18.000 miljard is 150 miljard een schijntje.<br />

Het geld is het probleem niet. Tot nu toe is er gewoon niet voor gekozen om de<br />

armoede en het klimaatprobleem aan te pakken. En dat zie ik als de échte crisis<br />

in de wereld: een enorme morele crisis.’<br />

Ook Anne Jan Zwart, directeur van EcoStyle, schaart zichzelf onder de optimisten.<br />

We zijn genoodzaakt tot optimisme, al was het maar met het oog op<br />

onze kleinkinderen aan wie we de aarde met al haar problemen overdragen. ‘We<br />

moeten voorkomen dat er een gevoel van onmacht ontstaat.’<br />

We moeten allemaal ons gedrag veranderen, met name in het Westen. Maar<br />

Wim van de Donk waarschuwt nog even hoe moeilijk dat is. ‘Een mooi voorbeeld<br />

dat het wél kan, is dat veel mensen zijn gestopt met roken. Maar mensen zijn<br />

moeilijk af te brengen van het eten van vlees en van verre vliegvakanties, zaken<br />

die beide zeer milieubelastend zijn.’ ➞<br />

90 duurzaam hersteL<br />

vragen op weg naar duurzaam <strong>herstel</strong> 91


Wat moet veranderen in de marktordening?<br />

Volgens Lans Bovenberg moeten we onze manier van produceren en consumeren<br />

opnieuw inrichten. We moeten naar ‘een kringloopeconomie waarin het<br />

uitputten van voorraden sterk wordt beperkt. Een transitie naar een kringloopeconomie<br />

vraagt de komende jaren veel en grote innovaties.’<br />

Dat vraagt volgens Anne Jan Zwart om keuzes: ‘Het roer moet radicaal om.<br />

Zachte maatregelen zullen niet helpen. Waarom heffen we niet een belasting<br />

op CO 2 ? Waarom zeggen we niet dat iedere ton CO 2 200 of 300 euro kost? Als<br />

dat gebeurt, zullen we anders omgaan met mobiliteit en zullen we anders gaan<br />

produceren. Je kunt keuzes afdwingen door zaken te beprijzen.’<br />

Volgens Sylvia Borren moeten we kijken naar de werkelijke kosten van producten:<br />

milieukosten, energiekosten en transportkosten. En ze wijst ook op het<br />

systeem van vrijhandel dat vals speelt: ‘Het zorgt ervoor dat het rijke Westen vrij<br />

in arme landen kan dumpen, terwijl het andersom tariefmuren opbouwt. De katoenboeren<br />

in Amerika krijgen kapitale subsidies van de Amerikaanse overheid,<br />

en blijven daardoor veel te veel produceren. Een groot deel van de katoen wordt<br />

gedumpt in Azië en Afrika, ten koste van duizenden katoenboerinnen, die hun<br />

bestaanszekerheid verliezen en hun kleine leningen niet meer kunnen terugbetalen,<br />

waardoor al duizenden Indiase boeren en boerinnen zelfmoord hebben<br />

gepleegd.‘<br />

Volgens Donald Kalff, ondernemer en publicist zijn zowel het Angelsaksische<br />

model als het Rijnlandse model deel van het probleem. ‘Ze vernietigen beide voor<br />

miljarden aan economische waarde: het Angelsaksische model in zijn streven de<br />

winst per aandeel en de koers van het aandeel te verhogen, het Rijnlandse model<br />

in zijn poging om compromissen te vinden tussen alle belanghebbenden.’<br />

Kalff vindt dat raden van commissarissen hun vak serieuzer moeten gaan nemen<br />

en meer moeten doen om raden van bestuur en vooral de topbestuurder in<br />

de touwen te houden. ‘Ze moeten hun bevoegdheden serieus gaan nemen.’ Dat<br />

biedt ook perspectief op het gebied van duurzaamheid. ‘Want alleen bedrijven<br />

die gericht zijn op het toevoegen van economische waarde voor de lange termijn,<br />

zijn echt duurzaam bezig.’<br />

Er zullen meer regels komen, maar Hommen waarschuwt bij voorbaat: ‘We<br />

moeten oppassen dat we niet zoveel keurslijven om ons financiële systeem bouwen<br />

dat er niks meer kan. Regeltjes, toezicht, nóg meer regeltjes. Ik ben ervan<br />

overtuigd dat de omslag vanuit organisaties en bedrijven zelf moet komen.’<br />

Ook Bovenberg waarschuwt voor wetticisme: ‘Hoe meer regels van bovenop<br />

worden opgelegd, hoe minder mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun gedrag.<br />

Rigide wettelijke voorschriften kunnen ook niet goed doordringen tot het<br />

hart van een dynamische kennis- en diensteneconomie, waarin het juist gaat<br />

om bezielde creativiteit en dienstbaarheid – zaken die niet top-down zijn te verordonneren.<br />

De overheid kan steeds minder de verantwoordelijkheid overnemen<br />

van private partijen – simpelweg omdat zij de informatie ontbeert.’<br />

Biedt nieuwe technologie de benodigde oplossingen?<br />

Aller hoop is gevestigd op nieuwe technologieën. Volgens Jan Hommen, moeten<br />

we niet onderschatten hoe knap we zijn. ‘Ik ben niet van het doemdenken, de<br />

wereld weet zich voortdurend aan te passen en nieuwe technologische mogelijkheden<br />

te vinden. Ik geloof dat de technologie heel veel dingen kan oplossen.’<br />

Meiny Prins weet zeker dat er op dit moment al ontzettend veel technische<br />

mogelijkheden zijn om het energiegebruik drastisch te verlagen, de CO 2 -uitstoot<br />

fors te verminderen en de vervuiling te beperken. Zij snakt ernaar dat ze de kans<br />

krijgt om ergens in een Nederlandse proefpolder te laten zien wat er op het gebied<br />

van voedselproductie en klimaatbeheersing allemaal al mogelijk is. Waar zij<br />

het hardst tegenaan loopt, is vooral het gebrek aan ambitie, het ontbreken van<br />

urgentie en de besluiteloosheid van politiek Den Haag.<br />

Volgens Peter de Wit is er de afgelopen vijf jaar qua bewustwording al wel<br />

veel veranderd. ‘Maar we moeten niet nog eens vijf jaar wachten voor we echte<br />

beslissingen gaan nemen.’ De oplossing die De Wit ziet richt zich zowel op de<br />

korte als op de lange termijn: nu kiezen voor energiebesparingen en de opvang<br />

en opslag van CO 2 om daarmee tijd te creëren om nieuwe, duurzame technologie<br />

uit te broeden die op een economisch renderende manier grootschalig kan worden<br />

ingezet. Hij voorziet dat de energievraag nog fors zal stijgen. Maar het gaat<br />

nog wel 50 tot 80 jaar duren voordat we een CO 2 -arm energiesysteem hebben.<br />

De Wit legt ook uit waarom Shell geen heil ziet voor zichzelf in wind- en<br />

zonne-energie; die technologie is op dit moment alleen met subsidies rendabel<br />

te krijgen en vereist een heel andere expertise dan Shell in huis heeft. Hij<br />

waarschuwt tegen subsidies voor ‘oude’ technologie, zoals de huidige vormen<br />

van zonne- en windenergie. De overheid zou vooral het onderzoek naar nieuwe<br />

technologieën moeten stimuleren.<br />

Hoe kan de onderneming verantwoordelijkheid nemen?<br />

Volgens Lans Bovenberg dient elk bedrijf zich dezelfde ‘zijnsvraag’ te stellen:<br />

‘Wie dienen we en hoe kunnen we dat duurzaam waarmaken?’ ‘Duurzame winst<br />

is alleen mogelijk als bedrijven anderen dienen door maatschappelijk toegevoegde<br />

waarde te leveren. Naarmate we meer leren onze eigen belangen op de<br />

wat langere termijn te beschouwen in plaats van ons blind te staren op onze<br />

korte termijn behoeften, dan komt het welbegrepen eigenbelang meer op één<br />

lijn met het belang van anderen. Hebzucht waarbij het belang van anderen wordt<br />

geofferd voor het eigen korte termijn belang is niet alleen verkeerd, maar uiteindelijk<br />

ook dom. Ook voor het bedrijf, het management en de andere belanghebbenden<br />

geldt dat het welbegrepen eigenbelang verborgen ligt in het dienen van<br />

de ander.’<br />

Dat wordt heel concreet als bedrijven worden verplicht om duurzaam in<br />

te kopen en te produceren, aldus Anne Jan Zwart. De overheid wil in 2010 ➞<br />

92 duurzaam hersteL<br />

vragen op weg naar duurzaam <strong>herstel</strong> 93


duurzaam inkopen. Ook steeds meer supermarktketens in binnen- en buitenland<br />

stellen ‘knalharde’ eisen. ‘Wanneer je niet kunt garanderen dat jouw producten<br />

zonder kinderarbeid en op een milieuveilige manier worden geproduceerd en getransporteerd,<br />

dan hoef je die gewoon niet aan te bieden. En al heb je honderd<br />

keer de laagste prijs, dan mag je niet leveren.’<br />

Wat is de rol van de overheid?<br />

Van de Donk voorziet een belangrijke regierol voor de overheid. Overheid en<br />

markt kunnen niet zonder elkaar. De overheid moet bovendien de agenda voor<br />

morgen vaststellen. ‘We moeten door de crisis heenkijken en het erover hebben<br />

wat de belangrijke punten voor Nederland zijn. Het is prima om werkgroepen na<br />

te laten denken over de vraag hoe en waar we 20 procent kunnen bezuinigen,<br />

maar het kabinet moet vooral investeren in een wenkend toekomstperspectief,<br />

waarin plaats is voor alle Nederlanders. ‘<br />

Lans Bovenberg voorziet tal van privaat-publieke partnerships: ‘Veel van de<br />

grote maatschappelijke uitdagingen van deze boeiende tijd hebben een publiek<br />

karakter, maar vereisen ook innovatie, creativiteit en ondernemerschap.’<br />

Ondernemer Meiny Prins ziet tal van mogelijkheden voor publiek-private samenwerking<br />

die nog lang niet voldoende benut worden: ‘Neem het Westland: een<br />

prachtige omgeving om de warmte uit de kassen te koppelen aan een warmtevoorziening<br />

in woonwijken. Er is geen gemeente in Nederland waar kassen en<br />

huizen zo dicht op elkaar staan. Eén hectare kassen kan 1200 woningen verwarmen.<br />

We hebben hier 2770 hectare kassen, dus reken maar uit: we hebben<br />

genoeg energie, zelfs voor de randgemeenten. Technisch kunnen we het, en we<br />

kunnen er vandaag mee beginnen. Maar de overheid is meester in het heroverwegen,<br />

in plaats van gewoon aanpakken. Ze hebben in Den Haag nu hun hoop<br />

gesteld op geothermie: aardwarmte. Ze denken dat die vorm van energieopwekking<br />

nog meer oplevert dan het benutten van de warmte uit de kassen, daarom<br />

hebben ze besloten daar toch nog maar even op te wachten. En dus gebeurt er<br />

voorlopig niets.’<br />

Welke morele waarden zijn in het geding?<br />

De financiële crisis, de klimaat- en de energiecrises zijn veroorzaakt door een<br />

korte termijn oriëntatie en het onderschatten van risico’s; we teren in op onze<br />

financiële en natuurlijke reserves en trekken een wissel op de toekomst. Lans<br />

Bovenberg wijst er op dat Adam Smith (1723 - 1790), de geestelijk vader van de<br />

markteconomie en de economische wetenschap, heel goed wist dat de onzichtbare<br />

hand van de markt een morele inbedding nodig heeft. Bovenberg zoekt de<br />

oorzaak van de crisis in overmoed, te veel ego en hebzucht. Dat zit trouwens in<br />

de hele cultuur; ‘we zijn allemaal behept met het virus van het kortetermijndenken.<br />

Economie, politiek en cultuur worden omlaag getrokken door de zwaartekracht<br />

van kortetermijnwinst, de korte electorale cyclus, korte soundbites en<br />

vluchtige verpozing.’<br />

Het komt er volgens Bovenberg op aan de ‘slachtofferrol af te leggen en verantwoordelijkheid<br />

te nemen voor de toekomst’. ‘Wie nu niet bijdraagt aan de<br />

oplossing, wordt deel van het probleem. Ask not what your country can do for<br />

you, but ask what you can do for your country. Deze befaamde uitspraak van<br />

John F. Kennedy is meer dan ooit actueel. Want er staan ons de komende jaren<br />

heel wat uitdagingen te wachten in de vorm van klimaatverandering, vergrijzing<br />

en schaarste aan energie en krediet.’<br />

Volgens Van de Donk moet er een nieuwe balans worden gevonden tussen<br />

het vrije, verantwoordelijke individu en de gemeenschap. ‘Het gaat in een samenleving<br />

altijd om de menselijke waardigheid. Er is een spannende verhouding<br />

tussen het feit dat je als mens een individu bent én een lid van de gemeenschap.<br />

Dat moeten we voortdurend met elkaar in evenwicht brengen. Dan houden we<br />

het goede voor allen in het oog. De persoonlijke vrijheid moet soms worden begrensd<br />

ten behoeve van het algemene welzijn, het bonum commune’.<br />

Sylvia Borren wijst op de eis van mondiale rechtvaardigheid: ‘De voedselcrisis<br />

is deels veroorzaakt door speculatie met voedsel en door te weinig investeringen<br />

in landbouw. De financiële en de klimaatcrisis zijn allebei veroorzaakt in het rijke<br />

Westen. Maar de gevolgen van deze crises treffen vooral de arme landen en de<br />

armste mensen. Natuurrampen treffen de mensen het hardst die zich het minst<br />

kunnen beschermen en zich het slechtst kunnen verzekeren. Mensen die in armoede<br />

leven, besteden 80 procent van hun inkomen aan voedsel, en hebben<br />

geen reserves. Beste regeringsleiders, als jullie 18.000 miljard dollar over hebben<br />

voor de bestrijding van de financiële crisis, zullen we dan slechts 1 procent<br />

daarvan besteden aan de millenniumdoelstellingen?’<br />

Ten slotte<br />

In deze complexe wereld is iedereen afhankelijk van elkaar. Verleden, heden en<br />

toekomst zijn met elkaar verbonden. We zitten met z’n allen op een schip dat<br />

voorzichtig moet laveren. Dit besef van afhankelijkheid bracht de Duitse filosoof<br />

Hans Jonas 25 jaar geleden al tot de formulering van een prachtig principe, dat<br />

vandaag opnieuw of nog steeds hoogst actueel is: ‘Handel zo dat de effecten<br />

van je handelen in harmonie zijn met de duurzaamheid van het menselijk leven<br />

op aarde, of – negatief uitgedrukt: handel zo dat de effecten van je handelen<br />

toekomstige mogelijkheden van zulk leven niet vernietigen, of – eenvoudig gezegd:<br />

breng niet de voorwaarden in gevaar voor het oneindig voortbestaan van<br />

de mensheid op aarde.’ 1<br />

1 Hans Jonas (1984), Das Princip Verantwortung, Versuch einer Ethik für die technologische<br />

Ziviliasation, Frankfurt: Suhrkamp Insel, p.36<br />

94 duurzaam hersteL<br />

vragen op weg naar duurzaam <strong>herstel</strong> 95


over <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong><br />

<strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> is de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland.<br />

<strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong> behartigt zowel op nationaal als op internationaal niveau<br />

de gemeenschappelijke belangen van het Nederlandse bedrijfsleven.<br />

De Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen biedt een<br />

programma aan voor reflectie en bezinning voor leden, waarvan<br />

de jaarlijkse Bilderbergconferentie het belangrijkste onderdeel vormt.<br />

De stafgroep vloeit voort uit de fusie tussen <strong>VNO</strong> en <strong>NCW</strong> in 1996.<br />

Daarbij werd bepaald dat ‘bezinning een integraal onderdeel is van<br />

de belangenbehartiging’ (artikel 2 van de statuten van <strong>VNO</strong>-<strong>NCW</strong>).<br />

Bezuidenhoutseweg 12<br />

2594 AV Den Haag<br />

Postbus 93002<br />

2509 AA Den Haag<br />

Telefoon: 070 349 03 49<br />

www.vno-ncw.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!